EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0309

2010/309/: Besluit van de Commissie van 3 juni 2010 tot wijziging van Besluit 2008/721/EG wat betreft de vergoedingen die aan leden van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu worden betaald

OJ L 138, 4.6.2010, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 022 P. 269 - 270

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/309/oj

4.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 138/24


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 3 juni 2010

tot wijziging van Besluit 2008/721/EG wat betreft de vergoedingen die aan leden van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu worden betaald

(2010/309/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op de artikelen 168 en 169,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 19 van Besluit 2008/721/EG van de Commissie van 5 september 2008 tot instelling van een adviesstructuur van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu en tot intrekking van Besluit 2004/210/EG (1) is bepaald dat leden van de wetenschappelijke comités, wetenschappelijke adviseurs uit de pool van wetenschappelijke adviseurs op het gebied van risicobeoordeling („de pool”) en externe deskundigen recht hebben op een vergoeding voor hun deelname aan de vergaderingen van de comités, thematische workshops, werkgroepen en overige door de Commissie georganiseerde bijeenkomsten en evenementen, en voor hun werk als rapporteur voor een specifieke aangelegenheid.

(2)

In bijlage III bij Besluit 2008/721/EG worden de aan de leden van de wetenschappelijke comités, wetenschappelijke adviseurs uit de pool en externe deskundigen te betalen vergoedingen vastgesteld.

(3)

De vergoedingen voor deelname aan vergaderingen kunnen thans slechts worden betaald aan deskundigen die daarbij fysiek aanwezig zijn. De moderne technologieën maken gedachtewisselingen tussen deskundigen tijdens virtuele vergaderingen met gebruikmaking van audio- of videoapparatuur of onlinetoepassingen mogelijk. Door de inzet van deze hulpmiddelen zouden de deskundigen op grotere schaal aan de activiteiten van de wetenschappelijke comités kunnen deelnemen, zouden tegelijkertijd de milieueffecten en de kosten tot een minimum kunnen worden beperkt en zou de reistijd van de deskundigen kunnen worden verminderd.

(4)

Bij een deelname op afstand langs elektronische weg zou de hoogte van de vergoeding moeten worden gerelateerd aan de lengte van de vergadering (deelname van korte duur, vergadering van een volledige dag of van slechts een dagdeel).

(5)

Daarom is het noodzakelijk om de bepalingen inzake de betaling van vergoedingen voor deelname aan leden, adviseurs en externe deskundigen aan te passen. Artikel 19 en bijlage III bij Besluit 2008/721/EEG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2008/721/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 19 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Leden van de wetenschappelijke comités, wetenschappelijke adviseurs uit de pool en externe deskundigen hebben recht op een vergoeding voor hun deelname, in persoon of op afstand langs elektronische weg, aan de vergaderingen van de comités, thematische workshops, werkgroepen en overige door de Commissie georganiseerde bijeenkomsten en evenementen, en voor hun werk als rapporteur voor een specifieke aangelegenheid, zoals bepaald in bijlage III.”.

2)

Bijlage III wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 3 juni 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 241 van 10.9.2008, blz. 21.


BIJLAGE

„BIJLAGE III

VERGOEDINGEN

1.

Leden van de wetenschappelijke comités, wetenschappelijke adviseurs uit de pool en externe deskundigen hebben recht op een vergoeding voor hun deelname aan de vergaderingen van de comités, thematische workshops, werkgroepen en overige door de Commissie georganiseerde bijeenkomsten en evenementen, die als volgt is vastgesteld:

a)

385 EUR per dag voor deelname in persoon;

b)

100 EUR per begonnen uur voor deelname op afstand tot een maximumbedrag van:

i)

385 EUR voor deelname gedurende een ochtend en middag en

ii)

195 EUR voor deelname gedurende een ochtend of middag;

2.

De leden van de wetenschappelijke comités, de wetenschappelijke adviseurs uit de pool en de externe deskundigen hebben recht op een vergoeding voor het werk als rapporteur, die als volgt is vastgesteld:

a)

de vergoeding wordt gedifferentieerd naargelang de complexiteit van het onderwerp, de tijd die nodig is om het advies op te stellen, de hoeveelheid en toegankelijkheid van de gegevens en wetenschappelijke literatuur en informatie die verzameld en verwerkt moeten worden en de omvang en complexiteit van de gedachtewisselingen met het publiek en met belanghebbenden en van contacten met andere instanties, waarbij de volgende indicatieve criteria in acht worden genomen:

Bedrag

Indicatieve criteria

385 EUR

Eenvoudige en routinematig te behandelen vraagstelling

Advies gebaseerd op dossieronderzoek, met beperkt feitenonderzoek en beperkte literatuurstudie

Geen gedachtewisseling met het publiek

Maximaal vijf maanden tussen de eerste en laatste bijeenkomst

770 EUR

Complexe vraagstelling

Advies gebaseerd op uitgebreid onderzoek naar en bestudering van feiten en literatuur

Gedachtewisseling met belanghebbenden en/of het publiek, waarbij de bestudering van de feedback slechts een beperkte hoeveelheid werk meebrengt

Vijf tot negen maanden tussen de eerste en laatste bijeenkomst

1 155 EUR

Zeer complexe vraagstelling

Uitvoerig feiten- en literatuuronderzoek en -analyse nodig

Omvangrijke en complexe gedachtewisselingen met belanghebbenden, met het publiek en met andere wetenschappelijke instanties, waarbij belangrijke feedback moet worden bestudeerd

Meer dan negen maanden tussen de eerste en laatste bijeenkomst

b)

in elk specifiek geval zal de Commissie op basis van de onder a) vermelde criteria in een verzoek om advies aangeven welke van de bedragen voor de vergoedingen voor de rapporteur van toepassing is. De keuze voor het bedrag dat van toepassing is, kan door de Commissie gewijzigd worden tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor het verlangde advies indien dit gerechtvaardigd wordt door onvoorziene veranderingen die verband houden met de relevante criteria.”.


Top