EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009L0062

Richtlijn 2009/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst )

OJ L 198, 30.7.2009, p. 20–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 036 P. 216 - 223

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015; opgeheven door 32013R0168

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2009/62/oj

30.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/20


RICHTLIJN 2009/62/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 juli 2009

betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen

(Gecodificeerde versie)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 93/94/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (3) is ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

(2)

Richtlijn 93/94/EEG is één van de bijzondere richtlijnen van het EG-typegoedkeuringssysteem dat geregeld werd bij Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, thans geregeld bij Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen (5). In Richtlijn 93/94/EEG zijn de technische voorschriften vastgesteld betreffende het ontwerp en de bouw van twee- of driewielige motorvoertuigen met betrekking tot de montageplaats voor de achterkentekenplaat. Deze technische voorschriften beoogden de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure, ten aanzien van elk type voertuig mogelijk te maken. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2002/24/EG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de onderhavige richtlijn van toepassing.

(3)

Deze richtlijn heeft niet ten doel de afmetingen van de in de verschillende lidstaten gebruikte kentekenplaten te harmoniseren. Het is derhalve de taak van de lidstaten erop toe te zien dat uitstekende kentekenplaten geen gevaar voor de gebruikers vormen, zonder dat zulks evenwel wijzigingen in de constructie van de voertuigen vergt.

(4)

Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op de montageplaats voor de achterkentekenplaat van elk type motorvoertuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2002/24/EG.

Artikel 2

De procedure voor het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/24/EG, in respectievelijk hoofdstuk II en hoofdstuk III.

Artikel 3

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de voorschriften van bijlage I aan de technische vooruitgang aan te passen, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, van Richtlijn 2002/24/EG bedoelde procedure.

Artikel 4

1.   Lidstaten mogen om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat:

noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren,

noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van twee- of driewielige motorvoertuigen verbieden,

voor zover de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoet aan de eisen van deze richtlijn.

2.   Lidstaten weigeren EG-goedkeuring voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat indien niet is voldaan aan de eisen van deze richtlijn.

3.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen.

Artikel 5

Richtlijn 93/94/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 6

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2010.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

E. ERLANDSSON


(1)  PB C 324 van 30.12.2006, blz. 11.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 25 september 2007 (PB C 219 E van 28.8.2008, blz. 66) en besluit van de Raad van 22 juni 2009.

(3)  PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83.

(4)  Zie bijlage II, deel A.

(5)  PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1.


BIJLAGE I

1.   AFMETINGEN

De afmetingen van de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (1) zijn als volgt.

1.1.   Bromfietsen en lichte vierwielers zonder carrosserie

1.1.1.

breedte: 100 mm;

1.1.2.

hoogte: 175 mm;

of

1.1.3.

breedte: 145 mm;

1.1.4.

hoogte: 125 mm.

1.2.   Motorfietsen, driewielers met een maximumvermogen tot 15 kW en andere vierwielers dan lichte vierwielers, zonder carrosserie

1.2.1.

breedte: 280 mm;

1.2.2.

hoogte: 210 mm.

1.3.   Driewielers met een maximumvermogen van meer dan 15 kW, lichte vierwielers met carrosserie en andere vierwielers dan lichte vierwielers, met carrosserie

1.3.1.

De voorschriften voor personenauto’s zijn van toepassing (Richtlijn 70/222/EEG van de Raad (2)).

2.   ALGEMENE PLAATSING

2.1.

De montageplaats voor de achterkentekenplaat moet zich aan de achterzijde van het voertuig bevinden, zodanig dat:

2.1.1.

de plaat geplaatst kan worden tussen de langsvlakken die gaan door de punten waar het voertuig het breedst is.

3.   HELLING

3.1.

De achterkentekenplaat:

3.1.1.

moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig;

3.1.2.

mag een helling van ten hoogste 30° ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar boven gekeerd is;

3.1.3.

mag een helling van ten hoogste 15° ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar beneden gekeerd is.

4.   MAXIMUMHOOGTE

4.1.

Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van meer dan 1,50 m boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is.

5.   MINIMUMHOOGTE

5.1.

Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van minder dan 0,20 m of de straal van het wiel, indien deze minder bedraagt dan 0,20 m, boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is.

6.   GEOMETRISCHE ZICHTBAARHEID

6.1.

De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontale ribbe staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan.

Image Image


(1)  Voor bromfiesten gaat het om de kentekenplaat en/of de eventuele identificatieplaat.

(2)  PB L 76 van 6.4.1970, blz. 25.

Aanhangsel 1

Inlichtingenformulier wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig

(bij de EG-onderdeeltypegoedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag om EG-goedkeuring van het voertuig wordt ingediend)

Volgnummer (door de aanvrager toegekend):

Bij de aanvraag om EG-onderdeeltypegoedkeuring wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig moeten de inlichtingen worden verstrekt als bedoeld in de volgende punten bij bijlage II, deel 1, afdeling A, bij Richtlijn 2002/24/EG:

0.1,

0.2,

0.4 tot en met 0.6,

2.2,

2.2.1,

9.6,

9.6.1.

Aanhangsel 2

EG-onderdeeltypegoedkeuringscertificaat wat betreft de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig

MODEL

Verslag nr. … van de technische dienst … dd …

EG-onderdeeltypegoedkeuring nr. … Uitbreiding nr.…

1.

Fabrieks- of handelsmerk van het voertuig …

2.

Type voertuig …

3.

Naam en adres van de constructeur …

4.

Naam en adres van de eventueel gemachtigde van de constructeur …

5.

Voertuig ter goedkeuring aangeboden op …

6.

De EG-onderdeeltypegoedkeuring is verleend/geweigerd (1)

7.

Plaats …

8.

Datum …

9.

Handtekening …


(1)  Doorhalen wat niet van toepassing is.


BIJLAGE II

DEEL A

Ingetrokken richtlijn met de wijziging ervan

(bedoeld in artikel 5)

Richtlijn 93/94/EEG van de Raad

(PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83)

Richtlijn 1999/26/EG van de Commissie

(PB L 118 van 6.5.1999, blz. 32)

DEEL B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing

(bedoeld in artikel 5)

Richtlijn

Omzettingstermijn

Toepassingsdatum

93/94/EEG

30 april 1995

1 november 1995 (1)

1999/26/EG

31 december 1999

1 januari 2000 (2)


(1)  Overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 93/94/EEG:

„Vanaf [1 mei 1995] mogen de lidstaten het voor het eerst in het verkeer brengen van voertuigen die aan deze richtlijn voldoen niet verbieden om redenen die met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat verband houden.”

(2)  Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 1999/26/EG:

„1.   Met ingang van 1 januari 2000 mogen de lidstaten om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat:

noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren,

noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van twee- of driewielige motorvoertuigen verbieden,

voor zover de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoet aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG gewijzigd bij deze richtlijn.

2.   Met ingang van 1 juli 2000 weigeren de lidstaten EG-goedkeuring voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat indien niet is voldaan aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG gewijzigd bij deze richtlijn.”.


BIJLAGE III

Concordantietabel

Richtlijn 93/94/EEG

Richtlijn 1999/26/EG

De onderhavige richtlijn

Artikelen 1, 2 en 3

 

Artikelen 1, 2 en 3

 

Artikel 2, lid 1

Artikel 4, lid 1

 

Artikel 2, lid 2

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 1

 

Artikel 4, lid 2

 

Artikel 4, lid 3

 

Artikel 5

 

Artikel 6

Artikel 5

 

Artikel 7

Bijlage

 

Bijlage I

 

Bijlage II

 

Bijlage III


Top