EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0365

2008/365/EG: Besluit van de Commissie van 30 april 2008 tot oprichting van een deskundigengroep voor financiële educatie

OJ L 125, 9.5.2008, p. 36–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 012 P. 112 - 114

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/365/oj

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 125/36


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2008

tot oprichting van een deskundigengroep voor financiële educatie

(2008/365/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap heeft de Gemeenschap onder meer tot taak een interne markt tot stand te brengen die wordt gekenmerkt door de afschaffing tussen de lidstaten van hinderpalen voor het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal.

(2)

In artikel 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is bepaald dat de Commissie bij haar met de totstandbrenging en werking van de interne markt verband houdende voorstellen op het gebied van de consumentenbescherming moet uitgaan van een hoog beschermingsniveau en daarbij in het bijzonder rekening moet houden met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd.

(3)

Krachtens artikel 149 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap moet de Gemeenschap bijdragen tot de ontwikkeling van onderwijs van een hoog gehalte door samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en zo nodig door hun activiteiten te ondersteunen en aan te vullen, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel en van hun culturele en taalkundige verscheidenheid.

(4)

In artikel 153 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is bepaald dat de Gemeenschap, om de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, moet bijdragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen.

(5)

Zoals in de mededeling van de Commissie Een interne markt voor het Europa van de 21ste eeuw  (1) wordt aangestipt, is financiële educatie van essentieel belang om te waarborgen dat de interne markt directe voordelen oplevert voor de Europese burgers door ervoor te zorgen dat zij voldoende zijn voorgelicht om met kennis van zaken beslissingen over de aankoop van financiële diensten te nemen en om de fundamentele beginselen van de financiële dienstverlening aan particulieren te begrijpen.

(6)

Het belang van financiële educatie is ook erkend in het witboek over het beleid op het gebied van financiële diensten 2005-2010 (2), het groenboek over financiële diensten voor consumenten in de interne markt (3), de conclusies van de Raad (Ecofin) van 8 mei 2007 (4) en de resolutie van het Europees Parlement over het beleid op het gebied van financiële diensten (5).

(7)

De Commissie heeft een mededeling over financiële educatie (6) gepubliceerd, waarin onder meer de oprichting van een groep van deskundigen met praktische ervaring op het gebied van financiële educatie werd aangekondigd.

(8)

De deskundigengroep moet bijdragen tot de uitwisseling en bevordering van optimale werkwijzen op het gebied van financiële educatie en dient tevens het optreden van de Commissie op het gebied van financiële educatie te ondersteunen.

(9)

De deskundigengroep moet bestaan uit personen die deskundig zijn op het gebied van financiële educatie, en een breed spectrum van belanghebbenden uit de publieke en de particuliere sfeer vertegenwoordigen.

(10)

Derhalve dient een deskundigengroep voor financiële educatie te worden opgericht, waarvan het mandaat en de structuur nader moeten worden omschreven,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een deskundigengroep voor financiële educatie (hierna „de groep” genoemd) opgericht.

Artikel 2

Taken

De groep heeft tot taak:

optimale werkwijzen op het gebied van financiële educatie uit te wisselen en te bevorderen;

de Commissie van advies te dienen over de wijze waarop de in de mededeling van de Commissie over financiële educatie vervatte beginselen voor het opzetten van financiële-educatieprogramma's van goede kwaliteit in praktijk worden gebracht;

de Commissie te helpen bij het opsporen van wettelijke, bestuursrechtelijke en andere belemmeringen voor financiële educatie;

de Commissie van advies te dienen over de wijze waarop de geconstateerde belemmeringen moeten worden aangepakt;

te helpen bij de voorbereiding van de diverse initiatieven die in de mededeling over financiële educatie worden gepresenteerd en een bijdrage te leveren aan de evaluatie van de in de periode tot 2010 geplande initiatieven.

De Commissie kan de groep raadplegen over om het even welk onderwerp in verband met financiële educatie.

Artikel 3

Samenstelling — benoeming

1.   Na aanneming van dit besluit publiceert de Commissie een oproep tot het indienen van sollicitaties door nationale instanties, academische instellingen, aanbieders van financiële diensten, consumentenorganisaties en eventuele andere groepen die kandidaat-groepsleden wensen voor te dragen. Ook sollicitaties van natuurlijke personen worden in aanmerking genomen.

2.   De leden van de groep zijn deskundig en hebben ervaring op het gebied van financiële educatie en worden benoemd door de Commissie. De leden worden op persoonlijke titel benoemd en adviseren de Commissie onafhankelijk van invloeden van buitenaf.

3.   Personen die geschikt worden geacht lid te zijn van de groep maar die niet zijn benoemd, kunnen op een reservelijst worden geplaatst die de Commissie kan gebruiken om plaatsvervangers te benoemen.

4.   De groep bestaat uit ten hoogste 25 leden.

5.   De volgende bepalingen zijn van toepassing:

de leden van de groep worden benoemd voor een hernieuwbare ambtstermijn van drie jaar. Zij blijven in functie tot zij worden vervangen of tot hun ambtstermijn afloopt. Hun ambtstermijn vangt aan op de datum waarop de eerste vergadering van de groep plaatsvindt;

leden die geen effectieve bijdrage aan de beraadslagingen van de groep meer kunnen leveren, hun ontslag indienen of zich niet houden aan de voorwaarden die in dit lid of in artikel 287 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zijn vastgelegd, kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen;

de op persoonlijke titel benoemde leden tekenen elk jaar een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden in het algemeen belang te handelen, alsmede een verklaring waaruit blijkt of zij al dan niet belangen hebben die afbreuk kunnen doen aan hun objectiviteit;

de namen van de leden worden bekendgemaakt in het openbaar register van deskundigengroepen en op de internetsite van het directoraat-generaal Interne markt en diensten. De verzameling, verwerking en publicatie van de namen van de leden vinden plaats overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens.

Artikel 4

Werking

1.   De Commissie zit de groep voor.

2.   Met instemming van de Commissie kunnen subgroepen worden opgericht om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de groep opgesteld mandaat. Deze subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd.

3.   Indien zulks nuttig en/of nodig is, kan de voorzitter waarnemers met specifieke kennis op het gebied van een geagendeerd onderwerp uitnodigen om aan de beraadslagingen van de groep of een subgroep deel te nemen.

4.   De bij de deelneming aan de beraadslagingen van de groep of subgroep verkregen informatie mag niet openbaar worden gemaakt wanneer de Commissie deze als vertrouwelijk aanmerkt.

5.   De groep en haar subgroepen vergaderen gewoonlijk in de lokalen van de Commissie overeenkomstig de procedures en het tijdschema die door de Commissie worden vastgesteld. Het secretariaat wordt verzorgd door de Commissie. Andere ambtenaren van de Commissie die belang hebben bij de besprekingen, kunnen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

6.   De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van het door de Commissie vastgestelde standaardreglement van orde (7).

7.   De Commissie mag op de internetsite van het directoraat-generaal Interne markt en diensten samenvattingen, conclusies, deelconclusies of werkdocumenten van de groep publiceren in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie.

Artikel 5

Vergaderkosten

1.   Reis- en verblijfkosten die door de leden en waarnemers in het kader van de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij deze instelling geldende bepalingen. De leden ontvangen geen bezoldiging.

2.   Vergaderkosten worden vergoed voor zover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure aan de betrokken dienst zijn toegekend, hiervoor volstaan.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 april 2008.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  COM(2007) 724 en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie „Initiatives in the Area of Retail Financial Services”, SEC(2007) 1520.

(2)  COM(2005) 629 definitief.

(3)  COM(2007) 226.

(4)  9171/07 (Presse 97).

(5)  P6_TA-PROV(2007)0338/A6-0248/2007.

(6)  COM(2007) 808.

(7)  SEC(2005) 1004, bijlage III.


Top