EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1942

Verordening (EG) nr. 1942/2006 van de Raad van 12 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet

OJ L 367, 22.12.2006, p. 18–20 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 200M, 1.8.2007, p. 514–516 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 13 Volume 058 P. 23 - 25
Special edition in Romanian: Chapter 13 Volume 058 P. 23 - 25

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/11/2010; stilzwijgende opheffing door 32010R0912

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1942/oj

22.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 367/18


VERORDENING (EG) Nr. 1942/2006 VAN DE RAAD

van 12 december 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 171,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De gemeenschappelijke onderneming Galileo is bij Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad (3) opgericht om de ontwikkelingsfase van het programma Galileo tot een goed einde te brengen en de volgende fasen ervan voor te bereiden. Gezien de huidige stand van dat programma zal de ontwikkelingsfase niet voltooid zijn vóór eind 2008.

(2)

De Europese GNSS-toezichtautoriteit (hierna „de Autoriteit” genoemd) is bij Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad (4) opgericht om de openbare belangen met betrekking tot de Europese GNSS-programma’s te behartigen en daarvoor als regulerende autoriteit op te treden gedurende de stationerings- en exploitatiefase van het programma Galileo.

(3)

Aangezien de Autoriteit in staat is alle huidige activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo in 2006 over te nemen en vervolgens tot een goed einde te brengen, is een verlenging van de bestaansduur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo na 2006 zinloos en kostbaar. De gemeenschappelijke onderneming Galileo dient derhalve te worden beëindigd en haar activiteiten dienen vóór de voltooiing van de ontwikkelingsfase aan de Autoriteit te worden overgedragen.

(4)

De taken waarmee de gemeenschappelijke onderneming Galileo is belast totdat zij ophoudt te bestaan, alsmede de taak om in voorkomend geval en na een besluit van de Raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo de handelingen in verband met de ontbinding van de gemeenschappelijke onderneming te verrichten na 31 december 2006, dienen uitdrukkelijk aan het takenpakket van de Autoriteit te worden toegevoegd. Voorts dient de Autoriteit te worden belast met de taak alle onderzoeksacties te ondernemen die nuttig zijn voor de Europese GNSS-programma's.

(5)

Het beheer van de ontwikkelingsfase in de plaats van de gemeenschappelijke onderneming Galileo behoort volgens artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1321/2004 evenwel niet tot het takenpakket van de Autoriteit. De onderzoeksactiviteiten of -werkzaamheden die de Autoriteit zowel in de ontwikkelingsfase als in de stationerings- en exploitatiefase van het programma zal dienen te ondernemen of financieren, behoren evenmin tot haar takenpakket.

(6)

Ter wille van de continuïteit van het programma Galileo en een adequate overdracht van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo aan de Autoriteit dient bijgevolg de formulering van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1321/2004 te worden gewijzigd.

(7)

In het verlengde daarvan moet worden bepaald dat de Autoriteit reeds op het tijdstip dat de gemeenschappelijke onderneming Galileo ophoudt te bestaan, en niet na afloop van de ontwikkelingsfase, eigenaar wordt van de materiële en immateriële activa van de gemeenschappelijke onderneming. Ook moet worden bepaald dat de Autoriteit nadat de gemeenschappelijke onderneming is opgehouden te bestaan, eigenaar wordt van de materiële en immateriële activa die in de ontwikkelingsfase zijn gecreëerd of ontwikkeld. Voorts dient te worden bepaald hoe de overdracht in zijn werk gaat.

(8)

Ter vermijding van verschillen in de interpretatie van de draagwijdte van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1321/2004 moet eveneens worden gepreciseerd dat de tijdens de stationerings- en exploitatiefase door de concessiehouder gecreëerde of ontwikkelde materiële en immateriële activa, ook de activa omvatten die door zijn subcontractanten of onder zijn controle gestelde ondernemingen dan wel door hun subcontractanten zijn gecreëerd of ontwikkeld. Tevens dient te worden gepreciseerd dat de eigendom van de activa het recht op de fabrieks- of handelsmerken omvat, alsook alle andere intellectuele-eigendomsrechten in de zin van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 772/2004 van de Commissie van 27 april 2004 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (5) en artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom van 14 juli 1967.

(9)

Ten slotte dient het Europees Ruimteagentschap (ESA), dat een essentiële rol speelde bij het opzetten en ontwikkelen van de systemen en derhalve alle veiligheids- en beveiligingsaspecten van deze systemen door en door kent, als waarnemer vertegenwoordigd te zijn in de Raad van bestuur en het Comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem. Voorts wordt een soortgelijke regeling getroffen voor de vertegenwoordiging van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) in de Raad van bestuur.

(10)

Verordening (EG) nr. 1321/2004 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1321/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:

„k)

met het oog op de voltooiing van de ontwikkelingsfase van het programma Galileo neemt zij, uiterlijk aan het einde van de bestaansduur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo, de taken van de gemeenschappelijke onderneming over waarmee deze krachtens de artikelen 2, 3 en 4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 876/2002 (6) is belast. Zij verricht in voorkomend geval en na een besluit van de Raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo de handelingen in verband met de vereffening van de gemeenschappelijke onderneming na 31 december 2006;

l)

zij onderneemt alle onderzoeksacties die nuttig zijn voor de ontwikkeling en bevordering van de Europese GNSS-programma's.

2)

Artikel 3, leden 1 en 2, wordt vervangen door:

„1.   Vanaf het einde van de bestaansduur van de gemeenschappelijke onderneming Galileo, zoals omschreven in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 876/2002 en artikel 20 van de bijlage, is de Autoriteit eigenaar van alle materiële en immateriële activa die tijdens de gehele ontwikkelingsfase zijn gecreëerd of ontwikkeld, met inbegrip van de activa waarvan de gemeenschappelijke onderneming Galileo eigenaar was overeenkomstig artikel 6 van de bijlage bij bovengenoemde verordening en de activa die zijn gecreëerd of ontwikkeld door het Europees Ruimteagentschap en door de entiteiten die door dat agentschap of door de gemeenschappelijke onderneming Galileo met de activiteiten voor de ontwikkeling van het programma zijn belast.

2.   De Autoriteit is eigenaar van alle materiële en immateriële activa die gedurende de stationeringsfase en de exploitatiefase door de concessiehouder, door diens subcontractanten of onder zijn controle gestelde ondernemingen dan wel door subcontractanten van die ondernemingen, zijn gecreëerd of ontwikkeld.

3.   Het eigendomsrecht omvat alle intellectuele-eigendomsrechten in de zin van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 772/2004 van de Commissie van 27 april 2004 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (7), alsook alle eigendomsrechten in de zin van artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom van 14 juli 1967, en met name het recht op fabrieks- of handelsmerken.

4.   Hoe de overdrachten van de materiële en immateriële activa waarvan de gemeenschappelijke onderneming Galileo eigenaar was overeenkomstig artikel 6 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 876/2002, in hun werk gaan, wordt vastgesteld tijdens de ontbindingsprocedure bedoeld in artikel 21 van de bijlage bij de bovengenoemde verordening.

5.   Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 876/2002 kan in het akkoord tussen de Autoriteit en het Europees Ruimteagentschap worden geregeld dat het ESA het bij lid 1 aan de Autoriteit toegekende eigendomsrecht namens de Autoriteit uitoefent.

6.   In de concessieovereenkomst kan worden geregeld dat de concessiehouder het bij lid 1 aan de Autoriteit toegekende eigendomsrecht namens de Autoriteit uitoefent.

3)

Artikel 3, lid 3, wordt hernummerd tot artikel 3, lid 7.

4)

Aan artikel 5, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Een vertegenwoordiger van de SG/HV en een vertegenwoordiger van het ESA wonen de vergaderingen van de Raad van bestuur als waarnemers bij.”.

5)

Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De Raad van bestuur richt een Comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem op. Het is samengesteld uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één voor de Commissie, gekozen onder erkende beveiligingsdeskundigen. Een vertegenwoordiger van de SG/HV en een vertegenwoordiger van het ESA wonen de vergaderingen van het comité als waarnemers bij.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

S. HUOVINEN


(1)  Advies uitgebracht op 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 26 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1.

(4)  PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1.

(5)  PB L 123 van 27.4.2004, blz. 11.

(6)  PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1.”.

(7)  PB L 123 van 27.4.2004, blz. 11.”.


Top