EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004R1421
Council Regulation (EC) No 1421/2004 of 19 July 2004 amending Regulation (EC) No 2792/1999 laying down the detailed rules and arrangements regarding Community structural assistance in the fisheries sector
Verordening (EG) nr. 1421/2004 van de Raad van 19 juli 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector
Verordening (EG) nr. 1421/2004 van de Raad van 19 juli 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector
OJ L 260, 6.8.2004, p. 1–5
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; stilzwijgende opheffing door 32006R1198
6.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 260/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1421/2004 VAN DE RAAD
van 19 juli 2004
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 (2) zijn bepalingen betreffende de bescherming en de ontwikkeling van de aquatische bestanden en de ontwikkeling van de communautaire aquacultuursector vastgesteld. |
(2) |
De Gemeenschapswetgeving voorziet in de mogelijkheid van aanvullende steun voor de sloop wanneer een herstelplan van toepassing is. In dat geval, of wanneer door de Commissie of de lidstaten genomen noodmaatregelen waarschijnlijk soortgelijke effecten zouden hebben, moet de steun voor bemanningsleden die door het plan of de maatregelen gedwongen worden om de visserij op te geven, ook worden verhoogd. Dat moet ook gelden voor bemanningsleden die, zonder dat het vaartuig wordt gesloopt, hun baan verliezen door de aanneming van een herstelplan of noodmaatregelen. |
(3) |
De Commissie heeft op 19 september 2002 bij het Europees Parlement en de Raad een mededeling over een strategie voor de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur ingediend. Voor de tenuitvoerlegging van de strategie dient Verordening (EG) nr. 2792/1999 te worden gewijzigd. |
(4) |
De bescherming en de ontwikkeling van aquatische bestanden gebeurt niet alleen via maatregelen op zee, maar ook, inzonderheid voor anadrome en katadrome soorten, in de binnenwateren. Het herstel en de heropening van migratieroutes en paaigronden zijn in dat verband van bijzonder belang. |
(5) |
Een verhoging van de productie tot boven de vermoedelijke ontwikkeling van de vraag moet niet worden aangemoedigd. Er moeten betere afzetstrategieën worden uitgevoerd, maar vaak ontbreken betrouwbare statistieken over de visconsumptie en economische analyses van de markten en de afzet van aquacultuurproducten. |
(6) |
Schadelijke algenbloei hoort tot de ernstigste bedreigingen voor de toekomst van de schelp en schaaldierkwekerij in Europa. Een bloei kan soms uitzonderlijk lang duren of zich voordoen gedurende een periode van geconcentreerde verkopen, hetgeen een reden kan zijn om aan de getroffen schaal- en schelpdierkwekers een vergoeding toe te kennen, behalve wanneer het een periodiek terugkerend verschijnsel betreft. |
(7) |
Een vergroting van de kennisbasis van de sector omvat alle aspecten van de viskweek en is van het grootste belang voor de aquacultuur. Omdat voor dit doel onvoldoende middelen zijn toegekend, is het van zeer groot belang het toegepaste onderzoek en de technologische ontwikkeling in de aquacultuur verder te blijven stimuleren door de mogelijkheden voor overheidsfinanciering uit te breiden en particuliere initiatieven op dit gebied te bevorderen. |
(8) |
Aquacultuurbedrijven moeten worden aangemoedigd hun milieustatus te verbeteren en vrijwillig initiatieven te nemen die verder gaan dan de wettelijke minimumeisen inzake milieubescherming. |
(9) |
Om ook verder overheidssteun te kunnen verlenen voor dienstvaartuigen voor de aquacultuur, moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen deze vaartuigen en vissersvaartuigen zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3), daar sommige vissersvaartuigen misschien uitsluitend worden gebruikt in de aquacultuur, maar eventueel kunnen worden omgeschakeld om voor de visserij te worden gebruikt. |
(10) |
Om permanente reductie van de visserijinspanning te bevorderen wanneer de Raad een herstelplan aanneemt of de Commissie of de lidstaten noodmaatregelen nemen, dient geen terugbetaling te worden voorgeschreven van eerdere steun aan vaartuigen die de gevolgen ondervinden van het plan of de maatregelen. |
(11) |
Wanneer een vaartuig vistuig dient te vervangen in het kader van een herstelplan, moet het mogelijk zijn de eerste vervanging van vistuig te beschouwen als een in aanmerking komende uitgave. |
(12) |
Van communautaire vaartuigen kan worden verlangd dat zij in sommige visserijen akoestische afschrikmiddelen gebruiken om het incidenteel vangen en doden van walvisachtigen terug te dringen. De kosten om aan die verplichting te voldoen, moeten in aanmerking kunnen komen als steun voor de modernisering van vaartuigen. |
(13) |
De sinds het einde van de jaren zeventig door de overheid vastgestelde steunmaatregelen voor de aquacultuur hebben geleid tot een stijging van de productie, maar de situatie is thans veranderd en in sommige takken dreigt overproductie. In de aquacultuurmaatregelen van de programma's van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) moeten derhalve nieuwe prioriteiten worden gesteld en in sommige gevallen moet de hoogte van de steun worden verminderd. |
(14) |
Bepaalde vormen van visteelt kunnen een ecologisch waardevolle rol spelen, als middel om de instandhouding of de ontwikkeling van waterrijke gebieden te combineren met een economische activiteit. In dergelijke gevallen is een verhoging van overheidssteun gerechtvaardigd. |
(15) |
Verordening (EG) nr. 2792/1999 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 2792/1999 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 10, lid 3, onder a), wordt vervangen door:
|
2) |
Aan artikel 12, lid 3, wordt het volgende punt e) toegevoegd:
|
3) |
Artikel 12, lid 4, onder c), wordt vervangen door:
|
4) |
Artikel 13, lid 1, onder a), wordt vervangen door:
|
5) |
Artikel 15, lid 3, onder n), wordt vervangen door:
|
6) |
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Aan artikel 17, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Kleinschalige projecten op het gebied van toegepast onderzoek, waarvan de totale kosten niet meer dan 150 000 EUR bedragen, die niet langer duren dan drie jaar en die worden uitgevoerd door een marktdeelnemer, een wetenschappelijke of technische instelling, een representatieve beroepsorganisatie of een andere bevoegde instantie, komen in aanmerking als proefprojecten, op voorwaarde dat ze bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van duurzame ontwikkeling van de aquacultuursector in de Gemeenschap.”. |
8) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
C. VEERMAN
(1) Advies uitgebracht op 1 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 639/2004 (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 9).
(3) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.