EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002E0210

Gemeenschappelijk optreden van de Raad van 11 maart 2002 inzake de politiemissie van de Europese Unie

OJ L 70, 13.3.2002, p. 1–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Estonian: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Latvian: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Lithuanian: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Hungarian Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Maltese: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Polish: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Slovak: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283
Special edition in Slovene: Chapter 18 Volume 001 P. 278 - 283

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2012: This act has been changed. Current consolidated version: 17/03/2003

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2002/210/oj

32002E0210

Gemeenschappelijk optreden van de Raad van 11 maart 2002 inzake de politiemissie van de Europese Unie

Publicatieblad Nr. L 070 van 13/03/2002 blz. 0001 - 0006


Gemeenschappelijk optreden van de Raad

van 11 maart 2002

inzake de politiemissie van de Europese Unie

(2002/210/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft op 18 februari 2002 verklaard dat de Europese Unie (EU) bereid is om vóór 1 januari 2003 te zorgen voor het vervolg op de Internationale Politiemacht van de Verenigde Naties (IPTF) in Bosnië en Herzegovina.

(2) In overeenstemming met de algemene doelstellingen van bijlage 11 van het akkoord van Dayton/Parijs moet de EU-politiemissie (EUPM) een duurzame politiestructuur onder gezag van Bosnië en Herzegovina tot stand brengen die aan de hoogste Europese en internationale normen voldoet en aldus de huidige politienormen van Bosnië en Herzegovina opvoert. De EUPM, waaraan het nodige gezag om te controleren, begeleiden en inspecteren wordt verleend, moet haar doelstellingen uiterlijk eind 2005 bereiken.

(3) In zijn conclusies van 18 februari 2002 heeft de Raad ook besloten dat, met het oog op een geslaagd vervolg op de IPTF, de Unie moet streven naar een algemene aanpak, waarvan de activiteiten alle aspecten van de rechtsstaat bestrijken, met inbegrip van programma's voor het opzetten van instellingen en politieactiviteiten, die elkaar wederzijds ondersteunen en versterken. De EUPM, ondersteund door de programma's van de Gemeenschap voor het opzetten van instellingen in het kader van de Cards-verordening (communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie), moet bijdragen tot de algemene vredesimplementatie in Bosnië en Herzegovina en tot het welslagen van het algemene beleid van de Unie ten aanzien van de regio, meer bepaald het stabilisatie- en associatieproces.

(4) De Unie moet de coördinatie met de VN en het overleg met de betrokken organisaties, met name de NAVO en de OVSE, voortzetten.

(5) Nadat de stuurgroep van de Vredesimplementatieraad op 28 februari 2002 het aanbod van de Unie inzake de EUPM heeft aanvaard, heeft de VN-Veiligheidsraad op 5 maart 2002 Resolutie 1396 (2002) aangenomen waarin de bereidheid van de Unie om te zorgen voor het vervolg op de IPTF, wordt toegejuicht.

(6) Op 4 maart 2002 hebben de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina de Unie uitgenodigd de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het vervolg op de politiemissie van de Verenigde Naties. Daartoe zal een akkoord tussen de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina en de Unie moeten worden gesloten.

(7) Ter voorbereiding van de EUPM dient een planningsteam te worden ingesteld.

(8) Op 18 februari 2002 heeft de Raad zich bereid verklaard de volgende hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina te benoemen tot speciaal vertegenwoordiger van de EU in Bosnië en Herzegovina (SVEU).

(9) Het Politiek en Veiligheidscomité dient politieke controle uit te oefenen over en strategische aansturing te bieden voor de EUPM, en op gezette tijden te worden geïnformeerd over alle aspecten van de missie, onder meer via briefings door de SVEU en het hoofd van de missie/directeur van politie, naar gelang van het geval.

(10) Gelet op de waardevolle bijdragen die derde landen aan de IPTF hebben geleverd, worden niet-EU-lidstaten uitgenodigd een bijdrage te leveren aan een EUPM in Bosnië en Herzegovina. In eerste instantie worden de Europese NAVO-leden die geen lid zijn van de Unie en andere kandidaat-lidstaten van de Unie, alsook andere lidstaten van de OVSE die geen lid zijn van de Unie die momenteel personeel voor de IPTF leveren, verzocht een bijdrage aan de EUPM te leveren.

(11) Op 18 februari 2002 heeft de Raad een akkoord over de financiering van de EUPM bereikt, dat is weergegeven in bijlage IV bij zijn conclusies.

(12) Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven. De indicatie van uit de Gemeenschapsbegroting te financieren bedragen illustreert de bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is onderworpen aan de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

1. De Europese Unie stelt hierbij een EU-politiemissie (EUPM) in om vanaf 1 januari 2003 te zorgen voor het vervolg op de Internationale Politiemacht van de Verenigde Naties (IPTF) in Bosnië en Herzegovina. Tot die datum wordt, ter voorbereiding van de EUPM, uiterlijk op 1 april 2002 een planningsteam ingesteld, dat tot en met 31 december 2002 operationeel zal zijn.

2. De EUPM treedt op in overeenstemming met de doelstellingen en andere bepalingen vervat in de taakopvatting in de bijlage.

Artikel 2

Planning

1. Het planningsteam omvat een politiehoofd van de missie/hoofd van het planningsteam en het nodige personeel voor het uitvoeren van de taken die voortvloeien uit de behoeften van de missie.

2. Het secretariaat-generaal van de Raad werkt met de medewerking van het politiehoofd van de missie/hoofd van het planningsteam het operationeel concept (Conops) uit. Vervolgens stelt het planningsteam het operatieplan (Oplan) op en ontwikkelt het alle technische instrumenten die nodig zijn voor de verwezenlijking van de EUPM. De Raad keurt het Conops en het Oplan goed.

3. Het planningsteam werkt nauw samen met de IPTF.

4. Vanaf 1 januari 2003 wordt het politiehoofd van de missie/hoofd van het planningsteam hoofd van de missie/directeur van politie overeenkomstig artikel 4.

Artikel 3

Structuren

De EUPM heeft in principe de volgende structuur:

a) een hoofdkwartier in Sarajevo, bestaande uit het hoofd van de missie/de directeur van politie en personeel als omschreven in het Oplan. Een deel van dat personeel bestaat uit een variabel aantal verbindingsofficieren die met de andere internationale organisaties op het terrein samenwerken. Deze officieren worden al naar gelang de noodzaak ingezet door het hoofd van de EUPM;

b) in eerste instantie 24 toezichthoudende eenheden, op midden- en hoog niveau gestationeerd binnen de verschillende politiestructuren in Bosnië en Herzegovina, onder meer binnen entiteiten, openbare veiligheidscentra, kantons, de staatsinlichtingendienst, de staatsgrensbewaking, en in het district Brcko.

Artikel 4

Hoofd van de missie/directeur van politie

1. Op voorstel van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (SG/HV) benoemt de Raad een hoofd van de missie/directeur van politie. Het hoofd van de missie/de directeur van politie voert het operationele bevel over de EUPM en draagt zorg voor het dagelijks beheer van de EUPM-operaties.

2. Het hoofd van de missie/de directeur van politie wordt aangeworven op contractbasis.

3. Alle politiefunctionarissen blijven volledig onder bevel van de daartoe geëigende nationale autoriteit. De nationale autoriteiten dragen het operationeel bevel (Opcom) over aan het hoofd van de EUPM.

4. Het hoofd van de missie/de directeur van politie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen uitgevoerd door de betrokken nationale of EU-autoriteit.

Artikel 5

Personeel

1. Het aantal en het niveau van de EUPM-personeelsleden zijn in overeenstemming met de in artikel 3 en de taakopvatting in de bijlage genoemde doelstellingen en structuur.

2. De politiefunctionarissen worden door de lidstaten gedetacheerd. Detachering geschiedt voor een periode van ten minste één jaar. Elke lidstaat draagt de kosten in verband met de door hem gedetacheerde politiefunctionarissen, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina.

3. Internationaal civiel personeel en lokaal personeel wordt naar gelang van de behoeften op contractbasis door de EUPM aangeworven.

4. De lidstaten en de communautaire instellingen kunnen ook, indien nodig, internationaal civiel personeel detacheren, voor een periode van ten minste één jaar. Elke lidstaat of communautaire instelling draagt de kosten in verband met elk door hem gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina.

Artikel 6

Plaats van de speciale vertegenwoordiger in de gemeenschappelijke commandostructuur

De plaats van de bij afzonderlijk Gemeenschappelijk Optreden van de Raad benoemde speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de gemeenschappelijke commandostructuur is uiteengezet in artikel 7.

Artikel 7

Commandostructuur

De EUPM als onderdeel van de bredere follow-up van de rechtsstaat in Bosnië en Herzegovina door de EU heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

Onverminderd de desbetreffende bepalingen van het akkoord van Dayton/Parijs en de bijlagen daarbij:

- rapporteert de SVEU via de SG/HV aan de Raad,

- zorgt het Politiek en Veiligheidscomité voor politieke controle en strategische aansturing,

- leidt het hoofd van de missie/de directeur van politie de EUPM en neemt hij het dagelijks beheer op zich,

- rapporteert het hoofd van de missie/de directeur van politie via de SVEU aan de SG/HV,

- verstrekt de SG/HV via de SVEU richtsnoeren aan het hoofd van de missie/de directeur van politie.

Artikel 8

Deelname door derde landen

1. Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de Unie en het ene institutionele kader van de Unie, worden Europese NAVO-leden die geen lid zijn van de EU en andere kandidaat-lidstaten van de EU, alsook andere lidstaten van de OVSE die geen lid zijn van de EU, die momenteel personeel voor het IPTF leveren, uitgenodigd om bij te dragen aan de EUPM, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van de politiefunctionarissen en/of het door hen gedetacheerd internationaal civiel personeel, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina, en dat zij in voorkomend geval in een evenredig deel van de bedrijfskosten van de EUPM bijdragen.

2. Alle derde landen die op significante wijze bijdragen aan de EUPM, hebben dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende EU-lidstaten bij de dagelijkse leiding van de operatie.

3. Uitvoerige regelingen wat betreft de deelname van derde landen worden vastgelegd in overeenkomsten krachtens artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Artikel 9

Financiële regelingen

1. De kosten voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden bedragen:

a) 14 miljoen EUR aanloopkosten (inclusief uitrusting en planningsteam) voor 2002, te financieren uit de Gemeenschapsbegroting;

b) maximaal 38 miljoen EUR per jaar bedrijfskosten voor de jaren 2003 t/m 2005, als volgt onderverdeeld:

i) maximaal 17 miljoen EUR voor dagvergoedingen, afhankelijk van het vastgestelde dagtarief, en 1 miljoen EUR voor reiskosten, die overeenkomstig artikel 5, lid 2, aangerekend zullen worden op basis van het beginsel dat elke lidstaat zijn eigen personeelskosten draagt;

ii) de resterende 20 miljoen EUR (11 miljoen EUR voor operationele bedrijfskosten, 4 miljoen EUR voor plaatselijk personeel, 5 miljoen EUR voor internationaal civiel personeel) worden uit de Gemeenschapsbegroting gefinancierd.

De definitieve begroting voor de jaren 2003 t/m 2005 wordt op jaarbasis door de Raad vastgesteld.

2. Mocht de financiering van de in lid 1, onder b), ii), genoemde kosten op basis van de Gemeenschapsbegroting niet toereikend zijn, dan zal de Raad overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie besluiten hoe het saldo voor het dekken van gemeenschappelijke kosten moet worden aangevuld.

3. Ten aanzien van uit de Gemeenschapsbegroting gefinancierde uitgaven is het volgende van toepassing:

a) uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures van de Europese Gemeenschap die van toepassing zijn op de begroting. Aankopen geschieden overeenkomstig passende procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de EUPM, met name rekening houdend met de tijdsdruk en de mogelijkheid voor onderdanen van derde landen om in te schrijven bij aanbestedingen;

b) het hoofd van het planningsteam/de directeur van de politie brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

4. De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van de EUPM, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van de teams van de missie.

Artikel 10

Optreden van de Gemeenschap

1. De Raad neemt nota van het voornemen van de Commissie haar optreden te richten op de verwezenlijking van dit gemeenschappelijk optreden, in voorkomend geval door relevante communautaire maatregelen.

2. De Raad merkt voorts op dat er coördinatieregelingen in Brussel en Sarajevo getroffen moeten worden.

Artikel 11

Status van het EUPM-personeel

1. Over de status van het EUPM-personeel in Bosnië en Herzegovina, in voorkomend geval inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van de EUPM, wordt overeenstemming bereikt volgens de procedure van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

2. De staat of communautaire instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken staat of communautaire instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

Artikel 12

Inwerkingtreding en duur

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag dat het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing tot en met 31 december 2005.

Artikel 13

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Piqué i Camps

BIJLAGE

TAAKOPVATTING VAN DE EUPM

Hieronder wordt omschreven hoe de taak van de EUPM, als vervolg op de VN-IPTF, moet worden opgevat als onderdeel van de algemene steun van de Unie voor de rechtsstaat in Bosnië en Herzegovina.

I. Politiek/strategisch niveau

1. De taakopvatting van de EUPM behelst het volgende:

2. De EUPM, ondersteund door de programma's van de Commissie voor het opzetten van instellingen, moet als onderdeel van een meer algemene op de beginselen van de rechtsstaat gebaseerde aanpak, in overeenstemming met de algemene doelstellingen van bijlage 11 van het akkoord van Dayton/Parijs, erop gericht zijn een duurzame politiestructuur onder het gezag van Bosnië en Herzegovina tot stand te brengen die aan de hoogste Europese en internationale normen voldoet en aldus de huidige politienormen van Bosnië en Herzegovina op een hoger peil brengt. Hiertoe dient aan deze driejarige EUPM het nodige gezag te worden verleend en moet zij zich toespitsen op de volgende doelstellingen:

- behoud van de huidige niveaus van institutionele en personele bekwaamheid door middel van continuïteit ten opzichte van de resultaten van de IPTF-missie;

- vergroting, door middel van controle, begeleiding en inspectie, van de beheers- en operationele capaciteiten bij de politie; met het oog hierop zal de EUPM speciale aandacht hebben voor delegatie van bevoegdheid, kwaliteitsgerichte beheersbeginselen en verbetering van de op analyse gebaseerde operationele planningscapaciteit;

- versterking van de vakbekwaamheid op hoog niveau binnen de ministeries en op het niveau van hoge politiefunctionarissen door middel van advies- en inspectietaken;

- en toezicht op de uitoefening van passende politieke controle op de politie.

3. De missie omvat geen uitvoeringsbevoegdheden, noch de inzet van een gewapende component.

II. Doelstellingen op operationeel niveau

4. De EUPM, waaraan het nodige gezag wordt verleend om te controleren, begeleiden en inspecteren, en die als onderdeel van een meer algemene op de beginselen van de rechtsstaat gebaseerde aanpak fungeert, moet de hierboven genoemde doelstellingen uiterlijk eind 2005 verwezenlijken door ervoor te zorgen dat de politiediensten van Bosnië en Herzegovina:

- op professionele wijze en in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving optreden;

- vrij zijn van politieke inmenging en geleid worden door a-politiek, bekwaam en verantwoordingsplichtig personeel;

- over de integriteit, kennis en middelen beschikken om hun taken op transparante en objectieve wijze uit te voeren;

- op het niveau van de ministeries en hoge politieambtenaren een professionele houding aannemen die is gebaseerd op een eerlijk, transparant en verantwoordingsplichtig intern beheerssysteem, met inbegrip van de toepassing van interne controles en tuchtrechtelijke procedures die aan de hoogste normen voldoen;

- ervoor zorgen dat beheerstaken worden uitgevoerd door middel van een eerlijk en onpartijdig personeelsbeleid voor wat betreft aanwerving, opleiding, specialisatie, bevordering en discipline;

- zijn gebaseerd op een transparante structuur waarin rekening wordt gehouden met de multi-etnische samenstelling van de bevolking en waarin genderkwesties op bevredigende wijze kunnen worden opgelost;

- op doeltreffende wijze personeel en middelen beheren binnen een betaalbaar en adequaat institutioneel kader;

- de systemen voor registratie en analyse van gegevens standaardiseren met het oog op een vlottere uitwisseling van informatie ten behoeve van operationele planning en onderzoeken, teneinde een stelsel van criminaliteitsstatistieken voor geheel Bosnië en Herzegovina te helpen ontwikkelen;

- politiële samenwerking tussen alle politiekorpsen van Bosnië en Herzegovina ontwikkelen, ook tussen entiteiten en kantons (opbouw van structuren voor coördinatie, uitwisseling van informatie en vertrouwenwekkende maatregelen);

- strafrechtelijke onderzoeken naar corruptiegevallen uitvoeren, ongeacht de politieke implicaties;

- in staat zijn om het hele scala van criminele activiteiten, met inbegrip van georganiseerde criminaliteit en terrorisme, te onderzoeken en te bestrijden, waarbij een vermogen op staatsniveau een doeltreffend onderdeel van de rechtsbedeling vormt, en in nauwe samenwerking met het openbaar ministerie binnen een hervormd justitieel apparaat opereert;

- in nauwe samenwerking met de multinationale stabilisatiemacht (SFOR) werken aan de uitwisseling van gespecialiseerde informatie ter ondersteuning van het vermogen op staatsniveau en andere relevante autoriteiten;

- over de capaciteit beschikken om in overeenstemming met moderne politienormen en zonder politiek of etnisch vooroordeel op verstoringen van de openbare orde te reageren;

- een constructieve samenwerking aangaan met de politiediensten van buurlanden (SAP-landen) en EU-lidstaten.

III. Methodologie

5. Opgemerkt zij dat de doeltreffendheid van een EUPM die een beheersaanpak hanteert, rechtstreeks afhankelijk is van de deskundigheid van het personeel en het vermogen om continuïteit en institutioneel geheugen vast te houden. Hiertoe wordt met klem aanbevolen bekwaam personeel aan te wijzen dat steeds voor minimaal één jaar wordt gedetacheerd.

6. Om bovengenoemde doelstellingen uiterlijk eind 2005 te bereiken, moet de EUPM:

- de internationale politie stationeren op het middenkader- en het hogere niveau van de politie van Bosnië en Herzegovina naast de commandanten bij de diverse entiteiten, openbare veiligheidscentra (PSC's), kantons, het district Brcko, de Staatsinlichtingendienst (SIPA) en de staatsgrensbewaking (SBS);

- functionarissen die orders niet opvolgen, door middel van een aanbeveling van de EU-directeur van politie aan de hoge vertegenwoordiger van hun functie kunnen ontheffen;

- ter bevordering van de algemene doelstellingen van de internationale gemeenschap op het gebied van de rechtsstaat, met het bureau van de hoge vertegenwoordiger en met andere organisaties binnen de internationale gemeenschap, in voorkomend geval, coördinatieoverleg voeren;

- met de SFOR overleg plegen over openbareveiligheidskwesties, ook om de steun van de SFOR in geval van nood te waarborgen.

Top