EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989L0130

Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen

OJ L 49, 21.2.1989, p. 26–28 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 01 Volume 002 P. 103 - 105
Special edition in Swedish: Chapter 01 Volume 002 P. 103 - 105
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 001 P. 194 - 196
Special edition in Bulgarian: Chapter 01 Volume 001 P. 77 - 79
Special edition in Romanian: Chapter 01 Volume 001 P. 77 - 79
Special edition in Croatian: Chapter 01 Volume 004 P. 8 - 10

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/04/2019; opgeheven door 32019R0516

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1989/130/oj

31989L0130

Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen

Publicatieblad Nr. L 049 van 21/02/1989 blz. 0026 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 2 blz. 0103
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 2 blz. 0103


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 13 februari 1989

betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen

(89/130/EEG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gelet op Besluit 88/376/EEG, Euratom van de Raad van 24 juni 1988 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 8, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat door de invoering van extra eigen middelen van de Gemeenschappen op basis van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen, hierna te noemen »BNPmp", van de Lid-Staten een grotere vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid van deze grootheid nodig is;

Overwegende dat de noodzaak om op internationaal niveau te beschikken over vergelijkbare gegevens betreffende de BNPmp-grootheid en de elementen ervan ingevolge de voltooiing van de interne markt acuter zal worden; dat deze gegevens bovendien belangrijke analyse-elementen vormen voor de cooerdinatie van het economisch beleid;

Overwegende dat de gegevens over het BNPmp inhoudelijk en praktisch vergelijkbaar alsmede representatief voor de economie van de Lid-Staten moeten zijn;

Overwegende dat de inhoudelijke vergelijkbaarheid van het BNPmp wordt gewaarborgd door inachtneming van de desbetreffende definities en boekingsregels van het Europese stelsel van economische rekeningen (ESER);

Overwegende dat de praktische vergelijkbaarheid van het BNPmp afhangt van de toegepaste evaluatieprocedures en de beschikbare basisgegevens; dat voor de verbetering van de dekkingsgraad van het BNPmp vereist is dat eerst de statistische grondslagen en de evaluatiemethoden worden ontwikkeld;

Overwegende dat een procedure voor de verificatie en evaluatie van de vergelijkbaarheid en de representativiteit van het BNPmp moet worden ingevoerd; dat te dien einde een Comité moet worden opgericht waarin nauw wordt samengewerkt tussen de Lid-Staten en de Commissie,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

TITEL 1

Definitie van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen

Artikel 1

Het BNPmp wordt gedefinieerd overeenkomstig het geldende Europese stelsel van economische rekeningen (ESER).

Het BNPmp wordt berekend door bij het bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen (BBPmp, ESER-code: N 1) de uit het buitenland ontvangen beloning van werknemers (R 10) en inkomens uit vermogen en ondernemersactiviteit (R 40) op te tellen en gelijksoortige betalingen aan het buitenland erop in mindering te brengen.

Artikel 2

Het BBPmp stelt het eindresultaat van de produktieve activiteit der ingezeten produktie-eenheden voor. Het BBPmp kan op basis van het ESER worden gepresenteerd vanuit een van de volgende drie gezichtspunten:

1. Vanuit het gezichtspunt van de produktie

Het BBPmp (N 1) is het verschil tussen de produktie van goederen en diensten (P 10) en het intermediaire verbruik (P 20), vermeerderd met de BTW op produkten (R 21) en de nettobelastingen in verband met de invoer met uitzondering van de BTW (R 29).

2. Vanuit het gezichtspunt der uitgaven

Het BBPmp (N 1) is de som van het finale verbruik (P 30) in het economische gebied van de gezinshuishoudingen, de privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk, de overheid, de bruto-investeringen in vaste activa (P 41), de voorraadverandering (P 42) en het verschil tussen uitvoer (P 50) en invoer (P 60).

3. Vanuit het gezichtspunt der inkomsten

Het BBPmp (N 1) is de som van de beloning van werknemers (R 10), het bruto-exploitatieoverschot van de volkshuishouding (N 2) en de indirecte belastingen (R 20) min de exploitatiesubsidies (R 30).

TITEL II

Bepalingen betreffende de wijze van berekening van het BNPmp en de toezending van BNPmp-gegevens

Artikel 3

1. De Lid-Staten stellen het BNPmp overeenkomstig artikel 1 op in het kader van de nationale rekeningen.

2. In het kader van de nationale rekeningen verstrekken de Lid-Staten de Commissie (Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (BSEG) ieder jaar vóór 1 oktober cijfers voor de BNPmp-grootheid en de elementen daarvan, overeenkomstig de in de artikelen 1 en 2 bedoelde ESER-definities. Tevens verstrekken de Lid-Staten de nodige informatie om aan te tonen hoe de grootheid is afgeleid. De verstrekte cijfers hebben betrekking op het vorige jaar en de eventuele wijzigingen die in de cijfers van de daaraan voorafgaande jaren zijn aangebracht.

Artikel 4

Naarmate zij over de betrokken informatie beschikken en uiterlijk 18 maanden na kennisgeving van deze richtlijn, verstrekken de Lid-Staten aan de Commissie (BSEG), overeenkomstig de door haar in overleg met het in artikel 6 bedoelde Comité vastgestelde modaliteiten, een overzicht van de methoden en de statistische grondslagen die voor de berekening van het BNPmp en de elementen daarvan worden gebruikt.

Artikel 5

Bij de mededeling van de in artikel 3 bedoelde gegevens brengen de Lid-Staten de Commissie (BSEG) op de hoogte van eventuele wijzigingen in de gebruikte methoden en statistische grondslagen.

TITEL III

Bepalingen betreffende de verificatie van de berekening van het BNPmp

Artikel 6

1. De Commissie wordt bijgestaan door een Comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3. De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval:

- stelt de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uit voor een termijn die in ieder besluit van de Raad zal worden vastgesteld, maar in geen geval voor meer dan drie maanden na de datum van kennisgeving;

- kan de Raad binnen de in het voorgaande streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 7

Het in artikel 6 bedoelde Comité onderzoekt de vraagstukken die door de voorzitter worden voorgelegd, hetzij op diens initiatief hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, en die betrekking hebben op de toepassing van deze richtlijn, met name wat betreft:

a) het ieder jaar in acht nemen van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde definities;

b) het jaarlijks onderzoek van de in het kader van artikel 3 toegezonden gegevens en van de in het kader van de artikelen 4 en 5 toegezonden informatie over de statistische bronnen en de wijze van berekening van het BNPmp en de elementen daarvan.

Het Comité houdt zich eveneens bezig met de herziening van de BNPmp-gegevens en het probleem van de volledigheid van het BNPmp.

Zo nodig stelt het ten behoeve van de Commissie maatregelen voor om de vergelijkbaarheid en representativiteit van de BNPmp's te verbeteren. TITEL IV

Financiële bepalingen

Artikel 8

De Lid-Staten ontvangen gedurende de eerste jaren van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitvoering van de werkzaamheden ter verbetering van de vergelijkbaarheid en de representativiteit van de BNPmp-gegevens. Voor deze bijdrage wordt een bedrag van 6 miljoen ecu noodzakelijk geacht.

TITEL V

Slotbepalingen

Artikel 9

De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om binnen 12 maanden na kennisgeving (1) van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 10

De Commissie dient vóór eind 1991, bij het heronderzoek van Besluit 88/376/EEG, Euratom, een verslag in over de toepassing van deze richtlijn.

Artikel 11

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 13 februari 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. SOLCHAGA CATALAN

(1) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 24.

(2) PB nr. C 187 van 18. 7. 1988, blz. 142.

(1) Van deze richtlijn is op 16 februari 1989 kennis gegeven aan de Lid-Staten.

Top