EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22013A0921(01)

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

OJ L 251, 21.9.2013, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2013/921/oj

21.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/1


Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

Wanneer uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 74, lid 2, van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1), dient Denemarken, overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst van 19 oktober 2005 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2) (hierna „de overeenkomst” genoemd), gesloten bij Besluit 2006/325/EG van de Raad (3), de Commissie in kennis te stellen van zijn besluit om de inhoud van deze maatregelen al dan niet ten uitvoer te leggen.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 van de Commissie tot vaststelling van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (4), is op 10 november 2011 vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de overeenkomst heeft Denemarken per brief van 14 januari 2009 de Commissie al in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad (5) ten uitvoer te leggen voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001 (6) wijzigt.

Overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst heeft Denemarken de Commissie op 11 januari 2012 per brief al in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 ten uitvoer te leggen. Dit betekent dat de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011 van toepassing zullen zijn op de betrekkingen tussen de Europese Unie en Denemarken (7).

Denemarken heeft voorts per brief van 20 februari 2013 (na zijn brief van 9 maart 2011) de Commissie definitief in kennis gesteld van zijn bevoegde autoriteiten op grond van artikel 2, lid 2, en artikel 47, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009 en heeft verzocht deze autoriteiten te erkennen voor de toepassing van de bijlagen X en XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1142/2011.

Voor de toepassing van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 4/2009, vastgesteld door de uitvoeringsverordening van de Commissie (artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4/2009), zijn de relevante Deense administratieve autoriteiten: het regionaal staatsbestuur (Statsforvaltningen) en het ministerie van Sociale Zaken, Kinderbeleid en Integratie (de nationale Raad van Beroep van de Sociale Zekerheid, afdeling Gezinsaangelegenheden) (Social-, Børne- og Integrationsministeriet (Ankestyrelsen, Familieretsafdelingen)). Voor de toepassing van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 4/2009, vastgesteld door de uitvoeringsverordening van de Commissie (artikel 47, lid 3, van Verordening (EG) nr. 4/2009), is het ministerie van Justitie (Justitsministeriet) de relevante Deense autoriteit.

De kennisgeving door Denemarken van de Deense bevoegde autoriteiten voor de toepassing van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 4/2009, vastgesteld door de uitvoeringsverordening van de Commissie, schept wederzijdse verplichtingen voor Denemarken en de Europese Unie. De wijzigingen van artikel 2, lid 2, onder b) en c), van de overeenkomst treden derhalve in werking op de datum van hun bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.


(1)  PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.

(2)  PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62.

(3)  PB L 120 van 5.5.2006, blz. 22.

(4)  PB L 293 van 11.11.2011, blz. 24.

(5)  PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.

(6)  PB L 149 van 12.6.2009, blz. 80.

(7)  PB L 195 van 18.7.2013, blz. 1.


Top