EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0608

2006/608/EG: Besluit nr. 1/2006 van de ACS-EG-Raad van ministers van 2 juni 2006 tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

OJ L 247, 9.9.2006, p. 22–25 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 76M, 16.3.2007, p. 294–297 (MT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/608/oj

9.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/22


BESLUIT Nr. 1/2006 VAN DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS

van 2 juni 2006

tot vaststelling van het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 en tot wijziging van de herziene ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

(2006/608/EG)

DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS,

Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (1), als herzien te Luxemburg op 25 juni 2005 (2) (hierna „de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst” genoemd), en met name op punt 3 van bijlage I bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bis van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, die betrekking heeft op het meerjarig financieel kader voor de samenwerking in het kader van de herziene ACS-EG-overeenkomst na afloop van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (hierna „EOF” genoemd), is bepaald dat de Europese Unie haar steuninspanningen ten gunste van de ACS-staten in het kader van de herziene ACS-EG-partnerschapsovereenkomst handhaaft op ten minste hetzelfde peil als dat van het negende EOF waaraan het effect van de inflatie, de groei in de Europese Unie en de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten in 2004 worden toegevoegd, maar wordt niets gezegd over de exacte looptijd (vijf of zes jaar), het bedrag of het financieringsinstrument (algemene begroting of nieuw EOF).

(2)

Bij de afronding van de onderhandelingen over de herziene ACS-EG-partnerschapsovereenkomst in Brussel op 23 februari 2005 beloofde de Europese Unie zo snel mogelijk een voorstel te doen over het exacte bedrag en de toepassingsperiode.

(3)

De Europese Raad van 16 december 2005 heeft besluiten genomen over de exacte looptijd (zes jaar), het bedrag (22 682 miljard EUR in lopende prijzen) en het financieringsinstrument (tiende EOF).

(4)

De staten van de ACS-groep dienen aanvullende steun te kunnen blijven ontvangen uit andere middelen uit hoofde van andere financiële instrumenten als bepaald in de desbetreffende instrumenten, overeenkomstig Verklaring XV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst. Wanneer de staten van de ACS-groep via het EOF bijdragen aan internationale of interregionale initiatieven van het EOF, dient ervoor te worden gezorgd dat deze bijdrage zichtbaar is,

BESLUIT:

Artikel 1

De ACS-EG-Raad van ministers hecht zijn goedkeuring aan de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen in de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de ACS-groep van staten enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, als herzien te Luxemburg op 25 juni 2005.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Port Moresby, 2 juni 2006.

Voor de ACS-EG-Raad van ministers

De voorzitter

O. ROJAS


(1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 26.


BIJLAGE

Aan de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt de volgende bijlage toegevoegd:

„BIJLAGE 1 ter

Meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013

1.

Voor de doelstellingen vermeld in deze overeenkomst en voor de periode vanaf 1 januari 2008 bedraagt de totale financiële steun aan de ACS-staten binnen dit meerjarig financieel kader 23,966 miljard EUR, zoals bepaald in de punten 2 en 3.

2.

Het bedrag van 21,966 miljard EUR uit hoofde van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) komt beschikbaar op het moment van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader. Het bedrag wordt verdeeld over de volgende samenwerkingsinstrumenten:

a)

17,766 miljard EUR voor de financiering van nationale en regionale indicatieve programma's. Hiermee worden gefinancierd:

i)

de nationale indicatieve programma’s van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;

ii)

regionale indicatieve programma’s ter ondersteuning van de regionale en interregionale samenwerking en integratie van de ACS-staten, overeenkomstig de artikelen 6 tot en met 11, artikel 13, lid 1, en artikel 14 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer;

b)

2,7 miljard EUR voor de financiering van intra-ACS- en interregionale samenwerking tussen veel of alle ACS-staten, overeenkomstig artikel 12, artikel 13, lid 2, en artikel 14 van bijlage IV bij deze overeenkomst inzake de procedures voor de tenuitvoerlegging en het beheer. Dit bedrag omvat structurele steun aan de gezamenlijke instellingen: het COB en het TCLP, zoals bedoeld in bijlage III bij deze overeenkomst en overeenkomstig de in die bijlage bepaalde regels en procedures aan toezicht onderworpen, en de Paritaire Parlementaire Vergadering, zoals bedoeld in artikel 17 van de overeenkomst. Het omvat tevens de financiering van de huishoudelijke uitgaven van het in protocol 1, punten 1 en 2, bij deze overeenkomst bedoelde ACS-secretariaat;

c)

1,5 miljard EUR voor de financiering van de investeringsfaciliteit, overeenkomstig de in bijlage II (financieringsvoorwaarden) bij deze overeenkomst omschreven procedures en voorwaarden, waaronder een aanvullende bijdrage van 1,1 miljard EUR aan de investeringsfaciliteit in de vorm van een roterend fonds en 0,4 miljard EUR voor de financiering van rentesubsidies zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van die bijlage, gedurende de looptijd van het tiende EOF.

3.

De in het kader van de investeringsfaciliteit gefinancierde acties en de daarmee verband houdende rentesubsidies worden beheerd door de Europese Investeringsbank (EIB). In aanvulling op het tiende EOF zal de EIB een bedrag van ten hoogste 2 miljard EUR beschikbaar stellen in de vorm van leningen uit eigen middelen. Deze middelen worden verstrekt voor de doeleinden die uiteen worden gezet in bijlage II bij deze overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden van de statuten van de EIB en de desbetreffende bepalingen van de voorwaarden voor de financiering van investeringen, zoals die zijn vastgesteld in bovengenoemde bijlage. Alle andere middelen in het kader van dit meerjarig financieel kader worden door de Commissie beheerd.

4.

De resterende bedragen van het negende EOF en de eerdere EOF's kunnen na 31 december 2007 of na de inwerkintreding van het onderhavige meerjarig financieel kader (als dat later is) niet meer worden vastgelegd tenzij de Raad van de Europese Unie met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt, hetzelfde geldt voor middelen die onder deze EOF's aan projecten waren toegewezen, maar na de genoemde datum worden geannuleerd, met uitzondering van de resterende middelen en de na die datum geannuleerde middelen van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwproducten (STABEX) in verband met EOF's voorafgaand aan het negende EOF en resterende bedragen en terugbetalingen van middelen die waren toegewezen aan de investeringsfaciliteit, met uitzondering van de daarmee verband houdende rentesubsidies. De middelen die eventueel worden vastgelegd na 31 december 2007 doch voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, zoals hierboven bedoeld, worden uitsluitend gebruikt om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kan blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het tiende EOF.

5.

Het totaalbedrag voor het onderhavige meerjarig financieel kader is bestemd voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013. Tenzij de Raad van de Europese Unie, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt, kunnen de middelen uit hoofde van het tiende EOF, met uitzondering van middelen voor de investeringsfaciliteit, daarmee verband houdende rentesubsidies niet inbegrepen, niet na 31 december 2013 worden vastgelegd.

6.

Het ACS-EG-Comité van ambassadeurs kan namens de ACS-EG-Raad van ministers binnen het totaalbedrag van het meerjarig financieel kader passende maatregelen nemen om te voldoen aan de programmeringsbehoeften van de in punt 2 beschreven samenwerkingsinstrumenten, waaronder de herverdeling van middelen tussen de verschillende toewijzingen.

7.

De partijen voeren een prestatie-evaluatie uit om te beoordelen in hoeverre de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd en wat het resultaat en het effect van de steun zijn. Die evaluatie wordt uitgevoerd op grond van een door de Commissie in 2010 op te stellen voorstel. De prestatie-evaluatie vormt de grondslag voor het besluit over het bedrag van de financiële samenwerking na 2013.

8.

Elke lidstaat kan de Commissie of de EIB vrijwillige bijdragen verschaffen om de doelstellingen van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst te ondersteunen. De lidstaten kunnen ook projecten of programma's cofinancieren, bijvoorbeeld in het kader van speciale initiatieven onder auspiciën van de Commissie of de EIB. Het ACS-eigendom op het nationale niveau van deze initiatieven dient gewaarborgd te zijn.”.


VERKLARINGEN

Verklaringen betreffende het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013, overeengekomen tijdens de 31e zitting van de ACS-EG-Raad van ministers, Port Moresby, Papoea-Nieuw-Guinea, 1 en 2 juni 2006

1.   EPO's: verklaring van de EU:

De economische partnerschapsovereenkomsten zijn, als ontwikkelingsinstrumenten, bedoeld om de soepele en geleidelijke integratie van de ACS-staten in de mondiale economie te bevorderen, vooral door volledig gebruik te maken van het potentieel van de regionale integratie en de zuid-zuidhandel.

De Commissie bevestigt opnieuw dat het van belang is verdere stappen op weg naar samenhangende regionale integratie en sectorale beleidshervormingen te ondernemen en dat er met de behoeften die geleidelijk uit de uitvoering van de EPO's zullen voortvloeien rekening zal worden gehouden in de programmeringsdialoog met de ACS over de eindevaluatie van het negende EOF en over de middelen van het tiende EOF voor de periode na de inwerkingtreding op 1 januari 2008.

Bovendien herinnert de Europese Unie aan haar verbintenissen om, afgezien van de EOF-middelen, de hulp voor handel vóór 2010 wezenlijk te verhogen.

2.   Vrijgemaakte middelen: verklaring van de Gemeenschap:

Op basis van de prestatie-evaluatie in 2010 en een voorstel van de Commissie zal de Raad van de Europese Unie een besluit met eenparigheid van stemmen overwegen over de overschrijving naar de reserves van het tiende EOF van vrijgekomen middelen uit ACS-projecten die krachtens het negende EOF en eerdere EOF's zijn gefinancierd. Gezien de belangrijke ontwikkelingsdoelstellingen van de EPO's zal de Raad van de Europese Unie, bij zijn beraad, ook aandacht besteden aan verdere steunverlening voor kosten van structurele aanpassing en andere ontwikkelingsbehoeften bij de uitvoering van de EPA's.

3.   Rentesubsidies: verklaring van de Gemeenschap:

De EIB is zich bewust van de hoge aanpassingskosten waarmee de landen van het suikerprotocol als gevolg van de suikerhervormingen van de EG worden geconfronteerd en streeft ernaar een deel van de middelen van de investeringsfaciliteit en van haar eigen middelen naar investeringen in de suikersector van de ACS-landen van het suikerprotocol toe te leiden. Waar van toepassing en op basis van de selectiecriteria in bijlage II bij de Overeenkomst van Cotonou wordt een bedrag van maximaal 100 miljoen EUR uit de begroting voor subsidies uitgetrokken voor de financiering van de rentesubsidies als genoemd in punt 2, onder c), van bijlage I ter bij de Overeenkomst van Cotonou.


Top