EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12002E123

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
Titel VII: Economisch en monetair beleid
Hoofdstuk 4: Overgangsbepalingen
Artikel 123
Artikel 109 L - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)

OJ C 325, 24.12.2002, p. 87–88 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2002/art_123/oj

12002E123

Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel VII: Economisch en monetair beleid - Hoofdstuk 4: Overgangsbepalingen - Artikel 123 - Artikel 109 L - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) -

Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0087 - 0088
Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0233 - Geconsolideerde versie
Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0043 - Geconsolideerde versie


Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)

Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap

Titel VII: Economisch en monetair beleid

Hoofdstuk 4: Overgangsbepalingen

Artikel 123

Artikel 109 L - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)

Artikel 123

1. Onmiddellijk nadat het besluit over de datum voor het ingaan van de derde fase is genomen overeenkomstig artikel 121, lid 3, of, in voorkomend geval, onmiddellijk na 1 juli 1998:

- neemt de Raad de in artikel 107, lid 6, bedoelde bepalingen aan;

- benoemen de regeringen van de lidstaten zonder derogatie, volgens de procedure van artikel 50 van de statuten van het ESCB, de president, de vice-president en de overige leden van de directie van de ECB. Indien er lidstaten met een derogatie zijn, kan het aantal leden van de directie kleiner zijn dan voorgeschreven in artikel 11.1 van de statuten van het ESCB, maar in geen geval minder dan vier.

Zodra de directie is benoemd, worden het ESCB en de ECB opgericht en bereiden zij zich voor op hun volledig functioneren zoals omschreven in dit Verdrag en de statuten van het ESCB. De volledige uitoefening van hun bevoegdheden vangt aan op de eerste dag van de derde fase.

2. Zodra de ECB is opgericht, neemt de ECB, zo nodig, de taken van het EMI over. Het EMI gaat in liquidatie bij de oprichting van de ECB; de nadere bepalingen betreffende de liquidatie staan in de statuten van het EMI.

3. Indien en zolang er lidstaten met een derogatie zijn, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 107, lid 3, van dit Verdrag, de in artikel 45 van de statuten van de ESCB bedoelde Algemene Raad van de ECB als derde besluitvormend orgaan van de ECB gevormd.

4. Op de aanvangsdatum van de derde fase neemt de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de ECB, met eenparigheid van stemmen van de lidstaten zonder derogatie, de omrekeningskoersen aan die voor hun munteenheden onherroepelijk worden vastgesteld en waartegen deze munteenheden vervangen worden door de ecu, en zal de ecu een volwaardige munteenheid worden. Deze maatregel op zich brengt geen wijziging in de externe waarde van de ecu mede. De Raad neemt op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de ECB, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen van de lidstaten zonder derogatie, de overige maatregelen die nodig zijn voor de spoedige invoering van de ecu als enige munteenheid van die lidstaten. Artikel 122, lid 5, tweede zin, is van toepassing.

5. Indien overeenkomstig de procedure van artikel 122, lid 2, wordt besloten tot intrekking van een derogatie, stelt de Raad met eenparigheid van stemmen van de lidstaten zonder derogatie en de betrokken lidstaat, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de ECB, de koers vast waartegen de munteenheid van de betrokken lidstaat wordt vervangen door de Ecu, en neemt hij de overige maatregelen die nodig zijn voor de invoering van de Ecu als enige munteenheid in de betrokken lidstaat.

Top