EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02010D0014-20120921

Consolidated text: Besluit van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2010/14) (2010/597/EU)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/597/2012-09-21

2010D0014 — NL — 21.09.2012 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

▼C1

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 september 2010

inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten

(ECB/2010/14)

(2010/597/EU)

▼B

(PB L 267, 9.10.2010, p.1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 7 september 2012

  L 253

19

20.9.2012


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 006, 11.1.2011, blz. 40  (14/2010)




▼B

▼C1

BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 september 2010

inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten

(ECB/2010/14)

(2010/597/EU)



DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 128, lid 1, van het Verdrag en artikel 16 van de ESCB-statuten bepalen dat de Europese Centrale Bank (ECB) het alleenrecht heeft machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Dit recht omvat de bevoegheid tot het nemen van maatregelen ter bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten als betaalmiddel.

(2)

Ter bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten en om een goede detectie van valse eurobankbiljetten mogelijk te maken, moeten eurobankbiljetten in omloop in goede conditie worden gehouden om te verzekeren dat ze gemakkelijk en betrouwbaar kunnen worden gecontroleerd op echtheid; eurobankbiljetten dienen daarom op geschiktheid te worden gecontroleerd. Voorts moeten vermoedelijk valse eurobankbiljetten snel worden ontdekt en aan de bevoegde nationale autoriteiten worden overhandigd.

(3)

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij ( 1 ) verplichtte kredietinstellingen en andere relevante instellingen aanvankelijk om alle door hen ontvangen eurobankbiljetten waarvan zij weten of redelijkerwijze kunnen vermoeden dat ze vals zijn, uit omloop te nemen.

(4)

Teneinde geharmoniseerde standaards vast te stellen betreffende het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten, heeft de ECB in 2005 het kader voor het opnieuw in omloop brengen van bankbiljetten gepubliceerd dat gemeenschappelijke regels en procedures vastlegt inzake echtheids- en geschiktheidscontroles van eurobankbiljetten ( 2 ), met inbegrip van operationele standaards voor bankbiljettensorteermachines. De ECB heeft vervolgens gemeenschappelijke procedures vastgesteld voor het testen van bankbiljettensorteermachines door NCB’s.

(5)

Verordening (EG) nr. 1338/2001 is zodanig gewijzigd ( 3 ) dat de kring van geadresseerden is verruimd en dat ze nu verplicht zijn te verzekeren dat eurobankbiljetten die ze hebben ontvangen en voornemens zijn weer in omloop te brengen, op echtheid worden gecontroleerd en dat valse eurobankbiljetten worden ontdekt. In dit verband bepaalt Verordening (EG) nr. 1338/2001 dat voor eurobankbiljetten deze controle overeenkomstig de door de ECB bepaalde procedures wordt uitgevoerd. Het is derhalve geëigend deze procedures in een rechtshandeling vast te leggen.

(6)

Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de lidstaten om sancties vast te stellen tegen de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 bedoelde instellingen die hun daarin vastgelegde verplichtingen niet nakomen, moet het Eurosysteem in staat zijn geëigende maatregelen te nemen om te verzekeren dat de door de ECB vastgestelde procedures worden nagekomen en dat de in dit besluit vastgestelde regels en procedures niet worden omzeild met het daaruit voortvloeiende risico dat valse en niet-geschikte bankbiljetten niet worden ontdekt of weer in omloop worden gebracht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



Artikel 1

Reikwijdte

Dit besluit legt gemeenschappelijke regels en procedures vast inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

1.

„NCB” : de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt hanteert;

2.

„geldverwerkers” : de instellingen en economische operatoren als bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001;

3.

„opnieuw in omloop brengen” : de door geldverwerkers verrichte handeling waarbij eurobankbiljetten die zij hebben ontvangen, hetzij als betaling van het publiek of als een deposito op een bankrekening, of van een andere geldverwerker, direct of indirect, opnieuw in omloop worden gebracht;

4.

„bankbiljettensorteermachine” : een door cliënten of personeelsleden bediende machine zoals gedefinieerd in bijlage I;

5.

„soort bankbiljettensorteermachine” : een bankbiljettensorteermachine die kan worden onderscheiden van andere bankbiljettensorteermachines zoals beschreven in bijlage I;

6.

„gemeenschappelijke testprocedures” : de door de ECB gespecificeerde testprocedures die NCB’s moeten toepassen om soorten bankbiljettensorteermachines te testen;

7.

„getrainde personeelsleden” : werknemers van geldverwerkers die: a) kennis dragen van de verschillende openbare beveiligingskenmerken van eurobankbiljetten, zoals gespecificeerd en gepubliceerd door het Eurosysteem, en de bekwaamheid bezitten deze te controleren; en b) kennis dragen van de in bijlage IIIb opgesomde sorteercriteria en de bekwaamheid bezitten eurobankbiljetten dienovereenkomstig te controleren;

8.

„valse eurobankbiljetten” : valse bankbiljetten zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1338/2001;

9.

„geldautomaat” : een door de cliënt bediende machine die middels een bankkaart of anderszins, eurobankbiljetten uitgeeft aan het publiek en een bankrekening debiteert, zoals een automated teller machine (ATM) die bankbiljetten uitgeeft. Self-checkout terminals (SCoTs) waarmee het publiek kan betalen voor goederen en diensten, hetzij met een bankkaart, contanten of andere betaalinstrumenten, waarmee contanten kunnen worden opgenomen, worden ook als geldautomaten beschouwd;

10.

„bevoegde nationale autoriteiten” : autoriteiten zoals gedefinieerd in artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1338/2001;

11.

„niet-geschikte eurobankbiljetten” : eurobankbiljetten waarvan wordt vastgesteld dat ze niet opnieuw in omloop gebracht kunnen worden na de in artikel 6 bedoelde geschiktheidscontrole;

12.

„kredietinstelling” : een kredietinstelling zoals gedefinieerd artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen ( 4 );

▼M1

13.

„eurobankbiljetten” : bankbiljetten die voldoen aan de vereisten van Besluit ECB/2003/4 ( 5 ) of enige rechtshandeling tot vervanging of aanvulling van dat besluit, en aan de door de Raad van bestuur vastgestelde technische specificaties.

▼C1

Artikel 3

Algemene beginselen

1.  Aan de verplichting van geldverwerkers om eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid te controleren wordt overeenkomstig de in dit besluit vastgelegde procedures uitvoering gegeven.

2.  Indien twee of meer geldverwerkers betrokken zijn bij het opnieuw in omloop brengen van dezelfde eurobankbiljetten, wordt de voor echtheids- en geschiktheidscontroles van deze eurobankbiljetten verantwoordelijke geldverwerker overeenkomstig de nationale regels aangewezen, dan wel bij gebreke van dergelijke regels, zoals de betrokken geldverwerkers contractueel zijn overeengekomen.

3.  Echtheids- en geschiktheidscontroles worden uitgevoerd hetzij middels bankbiljettensorteermachines die door de NCB zijn getest en goedgekeurd, hetzij manueel door daartoe opgeleide personeelsleden.

4.  Eurobankbiljetten mogen slechts via door cliënten bediende machines of geldautomaten opnieuw in omloop worden gebracht, indien zij zijn gecontroleerd op echtheid en geschiktheid middels een type bankbiljettensorteermachine dat door een NCB is getest en goedgekeurd, en echt en geschikt zijn bevonden. Zulks geldt evenwel niet voor eurobankbiljetten die direct aan een geldverwerker zijn geleverd door een NCB of een andere geldverwerker die de eurobankbiljetten op die manier reeds op echtheid en geschiktheid heeft gecontroleerd.

▼M1

5.  Geldverwerkers mogen door personeelsleden voor echtheids- en geschiktheidscontroles bediende machines en door cliënten bediende machines slechts in bedrijf nemen, indien een NCB deze heeft getest en goedgekeurd en overeenkomstig artikel 9, lid 2, worden vermeld op de ECB-website. De machines worden slechts gebruikt voor de op de ECB-website voor overeenstemmende machines vermelde denominaties en series van eurobankbiljetten, zulks met geüpdatete standaardfabrieksafstellingen, welke machines zijn getest en goedgekeurd, tenzij de NCB en de geldverwerker strengere afstellingen overeenkwamen.

▼C1

6.  Eurobankbiljetten die na controle door daartoe opgeleid personeel echt en geschikt zijn bevonden, maar niet op echtheid en geschiktheid zijn gecontroleerd door een type bankbiljettensorteermachine dat door een NCB is getest en goedgekeurd, mogen slechts over de balie opnieuw in omloop worden gebracht.

7.  Dit besluit is niet van toepassing op door NCB’s uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles van eurobankbiljetten.

Artikel 4

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels bankbiljettensorteermachines

1.  Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten, die zijn gecontroleerd middels door cliënten bediende machines, geschiedt overeenkomstig bijlage IIa.

2.  Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten, die zijn gecontroleerd middels door personeelsleden bediende machines, geschiedt overeenkomstig bijlage IIb.

Artikel 5

Detectie van valse eurobankbiljetten

Overeenkomstig de nationale regels en in ieder geval binnen twintig werkdagen, overhandigen geldverwerkers de bevoegde nationale autoriteiten onverwijld eurobankbiljetten die niet-echt bevonden zijn na classificatie overeenkomstig bijlage IIa of IIb, dan wel na manuele echtheidscontrole door een daartoe opgeleid personeelslid.

▼M1

Artikel 6

Detectie van niet-geschikte eurobankbiljetten

1.  Manuele geschiktheidscontroles worden overeenkomstig de in bijlage III vastgelegde minimumnormen uitgevoerd.

2.  Geautomatiseerde geschiktheidscontroles worden door geteste en goedgekeurde bankbiljettensorteermachines uitgevoerd, zulks overeenkomstig de op de ECB-website bekendgemaakte en van-tijd-tot-tijd gewijzigde minimumnormen.

3.  Indien gerechtvaardigd, bijvoorbeeld ingeval van verslechterde kwaliteit van de eurobankbiljetten in omloop in haar lidstaat, kan een NCB strengere normen vastleggen voor een of meer denominaties of series van eurobankbiljetten na de ECB daarvan in kennis te hebben gesteld. Deze strengere normen worden op de website van die NCB bekendgemaakt.

4.  Niet-geschikte eurobankbiljetten worden overeenkomstig nationale regelingen aan een NCB overhandigd.

▼C1

Artikel 7

Uitzonderingen

1.  NCB’s kunnen verafgelegen filialen van kredietinstellingen met een laag aantal cashtransacties toestaan dat daartoe opgeleide personeelsleden manuele geschiktheidscontroles uitvoeren op middels geldautomaten of door cliënten bediende machines opnieuw in omloop te brengen eurobankbiljetten, mits echtheidscontrole geschiedt middels een door de NCB getest en goedgekeurd type bankbiljettensorteermachine. Ter verkrijging van deze toestemming tonen kredietinstellingen de NCB van hun lidstaat aan dat het betrokken filiaal veraf gelegen is en een laag aantal cashtransacties uitvoert. Elke NCB verzekert dat het aldus manueel gecontroleerde volume eurobankbiljetten niet meer bedraagt dan 5 % van het totale volume eurobankbiljetten dat jaarlijks via geldautomaten of door cliënten bediende machines gedistribueerd wordt. NCB’s passen de 5 %-drempel toe op iedere individuele kredietinstelling of nationaal op alle kredietinstellingen samen.

2.  Daartoe opgeleide personeelsleden van geldverwerkers mogen tijdelijk manuele echtheids- en geschiktheidscontroles uitvoeren op middels geldautomaten of door cliënten bediende machines opnieuw in omloop te brengen eurobankbiljetten, indien een uitzonderlijke gebeurtenis de bevoorrading in een lidstaat met eurobankbiljetten aanzienlijk belemmert en de betrokken NCB eveneens vindt dat het een uitzonderlijke gebeurtenis betreft.

Artikel 8

Verplichtingen van het Eurosysteem

1.  Voorafgaande aan de uitgifte van een nieuwe serie bankbiljetten, en daarna, verstrekt het Eurosysteem de door het Eurosysteem omschreven informatie inzake eurobankbiljetten en de machinaal leesbare beveiligingskenmerken ervan aan de fabrikanten, opdat zij bankbiljettensorteermachines kunnen bouwen die de gemeenschappelijke testprocedures kunnen doorstaan en zich kunnen aanpassen aan de nieuwe vereisten.

2.  De door het Eurosysteem omschreven informatie inzake eurobankbiljetten en hun openbare beveiligingskenmerken verstrekt het Eurosysteem aan geldverwerkers voor de uitgifte van een nieuwe serie eurobankbiljetten, en daarna, opdat hun personeelsleden de vereiste opleiding kunnen volgen.

3.  Het Eurosysteem ondersteunt geldverwerkers die hun personeelsleden opleiden om te verzekeren dat deze eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid kunnen controleren.

▼M1

4.  Waar nodig informeert het Eurosysteem geldverwerkers over mogelijke vervalsingen en door hen te treffen maatregelen, waaronder een tijdelijk verbod op het opnieuw in omloop brengen van denominaties van eurobankbiljetten van de betrokken series.

▼C1

5.  Waar nodig informeert het Eurosysteem producenten van bankbiljettensorteermachines over mogelijke vervalsingen.

Artikel 9

Gemeenschappelijke testprocedures van het Eurosysteem voor bankbiljettensorteermachines

1.  NCB’s testen typen bankbiljettensorteermachines overeenkomstig de gemeenschappelijke testprocedures.

2.  Alle geteste en goedgekeurde typen bankbiljettensorteermachines worden op de website van de ECB gepubliceerd, zolang de testresultaten volgens lid 3 geldig zijn. Een type bankbiljettensorteermachine dat in deze periode niet alle aan het Eurosysteem bekende valse eurobankbiljetten kan opsporen, wordt overeenkomstig de door de ECB vastgestelde procedure van de lijst geschrapt.

▼M1

3.  De testresultaten van een getest en goedgekeurd type bankbiljettensorteermachine gelden in het hele eurogebied voor één jaar vanaf het eind van de maand waarin de test werd uitgevoerd, mits de machine in deze periode alle aan het Eurosysteem bekende valse eurobankbiljetten kan opsporen.

▼C1

4.  Het Eurosysteem is niet aansprakelijk, indien een getest en goedgekeurd type bankbiljettensorteermachine eurobankbiljetten niet conform de bijlagen IIa of IIb kan indelen en behandelen.

Artikel 10

Controle en bijsturing door het Eurosysteem

1.  Behoudens nationaal recht, mogen NCB’s i) inspecties ter plekke uitvoeren, waaronder onaangekondigde, in de gebouwen van de geldverwerker om hun bankbiljettensorteermachines te controleren, in het bijzonder om na te gaan of de machines op echtheid en geschiktheid kunnen controleren en of zij vermoedelijk valse eurobankbiljetten en eurobankbiljetten die niet duidelijk echt zijn bevonden naar de rekeninghouder kunnen herleiden; en ii) procedures verifiëren inzake bediening en controle van bankbiljettensorteermachines, de behandeling van gecontroleerde eurobankbiljetten en manuele echtheids- en geschiktheidscontroles.

2.  Behoudens nationaal recht, mogen NCB’s monsters nemen van verwerkte eurobankbiljetten om deze in hun eigen gebouwen te controleren.

▼M1

3.  Indien een NCB vaststelt dat een geldverwerker niet voldoet aan de bepalingen van dit besluit, vereist zij van de geldverwerker binnen een bepaalde tijdspanne bijsturing. De bijsturing vereisende NCB kan namens de ECB de geldverwerker het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljettendenominatie(s) van de betrokken series verbieden tot de niet-naleving is bijgestuurd. Niet-naleving vanwege een gebrek van het type bankbiljettensorteermachine kan leiden tot schrapping van de machine van de in artikel 9, lid 2, genoemde lijst.

▼C1

4.  Door een geldverwerker geweigerde inspectiesamenwerking met een NCB wordt beschouwd als niet-naleving.

Artikel 11

Rapportageverplichtingen

Opdat de ECB en de NCB’s naleving door geldverwerkers van dit besluit kunnen controleren en om geldomloopontwikkelingen te volgen, worden NCB’s i) schriftelijk ingelicht, waaronder elektronisch, door geldverwerkers voordat een type bankbiljettensorteermachine in bedrijf wordt genomen; en ii) door geldverwerkers voorzien van de in bijlage IV opgesomde informatie.

Artikel 12

Kosten

1.  Het Eurosysteem betaalt de geldverwerkers de ter voldoening aan dit besluit door hen gemaakte kosten niet terug.

2.  Het Eurosysteem vergoedt geen additionele door de geldverwerkers gemaakte uitgiftekosten van eurobankbiljetten met veranderde of nieuwe beveiligingskenmerken.

▼M1

Artikel 13

Slotbepalingen

1.  Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.  Geldverwerkers van lidstaten die de euro aannemen na de vaststellingsdatum van dit besluit, passen het besluit toe met ingang van de datum van aanneming van de euro.

▼M1




BIJLAGE I

BANKBILJETTENSORTEERMACHINES

1.    Algemene technische vereisten

1.1. Een bankbiljettensorteermachine kan eurobankbiljetten verwerken, individuele eurobankbiljetten indelen en eurobankbiljetten naar indeling fysiek scheiden zonder tussenkomst van de machineoperator, zulks volgens bijlage IIa en IIb. Bankbiljettensorteermachines dienen het vereiste aantal specifieke uitvoerladen te hebben en/of anderszins de betrouwbare scheiding van verwerkte eurobankbiljetten te verzekeren.

1.2. Bankbiljettensorteermachines dienen aanpasbaar te zijn opdat zij betrouwbaar nieuwe vervalsingen kunnen ontdekken. Bovendien dienen op de machines restrictievere of minder restrictieve geschiktheidssorteringsnormen te kunnen worden ingesteld, indien toepasselijk.

2.    Categorieën bankbiljettensorteermachines

Bankbiljettensorteermachines worden hetzij door cliënten, hetzij door personeelsleden bediend:



Tabel 1

Door cliënten bediende machines

A.  Door cliënten bediende machines waarbij geld wordt ingevoerd met herleiding naar de cliënt

1.

Cash-in machines (CIM’s)

Middels CIM’s kunnen cliënten met een bankkaart, of anderszins, eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten, maar CIM’s hebben geen gelduitgiftefunctie. CIM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid met herleiding naar de rekeninghouder; geschiktheidscontroles zijn optioneel

2.

Cash-recycling machines (CRM’s)

Middels CRM’s kunnen cliënten met een bankkaart, of anderszins, op hun bankrekeningen eurobankbiljetten storten en van hun bankrekeningen eurobankbiljetten opnemen. CRM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid met herleiding naar de rekeninghouder. Voor opnamen kunnen CRM’s als echt geclassificeerde geschikte eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort

3.

Combined cash-in machines (CCM’s)

Middels CCM’s kunnen cliënten met een bankkaart, of anderszins, eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten en van hun bankrekeningen eurobankbiljetten opnemen. CCM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid met herleiding naar de rekeninghouder; geschiktheidscontroles zijn optioneel. Voor opnamen gebruiken CCM’s geen eurobankbiljetten die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort, maar slechts eurobankbiljetten die apart in de CCM’s zijn geladen

B.  Overige door cliënten bediende machines

4.

Cash-out machines (COM’s)

COM’s zijn automaten die eurobankbiljetten voor uitgifte aan klanten controleren op echtheid en geschiktheid. COM’s gebruiken door geldverwerkers of andere geautomatiseerde systemen (e.g. automaten) in de COM’s geladen eurobankbiljetten

Een CRM kan worden gebruikt als een CIM of een CCM indien de detectiesystemen, software en overige componenten voor het uitvoeren van de kernfunctionaliteiten ervan dezelfde zijn als die van het op de ECB-website vermelde CRM-type.

Een CCM kan worden gebruikt als een CIM indien de detectiesystemen, software en overige componenten voor het uitvoeren van zijn kernfunctionaliteiten dezelfde zijn als die van het op de ECB-website vermelde CCM-type.



Tabel 2

Door personeelsleden bediende machines

1.

Bankbiljettenverwerkingsmachines (BPM’s)

BPM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid

2.

Bankbiljettendetectiemachines (BAM’s)

BAM’s controleren eurobankbiljetten op echtheid

3.

Teller assistant recycling machines (door baliepersoneel bediende automaten voor het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten) (TARM’s)

TARM’s zijn door geldverwerkers bediende automaten voor het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten, die op echtheid en geschiktheid gecontroleerd worden. Voor opnamen kunnen TARM’s als echt geclassificeerde geschikte eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren zij crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers

4.

Door baliepersoneel bediende automaten (TAM’s)

TAM’s zijn door geldverwerkers bediende machines die eurobankbiljetten controleren op echtheid. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers

Door personeelsleden bediende machines moeten bankbiljetten in partijen verwerken.

TARM’s en TAM’s kunnen worden gebruikt als door cliënten bediende machines, indien het type machine is getest en goedgekeurd en wordt vermeld op de ECB-website als respectievelijk een CRM of een CIM/CCM. In dat geval dient een TARM als een CRM te worden beschouwd en een TAM dient te worden beschouwd als een CIM/CCM.

3.    Typen bankbiljettensorteermachines

Het Eurosysteem test typen bankbiljettensorteermachines. Typen bankbiljettensorteermachines kunnen onderling worden onderscheiden door hun specifieke detectiesystemen, software en andere componenten voor het uitvoeren van hun kernfunctionaliteiten. Dit zijn: a) de echtheidsbevinding van echte eurobankbiljetten; b) de detectie en scheiding van vermoedelijk valse eurobankbiljetten; c) de detectie en scheiding van niet-geschikte eurobankbiljetten van geschikte eurobankbiljetten, indien toepasselijk; en d) het opsporen van als vermoedelijk valse eurobankbiljetten aangemerkte exemplaren en van eurobankbiljetten die niet duidelijk echt zijn bevonden, indien toepasselijk.




BIJLAGE IIa

CLASSIFICATIE EN BEHANDELING VAN EUROBANKBILJETTEN MIDDELS DOOR CLIËNTEN BEDIENDE MACHINES

Eurobankbiljetten worden ingedeeld in één van de volgende categorieën en worden fysiek per categorie gescheiden. Machines die eurobankbiljetten niet op geschiktheid controleren, hoeven niet te onderscheiden tussen de categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten.



Tabel 1

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels door cliënten bediende machines waarin naar de cliënt herleidbaar geld is ingevoerd

Categorie

Kenmerken

Behandeling

1.

Exemplaren niet herkend als eurobankbiljetten

Niet herkend als eurobankbiljet, omdat:

— de machine geen eurobankbiljetten aanvaardt

— het geen eurobankbiljet is

— het op een eurobankbiljet lijkt

— het een onjuiste afbeelding of formaat heeft

— het grote ezelsoren of ontbrekende gedeelte(n) heeft

— het een machinale invoerfout betreft

Machine retourneert aan cliënt

2.

Vermoedelijk valse eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar één of meerdere door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden niet herkend of lagen duidelijk buiten tolerantie

Uit omloop nemen

Met rekeninghouderinformatie voor echtheidstest onverwijld aan de bevoegde nationale autoriteiten af te geven, ten laatste 20 werkdagen na invoer in de machine Niet aan rekeninghouder crediteren

3.

Eurobankbiljetten niet duidelijk echt bevonden

Afbeelding en formaat herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden herkend vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen. Veelal niet-geschikte eurobankbiljetten

Uit omloop nemen

De eurobankbiljetten worden apart verwerkt en onverwijld voor echtheidsbevinding afgegeven aan de NCB, zulks ten laatste 20 werkdagen na invoering in de machine

Rekeninghouderinformatie wordt gedurende acht weken na ontdekking door de machine opgeslagen. Op verzoek wordt deze informatie aan de NCB ter beschikking gesteld. Dan wel, in overeenstemming met de NCB, informatie die herleidt naar de rekeninghouder kan met de eurobankbiljetten aan die NCB worden overhandigd

Kan aan de rekeninghouder worden gecrediteerd

4a.

Echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles zijn positief

Bruikbaar voor opnieuw in omloop brengen

Aan de rekeninghouder gecrediteerd

4b.

Echt en niet-geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheidscontroles zijn positief. Een negatief resultaat bij minstens één gecontroleerd geschiktheidscriterium

Onbruikbaar voor opnieuw in omloop brengen en wordt teruggestuurd naar NCB

Aan de rekeninghouder gecrediteerd

Specifieke tabel 1 betreffende regels:

1. Categorie 2- en 3-eurobankbiljetten worden door een machine niet aan de cliënt geretourneerd, indien de machine annulering van een storting toestaat. Dergelijke eurobankbiljetten kunnen na een geannuleerde transactie tijdelijk in de machine worden bewaard.

2. Categorie 3-eurobankbiljetten worden mogelijkerwijze fysiek niet van categorie 4b-eurobankbiljetten gescheiden. De voor categorie 3 vastgestelde periode voor het afgeven van gemengde categorie 3- en 4b-eurobankbiljetten aan de NCB en de vereisten inzake herleiding naar de klant van categorie 3-eurobankbiljetten blijven in een dergelijk geval van toepassing.



Tabel 2

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels andere door cliënten bediende machines

Categorie

Kenmerken

Behandeling

1.

Exemplaren niet herkend als eurobankbiljetten

Niet herkend als eurobankbiljet, omdat:

— de machine geen eurobankbiljetten aanvaardt

— het geen eurobankbiljet is

— het op een eurobankbiljet lijkt

— het een onjuiste afbeelding of formaat heeft

— het grote ezelsoren of ontbrekende gedeelte(n) heeft

— het een machinale invoerfout betreft

Kan niet aan cliënten worden gedistribueerd

2.

Vermoedelijk valse eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar één of meerdere door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden niet herkend of lagen duidelijk buiten tolerantie

Kan niet aan cliënten worden gedistribueerd

Voor echtheidstest onverwijld aan de bevoegde nationale autoriteiten af te geven, ten laatste 20 werkdagen na herkenning door de machine met rekeninghouderinformatie, indien beschikbaar

3.

Niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden herkend vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen. Veelal niet-geschikte eurobankbiljetten

Kan niet aan cliënten worden gedistribueerd

De eurobankbiljetten worden apart verwerkt en onverwijld voor echtheidsbevinding afgegeven aan de NCB, zulks ten laatste 20 werkdagen na invoering in de machine

4a.

Echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles zijn positief

Kan aan cliënten worden gedistribueerd

4b.

Echt en niet-geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheidscontroles zijn positief. Een negatief resultaat bij minstens één gecontroleerd geschiktheidscriterium

Kan niet aan cliënten worden gedistribueerd en wordt teruggestuurd naar de NCB

Specifieke tabel 2 betreffende regels:

1. Categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten worden mogelijkerwijze fysiek niet gescheiden. Indien gemengd dienen de drie categorieën te worden behandeld als categorie 2-eurobankbiljetten. Indien categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten op een andere bankbiljettensorteermachine kunnen worden gescheiden of, indien een NCB daarmee instemt, door daartoe getrainde personeelsleden, dan dienen deze biljetten overeenkomstig tabel 2 te worden behandeld.

2. Categorie 3-eurobankbiljetten worden mogelijkerwijze niet fysiek gescheiden van categorie 4b-eurobankbiljetten. De voor categorie 3 vastgestelde periode voor het afgeven van de gemengde categorie 3- en 4b-eurobankbiljetten aan de NCB blijft in een dergelijk geval van toepassing.




BIJLAGE IIb

CLASSIFICATIE EN BEHANDELING VAN EUROBANKBILJETTEN MIDDELS DOOR PERSONEELSLEDEN BEDIENDE MACHINES

Eurobankbiljetten worden in een van de in tabel 1 vastgelegde categorieën ingedeeld. Categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten dienen fysiek te worden gescheiden van categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten. Machines die eurobankbiljetten niet op geschiktheid controleren, hoeven niet te onderscheiden tussen de categorieën 4a- en 4b-eurobankbiljetten.



Tabel 1

Classificatie en behandeling van eurobankbiljetten middels door personeelsleden bediende machines

Categorie

Kenmerken

Behandeling

1.

Exemplaren niet herkend als eurobankbiljetten

Niet herkend als eurobankbiljet, omdat:

— de machine geen eurobankbiljetten aanvaardt

— het geen eurobankbiljet is

— het op een eurobankbiljet lijkt

— het een onjuiste afbeelding of formaat heeft

— het grote ezelsoren of ontbrekende gedeelte(n) heeft

— het een machinale invoerfout betreft

Machine retourneert exemplaar naar de operator voor nadere beoordeling en behandeling

Na visuele beoordeling door een personeelslid kan de geldverwerker het exemplaar naar de klant retourneren

2.

Vermoedelijk valse eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar één of meerdere door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden niet herkend of lagen duidelijk buiten tolerantie

Machine retourneert exemplaar naar de operator voor nadere behandeling

Deze worden apart verwerkt en onverwijld voor finale echtheidsbevinding afgegeven aan de bevoegde nationale autoriteiten, zulks ten laatste 20 werkdagen na verwerking door de machine

3.

Niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten

Afbeelding en formaat herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken werden herkend vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen. Veelal niet-geschikte eurobankbiljetten

4a.

Echt en geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheids- en geschiktheidscontroles zijn positief

Bruikbaar voor opnieuw in omloop brengen

Aan de rekeninghouder gecrediteerd

4b.

Echt en niet-geschikt bevonden eurobankbiljetten

Alle door de machine uitgevoerde echtheidscontroles zijn positief. Een negatief resultaat bij minstens één gecontroleerd geschiktheidscriterium

Onbruikbaar voor opnieuw in omloop brengen en wordt teruggestuurd naar NCB

Aan de rekeninghouder gecrediteerd

Specifieke tabel 1 betreffende regel:

Indien categorie 2- en 3-eurobankbiljetten fysiek door de machine zelf kunnen worden gescheiden dan wel door een andere bankbiljettensorteermachine, of, indien de NCB daarmee instemt, door getrainde personeelsleden, kunnen categorie 3-eurobankbiljetten samen met categorie 4b-eurobankbiljetten aan de NCB worden afgegeven. De in de tabel vastgestelde perioden voor het afgeven van categorie 2-eurobankbiljetten aan de bevoegde nationale autoriteit, en gemengde categorie 3- en 4b-eurobankbiljetten aan de NCB, blijven in een dergelijk geval van toepassing.”.

Specifieke classificatie- en sorteringsregels voor sommige door personeelsleden bediende machines

1. BPM’s classificeren categorie 1-, 2- en 3-eurobankbiljetten en sorteren deze fysiek in één of meerdere uitvoerladen en categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten in twee aparte uitvoerladen, zoals uiteengezet in bijlage IIb, waarvoor minstens drie specifieke uitvoerladen nodig zijn om tussenkomst van de machineoperator te voorkomen.

2. BPM’s met slechts twee specifieke uitvoerladen mogen evenwel eurobankbiljetten classificeren en sorteren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) De echtheids- en de geschiktheidscontroles worden in dezelfde doorloop uitgevoerd. In deze doorloop moeten categorie 4a-eurobankbiljetten gesorteerd worden in één vaste uitvoerlade, terwijl andere categorieën eurobankbiljetten in een aparte vaste uitvoerlade gesorteerd moeten worden zonder fysiek contact met categorie 4a-eurobankbiljetten.

b) Indien een categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljet wordt aangetroffen in de tweede uitvoerlade, dient de operator de doorloop voor (het) de eurobankbiljet(ten) vanuit de tweede uitvoerlade te herhalen. In deze tweede doorloop moeten vermoedelijk valse categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljetten worden gescheiden van de categorie 4b-eurobankbiljetten door de eerstgenoemde in een specifieke uitvoerlade te sorteren en zoals in de bovenvermelde tabel te behandelen. Aangezien de machine de categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljetten fysiek niet kan scheiden in verschillende uitvoerladen, dienen zij allen als categorie 2-eurobankbiljet te worden beschouwd en behandeld.

3. BAM’s classificeren categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljetten, en sorteren deze fysiek in één uitvoerlade en categorie 4a- en 4b-eurobankbiljetten in een tweede uitvoerlade, waarvoor minstens twee specifieke uitvoerladen nodig zijn om tussenkomst van de machineoperator te voorkomen.

4. BAM’s met slechts één specifieke uitvoerlade mogen evenwel eurobankbiljetten classificeren en sorteren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) Telkens wanneer een categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljet wordt verwerkt, moet de machine de verwerking direct staken en dat eurobankbiljet zodanig positioneren dat enig fysiek contact met echt bevonden eurobankbiljetten wordt vermeden.

b) Het resultaat van de echtheidscontrole dient voor elk categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljet op een scherm te worden vermeld. Aangezien de machine de categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljetten fysiek niet kan scheiden in verschillende uitvoerladen, dienen zij allen als categorie 2-eurobankbiljet te worden beschouwd en behandeld.

c) De machine dient de aanwezigheid van categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljetten te controleren wanneer het de verwerking staakt, welke verwerking slechts kan worden hervat nadat de operator het categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljet fysiek heeft verwijderd.

d) Bij elke verwerkingsonderbreking heeft de operator slechts toegang tot één categorie 1-, 2- of 3-eurobankbiljet.

▼M1 —————




▼M1

BIJLAGE III

▼C1

MINIMUMNORMEN VOOR MANUELE GESCHIKTHEIDSCONTROLES VAN EUROBANKBILJETTEN

Deze bijlage stipuleert de minimumnormen voor manuele geschiktheidscontroles van eurobankbiljetten door daartoe getrainde personeelsleden.

Worden gedurende de geschiktheidscontroles eurobankbiljetten ontdekt met een in de navolgende tabel beschreven gebrek, of met een duidelijk waarneembaar gebrek aan één van de zichtbare beveiligingskenmerken, dan zijn deze niet-geschikt. Vouwen in eurobankbiljetten en eurobankbiljetten met ezelsoren kunnen evenwel door manueel gladstrijken, indien mogelijk, worden verholpen. Geschiktheidscontroles bestaan uit een visuele inspectie van de individuele eurobankbiljetten en vereisen geen gereedschap.



Lijst van sorteringscriteria voor manuele geschiktheidssortering

Kenmerk

Beschrijving

1.

Vuil

Het gehele eurobankbiljet is duidelijk met vuil besmeurd

2.

Vlek

Duidelijk zichtbare lokale vuilconcentratie

3.

Graffiti

Afbeelding of geschrift op enigerlei manier duidelijk zichtbaar op een eurobankbiljet aangebracht

4.

Verkleurd bankbiljet

Inkt ontbreekt duidelijk zichtbaar op delen van het eurobankbiljet of in het geheel, bijvoorbeeld een gewassen eurobankbiljet

5.

Scheur

Eurobankbiljet met minstens één ingescheurde rand

6.

Gat

Eurobankbiljet met minstens één duidelijk zichtbaar gat

7.

Beschadiging

Eurobankbiljet waarvan minstens in één hoek (in tegenstelling tot gaten) één deel of meerdere ontbreekt, bv. een ontbrekende hoek

8.

Herstelling

Met plakband, lijm of anderszins samengevoegde delen van één of meerdere eurobankbiljetten

9.

Kreuken

Eurobankbiljetten met meerdere toevallige vouwen die het uiterlijk sterk aantasten

10.

Slapte

Eurobankbiljet met structurele aantasting waardoor het biljet erg slap wordt

11.

Gevouwen eurobankbiljet

Gevouwen eurobankbiljet, waaronder ook een eurobankbiljet dat niet kan worden gladgestreken

12.

Gevouwen hoek

Eurobankbiljet met minstens één duidelijk zichtbaar gevouwen hoek

▼M1




BIJLAGE IV

GEGEVENSVERZAMELING BIJ GELDVERWERKERS

1.    Doelstellingen

De doelstellingen van gegevensverzameling beogen de NCB’s en de ECB in staat te stellen de relevante activiteiten van geldverwerkers en ontwikkelingen in de geldcirculatie te volgen.

2.    Algemene beginselen

2.1. Gegevens inzake bankbiljettensorteermachines worden slechts gerapporteerd indien de machines worden gebruikt om aan dit besluit te voldoen.

2.2. Geldverwerkers verstrekken de NCB van hun lidstaat regelmatig:

 informatie inzake vestigingen waar contanten worden verwerkt, zoals filialen, en

 informatie inzake bankbiljettensorteermachines en geldautomaten.

2.3. Bovendien, geldverwerkers die middels bankbiljettensorteermachines en geldautomaten eurobankbiljetten opnieuw in omloop brengen verstrekken de NCB van hun lidstaat:

 informatie inzake het volume van middels bankbiljettensorteermachines en geldautomaten uitgevoerde cashtransacties (aantal verwerkte eurobankbiljetten),

 informatie betreffende verafgelegen bankfilialen van kredietinstellingen met een zeer laag aantal cashtransacties, waar geschiktheidscontroles manueel worden uitgevoerd.

3.    Soort gegevens en rapportagevereisten

3.1. Afhankelijk van hun aard worden verzamelde gegevens verdeeld in stam- en operationele gegevens.

Stamgegevens

3.2. Stamgegevens betreffen informatie inzake: a) de individuele geldverwerkers en hun bankbiljettensorteermachines en operationele geldautomaten; en b) verafgelegen filialen van kredietinstellingen.

3.3. Stamgegevens worden op de datum van toepassing van dit besluit aan de NCB verstrekt en daarna elke zes maanden. De in het sjabloon van aanhangsel 1 opgesomde gegevens moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen. Gedurende een overgangsperiode kunnen NCB’s maandelijkse rapportage, indien dit het geval was voor de inwerkingtreding van dit besluit, of kwartaalsgewijze rapportage verlangen.

3.4. Voor controledoeleinden kan een NCB besluiten om gegevens op lokaal niveau te verzamelen, bijvoorbeeld bij filialen.

3.5. Een NCB kan besluiten bankbiljettensorteermachines, die slechts worden gebruikt voor de verwerking van over de toonbank gedistribueerde eurobankbiljetten, of die niet worden gebruikt voor het opnieuw in omloop brengen, niet onder de rapportagevereisten te laten vallen. Een NCB kan van geldverwerkers verlangen aan te geven welke CRM’s en CCM’s worden gebruikt als respectievelijk CCM’s/CIM’s of CIM’s.

3.6. De in het sjabloon van aanhangsel 3 opgesomde gegevens inzake verafgelegen filialen moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen.

Operationele gegevens

3.7. Gegevens inzake het verwerken en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten door geldverwerkers, worden als operationele gegevens ingedeeld.

3.8. Een NCB kan de rapportageverplichting inzake operationele gegevens niet van toepassing verklaren op andere economische in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001 genoemde subjecten, indien het aantal door hen middels geldautomaten opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten onder een door de NCB vastgestelde drempel ligt.

3.9. Gegevens worden halfjaarlijks verstrekt. Ten laatste twee maanden na de betrokken rapportageperiode, d.w.z. eind februari en eind augustus, worden de gegevens aan de NCB gerapporteerd. Gegevens kunnen worden aangeleverd middels het sjabloon in aanhangsel 2. Gedurende een overgangsperiode kunnen NCB’s maandelijkse rapportage, indien dit het geval was voor de inwerkingtreding van dit besluit, of kwartaalsgewijze rapportage verlangen.

3.10. Geldverwerkers die eurobankbiljetten fysiek sorteren, verstrekken de gegevens. Indien een geldverwerker de echtheids- en geschiktheidscontroles aan een andere geldverwerker heeft uitbesteed, dan levert de overeenkomstig artikel 3, lid 2, aangewezen geldverwerker de gegevens aan.

3.11. Geldverwerkers rapporteren gegevens in aantallen (volume), op nationaal niveau geaggregeerd en uitgesplitst naar denominatie van de eurobankbiljetten. Een uitsplitsing naar bankbiljettenserie is niet vereist. Voor verafgelegen filialen van kredietinstellingen worden operationele gegevens apart gerapporteerd.

3.12. Voor controledoeleinden kan een NCB besluiten om gegevens op lokaal niveau te verzamelen, bijvoorbeeld bij filialen.

3.13. Een NCB kan besluiten middels bankbiljettensorteermachines verwerkte en over de toonbank gedistribueerde eurobankbiljetten niet onder de rapportagevereisten te laten vallen.

3.14. De NCB kan van geldverwerkers die de echtheids- en geschiktheidscontroles aan andere geldverwerkers hebben uitbesteed, over laatstgenoemden gedetailleerde informatie verlangen, waaronder de uitbestedingsregelingen.

3.15. De in het sjabloon van aanhangsel 3 opgesomde gegevens inzake verafgelegen filialen moeten worden verstrekt, ook al kan de NCB verstrekking in een ander formaat verlangen en kan met geldverwerkers de verzameling van uitgebreidere gegevens overeenkomen.

4.    Vertrouwelijkheid en publicatie van gegevens

4.1. Zowel stam-, alsook operationele gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

4.2. Onder gebruikmaking van de uit hoofde van deze bijlage verkregen gegevens, kunnen de NCB’s en de ECB besluiten rapporten of statistieken te publiceren. Dergelijke publicaties worden zo geaggregeerd dat gegevens niet aan één rapporterende entiteit kunnen worden toegeschreven.




Aanhangsel 1

RAPPORTAGESJABLOON

Stamgegevens

Deze informatie dient te worden verstrekt aan:

[Naam van de NCB; contactgegevens voor vragen; adres]

1.    Informatie inzake geldverwerker

Naam geldverwerker:

Adres hoofdkantoor:

Postcode:

Stad:

Straat:

Type onderneming:

 Kredietinstelling

 Wisselkantoor

 Waardevervoerder die geen betalingsinstelling is

 Handelaar (middenstand)

 Casino

 Overige, waaronder betalingsinstellingen indien niet reeds onder één van de bovengenoemde categorieën (specificeer) ingedeeld

Contactpersonen:

Namen:

Telefoonnummers:

Telefaxnummers:

E-mailadres:

Outsourcing partner (indien toepasselijk)

Naam:

Adres:

Postcode:

Stad:

2.    Door cliënten bediende machines



Machinecategorie

Identificatienummer (1)

Fabrikant (1)

Naam machine (1)

Identificatie (1)

(detectiesysteem/software versies)

Aantal operationele machines

CIM’s

 
 
 
 
 

CRM’s

 
 
 
 
 

CCM’s

 
 
 
 
 

COM’s

 
 
 
 
 

(1)   Deze posten worden ingevuld conform de overeenstemmende posten op de ECB-website.

3.    Door personeelsleden bediende machines



Machinecategorie

Identificatienummer (1)

Fabrikant (1)

Naam machine (1)

Identificatie (1)

(detectiesysteem/software versies)

Aantal operationele machines

BPM’s

 
 
 
 
 

BAM’s

 
 
 
 
 

TARM’s

 
 
 
 
 

TAM’s

 
 
 
 
 

(1)   Deze posten worden ingevuld conform de overeenstemmende posten op de ECB-website.

4.    Geldautomaten



 

Aantal operationele machines

ATM’s

 

SCoT’s

 

Overige

 




Aanhangsel 2

RAPPORTAGESJABLOON

Operationele gegevens

1.    Informatie inzake geldverwerker



Naam geldverwerker

 

Rapportageperiode

 

2.    Gegevens

Gelieve op nationaal of regionaal niveau geaggregeerde gegevens te verstrekken, zoals door de NCB besloten — met uitzondering van verafgelegen filialen.



 

Totaal aantal verwerkte eurobankbiljetten (1)

Verwerkte niet-geschikte eurobankbiljetten (1)

Opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten (2)

5 EUR

 
 
 

10 EUR

 
 
 

20 EUR

 
 
 

50 EUR

 
 
 

100 EUR

 
 
 

200 EUR

 
 
 

500 EUR

 
 
 

(1)   Deze post bestrijkt zowel door personeelsleden alsook door cliënten bediende machines.

(2)   Uitgesloten zijn naar NCB’s geretourneerde eurobankbiljetten en over de toonbank opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten, zulks indien de NCB daartoe besluit.



Aantal middels door cliënten bediende machines en geldautomaten gedistribueerde eurobankbiljetten

 

Indien een NCB de uitzondering van artikel 7 voor verafgelegen filialen toepast, dan zijn deze gegevens bindend voor de kredietinstellingen van die lidstaat. Kredietinstellingen dienen bij hun NCB’s na te vragen of deze gegevens dienen te worden gerapporteerd.




Aanhangsel 3

VERAFGELEGEN FILIALEN VAN KREDIETINSTELLINGEN

Deze informatie wordt slechts verstrekt door kredietinstellingen die verafgelegen filialen hebben, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1.



1.  Kredietinstelling betreffende informatie

Naam kredietinstelling

 

Rapportageperiode

 



2.  Gegevens

Naam verafgelegen filiaal

Adres

Aantal middels door cliënten bediende machines en geldautomaten gedistribueerde eurobankbiljetten

 
 
 



( 1 ) PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6.

( 2 ) Recirculeren van eurobankbiljetten: kader voor de detectie van vervalsingen en voor de sortering op geschiktheid door kredietinstellingen en andere professionele geldverwerkers.

( 3 ) Bij Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1).

( 4 ) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

( 5 ) PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16.

Top