EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De bescherming van varkens

De bescherming van varkens

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2008/120/EG — minimumnormen voor de bescherming van varkens

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

In deze richtlijn worden minimumnormen vastgesteld voor de bescherming van varkens.

KERNPUNTEN

Naast de vaststelling van normen voor de bescherming van varkens worden in de richtlijn ook regels gegeven voor pijnlijke ingrepen, in het bijzonder: castratie, amputatie van de staart (couperen), de verwijdering van hoektanden, enz.

Toepassingsgebied

  • Er gelden minimumnormen voor alle categorieën fok- en mestvarkens:
    • biggen (vanaf de geboorte tot aan het spenen);
    • gespeende varkens (een gespeende big tot de leeftijd van tien weken);
    • gebruiksvarkens (vanaf de leeftijd van tien weken);
    • zeugen en gelten (een geslachtsrijp vrouwelijk varken dat nog niet heeft geworpen);
    • beren (een geslachtsrijp mannelijk varken, bestemd voor de fokkerij) enzovoort.
  • Deze dieren moeten in groepen worden gehouden, afgezien van enkele uitzonderingen (zogende zeugen, beren). Boeren moeten maatregelen treffen om aan de basisbehoeften te voldoen en agressie binnen de groep te voorkomen. In het bijzonder moeten varkens kunnen beschikken over voldoende verrijkend materiaal, zodat hun exploratief gedrag wordt gestimuleerd.

Zeugen en gelten

  • Indien nodig moeten drachtige zeugen en gelten tegen parasieten worden behandeld. Het is sinds 1 januari 2006 verboden zeugen en gelten aan te binden.
  • Een week voor de werpdatum mogen zeugen en gelten apart worden gezet. Een vrije ruimte moet beschikbaar zijn voor natuurlijk of begeleid werpen. De hokken moeten zijn voorzien van een bescherming voor de biggen.

Biggen (vóór het spenen)

Biggen mogen niet worden gespeend voordat zij 28 dagen oud zijn, tenzij het welzijn of de gezondheid van de zeug of van de big anders in het gedrang komt.

Gespeende varkens en gebruiksvarkens

  • Er moeten maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de dieren niet vechten.
  • Varkens moeten in groepen worden gehouden en er mogen geen dieren aan worden toegevoegd (behalve vóór het spenen of ten hoogste één week na het spenen als dat nodig is).
  • Agressieve dieren moeten van de groep worden gescheiden (evenals gewonde dieren).
  • Kalmeermiddelen mogen alleen worden gebruikt om in uitzonderlijke gevallen het toevoegen van dieren te vergemakkelijken, en na raadpleging van een dierenarts.

Op dieren toegepaste pijnlijke ingrepen

  • Een dierenarts of „verzorger” die een opleiding heeft gekregen met aandacht voor het welzijn van dieren mag de volgende handelingen uitvoeren:
    • het verkorten van de hoektanden van de big;
    • het couperen van de staart (bij dieren niet ouder dan zeven dagen, of daarna indien uitgevoerd door een dierenarts en onder anesthesie en met aanvullende langdurige analgesie);
    • het castreren van mannelijke varkens (bij dieren niet ouder dan zeven dagen, of daarna indien uitgevoerd door een dierenarts en onder anesthesie en met aanvullende langdurige analgesie);
    • het aanbrengen van neusringen in houderijsystemen met vrije uitloop.
  • Het couperen van de staart of het afvijlen van hoektanden mag niet als routinemaatregel worden uitgevoerd, maar alleen wanneer kwetsuren van spenen bij zeugen of van oren en staarten bij andere varkens zijn geconstateerd. Voordat deze ingrepen worden uitgevoerd, moeten andere maatregelen worden genomen om staartbijten en andere gedragsstoornissen te voorkomen, waarbij de omgeving en de varkensdichtheid in aanmerking worden genomen. Hiertoe moeten ontoereikende omgevingsfactoren of beheerssystemen worden aangepast.

Gezondheid

Zieke of gewonde biggen moeten in aparte boxen worden geplaatst.

Diervoeders

De richtlijn geeft normen voor een „voldoende hoeveelheid” van het voeder en voor de „permanente” beschikbaarheid van drinkwater. Alle biggen moeten tegelijkertijd met de andere dieren in de groep kunnen eten. De dieren moeten ten minste eenmaal per dag worden gevoederd.

Stallen

  • De normen voor de vloerruimte worden bepaald in relatie tot het gewicht van het dier:
    • tussen 0,15 m2 voor biggen die minder dan 10 kg wegen en 1 m2 voor dieren die meer dan 110 kg wegen;
    • 1,64 m2 per gelte;
    • 2,25 m2 per zeug;
    • 6 m2 voor een beer (10 m2 indien de beer voor het dekken wordt gebruikt).
  • Bepaalde stalnormen zijn pas van toepassing vanaf 1 januari 2013 (voor gebouwen gebouwd voor 2003 of na de datum van toetreding tot de EU).
  • De vloeren moeten effen maar niet glibberig zijn om te voorkomen dat de dieren zich verwonden.
  • De ligruimte moet comfortabel, schoon en droog zijn.

Omgeving

Een continu geluidsniveau van 85 dBA of hoger moet worden vermeden. De lichtintensiteit moet gedurende acht uur ten minste 40 lux bedragen.

Controles

  • EU-landen moeten elk jaar controles uitvoeren op een statistisch representatieve steekproef.
  • Namens de Europese Commissie kunnen veterinaire deskundigen op de bedrijven ter plaatse controles uitvoeren, met de hulp van controleurs van het EU-land.

Specifieke regels

EU-landen mogen op hun eigen grondgebied striktere regels hanteren dan de regels die in deze richtlijn zijn vastgesteld. Als zij dat doen moeten ze de Commissie vooraf van zulke maatregelen in kennis stellen.

Verordening officiële controles

Met Verordening (EU) 2017/625, de nieuwe wetgeving van de EU betreffende officiële controles van levensmiddelen voor mensen en diervoeders, worden enkele kleine technische details van de richtlijn gewijzigd. Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 14 december 2019.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is vanaf 10 maart 2009 van toepassing. Richtlijn 2008/120/EG is de gecodificeerde versie van Richtlijn 91/630/EEG en de achtereenvolgende wijzigingen. EU-landen moesten de originele Richtlijn 91/630/EEG voor 1994 in nationaal recht omzetten (en de wijzigingen voor 2003).

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van varkens (gecodificeerde versie) (PB L 47 van 18.2.2009, blz. 5-13)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1-142)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 2017/625 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Laatste bijwerking 23.10.2017

Top