EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gemeenschappelijk kader voor de gezamenlijke meerjarenprogrammering

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Gemeenschappelijk kader voor de gezamenlijke meerjarenprogrammering

Voor betere resultaten wordt in de onderhavige mededeling een gemeenschappelijk kader voor de programmering van de ontwikkelingshulp voorgesteld. Deze programmering vormt een der bestanddelen van het actieplan van de Europese Unie (EU) voor de doeltreffendheid van de hulp.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 2 maart 2006, getiteld: "De Europese ontwikkelingshulp doeltreffender maken: een gemeenschappelijk kader voor het opstellen van de nationale strategiedocumenten en de gezamenlijke meerjarenprogrammering" [COM(2006) 88 def. - Publicatieblad C 130 van 3 juni 2006].

SAMENVATTING

Het programmeringskader voor de (nationale) landenstrategiedocumenten (LSD's), is een instrument voor meerjarenprogrammering dat in 2000 bij de hervorming van het beheer der externe hulp van de Commissie is goedgekeurd. Tussen 2002 en 2006 is het toegepast in de programmering van de LSD's en de regionale strategiedocumenten (RSD's) voor alle ontwikkelingslanden die van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de programma's ALA, MEDA, TACIS en CARDS konden profiteren. Het gebruikmaken van de LSD's en RSD's maakte het mogelijk het programmeringsproces van de Commissie kwalitatief te verbeteren. Bovendien zijn de kwaliteit en de doeltreffendheid van de LSD's nog versterkt door de tussentijdse herzieningen in 2004 en 2005; de regionale strategieën zijn in 2005 herzien.

In de onderhavige verordening wordt een bijwerking voorgesteld van het programmeringskader voor de LSD's van 2000 ten behoeve van een gezamenlijke meerjarenprogrammering om:

  • het makkelijker te maken de donoren geleidelijk op een lijn te krijgen met de cycli van meerjarenprogrammering voor het partnerland;
  • de onderlinge afstemming van het programmeringsproces van de lidstaten en de Commissie te vereenvoudigen.

De gezamenlijke meerjarenprogrammering is een van de onderdelen van het actieplan van de Europese Unie (EU) om de hulp efficiënter te maken; het is ook een van de beginselen die in de " Europese consensus inzake ontwikkeling " zijn vermeld.

De beginselen van een efficiënte programmering

De Commissie beveelt aan de structuur van de LSD's en de belangrijkste onderdelen daarvan door de volgende beginselen te laten leiden:

  • respect voor de samenwerkings- en partnerschapsovereenkomsten en overeenstemming met de regionale strategieën;
  • respect voor de doelstellingen van de Europese consensus (armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, bevordering van de democratie, enz.);
  • samenhang tussen de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid en het beleid op andere terreinen waarbij de betrekkingen met het partnerland worden omschreven;
  • rekening houden met de diversiteit van de partners, zowel in het algemene beleid als in de samenwerkingsprogramma's en met horizontale aspecten zoals gendergelijkheid, mensenrechten en duurzame ontwikkeling;
  • uitwisselen van informatie tussen alle betrokkenen en ervoor zorgen dat de inspanningen van de Commissie en de lidstaten en de activiteiten van de andere internationale geldverschaffers zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd;
  • gebruik van algemene en/of sectorale begrotingssteun als instrument van tenuitvoerlegging;
  • concentratie op een beperkt aantal steungebieden;
  • voorbereiding van de strategie en de programmering op basis van de agenda van het partnerland;
  • gebruikmaking van effectindicatoren bij de programmering, de tenuitvoerlegging en de evaluatie, om de resultaten van de hulp te kunnen meten;
  • deelname van het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector, de plaatselijke overheden en het parlement bij de opstelling en tenuitvoerlegging van de samenwerkingsstrategie;
  • geregelde evaluatie van de resultaten van de LSD's om de strategie naargelang van de resultaten te kunnen aanpassen.

De essentiële onderdelen van de LSD's

De Commissie stelt voor dat de LSD's de volgende essentiële onderdelen omvatten:

  • een schets van de betrekkingen tussen de donor en het partnerland (daaronder de associatie- en partnerschapsovereenkomsten);
  • een analyse van het land:

- een analyse van de politieke, economische, commerciële, sociale en milieusituatie van het partnerland;

- de agenda van het partnerland, met inbegrip van de ontwikkelingsstrategie;

- een analyse van de levensvatbaarheid van het huidige beleid van het land en zijn uitdagingen op middellange termijn;

  • een overzicht van de vroegere en huidige samenwerking met de donor;
  • een beschrijving van de stand van zaken van het partnerschap met het partnerland;
  • de samenwerkingsstrategie van de donor, zijn specifieke doelstellingen, samenhang met andere instrumenten en beleidslijnen met betrekking tot de buitenlandse hulp, alsmede de complementariteit met de andere geldverschaffers;
  • een nationaal indicatief programma (NIP), dat wil zeggen een meerjarig werkprogramma dat de volgende punten omvat: meetbare doelstellingen, doelgroepen, programma's om de doelstellingen te bereiken, bijdrage van de geldverschaffer, aard en omvang van de ondersteuningsmechanismen, verwachte resultaten en een tijdschema voor de tenuitvoerlegging;
  • bijlagen, met onder meer een tabel met een beknopt overzicht per land, een samenvatting van het milieuprofiel, een financiële tabel met de ramingen van de geldverschaffers, een migratieprofiel, een beschrijving van de raadpleging van niet-gouvernementele actoren en eventueel het stappenplan voor harmonisatie.

De Commissie is voornemens haar LSD's geleidelijk op te stellen op basis van deze onderdelen: onmiddellijk voor de landen van Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (de ACS-landen) en later voor de regio's van Azië en Latijns-Amerika, voor de landen die onder het nabuurschapsbeleid vallen en voor Rusland.

Procedure voor de opstelling van een LSD

De gezamenlijke programmering moet een proces zijn met de volgende kenmerken:

  • flexibel, aanpasbaar aan de toestand van de partnerlanden en de geldverschaffers, die in meerdere of mindere mate klaar kunnen zijn voor harmonisatie;
  • geleidelijk, door een gefaseerde integratie, afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt;
  • open door zich niet strikt te beperken tot de lidstaten; de programmering moet geïntegreerd kunnen worden in eventueel bestaande processen om tot een gezamenlijke programmering te komen;
  • het partnerland speelt een voortrekkersrol bij de voorbereiding en de coördinatie van de gezamenlijke programmering. Landen die niet over de vereiste capaciteit beschikken moeten de nodige ondersteuning krijgen om deze te creëren;
  • uitgewerkt door de delegaties van de Commissie en andere ontwikkelingspartners ter plaatse, die zorgen voor regelmatige contacten tussen de standplaats en de plaatselijke vertegenwoordigingen.

De stappen van de gezamenlijke programmering

De eerste stap van het programmeringsproces is het samenvoegen van de essentiële elementen van de analyse om een samenwerkingsstrategie vast te stellen, namelijk:

  • de beoordeling van de algemene politieke situatie;
  • de beoordeling van de macro-economische, sociale en milieucontext van het land;
  • de opsomming van de prioriteiten van het partnerland;
  • de analyse van de ervaring die in het verleden werd opgedaan met samenwerking en een analyse van de samenhang van het overige beleid van het partnerland.

De tweede stap is de uitwerking van een strategie voor een gezamenlijk antwoord door middel van:

  • een gezamenlijke omschrijving van de doelstellingen voor de samenwerking met het partnerland;
  • een omschrijving van de werkterreinen met een taakverdeling tussen de lidstaten (financieel overzicht van de geldverschaffers);
  • gegevens over de financiële toewijzingen en over de risicoanalyse en de verbintenissen die met de partnerlanden zijn overeengekomen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Conclusies van de Raad betreffende de financiering en de doelmatigheid van de ontwikkelingshulp: deze omvangrijker, doelmatiger en sneller doen plaatsvinden. Raad Algemene zaken en buitenlandse betrekkingen - 11 april 2006 [Niet in het Publicatieblad verschenen]. De Raad keurt het voorstel van de Commissie voor de gezamenlijke meerjarenprogrammering goed en neemt het referentiemodel aan ten behoeve van een gemeenschappelijk kader voor de uitwerking van de landenstrategiedocumenten alsmede de beginselen voor de gezamenlijke meerjarenprogrammering.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 2 maart 2006 getiteld: "Ontwikkelingsfinanciering en effectiviteit van de hulp - Uitbreiding van de EU-hulp 2006-2010" [COM(2006) 85 def ().- Publicatieblad C 130 van 3 juni 2006].

Mededeling van de Commissie van 2 maart 2006 getiteld: "EU-bijstand: meer, beter en sneller helpen" [COM(2006) 87 def . - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Laatste wijziging: 31.08.2007

Top