EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, opleiding of vrijwilligerswerk

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated. See 'Derdelanders — Toegang en verblijf voor onderzoek, studie, scholing, vrijwilligerswerk, voortgezet onderwijs en au-pairactiviteiten' for an updated information about the subject.

Toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, opleiding of vrijwilligerswerk

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2004/114/EG — Voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Deze is bedoeld om de wetgeving van EU-landen te harmoniseren met betrekking tot de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie of voor deelname aan scholierenuitwisselingen, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk.

KERNPUNTEN

  • Deze richtlijn stippelt de regels uit voor procedures die onderdanen van derde landen toestaan langer dan 3 maanden in de EU te vertoeven — om te studeren of deel te nemen aan scholierenuitwisselingen, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk. EU-landen moeten de regels inzake studenten in hun nationale wetgeving opnemen; wat de andere categorieën betreft, staat het hun echter vrij dit niet te doen.
  • Bepaalde categorieën mensen vallen niet onder de richtlijn:
    • asielzoekers en personen die onder subsidiaire vormen van bescherming vallen (d.w.z. dat zij ernstig risico zouden lopen indien ze naar hun land van herkomst zouden terugkeren), dan wel onder tijdelijke beschermingsprogramma’s;
    • onderdanen van derde landen die familieleden van EU-burgers zijn;
    • onderdanen van derde landen met status van langdurig ingezetene in een EU-land overeenkomstig Richtlijn 2003/109/EG die hun het recht verschaft in een ander EU-land te wonen teneinde onder bepaalde voorwaarden te studeren of een beroepsopleiding te volgen.

Toelatingsvoorwaarden

  • De richtlijn legt bindende regels vast voor het toelaten van studenten die onderdanen van derde landen zijn. Desalniettemin laat ze de individuele EU-landen de beslissing of haar voorzieningen al dan niet van toepassing zijn op scholieren, vrijwilligers en onbezoldigde stagiairs.
  • Om met het oog op studie toegelaten te worden tot de EU, moeten aanvragers die geen EU-burgers zijn aan een aantal algemene voorwaarden alsmede de volgende specifieke voorwaarden voldoen. Zij moeten:
    • door een hogeronderwijsinstelling aanvaard zijn;
    • voldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud, de studie en de kosten voor de terugreis te voorzien;
    • een voldoende kennis hebben van de taal van de te volgen cursus (een flexibele voorwaarde, die de individuele EU-landen naar goeddunken kunnen invullen);
    • alvorens naar de EU te reizen, de gelden betalen die de desbetreffende instelling aanrekent (een flexibele voorwaarde, die de individuele EU-landen naar goeddunken kunnen invullen).
  • Onder bepaalde voorwaarden legt de richtlijn voor onderdanen van derde landen die reeds toegelaten zijn om in één EU-land te studeren het recht vast om tot een ander EU-land toegelaten te worden teneinde hun studies voort te zetten.
  • Voor onderdanen van derde landen die middelbare scholieren zijn, dekt de richtlijn alleen georganiseerde reizen door middel van uitwisselingsprogramma’s die door gespecialiseerde organisaties worden uitgevoerd. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:
    • het desbetreffende EU-land legt leeftijdsbeperkingen op;
    • de uitwisselingsorganisatie moet in het betrokken EU-land een vergunning hebben;
    • de uitwisselingsorganisatie moet de verantwoordelijkheid aanvaarden voor de kosten voor levensonderhoud, studie, gezondheidszorg en de terugreis;
    • de onderdaan van een derde land moet bij een gastgezin wonen;
    • EU-landen mogen ervoor kiezen, uitwisselingen met derde landen te beperken tot diegene die voor hun eigen scholieren uitwisselingsmogelijkheden bieden.
  • De richtlijn stippelt de volgende voorwaarden uit voor het toelaten van onderdanen van derde landen tot het volgen van onbezoldigde stages:
    • aanvragers moeten voldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud, opleiding en de kosten voor de terugreis te voorzien;
    • indien een bepaald EU-land dit vereist, moeten aanvragers een basale taalopleiding volgen om hun de kennis ter beschikking te stellen die zij voor de stage nodig hebben.
  • Onbezoldigde stagiairs of vrijwilligers die, gezien de aard van hun werkzaamheden of het type compensatie of betaling dat zij ontvangen, krachtens de nationale wetgeving als werknemers worden beschouwd, vallen niet onder deze richtlijn.
  • De richtlijn voorziet in de volgende voorwaarden indien een onderdaan van een derde land een aanvraag indient om toegelaten te worden tot een vrijwilligerswerkprogramma:
    • het desbetreffende EU-land legt leeftijdsbeperkingen op;
    • een overeenkomst die een beschrijving biedt van de taken, de omstandigheden waaronder de vrijwilliger tijdens het uitvoeren van deze taken onder toezicht staat, de werkuren en de beschikbare middelen om gedurende het verblijf de kosten voor de verplaatsing, het levensonderhoud en de accommodatie te dekken;
    • de organisatie die verantwoordelijk is voor het vrijwilligerswerkprogramma moet de verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de vrijwilliger aanvaarden, alsook voor de kosten voor levensonderhoud, gezondheidszorg en terugreis;
    • aan de vrijwilliger moet, indien het gast-EU-land zulks specifiek vereist, een basale inleiding tot de taal, geschiedenis en politieke en sociale structuren van dat land worden verstrekt.

Geldigheid en verlenging van verblijfsvergunningen

De geldigheidsperiode van verblijfsvergunningen varieert naargelang de categorie:

  • studenten: ten minste 1 jaar, verlengbaar indien de houder aan de voorwaarden blijft voldoen. Indien de cursus of studie minder dan 1 jaar duurt, is de vergunning geldig voor de gehele cursus;
  • scholieren: tot 1 jaar;
  • onbezoldigde stagiairs: de stage duurt maximaal 1 jaar. In uitzonderlijke gevallen mag ze verlengd worden, zij het slechts eenmaal en slechts voor de benodigde tijdsspanne om een door een EU-land erkende beroepskwalificatie te behalen;
  • vrijwilligers: tot 1 jaar. In uitzonderlijke gevallen wordt, indien het desbetreffende programma langer dan 1 jaar duurt, een verblijfsvergunning toegekend in functie van de dienovereenkomstige periode.

Rechten van onderdanen van derde landen

De richtlijn stelt dat studenten tewerkgesteld mogen zijn en dat zij het recht mogen hebben om als zelfstandige te werken. Desalniettemin mag het gast-EU-land de toegang tot economische activiteit tijdens het eerste jaar van het verblijf inperken.

Procedure en transparantie

  • Een beslissing inzake een aanvraag tot het verkrijgen of verlengen van een verblijfsvergunning is aan de volgende regels onderworpen:
    • er moet een beslissing aangaande een verblijfsvergunning genomen worden en de aanvrager moet hieromtrent geïnformeerd worden binnen een tijdsspanne die het voor de aanvrager niet lastig maakt zijn/haar studies te volgen, terwijl de verantwoordelijke overheden voldoende tijd hebben om de aanvraag te verwerken;
    • indien de verstrekte informatie om de aanvraag te staven ontoereikend is, mogen de overheden die verantwoordelijk zijn voor het onderzoek van de aanvraag de verwerking ervan tijdelijk staken. Zij moeten de aanvrager op de hoogte stellen van alle verdere informatie die zij nodig hebben;
    • een onderdaan van een derde land die een verblijfsvergunning aanvraagt, moet op de hoogte worden gesteld van iedere beslissing om zijn/haar aanvraag te weigeren. De kennisgeving moet alle beschikbare beroepsprocedures specificeren;
    • indien een aanvraag wordt afgewezen of een uit hoofde van deze richtlijn verstrekte verblijfsvergunning wordt ingetrokken, heeft de betrokken persoon het recht dit voor het gerecht aan te vechten bij de overheden van het betrokken EU-land.
  • De richtlijn maakt een overeenkomst mogelijk inzake een versnelde procedure voor het verstrekken van verblijfsvergunningen of visa aan studenten en scholieren, tussen de overheid van een EU-land met verantwoordelijkheid voor de toegang en het verblijf van onderdanen van derde landen en een hogeronderwijsinstelling of een organisatie die programma’s voor scholierenuitwisselingen uitvoert.

Intrekking

Met ingang van 24 mei 2018 herroept en vervangt Richtlijn (EU) 2016/801 Richtlijn 2004/114/EG.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 12 januari 2005 van toepassing. EU-landen moesten deze tegen 11 januari 2007 in de nationale wetgeving opnemen.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2004/114/EG van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk (PB L 375 van 23.12.2004, blz. 12-18)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van burgers van derde landen met het oog op onderzoek, studie, scholing of vrijwilligerswerk, uitwisselingsprogramma’s voor scholieren of onderwijsprojecten en rekrutering van au pairs (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 21-57)

Laatste bijwerking 15.09.2017

Top