EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen

Grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 98/685/EG betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen

Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT EN HET VERDRAG?

  • Door het besluit wordt, namens de Europese Gemeenschap (nu de Europese Unie (EU)), het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen gesloten.
  • Het verdrag heeft als doel het beschermen van de gezondheid van de mens en het milieu tegen industriële ongevallen die grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben, en het bevorderen van een actieve internationale samenwerking tussen verdragsluitende partijen vóór, tijdens en na dit soort ongevallen.

KERNPUNTEN

  • In Helsinki hebben, op 18 maart 1992, 26 landen, waaronder 14 EU-landen, en de EU zelf het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen gesloten in het kader van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN-ECE). Met dit besluit van de Raad wordt het verdrag namens de Gemeenschap goedgekeurd.
  • Het verdrag bevat een reeks maatregelen ter bescherming van mens en milieu tegen grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen, en ter bevordering van een actieve internationale samenwerking tussen verdragsluitende partijen vóór, tijdens en na dit soort ongevallen.
  • Het is van toepassing op industriële ongevallen die grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben, waaronder ongevallen veroorzaakt door natuurrampen, met uitzondering van:
    • kernongevallen of radiologische noodsituaties;
    • ongevallen in militaire installaties;
    • doorbraken van (stuw)dammen;
    • ongevallen bij vervoer over land;
    • het ongewenst vrijkomen van genetisch gemodificeerde organismen;
    • ongevallen veroorzaakt door activiteiten in het mariene milieu, met inbegrip van het weglekken van schadelijke stoffen op zee.
  • De verdragsluitende partijen moeten gevaarlijke activiteiten onder hun rechtsmacht inventariseren en benadeelde partijen informeren over dergelijke voorgenomen of bestaande activiteiten. Op verzoek van één van hen moeten de andere partijen besprekingen aangaan over de inventarisatie van activiteiten die grensoverschrijdende gevolgen zouden kunnen hebben.
  • De ondertekenende staten moeten passende maatregelen nemen om industriële ongevallen te voorkomen. Met name moeten zij:
    • exploitanten ertoe bewegen actie te ondernemen om het risico van industriële ongevallen te beperken;
    • beleidslijnen opstellen inzake het situeren van nieuwe gevaarlijke activiteiten en het ingrijpend wijzigen van bestaande gevaarlijke activiteiten, met als doel het risico voor mens en milieu zoveel mogelijk te beperken;
    • zich voorbereiden op noodsituaties veroorzaakt door industriële ongevallen en de noodzakelijke maatregelen, inclusief rampenplannen, invoeren om grensoverschrijdende gevolgen te voorkomen en zoveel mogelijk te beperken. De ondertekenende staten moeten ernaar streven hun plannen op elkaar af te stemmen.
  • Op grond van het verdrag moeten de verdragsluitende staten ervoor zorgen dat passende voorlichting wordt gegeven aan het publiek in gebieden die zouden kunnen worden getroffen door een industrieel ongeval dat het gevolg is van een gevaarlijke activiteit. Ook moeten de verdragsluitende staten, in voorkomende gevallen, het publiek gelegenheid bieden om deel te nemen aan besluitvormingsprocedures met betrekking tot preventie- en voorbereidingsmaatregelen.
  • Natuurlijke of rechtspersonen die getroffen zijn, of kunnen worden, door de grensoverschrijdende gevolgen van een industrieel ongeval op het grondgebied van een ondertekenende staat moeten dezelfde toegang krijgen tot toepasselijke administratieve en gerechtelijke procedures als een onderdaan van de betreffende staat.
  • Elke partij die het verdrag heeft ondertekend, moet een meldsysteem invoeren.
  • In geval van een industrieel ongeval dat grensoverschrijdende gevolgen heeft of zou kunnen hebben, of bij de onmiddellijke dreiging daarvan, moet de staat van herkomst:
    • dit onverwijld melden bij de benadeelde staten;
    • ervoor zorgen dat de rampenplannen in werking worden gesteld;
    • ervoor zorgen dat zo spoedig mogelijk bestrijdingsmaatregelen worden genomen teneinde de gevolgen van het ongeval te beheersen en te beperken. De verdragsluitende staten moeten ernaar streven hun bestrijdingsmaatregelen te coördineren.
  • De staat van herkomst kan bijstand vragen van andere ondertekenende partijen.
  • Elke verdragsluitende partij moet één verbindingsorgaan aanwijzen voor de meldingen van industriële ongevallen en één verbindingsorgaan voor de wederzijdse bijstand. Elke partij stelt de andere partijen hiervan binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit verdrag op de hoogte.
  • De verdragsluitende partijen moeten wetenschappelijke en technologische samenwerking actief bevorderen en de uitwisseling van technologie vergemakkelijken teneinde de risico's en gevolgen van industriële ongevallen te beperken. Zij ondersteunen ook passende internationale initiatieven gericht op het opstellen van regels op het gebied van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.
  • De partijen die het verdrag hebben ondertekend, komen ten minste eenmaal per jaar bijeen.
  • Het verdrag voorziet in drie mechanismen voor het regelen van geschillen tussen de ondertekenende partijen:
  • De laatste twee methoden kunnen alleen worden gebruikt wanneer de partijen niet in staat zijn gebleken om hun geschil te regelen door onderhandeling.
  • Het gebruik van deze methoden is facultatief en wederkerig; in een schriftelijke verklaring kan een partij het verplichte gebruik van één of beide methoden aanvaarden ten aanzien van iedere partij die dezelfde verplichting aanvaardt.
  • Indien de partijen die bij het geschil zijn betrokken beide genoemde methoden voor de regeling van geschillen hebben aanvaard, kan het geschil alleen aan het Internationale Gerechtshof worden voorgelegd, tenzij de partijen anders overeenkomen.
  • De ondertekenende staten moeten de andere partijen regelmatig informeren over de toepassing van het verdrag.

VANAF WANNEER ZIJN HET BESLUIT EN HET VERDRAG VAN TOEPASSING?

  • Het besluit is sinds 23 maart 1998 van toepassing.
  • Het verdrag is voor de Europese Gemeenschap in werking getreden op 19 april 2000, op de negentigste dag na de datum van nederlegging van de zestiende akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1-4)

Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen - verklaring van de Europese Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 5-33)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende een voorstel voor een wijziging van bijlage I bij het VN-ECE Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (Proposal for a Council Decision relating to a proposal for an amendment to Annex I to the UNECE Convention on the Transboundary Effects of Industrial Accidents) (COM(2006) 493 final, 13.9.2006)

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de achtste vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Helsinki inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen, met betrekking tot het voorstel voor een wijziging van bijlage I (COM(2014) 652 final, 23.10.2014)

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347, 20.12.2013, blz. 924–947).

Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (Seveso III-richtlijn) (PB L 197 van 24.07.2012, blz. 1-37)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2012/18/EU werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Laatste bijwerking 20.02.2017

Top