EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Staatssteun in de landbouwsector

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Staatssteun in de landbouwsector

De Europese Commissie heeft nieuwe richtsnoeren inzake staatssteun in de sectoren landbouw en bosbouw voor de periode 2007-2013 vastgesteld met een aantal voorschriften voor aangemelde steunmaatregelen als aanvulling op de vrijstellingsverordening (EG) nr. 1857/2006.

BESLUIT

Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 [Publicatieblad C 319 van 27.12.2006].

SAMENVATTING

Deze richtsnoeren hebben betrekking op staatssteun in de sectoren landbouw en bosbouw. Zij gelden voor de periode 2007-2013 en komen in de plaats van de voorgaande richtsnoeren (2000-2006) die voor de landbouwsector waren vastgesteld.

Deze richtsnoeren gelden voor staatssteun die wordt verleend voor de productie, verwerking en afzet van landbouwproducten. Bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bevat een gedetailleerde lijst van de betrokken landbouwproducten. De richtsnoeren zijn niet van toepassing op staatssteun in de visserij- en aquacultuursector, maar in tegenstelling tot de voorgaande richtsnoeren (2000-2006) gelden zij wel voor bepaalde activiteiten in de bosbouwsector.

Voor een aantal producten van bijlage I bij het Verdrag die niet onder een gemeenschappelijke marktordening (GMO) vallen, moeten de landen van de Europese Unie (EU) staatssteun nog altijd bij de Commissie aanmelden. De Commissie mag evenwel slechts opmerkingen maken. De EU-landen wordt verzocht rekening te houden met deze opmerkingen om eventuele inbreukprocedures te vermijden.

In de richtsnoeren wordt staatssteun in de volgende categorieën ingedeeld:

  • plattelandsontwikkelingsmaatregelen;
  • steunmaatregelen voor risico- en crisisbeheer;
  • andere soorten steunmaatregelen;
  • steunmaatregelen voor de bosbouwsector.

PLATTELANDSONTWIKKELINGSMAATREGELEN

In aansluiting op Verordening (EG) nr. 1698/2005 betreffende EU-steun voor plattelandsontwikkeling (de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)), voorzien deze richtsnoeren in voorschriften inzake staatssteun voor plattelandsontwikkelingsmaatregelen of andere nauw daarmee verband houdende maatregelen.

Steun voor investeringen in landbouwbedrijven is toegestaan in de volgende gevallen:

  • steun voor investeringen in de landbouwbedrijven zelf;
  • steun voor het behoud van het traditionele landschap en gebouwen;
  • steun voor de verplaatsing van bedrijfsgebouwen in het algemeen belang;
  • steun voor investeringen die nodig zijn om het milieu, de hygiënevoorwaarden en het welzijn van de dieren te verbeteren;
  • steun voor de aanvullende kosten in verband met investeringen in de EU-landen voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/676/EEG;
  • steun voor investeringen om te voldoen aan bestaande Europese of nationale normen (uitsluitend voor de extra kosten in verband met de aanpassing aan de norm door jonge landbouwers binnen 36 maanden na de vestigingsdatum).

Steun voor investeringen voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten is toegestaan wanneer de voorwaarden van een van de volgende bepalingen zijn vervuld:

Steun met betrekking tot het milieu en het dierenwelzijn moet verenigbaar zijn met de algemene doelstellingen van het milieubeleid van de EU. Daarbij dient het voorzorgsbeginsel in acht te worden genomen, alsook de beginselen dat preventief moet worden gehandeld, dat milieuschade bij voorrang aan de bron dient te worden aangepakt en dat de vervuiler betaalt.

Steun ter compensatie van handicaps in bepaalde gebieden moet bijdragen tot de handhaving van het gebruik van de grond voor landbouwdoeleinden, de instandhouding van landelijke gebieden en de instandhouding en bevordering van duurzame landbouwsystemen. Om voor deze steun in aanmerking te komen, moeten de EU-landen het bestaan van de betrokken handicaps aantonen en bewijzen dat deze handicaps niet worden overgecompenseerd door het steunbedrag. De hoogte van de compensatiebetalingen moet in verhouding staan tot de economische impact van de handicaps; alleen de economische impact van permanente handicaps waarover de mens geen controle heeft, mag bij de berekening van de compensatiebetalingen in aanmerking worden genomen.

Steun voor de naleving van normen is bedoeld ter dekking van een deel van de uitgaven en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de toepassing van de normen op het gebied van milieubescherming, volksgezondheid, de gezondheid van dieren en planten, dierenwelzijn en arbeidsveiligheid op de werkplek.

Steun voor de vestiging van jonge landbouwers heeft betrekking op personen jonger dan 40 jaar die zich voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf vestigen. De betrokken personen kunnen eveneens een ontwikkelingsplan voor hun landbouwactiviteiten indienen.

Steun voor vervroegde uittreding of voor de beëindiging van de landbouwactiviteit is toegestaan mits aan die steun de voorwaarde wordt verbonden dat de commerciële landbouwactiviteiten permanent en definitief worden stopgezet.

Steun voor producentengroeperingen heeft ten doel de oprichting van producentengroeperingen aan te moedigen, om landbouwers ertoe aan te zetten hun aanbod te concentreren en hun productie op de behoeften van de markt af te stemmen. Deze steun is evenwel beperkt tot kleine en middelgrote ondernemingen. Subsidiabele uitgaven zijn onder meer de huur van geschikte panden, de aanschaf van kantooruitrusting, waaronder computerapparatuur en -programmatuur, administratieve kosten (waaronder personeelskosten), vaste kosten en diverse kosten.

Steun voor ruilverkavelingen is bedoeld om de uitwisseling van percelen landbouwgrond te ondersteunen en de totstandbrenging van economisch levensvatbare bedrijven te vergemakkelijken. Deze steun is beperkt tot de juridische en administratieve kosten van een ruilverkaveling, tot 100 % van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Steun ter bevordering van de productie en de afzet van kwaliteitslandbouwproducten is gericht op verbetering van de kwaliteit van landbouwproducten en moedigt landbouwers aan deel te nemen aan voedselkwaliteitregelingen.

Steun voor technische bijstand in de landbouwsector kan worden verleend voor de volgende maatregelen:

  • onderwijs en opleiding voor landbouwers en bedrijfsmedewerkers;
  • bedrijfsvervangingsdiensten, tijdens ziekte of vakantie van de landbouwer;
  • door derden verstrekte adviesdiensten;
  • organisatie van en deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen of vakbeurzen;
  • publicatie van feitelijke of wetenschappelijke informatie;
  • publicaties.

Steun aan de sector dierlijke productie heeft tot doel de instandhouding en verbetering van de genetische kwaliteit van de dierenbestanden in de EU te bevorderen.

Steun voor de ultraperifere gebieden en de eilanden in de Egeïsche Zee, die bedoeld is om in te spelen op de behoeften van deze gebieden, wordt van geval tot geval door de Commissie onderzocht volgens de specifieke, voor die gebieden geldende wettelijke bepalingen en met inachtneming van de verenigbaarheid van de betrokken maatregelen met de programma's voor plattelandsontwikkeling voor deze gebieden.

RISICO- EN CRISISBEHEER

Staatssteun kan worden verleend om crises in de sector primaire productie te beheren. Hierbij dienen concurrentieverstoringen zo veel mogelijk te worden beperkt. Om dit risico te beperken, kan van de producenten een minimumbijdrage in de verliezen of in de kosten van deze maatregelen worden verlangd. De volgende maatregelen op het gebied van risico- en crisisbeheer komen voor staatssteun in aanmerking:

  • steun ter vergoeding van schade aan de landbouwproductie of aan de landbouwproductiemiddelen;
  • steun met betrekking tot TSE (overdraagbare spongiforme encefalopathieën) en gestorven dieren;
  • steun als bijdrage in verzekeringspremies;
  • steun voor de sluiting van productie-, verwerkings- en afzetcapaciteit.

Reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden wordt onderzocht op grond van de geldende EU-richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden.

ANDERE SOORTEN STEUN

In Verordening (EG) nr. 800/2008 zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder werkgelegenheidssteun en steun voor onderzoek en ontwikkeling zijn toegestaan.

Er worden horizontale steuninstrumenten in de landbouwsector toegepast. Voor staatssteun in de landbouwsector geldt ook een aantal algemenere voorschriften inzake de verenigbaarheid van bepaalde steunmaatregelen met het VWEU, zoals opleidingssteun (die ook onder Verordening (EG) nr. 800/2008 valt), staatssteun voor risicokapitaal, staatssteun in de vorm van garanties en staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst.

Steun voor reclame voor landbouwproducten kan worden toegestaan wanneer de reclamecampagne betrekking heeft op kwaliteitsproducten - door de EU erkende benamingen (bijvoorbeeld gecontroleerde oorsprongsbenamingen, beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen) of nationale of regionale kwaliteitslabels. De campagne mag niet rechtstreeks gericht zijn op reclame voor de producten van een of meer specifieke ondernemingen.

Steun in de vorm van belastingvrijstelling uit hoofde van Richtlijn 2003/96/EG kan worden verleend in de vorm van verlaagde belastingtarieven of nultarieven, mits in de landbouwsector geen differentiatie wordt toegepast. Dit geldt voor producten die als motorbrandstof worden gebruikt in de primaire landbouwproductie of energieproducten en elektriciteit die worden gebruikt voor de primaire landbouwproductie.

Steun in de vorm van kortlopende kredieten met rentesubsidie is niet langer toegestaan.

STEUN VOOR DE BOSBOUWSECTOR

Tot dusver bestonden geen specifieke EU-voorschriften inzake staatssteun voor de bosbouwsector. Er kon steun worden verleend uit hoofde van voor alle sectoren geldende EU-voorschriften of bepaalde specifieke regelingen. Teneinde de transparantie te vergroten, heeft de Commissie het staatssteunbeleid voor de bosbouwsector nader bepaald. Deze richtsnoeren hebben evenwel uitsluitend betrekking op levende bomen en de natuurlijke omgeving waarin zij in bossen en andere beboste gebieden voorkomen. Zij zijn niet van toepassing op staatssteun voor de op bos gebaseerde industrie, en evenmin voor staatssteun voor het vervoer van hout of voor de verwerking van hout of andere bosrijkdommen tot producten of energiebronnen.

In de bosbouwsector mag steun worden verleend voor:

  • maatregelen die rechtstreeks bijdragen tot het behoud of het herstel van de ecologische, beschermings- en recreatiefuncties van bossen, de biodiversiteit en de gezondheid van het bos als ecosysteem;
  • maatregelen voor de bebossing van landbouwgrond of niet-landbouwgrond, de totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond, Natura 2000-betalingen, bosmilieubetalingen, het herstel van het bosbouwpotentieel en het treffen van preventieve maatregelen en niet-productieve investeringen;
  • maatregelen ter dekking van de extra kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van het gebruik van milieuvriendelijke bosbouwtechnologie die verder gaat dan de naleving van de relevante dwingende eisen, indien de betrokken bosbezitter een vrijwillige verbintenis met betrekking tot het gebruik van dergelijke technologie aangaat en indien die verbintenis voldoet aan bepaalde voorwaarden;
  • maatregelen voor de aankoop van bosgrond, mits de steunintensiteit wordt beperkt tot het percentage dat is vastgesteld voor steun voor investeringen in landbouwbedrijven;
  • maatregelen voor de opleiding van bosbezitters en -arbeiders en de verlening van adviesdiensten door derden;
  • maatregelen voor de oprichting van verenigingen van bosbouwers;
  • maatregelen voor activiteiten ter verspreiding van nieuwe technieken, proef- of demonstratieprojecten, volgens de in het hoofdstuk "steun voor technische bijstand in de landbouwsector" van deze richtsnoeren genoemde voorwaarden.

PROCEDURES

Alle nieuwe steunregelingen en alle nieuwe individuele steunmaatregelen moeten bij de Commissie worden aangemeld voordat zij tot uitvoering worden gebracht, behalve steun die valt onder een van de vrijstellingsverordeningen van de Commissie. In tegenstelling tot het bepaalde in de richtsnoeren 2000-2006 worden voortaan alleen nog steunregelingen van beperkte duur (maximaal 7 jaar) toegestaan. Deze nieuwe richtsnoeren zijn van kracht vanaf 1 januari 2007.

De EU-landen moeten jaarverslagen indienen, waarbij de Commissie zich het recht voorbehoudt om aanvullende gegevens te verlangen.

Deze richtsnoeren zijn van toepassing tot en met 31 december 2013. De Commissie behoudt zich evenwel het recht voor deze richtsnoeren te wijzigen om zwaarwegende redenen die verband houden met het mededingingsbeleid, het landbouwbeleid of het beleid inzake de gezondheid van mens of dier, of om rekening te houden met het beleid op andere terreinen of internationale verbintenissen van de EU.

CONTEXT

De nieuwe richtsnoeren maken deel uit van de hervorming van het GLB van 2003, waarbij het belang van plattelandsontwikkeling met name wordt bevestigd, en duiden op de wil van de Commissie om de steunmaatregelen van de EU-landen in de landbouw coherenter te maken. De richtsnoeren voor de periode 2007-2013 zijn dus in het bijzonder gebaseerd op Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), en met name op de artikelen 88 en 89 van die verordening,die specifieke bepalingen inzake staatssteun bevatten.

Laatste wijziging: 12.09.2011

Top