EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Bescherming op internationaal niveau van de rechten en vrijheden van mensen met een handicap

Bescherming op internationaal niveau van de rechten en vrijheden van mensen met een handicap

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2010/48/EG betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties aangaande de rechten van mensen met een handicap

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT EN HET VERDRAG?

Het Besluit keurt, namens de Europese Gemeenschap, het Verdrag van de Verenigde Naties aangaande de rechten van mensen met een handicap goed, dat bijgevoegd is aan dit Besluit.

KERNPUNTEN

Dit internationale verdrag is bedoeld om ervoor te zorgen dat mensen met een handicap ten volle kunnen profiteren van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden.

Daarom steunt dit Verdrag op een aantal beginselen:

  • respect voor de waardigheid, autonomie en onafhankelijkheid van mensen;
  • non-discriminatie;
  • deelname aan en insluiting in de gemeenschap;
  • respect voor het anders-zijn en acceptatie van mensen;
  • gelijke kansen;
  • toegankelijkheid, vooral aangaande vervoer, voorlichting en communicatie, openbare instellingen en diensten, in stedelijke gebieden en op het platteland;
  • gelijkheid van mannen en vrouwen;
  • respect voor de identiteit van kinderen met een handicap en voor hun capaciteiten in ontwikkeling.

Landen die zich bij dit Verdrag aansluiten, moeten alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat deze beginselen zonder onderbreking worden gerespecteerd. Ze verbinden zich ook om de economische, sociale en culturele rechten van mensen met een handicap te handhaven.

Bovendien zouden mensen met een handicap om advies moeten worden gevraagd aangaande de ontwikkeling en implementatie van wetgeving en beleidslijnen met betrekking tot hen.

Bescherming tegen discriminatie

Alle discriminatie op grond van een handicap is verboden en mensen met een handicap hebben recht op gelijke en effectieve wettelijke bescherming.

Het Verdrag omvat specifieke regels met betrekking tot twee bevolkingsgroepen:

  • vrouwen met een handicap, die op verschillende manieren worden gediscrimineerd. Er moeten maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat ze zich volledig kunnen ontwikkelen en voor hun volledige autonomie;
  • kinderen met een handicap, die het recht hebben op bescherming van hun belangen bij beslissingen die hen aangaan, hebben ook het recht om vrijelijk hun mening te geven en de nodige hulp te krijgen.

Landen die zich bij dit Verdrag aansluiten, zetten zich in om stereotypering te bestrijden en het bewustzijn te vergroten van de capaciteiten van mensen met een handicap.

In het Verdrag erkende rechten

Het Verdrag legt een aantal rechten en vrijheden vast waarop mensen met een handicap recht hebben. Dit zijn onder andere:

  • het recht om te leven;
  • bescherming in risicovolle situaties en humanitaire noodsituaties;
  • wettelijke erkenning als persoon en juridische bekwaamheid, met name met het oog op huizenbezit en de vrijheid om de eigen financiën te beheren, terwijl ze ondertussen beschermd worden tegen misbruik;
  • toegang tot het rechtssysteem, dankzij procedurele accommodaties;
  • vrijheid en veiligheid;
  • vrijheid van marteling of wrede, onmenselijke of denigrerende behandeling of straffen;
  • vrijheid van uitbuiting, geweld en misbruik;
  • bescherming van fysieke en mentale integriteit;
  • vrijheid van verkeer, het recht om de woonplaats en nationaliteit te kiezen;
  • zelfstandig wonen en opgenomen worden in de gemeenschap;
  • persoonlijke mobiliteit, vooral door middel van mobiliteitsapparaten en -technologieën;
  • vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie;
  • respect voor privacy;
  • respect voor huis en gezin;
  • het recht op onderwijs;
  • toegang tot gezondheidsdiensten;
  • habilitatie en rehabilitatie, door het verkrijgen van volledige fysieke, mentale, sociale en professionele bekwaamheden;
  • het recht om te werken, zonder gediscrimineerd te worden en onder rechtvaardige en gunstige omstandigheden;
  • het recht op een adequate levensstandaard en sociale bescherming;
  • deelname aan de politiek en het openbare leven, onder andere door te stemmen en gekozen te kunnen worden;
  • deelname aan cultuur, recreatie, vrijetijdsbestedingen en sport.

Tenuitvoerlegging van het Verdrag

Elke internationale samenwerking moet openstaan voor mensen met een handicap, met name bij partnerschappen met relevante internationale en regionale organisaties.

Landen moeten één of meer nationale steunpunten in het leven roepen voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag en om de bevolking te informeren over het Verdrag. Ze moeten een onafhankelijk mechanisme oprichten om de implementatie van het Verdrag te monitoren. De civiele samenleving moet volledig betrokken zijn bij het monitoren van de acties.

Ten slotte moet elk land binnen twee jaar na ondertekening van het Verdrag een uitgebreid verslag indienen over de maatregelen die zij hebben genomen om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen.

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING EN WANNEER IS HET VERDRAG IN WERKING GETREDEN?

Het besluit is sinds 26 november 2009 van toepassing. Het verdrag is op 3 mei 2008 in werking getreden en sinds 22 januari 2011 van toepassing in de EU.

ACHTERGROND

Kijk voor meer informatie op:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november  2009 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties aangaande de rechten van mensen met een handicap (PBL 23 van 27.1.2010, blz. 35-61)

Laatste bijwerking 18.07.2018

Top