EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De Raad van de Europese Unie

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

De Raad van de Europese Unie

INLEIDING

De rol van de Raad van de Europese Unie blijft ongewijzigd. De Raad deelt de wetgevende en begrotingsbevoegdheid met het Europees Parlement en is tevens verantwoordelijk voor het vaststellen en het coördineren van het beleid. Het Verdrag van Lissabon brengt evenwel grote veranderingen met zich mee wat de organisatie van de werkzaamheden en de interne structuur van de Raad betreft.

Het stemsysteem van de Raad was reeds grondig gewijzigd door het Verdrag van Amsterdam en het Verdrag van Nice, teneinde het aan te passen aan de opeenvolgende uitbreidingen van de Europese Unie (EU). Het systeem van stemmenweging is afgeschaft en vervangen door een nieuw systeem op basis van een dubbele meerderheid. Bovendien maken verschillende bepalingen van het Verdrag van Lissabon over de verschillende Raadsformaties en het voorzitterschap de Raad transparanter.

DE NIEUWE DEFINITIE VAN GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID

Het besluitvormingsproces van de Raad wordt fundamenteel gewijzigd. De vorige wijzigingsverdragen voorzagen in een systeem van stemmenweging. Elke lidstaat beschikte over een aantal stemmen naar gelang van zijn demografische gewicht. Een besluit was pas aangenomen indien een bepaalde drempel bereikt was door een meerderheid van lidstaten. Na 1 januari 2007 was een gekwalificeerde meerderheid bereikt wanneer 255 van de 345 stemmen waren verkregen en ten minste 14 lidstaten voor het besluit stemden. De weging van de stemmen in de Raad was gunstig voor de kleine lidstaten ten opzichte van de grote en was geregeld het voorwerp van lange onderhandelingen.

Het Verdrag van Lissabon vereenvoudigt het systeem om het efficiënter te maken. Zo wordt voor de goedkeuring van besluiten de stemmenweging afgeschaft en een systeem van dubbele meerderheid ingevoerd. Voortaan is een gekwalificeerde meerderheid bereikt wanneer ten minste 55 % van de lidstaten voor een besluit stemt en wanneer deze lidstaten op zijn minst 65 % van de bevolking van de EU vertegenwoordigen. Wanneer de Raad een besluit aanneemt dat niet gebaseerd is op een voorstel van de Commissie, moet voor een gekwalificeerde meerderheid ten minste 72 % van de lidstaten voor het besluit stemmen en moeten deze lidstaten samen op zijn minst 65 % van de bevolking vertegenwoordigen. In een dergelijk systeem krijgen alle lidstaten dus één stem, waarbij rekening wordt gehouden met hun demografisch gewicht. Het Verdrag van Lissabon voorziet ook in een blokkerende minderheid, die wordt gevormd door ten minste vier lidstaten die samen meer dan 35 % van de bevolking van de EU vertegenwoordigen.

Dit nieuwe systeem voor stemming met gekwalificeerde meerderheid treedt in werking op 1 november 2014. Tot 31 maart 2017 kan elke lidstaat echter geval per geval vragen om een besluit aan te nemen op basis van de regels van vóór 1 november 2014 (d.w.z. met een gekwalificeerde meerderheid zoals gedefinieerd in het Verdrag van Nice).

Bovendien kunnen de lidstaten om toepassing van het “compromis van Ioannina” verzoeken, dat door het Verdrag van Lissabon erkend wordt in verklaring nr. 7. Dankzij deze voorziening kan een groep lidstaten zijn verzet tegen een besluit tot uiting brengen, zelfs wanneer de groep te klein is om een blokkerende minderheid te vormen. In dat geval dient de groep lidstaten de Raad in kennis te stellen van zijn verzet tegen de goedkeuring van het besluit. De Raad dient vervolgens alles te doen wat in zijn vermogen ligt om een bevredigende oplossing te vinden teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren van de groep lidstaten. Het overleg binnen de Raad moet bovendien binnen een redelijke termijn gebeuren en mag geen afbreuk doen aan de in het Europese recht vastgestelde termijnen. Het “compromis van Ioannina” blijft in de eerste plaats dan ook een politiek compromis waaruit de wil van de Raad blijkt om over belangrijke onderwerpen tot een akkoord te komen dat door zoveel mogelijk lidstaten gedragen wordt.

Het Verdrag van Amsterdam en het Verdrag van Nice hadden het toepassingsgebied van de gekwalificeerde meerderheid van stemmen al aanzienlijk uitgebreid en met het Verdrag van Lissabon is nog een stap verder gezet. De Raad neemt voortaan besluiten aan bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen, behalve in de gevallen waarvoor de verdragen een andere procedure voorzien. Concreet betekent dit dat het toepassingsgebied van de gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt uitgebreid met nieuwe domeinen, zoals het gemeenschappelijke beleid inzake asiel, cultuur en sport.

DE DIVERSE RAADSFORMATIES

Met het oog op transparantie preciseert en verduidelijkt het Verdrag van Lissabon de werking van de Raad. De Raad komt bijeen in verschillende formaties die bestaan uit de bevoegde ministers van de lidstaten. Deze praktijk is vastgelegd in het Verdrag betreffende de EU. Het verdrag verwijst uitdrukkelijk naar twee Raadsformaties:

  • de Raad Algemene Zaken, die toeziet op de samenhang van de werkzaamheden van de verschillende Raadsformaties en de bijeenkomsten van de Europese Raad voorbereidt;
  • de Raad Buitenlandse Zaken, die het buitenlands beleid van de Europese Unie uitstippelt.

De Europese Raad neemt met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen de lijst van de overige Raadsformaties aan.

Het Verdrag van Lissabon verbetert ook de transparantie van de besluitvorming binnen de Raad. Net zoals de zittingen van het Europees Parlement zijn de beraadslaging en stemming over ontwerp-rechtsbesluiten van de Raad voortaan openbaar.

HET VOORZITTERSCHAP VAN DE VERSCHILLENDE RAADSFORMATIES

Het voorzitterschap van de verschillende Raadsformaties wordt door de vertegenwoordigers van de lidstaten waargenomen volgens een toerbeurtsysteem op voet van gelijkheid. De Raad Buitenlandse Zaken is een uitzondering op de regel aangezien deze wordt voorgezeten door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De modaliteiten voor de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad zijn door de Europese Raad vastgesteld bij Besluit nr. 2009/881/EU.

SAMENVATTENDE TABEL

Artikelen

Onderwerp

Verdrag betreffende de EU

16

Rol en samenstelling van de Raad van de EU

Verdrag betreffende de werking van de EU

237 tot 243

Werking van de Raad van de EU

Laatste wijziging: 24.12.2009

Top