EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Belastingheffing op uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen

Belastingheffing op uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2003/49/EG — een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende EU-landen

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

De richtlijn moet zorgen voor een eerlijke belastingheffing op uitkeringen tussen verbonden ondernemingen* in verschillende EU-landen, terwijl dubbele belasting tussen EU-landen wordt voorkomen. De richtlijn is van toepassing op:

  • uitkeringen van interest*;
  • uitkeringen van royalty’s*.

KERNPUNTEN

Het doel van de richtlijn is de afschaffing van belastingen die worden geheven in het EU-land aan de bron, terwijl het EU-land van ontvangst belasting heft op dezelfde uitkering.

Daarom is het voornaamste doel ervoor te zorgen dat de uitkeringen niet in meer dan één land worden belast (dubbele belastingheffing).

Uitkeringen van interest en royalty’s die ontstaan in een EU-land, worden vrijgesteld van alle belastingen in dat land, op voorwaarde dat de uiteindelijk gerechtigde* tot de interest of de royalty’s:

  • een onderneming van een ander EU-land* of
  • een in een ander EU-land gelegen vaste inrichting* is.

De bijlage bij de richtlijn omvat een lijst van soorten ondernemingen waarop de richtlijn van toepassing is. De richtlijn is gewijzigd om rekening te houden met de soorten ondernemingen in de landen die in 2004, 2007 en 2013 tot de EU zijn toegetreden.

Wanneer een verbonden onderneming of een vaste inrichting te veel belasting over interest of royalty’s betaalt in een ander EU-land dan het eigen land, moet zij teruggaaf vorderen. Het land moet binnen één jaar na ontvangst van een verzoek en alle bewijsstukken waarom het de onderneming of de vaste inrichting redelijkerwijze kan verzoeken, overgaan tot teruggave van de ten onrechte ingehouden belasting. Indien de ingehouden belasting niet binnen die periode is terugbetaald, heeft de onderneming of de vaste inrichting recht (bij het verstrijken van dat jaar) op rente over de terug te geven belasting. Deze rente wordt berekend tegen de nationale rentevoet die in vergelijkbare gevallen krachtens het nationaal recht van het betrokken land wordt toegepast.

Deze richtlijn sluit de toepassing van nationale of verdragsrechtelijke voorschriften ter bestrijding van fraude en misbruik niet uit. Een EU-land kan het genot van deze richtlijn ontzeggen of weigeren de richtlijn toe te passen in het geval van transacties met als voornaamste beweegreden of een van de voornaamste beweegredenen belastingfraude, belastingontwijking of misbruik.

Bepaalde landen hebben gedurende een periode geprofiteerd van overgangsregels waardoor de toepassing van de richtlijn werd uitgesteld.

Het Internationaal Belastingdocumentatiebureau heeft in 2006 voor de Europese Commissie een onderzoek uitgevoerd over de tenuitvoerlegging van de richtlijn en de Commissie heeft in 2009 haar eigen verslag over de werking ervan uitgebracht. In 2011 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor de herschikking van de richtlijn, teneinde het toepassingsgebied ervan uit te breiden en situaties te vermijden waarin belastingvermindering wordt verleend wanneer de desbetreffende inkomsten niet daadwerkelijk worden belast (dubbele niet-belastingheffing).

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 26 juni 2003 van toepassing en moest voor 1 januari 2004 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Uitkering van interest: uitkering van inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar. Voorbeelden zijn inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen (langlopende obligaties met een vast rentetarief, uitgegeven door een onderneming en gedekt door activa) en aan die obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boete voor te late betaling wordt niet als interest aangemerkt.
Uitkering van royalty’s: uitkering van vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, met inbegrip van:
  • bioscoopfilms en software,
  • een octrooi,
  • een fabrieks- of handelsmerk,
  • een tekening of model,
  • een plan,
  • een geheim recept of een geheime werkwijze, of inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.

Vergoedingen voor het gebruik van of voor het recht van gebruik van industriële, commerciële of wetenschappelijke uitrusting worden als royalty’s aangemerkt.

Verbonden ondernemingen: twee ondernemingen worden als verbonden ondernemingen beschouwd:
  • als de eerste onderneming rechtstreeks een deelneming van ten minste 25 % in het kapitaal van de tweede onderneming heeft, of
  • als een derde onderneming rechtstreeks een deelneming van ten minste 25 % in het kapitaal van beide ondernemingen heeft.
Uiteindelijk gerechtigde: de onderneming die de betrokken uitkeringen te eigen gunste ontvangt, en niet als bemiddelende instantie, bijvoorbeeld als tussenpersoon, trustee of gemachtigde van een derde.

Een vaste inrichting wordt behandeld als uiteindelijk gerechtigde voor zover de uitkering daadwerkelijk verband houdt met die vaste inrichting.

Onderneming van een ander EU-land: deze onderneming moet aan de volgende drie criteria voldoen:
  • ze is opgericht overeenkomstig het recht van een EU-land (d.w.z. ze heeft haar statutaire zetel, hoofkantoor of hoofdvestiging in de EU en er bestaat een daadwerkelijke en ononderbroken band tussen haar activiteiten en de economie van dat land);
  • ze heeft haar fiscale woonplaats in dat EU-land;
  • ze is onderworpen aan vennootschapsbelasting.
Vaste inrichting: een in een lidstaat gelegen vaste bedrijfsvestiging door middel waarvan een onderneming van een andere lidstaat haar bedrijf geheel of gedeeltelijk uitoefent.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 49-54)

De achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Richtlijn 2003/49/EG zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (COM(2011) 714 definitief van 11 november 2011)

Laatste bijwerking 04.07.2018

Top