EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling

Deze strategie stelt richtsnoeren vast en beschrijft maatregelen die tot doel hebben de belasting van het milieu ten gevolge van afvalproductie en afvalbeheer te verminderen. De hoofdpunten van de strategie zijn gebaseerd op een wijziging van de wetgeving om de toepassing ervan te verbeteren, op afvalpreventie en op de stimulering van doeltreffende recycling.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 21 december 2005: "Werk maken van duurzaam hulpbronnengebruik: een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling" [COM(2005) 666 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Deze strategie stelt de hoofdlijnen van het beleid van de Europese Unie (EU) vast en beschrijft de manieren waarop afval beter kan worden beheerd.

De strategie streeft naar een vermindering van de negatieve milieueffecten die afvalstoffen gedurende hun volledige levenscyclus - van de productie, via de recycling, tot de verwijdering - veroorzaken. Via een dergelijke benadering kan elke afvalstof worden beschouwd als een bron van verontreiniging die moet worden beperkt, maar ook als een bron die kan worden geëxploiteerd.

De doelstellingen van de communautaire wetgeving die zijn vastgelegd voor de aanneming van deze strategie blijven geldig: het ontstaan van afval voorkomen en hergebruik, recycling en terugwinning bevorderen. Die doelstellingen gelden ook voor de benadering die gebaseerd is op de milieueffecten en op de levenscyclus van de hulpbronnen.

Verbetering van het algemeen wettelijk kader

De strategie wil de bestaande wetgeving vereenvoudigen. Om dat te bereiken moeten om te beginnen de kaderrichtlijn afvalstoffen, de richtlijn gevaarlijke afvalstoffen en de richtlijn afgewerkte olie in elkaar worden geschoven. Ten tweede moeten de overlappingen tussen de kaderrichtlijn en de IPPC-richtlijn (bijvoorbeeld op het gebied van toekenning van vergunningen) worden weggewerkt. Ten slotte moeten de drie richtlijnen inzake afval van de titaandioxide-industrie worden geconsolideerd.

Verduidelijking van enkele definities:

  • het voorstel voor een kaderrichtlijn dat aan de strategie gekoppeld is (zie "GERELATEERDE BESLUITEN") wil milieucriteria vaststellen om te bepalen wanneer afval ophoudt afval te zijn. Die criteria zullen worden opgesteld voor afvaltypes waarvoor de huidige definitie van afval rechtsonzekerheid schept en administratieve kosten met zich meebrengt;
  • een voorstel om de definities van terugwinning en verwijdering aan te passen om goede milieupraktijken te bevorderen. In dat opzicht zullen efficiëntiedrempels worden gehanteerd om terugwinning van verwijdering te kunnen onderscheiden;
  • een definitie van recycling wordt opgenomen in de kaderrichtlijn afvalstoffen.

Voorkomen van door afval veroorzaakte negatieve milieueffecten

De strategie heeft als doel afvalproductie te voorkomen maar er zijn daaromtrent geen streefcijfers geformuleerd aangezien een dergelijke doelstelling niet noodzakelijk leidt tot een verbetering van de milieusituatie. Sommige technieken voor afvalreductie zijn immers verontreinigender dan andere technieken, ook al kunnen ze een groter afvalvolume reduceren.

De strategie inzake de preventie van afvalproductie beoogt voornamelijk het milieueffect van afval en de producten die afval worden te reduceren. Die vermindering van het milieueffect kan alleen maar doeltreffend zijn als ze betrekking heeft op de volledige levenscyclus van de hulpbronnen. Om de doelstellingen te bereiken, moeten de instrumenten die in het kader van het gemeenschapsrecht zijn opgesteld, zoals de verspreiding van de beste beschikbare technieken of een ecologisch ontwerp (es de en fr) voor producten, worden toegepast.

Bovendien biedt de strategie een gecoördineerd kader voor specifieke nationale acties. Het nieuwe voorstel voor een kaderrichtlijn afvalstoffen bepaalt aldus dat lidstaten verplicht zijn afvalpreventieprogramma's op te stellen. Die programma's, die publiek toegankelijk moeten zijn, behelzen specifieke afvalpreventiedoelstellingen die op de meest gepaste manier moeten worden verwezenlijkt.

Om deze op de levenscyclus van producten en afval gebaseerde aanpak toe te passen, is er behoefte aan een verbetering van de kennis met betrekking tot de impact van hulpbronnengebruik op de productie en het beheer van afval, alsook aan systematischer voorspellingen en modellen.

Deze levenscyclusbenadering is een aanvulling op de benadering van de IPPC-richtlijn, de richtlijn over het geïntegreerd productbeleid en de strategie inzake natuurlijke hulpbronnen. Dankzij een dergelijke benadering kan de belasting van het milieu (uitputting en verontreiniging) worden verminderd in elke fase van de levenscyclus van de hulpbronnen, inclusief de winning of oogst, het gebruik en de uiteindelijke verwijdering.

Bevordering van afvalrecycling

De strategie wil de recyclingsector aanmoedigen om afval onder de vorm van kwaliteitsproducten weer in de economische cyclus te brengen en om daarbij te streven naar zo weinig mogelijk negatieve milieueffecten.

Adequate recyclingstreefcijfers kunnen op termijn vastgelegd worden. Daarbij moet er rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elk materiaal en met de mate waarin die materialen kunnen worden gerecycleerd.

Recycling kan gestimuleerd worden door een wijziging in de wetgeving, die het met name mogelijk moet maken om efficiëntiecriteria voor terugwinning en criteria om afvalstoffen en producten te onderscheiden, vast te leggen. Door middel van dergelijke criteria kunnen minimumkwaliteitsnormen worden vastgelegd en goede praktijken over de hele EU worden verspreid.

De strategie voorziet eveneens in andere maatregelen zoals informatieuitwisseling over nationale stortheffingen en, op termijn, maatregelen die betrekking hebben op de aard van het materiaal. Het kan zijn dat er ook maatregelen zullen worden getroffen om de marktmechanismen te vervolledigen als zou blijken dat die de recyclingontwikkeling niet kunnen verzekeren.

Er wordt bijzonder veel belang gehecht aan biologisch afbreekbaar afval, waarvoor in Richtlijn 1999/31/EG staat dat twee derde daarvan niet zal worden gestort, maar een andere behandeling zal krijgen. De strategie stelt met name dat de Commissie richtsnoeren en de lidstaten strategieën voor beheer zullen aannemen en dat deze kwestie zal worden opgenomen in de wijziging van de IPPC-richtlijn en de richtlijn inzake het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (es de en fr).

Context

Alle in de handel gebrachte hulpbronnen worden vroeg of laat afval en elke productieve activiteit genereert een bepaalde vorm van afval. In de EU wordt momenteel 49 % van het huishoudelijk afval verwijderd door storten, 18 % door verbranding en 33 % door recycling en compostering.

Tegenwoordig wordt er meer gerecycleerd en gecomposteerd. Dat wil echter niet zeggen dat er minder wordt gestort want de productie van afval blijft stijgen. Sommige stoffen zijn bovendien bijzonder gevaarlijk en verontreinigend en impliceren belangrijke risico's voor het milieu en de gezondheid zodra ze uit het economisch circuit verdwijnen.

Deze strategie zal nieuwe kansen scheppen voor afvalbeheer om storting te verminderen, om meer te composteren en meer energie terug te winnen uit afval en om meer en beter te recycleren. De belangrijkste verwachte voordelen zijn: een betere doeltreffendheid en kosteneffectiviteit dankzij het belang van de milieueffecten, minder kosten en hinderpalen voor recycling, en minder door afvalstoffen veroorzaakte verontreiniging, met name minder uitstoot van broeikasgassen.

De strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling is één van de zeven thematische strategieën van het zesde Milieuactieprogramma dat in 2002 is goedgekeurd.

GERELATEERDE BESLUITEN

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 21 december 2005 betreffende afvalstoffen [COM(2005) 667 - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Dit voorstel beoogt de herziening van de kaderrichtlijn afvalstoffen. Daarin wordt de inhoud van de richtlijn gevaarlijke afvalstoffen en van de richtlijn afgewerkte olie opgenomen. De nieuwe richtlijn zal ook een milieudoelstelling bevatten en enkele begrippen (terugwinning, einde van de afvalfase) verduidelijken. Ze zal ook voorzien in een procedure ter vaststelling van minimumkwaliteitsnormen. De lidstaten worden verplicht nationale afvalpreventieprogramma's op te stellen.

Mededeling van de Commissie van 27 mei 2003: "Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling" [COM(2003) 301 - Publicatieblad C 76 van 25 maart 2004]. De Commissie legt de grondslag van een Europese strategie voor afvalpreventie en afvalrecycling en op basis van de reeds gerealiseerde vorderingen beschrijft ze de mogelijke beleidsopties waarover ze een debat op gang wil brengen.

See also

Verdere informatie is te vinden op de website van het directoraat-generaal Milieu van de Europese Commissie (EN).

Laatste wijziging: 31.01.2006

Top