EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Controle op concentraties van ondernemingen

Controle op concentraties van ondernemingen

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 139/2004 — Betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de concentratieverordening)

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • In de verordening wordt EU-regelgeving vastgesteld met betrekking tot concentraties* waarbij twee of meer ondernemingen samengaan door middel van fusie of verwerving.
  • Dit houdt in dat een fusie binnen de EU niet bij verschillende mededingingsautoriteiten in de EU hoeft te worden aangemeld; het is gebaseerd op het subsidiariteitsbeginsel, waarbij een fusie wordt behandeld door de meest geschikte autoriteit.

KERNPUNTEN

Deze verordening geldt voor alle concentraties met een EU-dimensie*.

Kennisgevingsprocedure

  • Als algemene regel geldt dat de partij of partijen die na de concentratie zeggenschap zullen verwerven, de Europese Commissie daarvan vóór de totstandbrenging ervan in kennis moeten stellen.
  • De verordening maakt het ook mogelijk om voorafgaand aan het sluiten van een bindende overeenkomst hiervan melding te maken, hetgeen de coördinatie met andere autoriteiten bij het onderzoeken van fusies vergemakkelijkt. Deze procedure, die verwijzing vóór aanmelding wordt genoemd, biedt de betrokken ondernemingen of personen de mogelijkheid om de Commissie al voor de aanmelding door middel van een gemotiveerde kennisgeving in kennis te stellen. Op deze wijze, hebben de partijen de mogelijkheid om de Commissie aan te tonen dat de voorgenomen concentratie weliswaar in een grensoverschrijdende concentratie resulteert, maar van invloed is op de mededinging op de markt in één EU-land.
  • Indien het betrokken EU-land niet binnen 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag bezwaar aantekent tegen het verzoek om de zaak te verwijzen, heeft de Commissie na ontvangst van de aanvraag 25 werkdagen de tijd om de zaak geheel of gedeeltelijk naar de bevoegde autoriteiten van het betreffende EU-land te verwijzen, zodat dit de nationale mededingingswetgeving kan toepassen.
  • Dezelfde procedure wordt toegepast wanneer een persoon of een onderneming de aandacht van de Commissie wil vestigen op de grensoverschrijdende effecten die een concentratie zonder EU-dimensie op Europees niveau kan hebben.

Inleiding van de procedure: de Commissie

Wanneer de Commissie een aanmelding ontvangt, dient zij te besluiten of:

  • de procedure wordt ingeleid;
  • het onderzoek wordt gestart, en
  • sancties worden opgelegd.

Als eerste stelt zij bij beschikking vast of:

  • de concentratie onder deze verordening valt;
  • de concentratie verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt;
  • er ernstige twijfel bestaat over de verenigbaarheid van de concentratie.

Een concentratie met een EU-dimensie mag in beginsel pas drie weken na de aanmelding tot stand worden gebracht. Als de concentratie echter al is uitgevoerd en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard, kan de Commissie de betrokken ondernemingen verplichten de concentratie te ontbinden of om de situatie te herstellen die bestond vóór de concentratie tot stand kwam.

Ook kan de Commissie voorlopige maatregelen opleggen wanneer zij vaststelt dat een aangemelde concentratie weliswaar onder de verordening valt, maar dat er geen twijfel over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt bestaat of wanneer een eenvoudige wijziging al volstaat om de concentratie met de gemeenschappelijke markt in overeenstemming te brengen.

Om naleving van de verordening af te dwingen kan de Commissie de volgende sancties opleggen:

  • Geldboeten van ten hoogste 1 % van de totale omzet van de onderneming als deze onjuiste, onvolledige of misleidende inlichtingen verstrekt, dan wel de inlichtingen niet binnen de vastgestelde termijn verstrekt. De Commissie kan ook geldboeten opleggen als de zegels die gedurende de inspectie werden geplaatst, werden verbroken. De Commissie kan geldboeten opleggen van ten hoogste 10 % van de totale omzet van de onderneming als de onderneming opzettelijk of uit onachtzaamheid nalaat om een concentratie aan te melden vóór zij tot stand komt, een concentratie tot stand brengt en daarbij de bepalingen van deze verordening schendt of een beslissing van de Commissie overtreedt, of
  • dwangsommen van ten hoogste 5 % van de gemiddelde dagelijkse gezamenlijke omzet van de onderneming opleggen voor elke werkdag waarmee de in haar beschikking – met een verzoek om inlichtingen, waarbij een inspectie wordt gelast enz. - vastgestelde termijn wordt overschreden.

De Commissie moet een adviescomité raadplegen, bestaande uit vertegenwoordigers van de autoriteiten van de EU-landen voorafgaand aan alle beslissingen betreffende de (on)verenigbaarheid of de vaststelling van geldboeten of dwangsommen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie kan de opgelegde geldboete of dwangsom intrekken, verlagen of verhogen.

Verwijzingsprocedure: de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de EU-landen

Terwijl de identificatie van de concentratiezaken met een grensoverschrijdend effect voorheen werd verzekerd door toepassing van het omzet- en het „3+”-criterium (d.w.z. exclusieve EU-bevoegdheid als alle EU-landen of ten minste drie van hen een aanvraag tot verwijzing indienen), wordt in Verordening (EG) nr. 139/2004 een derde criterium voor verwijzing naar de bevoegde autoriteiten van de EU-landen ingevoerd.

  • Een EU-land kan binnen vijftien werkdagen na ontvangst van een afschrift van de aanmelding uit eigen beweging of op verzoek van de Commissie verklaren dat de concentratie in significante mate gevolgen heeft voor de mededinging op zijn markt. De markt voor het product of de dienst in kwestie moet alle kenmerken van een afzonderlijke markt vertonen zonder een wezenlijk deel van de gemeenschappelijke markt te vormen.
  • De Commissie heeft 65 werkdagen na de aanmelding van de betrokken concentratie om te beslissen of zij de zaak zelf overeenkomstig deze verordening zal behandelen, dan wel dat zij de zaak in haar geheel of voor een gedeelte zal verwijzen naar de bevoegde autoriteit van het betrokken EU-land (wanneer de Commissie geen besluit neemt, wordt de zaak geacht naar het betrokken EU-land te zijn verwezen).
  • EU-landen kunnen de Commissie ook vragen een concentratie die geen EU-dimensie heeft in haar geheel te onderzoeken als deze de handel tussen EU-landen belemmert en aanzienlijke gevolgen dreigt te hebben op hun grondgebied. De Commissie stelt dan de bevoegde autoriteiten van de EU-landen en de betrokken ondernemingen hiervan in kennis, waarna de andere EU-landen 15 werkdagen de tijd krijgen om zich bij het oorspronkelijke verzoek aan te sluiten. Als de Commissie ten slotte niet binnen tien werkdagen besluit de zaak te verwijzen of verwijzing te weigeren, wordt zij geacht te hebben besloten de concentratie overeenkomstig het verzoek te onderzoeken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 mei 2004 van toepassing.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Concentratie: een „concentratie” wordt geacht tot stand te zijn gekomen als er een duurzame wijziging van zeggenschap voortvloeit uit:
  • de fusie van twee of meer voorheen onafhankelijke ondernemingen of delen van ondernemingen;
  • het verkrijgen, door een of meer personen die al zeggenschap over ten minste één onderneming bezitten, of door een of meer ondernemingen, van zeggenschap, rechtstreeks of middellijk, over een of meer andere ondernemingen.

Twee of meer transacties die van elkaar afhangen of nauw verweven zijn, worden beschouwd als één en dezelfde concentratie.

Concentratie met een EU-dimensie: een concentratie heeft een „EU-dimensie” wanneer:
  • de totale omzet die over de gehele wereld door alle betrokken ondernemingen tezamen is behaald, meer dan 5 miljard EUR bedraagt, en
  • ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk een totale omzet hebben behaald die meer dan 250 miljoen EUR bedraagt, tenzij elk van de betrokken ondernemingen meer dan tweederde van haar totale omzet binnen de EU in één EU-land behaalt.

Zelfs als de hierboven vermelde drempels niet worden gehaald, kan het toch gaan om een concentratie met een EU-dimensie als:

  • de totale omzet die over de gehele wereld door alle betrokken ondernemingen tezamen is behaald, meer dan 2,5 miljard EUR bedraagt;
  • de totale omzet die door alle betrokken ondernemingen in elk van ten minste drie EU-landen is behaald, meer dan 100 miljoen EUR bedraagt;
  • in elk van ten minste drie landen ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk een totale omzet hebben behaald die meer dan 25 miljoen EUR bedraagt, en
  • ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk een totale omzet hebben behaald die meer dan 100 miljoen EUR bedraagt, tenzij elk van de betrokken ondernemingen meer dan tweederde van haar totale omzet binnen de EU in één EU-land behaalt.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1-22)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5-9)

Rectificatie voor de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 11 van 15.1.2014, blz. 6)

Laatste bijwerking 08.01.2019

Top