EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het Marco Polo II-programma

Het Marco Polo II-programma

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1692/2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • Het Marco Polo II-programma was bedoeld om vracht van de weg naar milieuvriendelijkere vervoerswijzen over te hevelen en om de efficiëntie van het vervoer te verhogen door onnodig verkeer en lege ritten te vermijden.
  • Het programma was gericht op het geven van een impuls aan intermodaliteit* door binnen het vervoerssysteem de bestaande middelen beter te benutten door de korte vaart, het spoorvervoer en de binnenvaart in de logistieke keten op te nemen.
  • De verordening strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1382/2003, waarbij het eerste Marco Polo-programma is opgezet.

KERNPUNTEN

  • Het Marco Polo II-programma was van kracht van 2007 tot en met 2013, als opvolger van de programma’s Marco Polo I (2003-2006) en PACT (1997-2001).
  • Het programma was bedoeld om operationele steun te bieden aan vervoers- en logistieke entiteiten met het oog op het aanpakken van marktfalen dat onevenwichtigheden en inefficiënties in het Europese goederenvervoer teweegbracht, met name door de dominante positie van het wegvervoer.
  • De belangrijkste doelstellingen waren het verminderen van verkeersopstoppingen en het verbeteren van de milieuprestaties van het goederenvervoerssysteem. Daardoor heeft het bijgedragen tot een efficiënt en duurzaam vervoerssysteem dat een toegevoegde waarde heeft voor de EU, zonder dat het een negatieve invloed heeft op de economische, sociale of territoriale samenhang.
  • De meeste projecttypen werden beoordeeld en betaald op basis van kwantificeerbare resultaten, zoals het daadwerkelijk teweegbrengen van een verschuiving tussen vervoerswijzen (modal shift) en het vermijden van vrachtvervoer in het Europese vervoersnetwerk.
  • Marco Polo II maakte een ruimere geografische dekking mogelijk door niet alleen ondersteuning te bieden aan acties tussen de EU-landen, maar ook tussen ten minste één EU-land en een nabijgelegen niet-EU-land.
  • Er werd een totaal budget van 435 miljoen euro vrijgemaakt voor de financiering van vijf soorten acties:
    • modal shift-acties,
    • katalysatoracties,
    • gemeenschappelijke leeracties,
    • snelwegen op zee-acties, en
    • verkeersvermijdingsacties.
  • De acties werden geselecteerd via jaarlijkse uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.
  • Alle in het kader van het Marco Polo II-programma gefinancierde acties zijn afgerond en het programma is beëindigd.
  • Het programma werd beheerd door twee uitvoerende agentschappen: het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie tot eind 2013 en het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken van 2014 tot de afsluiting van het programma.
  • In 2013 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de resultaten van de Marco Polo-programma’s voor de periode 2003-2010.

In aanmerking komende acties

De volgende acties kwamen in aanmerking.

  • Katalysatoracties: acties die gericht zijn op het wegnemen van voor de EU belangrijke structurele belemmeringen op de goederenvervoersmarkt, die het efficiënt functioneren van de markten in de weg staan en het concurrentievermogen van de korte vaart, het spoorvervoer of de binnenvaart en/of de doelmatigheid van vervoersketens die gebruikmaken van deze vervoerswijzen, aantasten. Ze zijn gericht op verbetering van de synergieën in de sectoren spoorvervoer, binnenvaart en korte vaart, met inbegrip van de snelwegen op zee, door beter gebruik te maken van bestaande infrastructuur.
  • Modal shift-acties: acties die bedoeld zijn om het goederenvervoer over de weg over te hevelen naar de korte vaart, het spoorwegvervoer of de binnenvaart, of naar een combinatie van deze vervoerswijzen. De doelstelling is het traject over de weg zo kort mogelijk te houden.
  • Gemeenschappelijke leeracties: acties die tot doel hebben de samenwerking te verbeteren om werkmethoden en procedures in de goederenvervoersketen structureel te optimaliseren, daarbij rekening houdend met de logistieke eisen.
  • Snelwegen op zee-acties: dit idee werd voor het eerst ingevoerd in het witboek van 2001 over het Europees vervoersbeleid. Snelwegen op zee zijn bedoeld om een deel van het vrachtvervoer over de weg op directe wijze over te hevelen naar de korte vaart of naar een combinatie van de korte vaart en andere vervoerswijzen, waarbij het traject over de weg zo kort mogelijk wordt gehouden. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan snelwegen op zee tussen Spanje en Frankrijk om zo de knelpunten op de wegen over de Pyreneeën te vermijden.
  • Verkeersvermijdingsacties: vernieuwende acties waarbij het vervoer wordt geïntegreerd in de productielogistiek van bedrijven om een hoog percentage goederenvervoer over de weg te voorkomen zonder negatieve gevolgen voor de productie of het personeel.

Criteria voor de selectie van ingediende voorstellen

  • Actievoorstellen moeten worden ingediend door ondernemingen of consortia die gevestigd zijn in EU-landen of, mits is voldaan aan bepaalde voorwaarden, andere deelnemende landen, waaronder kandidaat-landen die tot de EU willen toetreden, landen van de Europese Vrijhandelsassociatie, landen van de Europese Economische Ruimte en nabijgelegen niet-EU-landen.
  • De financiële bijstand van de EU werd verstrekt in de vorm van subsidies. Voor de meeste projecttypen was de bijstand gebaseerd op het aantal tonkilometers dat van het wegvervoer wordt overgeheveld naar de korte vaart, het spoorvervoer of de binnenvaart, dan wel op het aantal vermeden voertuigkilometers over de weg. Het doel was zeer kwalitatieve projecten te belonen. De EU-subsidie kon niet tot concurrentieverstoring leiden.
  • In het programma wordt bijzondere aandacht besteed aan kwetsbare en grootstedelijke gebieden. De Commissie evalueert de voorgestelde acties op basis van hun bijdrage aan het wegwerken van de congestieproblemen bij het wegvervoer, maar ook op basis van de milieuprestaties van de acties en hun algemene duurzaamheid.
  • De financiële bijstand van de EU aan de verschillende acties is beperkt tot maximaal 35 % van de totale uitgaven die vereist zijn om de doelstellingen van een actie te bereiken en die daarvan het gevolg zijn. Voor gemeenschappelijke leeracties is de financiële bijstand beperkt tot 50 %.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Intermodaliteit: Intermodaliteit, ook wel multimodaliteit genoemd, is een kwaliteitsindicator van de mate van integratie tussen de verschillende vervoerswijzen. Meer intermodaliteit betekent meer integratie en complementariteit van vervoerswijzen, wat mogelijkheden biedt voor een efficiënter gebruik van het vervoerssysteem.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1382/2003 (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1-13)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1692/2006 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERD DOCUMENT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het Marco Polo-programma — resultaten en vooruitzichten (COM(2013) 278 final van 14 mei 2013)

Laatste bijwerking 10.08.2020

Top