EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014H0218(01)

Aanbeveling nr. S2 van 22 oktober 2013 betreffende het recht op verstrekkingen bij verblijf in een derde land van verzekerde personen en hun gezinsleden uit hoofde van een bilaterale overeenkomst tussen de bevoegde lidstaat en het derde land Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst

OJ C 46, 18.2.2014, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

18.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 46/8


AANBEVELING Nr. S2

van 22 oktober 2013

betreffende het recht op verstrekkingen bij verblijf in een derde land van verzekerde personen en hun gezinsleden uit hoofde van een bilaterale overeenkomst tussen de bevoegde lidstaat en het derde land

(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

(2014/C 46/09)

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

Gezien artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (1), uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 (2),

Gezien artikel 72, onder c), van Verordening (EG) nr. 883/2004, op grond waarvan zij belast is met het bevorderen en verder ontwikkelen van de samenwerking tussen de lidstaten en hun organen op het gebied van de sociale zekerheid,

Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het bijzondere belang van het algemene beginsel van gelijke behandeling voor personen die werken en die niet wonen in de lidstaat waar zij werken, waaronder grensarbeiders, wordt in de achtste overweging en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004 onderstreept.

(2)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004 verbiedt discriminatie van personen op wie die verordening van toepassing is.

(3)

Daarnaast heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat indien een maatregel ter uitvoering van een zelfs buiten de werkingssfeer van het Verdrag vallende bilaterale overeenkomst een belemmering dreigt te vormen voor de toepassing van een bepaling van EU-recht, iedere lidstaat gehouden is de toepassing van deze bepaling te vergemakkelijken (3).

(4)

Ookal valt een overeenkomst tussen een lidstaat en een of meerdere derde landen niet onder het begrip „wetgeving” in de zin van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004, doet dit niet af aan de verplichting voor elke lidstaat om het in artikel 45 van het Verdrag neergelegde beginsel van gelijke behandeling na te leven (4).

(5)

Daarom moet worden verduidelijkt dat bilaterale overeenkomsten inzake sociale zekerheid tussen een lidstaat en een derde staat zodanig moeten worden uitgelegd dat de toepassing ervan de persoon en zijn/haar gezinsleden (artikel 1, onder i), van Verordening (EG) nr. 883/2004) niet de rechten ontneemt die aan de uitoefening van de in het Verdrag vastgelegde vrijheid van verkeer binnen de Unie zijn verbonden.

(6)

Het vrije verkeer kan niet volledig worden gerealiseerd indien aan een persoon voor wie de wetgeving van een andere lidstaat dan die van zijn/haar woonplaats geldt, niet rechtens dezelfde behandeling wordt toegekend als een persoon die in die lidstaat woont en zich in dezelfde situatie bevindt.

(7)

De bepalingen van titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 bevatten conflictregels, waarin is vastgelegd onder welke voorwaarden een verzekerde en zijn/haar gezinsleden recht hebben op verstrekkingen bij ziekte die voor rekening van het bevoegde orgaan worden verleend wanneer zij in een andere lidstaat wonen of verblijven.

(8)

De bedoeling van de artikelen 17 en 24 tot en met 26 van Verordening (EG) nr. 883/2004 is ervoor te zorgen dat voor verstrekkingen bij ziekte niet als voorwaarde wordt gesteld dat de verzekerde in de bevoegde lidstaat woont, teneinde migrerende werknemers niet te weerhouden van de uitoefening van hun recht van vrij verkeer (5).

(9)

Dit geldt eveneens voor gezinsleden als gedefinieerd in artikel 1, onder i), van Verordening (EG) nr. 883/2004 die op grond van de artikelen 17 of 24 tot en met 26 van Verordening (EG) nr. 883/2004 in geval van ziekte in de lidstaat waar zij wonen voor rekening van het bevoegde orgaan verstrekkingen ontvangen van het orgaan van de lidstaat waar zij wonen.

(10)

Het beginsel van gelijke behandeling dient in beginsel ook van toepassing te zijn in gevallen waar de bevoegde lidstaat met een derde land een bilaterale overeenkomst heeft gesloten waarin bepalingen zijn opgenomen inzake verstrekkingen die bij ziekte in een derde land medisch noodzakelijk zijn, mits het derde land bereid is in individuele gevallen medewerking te verlenen.

BEVEELT AAN:

1.

Een lidstaat die met een derde land een bilaterale overeenkomst inzake sociale zekerheid heeft gesloten waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende verstrekkingen bij ziekte, moet deze bepalingen toepassen op personen op wie de wetgeving van die lidstaat van toepassing is, evenals op hun gezinsleden die in een andere lidstaat wonen en op grond van de artikelen 17 of 24 tot en met 26 van Verordening (EG) nr. 883/2004 recht hebben op verstrekkingen, in situaties waar verstrekkingen tijdens een tijdelijk verblijf in dat derde land wegens ziekte medisch noodzakelijk zijn.

2.

Deze aanbeveling wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van de eerste dag van de tweede maand na de bekendmaking ervan.

De voorzitster van de Administratieve Commissie

Mariana ZIUKIENE


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1 (rectificatie PB L 200 van 7.6.2004, blz. 1).

(2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.

(3)  Zaak C-55/00, Gottardo [2002], Jurispr. blz. I-413, punt 31 en zaak C-235/87, Matteucci [1988], Jurispr. blz. 5589, punt 19.

(4)  Zaak C-55/00, Gottardo [2002], Jurispr. blz. I-413, punt 35 en zaak C-23/92, Grana Novoa [1993], Jurispr. blz. I-4505.

(5)  Zaak C-286/03, Silvia Hosse [2006], Jurispr. I-01771, punt 54.


Top