EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0255
2014/255/EU: Commission Implementing Decision of 29 April 2014 establishing the Work Programme for the Union Customs Code
2014/255/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 29 april 2014 tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie
2014/255/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 29 april 2014 tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie
OJ L 134, 7.5.2014, p. 46–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 15/04/2016; afgeschaft en vervangen door 32016D0578
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 32016D0578 | intrekking | 16/04/2016 |
7.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 134/46 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2014
tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie
(2014/255/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 281,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 280 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (hierna „het wetboek” genoemd) stelt de Commissie een werkprogramma op voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen. Dit werkprogramma is met name belangrijk voor de vaststelling van de overgangsmaatregelen in verband met de elektronische systemen en het tijdschema voor de gevallen waarin systemen nog niet operationeel zijn op de datum van toepassing van het wetboek, dat wil zeggen 1 mei 2016. |
(2) |
Overeenkomstig het wetboek moeten alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten alsmede de opslag van die informatie geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken en moeten de informatie- en communicatiesystemen de marktdeelnemers in alle lidstaten dezelfde faciliteiten bieden. Daarom dient het werkprogramma te voorzien in een uitgebreid implementatieplan voor de elektronische systemen, teneinde de juiste toepassing van het wetboek te garanderen. |
(3) |
Dienovereenkomstig moet in het werkprogramma een lijst worden opgenomen van de elektronische systemen die de lidstaten en de Commissie in nauwe samenwerking moeten ontwikkelen om ervoor te zorgen dat het wetboek in de praktijk toepassing kan vinden. Die lijst is gebaseerd op de bestaande planning voor alle IT-gerelateerde douaneprojecten, het strategische meerjarenplan („MASP”), dat is opgesteld overeenkomstig Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) en met name artikel 4 en artikel 8, lid 2. Dezelfde projectmatige beheersaanpak moet worden gevolgd voor de in het werkprogramma bedoelde elektronische systemen, die voorbereid en ontwikkeld moeten worden zoals in het MASP is vastgelegd. |
(4) |
In het werkprogramma moeten de elektronische systemen worden gedefinieerd en beschreven, evenals de desbetreffende rechtsgrond, de voornaamste mijlpalen en de datum waarop zij operationeel moeten zijn. Deze datums moeten worden aangeduid als „streefdatums voor de inbedrijfstelling”. De datum van inbedrijfstelling van de elektronische systemen moet de beoogde einddatum van de overgangsperiode zijn. |
(5) |
De in het werkprogramma bedoelde elektronische systemen moeten worden geselecteerd in het licht van de impact die zij naar verwachting zullen hebben op de in het wetboek vastgestelde prioriteiten. Een van de voornaamste prioriteiten bestaat erin dat aan marktdeelnemers een brede waaier van elektronische douanediensten kan worden aangeboden in het gehele douanegebied van de Unie. Voorts moeten de elektronische systemen tot doel hebben een grotere efficiëntie, effectiviteit en harmonisatie van de douaneprocessen overal in de Unie te bewerkstelligen. De volgorde van en het tijdschema voor de inbedrijfstelling van de in het werkprogramma opgenomen systemen dienen gebaseerd te zijn op praktische en projectmatige overwegingen, zoals de spreiding van inspanningen en middelen, de koppeling tussen de projecten, de specifieke voorwaarden van elk systeem en de rijpheid van het project. Op die manier wordt met het werkprogramma beoogd de ontwikkeling van de elektronische systemen op een ordelijke en gefaseerde wijze te plannen en te beheren. |
(6) |
Aangezien de in artikel 16, lid 1, van het wetboek bedoelde elektronische systemen ontwikkeld, ingevoerd en onderhouden moeten worden door de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, moeten de Commissie en de lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat de voorbereiding en de implementatie van de elektronische systemen worden beheerd in overeenstemming met het werkprogramma en dat passende maatregelen worden genomen om de genoemde systemen op gecoördineerde en tijdige wijze te plannen, te ontwerpen, te ontwikkelen en in te voeren. |
(7) |
Teneinde te garanderen dat het werkprogramma en het MASP gelijklopen, moet het werkprogramma op hetzelfde tijdstip worden bijgewerkt als het MASP. |
(8) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Bij dit besluit wordt het werkprogramma vastgesteld als bedoeld in artikel 280, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie („het wetboek”).
Het werkprogramma is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
Tenuitvoerlegging
1. De Commissie en de lidstaten nemen de nodige maatregelen voor samenwerking en uitvoering van het werkprogramma.
2. De in het werkprogramma gespecificeerde projecten en de voorbereiding en implementatie van de desbetreffende elektronische systemen worden beheerd in overeenstemming met het werkprogramma.
3. De Commissie streeft naar een gemeenschappelijke visie en overeenstemming met de lidstaten over de reikwijdte van de projecten, het ontwerp, de vereisten en architectuur van de elektronische systemen, zodat de projecten van het werkprogramma van start kunnen gaan. In voorkomend geval raadpleegt de Commissie ook de marktdeelnemers en houdt zij rekening met hun standpunten.
Artikel 3
Actualiseringen
1. Het werkprogramma wordt op gezette tijden bijgewerkt om het af te stemmen op en aan te passen aan de laatste ontwikkelingen bij de tenuitvoerlegging van het wetboek en om rekening te houden met de feitelijke vooruitgang met de voorbereiding en de ontwikkeling van de elektronische systemen, met name wat betreft de beschikbaarheid van gezamenlijk overeengekomen specificaties en de inbedrijfstelling van de elektronische systemen.
2. Teneinde te garanderen dat het werkprogramma en het strategische meerjarenplan („MASP”) gelijklopen, wordt het werkprogramma ten minste een keer per jaar bijgewerkt.
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 29 april 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(2) Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).
BIJLAGE
WERKPROGRAMMA VOOR HET DOUANEWETBOEK VAN DE UNIE
I. Inleiding tot het werkprogramma
Dit werkprogramma is bedoeld als een instrument ter ondersteuning van de toepassing van het wetboek wat betreft de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen.
Het werkprogramma zal de ontwikkeling van de krachtens artikel 6, lid 1, vereiste elektronische systemen ondersteunen en de vaststelling van de in artikel 278 van het wetboek bedoelde overgangstermijnen regelen. Het werkprogramma ziet op de noodzakelijke samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten bij de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, lid 1, van het wetboek.
Het werkprogramma is als volgt te begrijpen:
1. |
het heeft betrekking op de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen als bedoeld in artikel 16, lid 1, van het wetboek; |
2. |
het houdt rekening met de prioriteiten die zijn vastgesteld in artikel 280, lid 2, van het wetboek; |
3. |
het bevat een lijst van de in artikel 16, lid 1, bedoelde elektronische systemen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de bepalingen van het wetboek en waarvoor een overgangsperiode moet worden vastgesteld, vanaf de datum van toepassing van het wetboek tot en met uiterlijk 31 december 2020; |
4. |
het specificeert per project:
|
De beschrijving van de elektronische systemen in het werkprogramma is gebaseerd op de vereisten voor die systemen, die uit de beschrijvingen in het wetboek kunnen worden afgeleid, op het tijdstip van de opstelling van het werkprogramma.
Met het oog op de tenuitvoerlegging van het werkprogramma zal de Commissie de specifieke projecten voor de elektronische systemen opstarten met een analyse van bedrijfsprocessen in nauwe samenwerking met de lidstaten. Voor de verdere uitwerking van het IT-technische gedeelte van de projecten zal zij vervolgens, in nauwe samenwerking met de lidstaten, gemeenschappelijke specificaties voor de beoogde elektronische systemen definiëren. De lidstaten en de Commissie zullen zorg dragen voor de ontwikkeling en de implementatie van de systemen, met inbegrip van de test- en migratieactiviteiten, in overeenstemming met de gedefinieerde systeemarchitectuur en -specificaties. De Commissie en de lidstaten zullen ook samenwerken met andere stakeholders zoals de marktdeelnemers.
De projecten zullen in verschillende fasen ten uitvoer worden gelegd, gaande van ontwerp over bouw, testen en migratie tot uiteindelijke inbedrijfstelling. De rol van de Commissie en de lidstaten in deze verschillende fasen zal afhangen van de aard en de architectuur van de systemen en de componenten of diensten ervan zoals beschreven in de gedetailleerde projectfiches van het strategische meerjarenplan („MASP”). Waar passend zal de Commissie, in nauwe samenwerking met en na toetsing door de lidstaten, gemeenschappelijke technische specificaties vaststellen zodat deze 24 maanden vóór de streefdatum van inbedrijfstelling van het elektronische systeem ter beschikking kunnen worden gesteld.
De lidstaten en de Commissie zullen zich toeleggen op de ontwikkeling en de implementatie van de systemen, met inbegrip van ondersteunende activiteiten zoals opleidingen en communicatieactiviteiten. De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd met inachtneming van de in het werkprogramma vermelde mijlpalen en datums. De marktdeelnemers dienen de nodige stappen te ondernemen om gebruik te kunnen maken van de systemen, zodra deze in bedrijf gesteld zijn.
II. Werkprogramma (voor het douanewetboek van de Unie)
„DWU-projecten en daarmee samenhangende elektronische systemen” Lijst van projecten voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen die vereist zijn voor de toepassing van het wetboek |
Rechtsgrond |
Belangrijkste mijlpaal |
Streefdatum inbedrijfstelling elektronisch systeem (1) |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 64 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q1 2015 |
1.1.2017 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27, 28, 33 en 34 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q2 2015 (fase 1) = Q3 2016 (fase 2) |
1.3.2017 (fase 1) 1.10.2018 (fase 2) |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27 en 28 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2015 |
2.10.2017 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q4 2015 |
2.10.2017 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 153 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2015 |
2.10.2017 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27, 28, 38 en 39 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q1 2016 |
1.3.2018 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, en artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2016 |
1.10.2018 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 226 t/m 236 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2016 |
1.10.2018 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 179 en 263 t/m 276 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2016 |
1.3.2019 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 215, 237 t/m 242 en 250 t/m 262 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2017 |
1.10.2019 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 215, 237 t/m 242 en 250 t/m 262 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q1 2017 |
1.10.2019 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 133 t/m 152 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q3 2017 |
2.3.2020 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 179 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q1 2017 |
1.10.2020 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 89 t/m 100 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Streefdatum technische specificaties = Q1 2018 |
2.3.2020 |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, 46 en 127 t/m 132 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma |
Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma op basis van de routekaart (2) |
||||||||||
|
Artikel 6, lid 1, artikel 16, lid 1, en artikel 57 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie |
Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma |
Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma |
Figuur
Grafisch overzicht
(1) De streefdatum voor de inbedrijfstelling van de elektronische systemen is gelijk aan de einddatum van de overgangsperiode.
(2) Het tijdschema voor de projecten die betrekking hebben op de ontwikkelingen op het gebied van risicobeheer, moet worden bekeken bij de actualisering van dit werkprogramma in overeenstemming met de lopende werkzaamheden van de Commissie voor een strategie op basis van een actieplan als follow-up van de conclusies van de Raad over de versterking van de beveiliging van de toeleveringsketen en het douanerisicobeheer (8761/3/13, Rev. 3, 18 juni 2013).