EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0255

2014/255/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 29 april 2014 tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie

OJ L 134, 7.5.2014, p. 46–53 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/04/2016; afgeschaft en vervangen door 32016D0578

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/255/oj

7.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/46


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 29 april 2014

tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie

(2014/255/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 281,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 280 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (hierna „het wetboek” genoemd) stelt de Commissie een werkprogramma op voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen. Dit werkprogramma is met name belangrijk voor de vaststelling van de overgangsmaatregelen in verband met de elektronische systemen en het tijdschema voor de gevallen waarin systemen nog niet operationeel zijn op de datum van toepassing van het wetboek, dat wil zeggen 1 mei 2016.

(2)

Overeenkomstig het wetboek moeten alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten alsmede de opslag van die informatie geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken en moeten de informatie- en communicatiesystemen de marktdeelnemers in alle lidstaten dezelfde faciliteiten bieden. Daarom dient het werkprogramma te voorzien in een uitgebreid implementatieplan voor de elektronische systemen, teneinde de juiste toepassing van het wetboek te garanderen.

(3)

Dienovereenkomstig moet in het werkprogramma een lijst worden opgenomen van de elektronische systemen die de lidstaten en de Commissie in nauwe samenwerking moeten ontwikkelen om ervoor te zorgen dat het wetboek in de praktijk toepassing kan vinden. Die lijst is gebaseerd op de bestaande planning voor alle IT-gerelateerde douaneprojecten, het strategische meerjarenplan („MASP”), dat is opgesteld overeenkomstig Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) en met name artikel 4 en artikel 8, lid 2. Dezelfde projectmatige beheersaanpak moet worden gevolgd voor de in het werkprogramma bedoelde elektronische systemen, die voorbereid en ontwikkeld moeten worden zoals in het MASP is vastgelegd.

(4)

In het werkprogramma moeten de elektronische systemen worden gedefinieerd en beschreven, evenals de desbetreffende rechtsgrond, de voornaamste mijlpalen en de datum waarop zij operationeel moeten zijn. Deze datums moeten worden aangeduid als „streefdatums voor de inbedrijfstelling”. De datum van inbedrijfstelling van de elektronische systemen moet de beoogde einddatum van de overgangsperiode zijn.

(5)

De in het werkprogramma bedoelde elektronische systemen moeten worden geselecteerd in het licht van de impact die zij naar verwachting zullen hebben op de in het wetboek vastgestelde prioriteiten. Een van de voornaamste prioriteiten bestaat erin dat aan marktdeelnemers een brede waaier van elektronische douanediensten kan worden aangeboden in het gehele douanegebied van de Unie. Voorts moeten de elektronische systemen tot doel hebben een grotere efficiëntie, effectiviteit en harmonisatie van de douaneprocessen overal in de Unie te bewerkstelligen. De volgorde van en het tijdschema voor de inbedrijfstelling van de in het werkprogramma opgenomen systemen dienen gebaseerd te zijn op praktische en projectmatige overwegingen, zoals de spreiding van inspanningen en middelen, de koppeling tussen de projecten, de specifieke voorwaarden van elk systeem en de rijpheid van het project. Op die manier wordt met het werkprogramma beoogd de ontwikkeling van de elektronische systemen op een ordelijke en gefaseerde wijze te plannen en te beheren.

(6)

Aangezien de in artikel 16, lid 1, van het wetboek bedoelde elektronische systemen ontwikkeld, ingevoerd en onderhouden moeten worden door de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, moeten de Commissie en de lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat de voorbereiding en de implementatie van de elektronische systemen worden beheerd in overeenstemming met het werkprogramma en dat passende maatregelen worden genomen om de genoemde systemen op gecoördineerde en tijdige wijze te plannen, te ontwerpen, te ontwikkelen en in te voeren.

(7)

Teneinde te garanderen dat het werkprogramma en het MASP gelijklopen, moet het werkprogramma op hetzelfde tijdstip worden bijgewerkt als het MASP.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit wordt het werkprogramma vastgesteld als bedoeld in artikel 280, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie („het wetboek”).

Het werkprogramma is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Tenuitvoerlegging

1.   De Commissie en de lidstaten nemen de nodige maatregelen voor samenwerking en uitvoering van het werkprogramma.

2.   De in het werkprogramma gespecificeerde projecten en de voorbereiding en implementatie van de desbetreffende elektronische systemen worden beheerd in overeenstemming met het werkprogramma.

3.   De Commissie streeft naar een gemeenschappelijke visie en overeenstemming met de lidstaten over de reikwijdte van de projecten, het ontwerp, de vereisten en architectuur van de elektronische systemen, zodat de projecten van het werkprogramma van start kunnen gaan. In voorkomend geval raadpleegt de Commissie ook de marktdeelnemers en houdt zij rekening met hun standpunten.

Artikel 3

Actualiseringen

1.   Het werkprogramma wordt op gezette tijden bijgewerkt om het af te stemmen op en aan te passen aan de laatste ontwikkelingen bij de tenuitvoerlegging van het wetboek en om rekening te houden met de feitelijke vooruitgang met de voorbereiding en de ontwikkeling van de elektronische systemen, met name wat betreft de beschikbaarheid van gezamenlijk overeengekomen specificaties en de inbedrijfstelling van de elektronische systemen.

2.   Teneinde te garanderen dat het werkprogramma en het strategische meerjarenplan („MASP”) gelijklopen, wordt het werkprogramma ten minste een keer per jaar bijgewerkt.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 april 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).


BIJLAGE

WERKPROGRAMMA VOOR HET DOUANEWETBOEK VAN DE UNIE

I.   Inleiding tot het werkprogramma

Dit werkprogramma is bedoeld als een instrument ter ondersteuning van de toepassing van het wetboek wat betreft de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen.

Het werkprogramma zal de ontwikkeling van de krachtens artikel 6, lid 1, vereiste elektronische systemen ondersteunen en de vaststelling van de in artikel 278 van het wetboek bedoelde overgangstermijnen regelen. Het werkprogramma ziet op de noodzakelijke samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten bij de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, lid 1, van het wetboek.

Het werkprogramma is als volgt te begrijpen:

1.

het heeft betrekking op de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen als bedoeld in artikel 16, lid 1, van het wetboek;

2.

het houdt rekening met de prioriteiten die zijn vastgesteld in artikel 280, lid 2, van het wetboek;

3.

het bevat een lijst van de in artikel 16, lid 1, bedoelde elektronische systemen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de bepalingen van het wetboek en waarvoor een overgangsperiode moet worden vastgesteld, vanaf de datum van toepassing van het wetboek tot en met uiterlijk 31 december 2020;

4.

het specificeert per project:

a)

een algemene beschrijving van het project en het desbetreffende elektronische systeem;

b)

de rechtsgrond voor het elektronische systeem (desbetreffende bepalingen in het wetboek);

c)

de belangrijkste mijlpaal in termen van streefdatum voor de technische specificaties, te begrijpen als de datum waarop de stabiele technische specificaties zijn voltooid, dat wil zegen na toetsing zijn bijgewerkt en ter beschikking staan van de lidstaten;

d)

de beoogde datum waarop het elektronische systeem operationeel is; dit wordt de streefdatum voor de inbedrijfstelling van het elektronische systeem genoemd en deze valt samen met de datum waarop de overgangstermijn verstrijkt.

De beschrijving van de elektronische systemen in het werkprogramma is gebaseerd op de vereisten voor die systemen, die uit de beschrijvingen in het wetboek kunnen worden afgeleid, op het tijdstip van de opstelling van het werkprogramma.

Met het oog op de tenuitvoerlegging van het werkprogramma zal de Commissie de specifieke projecten voor de elektronische systemen opstarten met een analyse van bedrijfsprocessen in nauwe samenwerking met de lidstaten. Voor de verdere uitwerking van het IT-technische gedeelte van de projecten zal zij vervolgens, in nauwe samenwerking met de lidstaten, gemeenschappelijke specificaties voor de beoogde elektronische systemen definiëren. De lidstaten en de Commissie zullen zorg dragen voor de ontwikkeling en de implementatie van de systemen, met inbegrip van de test- en migratieactiviteiten, in overeenstemming met de gedefinieerde systeemarchitectuur en -specificaties. De Commissie en de lidstaten zullen ook samenwerken met andere stakeholders zoals de marktdeelnemers.

De projecten zullen in verschillende fasen ten uitvoer worden gelegd, gaande van ontwerp over bouw, testen en migratie tot uiteindelijke inbedrijfstelling. De rol van de Commissie en de lidstaten in deze verschillende fasen zal afhangen van de aard en de architectuur van de systemen en de componenten of diensten ervan zoals beschreven in de gedetailleerde projectfiches van het strategische meerjarenplan („MASP”). Waar passend zal de Commissie, in nauwe samenwerking met en na toetsing door de lidstaten, gemeenschappelijke technische specificaties vaststellen zodat deze 24 maanden vóór de streefdatum van inbedrijfstelling van het elektronische systeem ter beschikking kunnen worden gesteld.

De lidstaten en de Commissie zullen zich toeleggen op de ontwikkeling en de implementatie van de systemen, met inbegrip van ondersteunende activiteiten zoals opleidingen en communicatieactiviteiten. De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd met inachtneming van de in het werkprogramma vermelde mijlpalen en datums. De marktdeelnemers dienen de nodige stappen te ondernemen om gebruik te kunnen maken van de systemen, zodra deze in bedrijf gesteld zijn.

II.   Werkprogramma (voor het douanewetboek van de Unie)

„DWU-projecten en daarmee samenhangende elektronische systemen”

Lijst van projecten voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen die vereist zijn voor de toepassing van het wetboek

Rechtsgrond

Belangrijkste mijlpaal

Streefdatum inbedrijfstelling elektronisch systeem (1)

1.

Systeem van geregistreerde exporteurs (REX)

Het project heeft tot doel actuele informatie over geregistreerde exporteurs in SAP-landen die goederen naar de EU uitvoeren, ter beschikking te stellen. Het systeem zal ook gegevens over EU-ondernemers bevatten ter ondersteuning van de uitvoer naar SAP-landen.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 64 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q1 2015

1.1.2017

2.

DWU BTI/Surveillance 2+

Het project moet resulteren in een upgrade van het BTI-systeem en het Surveillance 2-systeem, met name in:

de aanpassing van het EBTI 3-systeem aan de vereisten van het DWU,

uitbreiding van Surveillance-gegevens,

monitoring van verplicht BTI-gebruik,

monitoring en beheer van verlengd BTI-gebruik.Het project zal in twee fasen worden uitgevoerd.

In de eerste fase worden de centrale componenten voor de verplichte controle op het BTI-gebruik opgezet op basis van een beperkte gegevensset en wordt het systeem aangepast aan het proces van douanebeschikkingen.

In de tweede fase wordt het integrale kader voor de monitoring geïmplementeerd op basis van een volledige gegevensset en krijgen ondernemers de mogelijkheid om BTI-aanvragen in te dienen en BTI-beschikkingen te ontvangen langs elektronische weg via een op EU-niveau geharmoniseerde interface.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27, 28, 33 en 34 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q2 2015

(fase 1)

= Q3 2016

(fase 2)

1.3.2017

(fase 1)

1.10.2018

(fase 2)

3.

DWU Douanebeschikkingen

Het project strekt tot harmonisering van het aanvraag-, besluitvormings- en beheerproces voor douanebeschikkingen door middel van standaardisering en elektronisch beheer van de aanvraag- en de beschikking-/vergunningsgegevens voor de gehele Europese Unie. Het systeem zal het overleg tijdens het besluitvormingsproces en het beheer van de vergunningen vergemakkelijken.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27 en 28 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2015

2.10.2017

4.

Directe toegang voor ondernemers tot de Europese informatiesystemen (uniform gebruikersbeheer en digitale handtekening)

Dit project moet praktische oplossingen aanreiken voor een rechtstreekse en op EU-niveau geharmoniseerde toegang voor ondernemers, die moet worden geïntegreerd in de elektronische douanesystemen als omschreven in de specifieke DWU-projecten zoals DWU BTI/Surveillance 2+ en DWU douanebeschikkingen. Deze dienst omvat ondersteuning voor identiteits-, toegangs- en gebruikersbeheer in overeenstemming met het vereiste veiligheidsbeleid, eventueel aangevuld met ondersteuning voor digitale handtekeningen.

Artikel 6, lid 1, en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q4 2015

2.10.2017

5.

DWU Bewijs van Uniestatus (PoUS)

Het project beoogt de oprichting van een nieuw EU-breed informatiesysteem om het bewijs van Uniestatus op te slaan, te beheren en op te vragen. De bedoeling is om het papieren formulier T2L te vervangen door een elektronische variant.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 153 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2015

2.10.2017

6.

DWU Geautoriseerde marktdeelnemers (AEO) — update

Het project strekt ertoe de bedrijfsprocessen met betrekking tot AEO-aanvragen en -vergunningen te verbeteren rekening houdend met de wijzigingen in de wettelijke bepalingen van het DWU en de harmonisatie van de besluitvormingsprocedure van de douane.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 22, 23, 26, 27, 28, 38 en 39 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q1 2016

1.3.2018

7.

DWU Surveillance 3

Dit project moet resulteren in een upgrade van Surveillance 2+, waarmee het systeem wordt aangepast aan de vereisten van het DWU zoals de standaarduitwisseling van informatie met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken, en passende functionaliteiten worden ingevoerd om het geheel van door de lidstaten aangeleverde toezichtgegevens te kunnen verwerken en analyseren.

Daarom zal onder meer worden voorzien in verdere mogelijkheden voor datamining en rapportagefunctionaliteiten die door de Commissie en de lidstaten zullen kunnen worden gebruikt.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, en artikel 56, lid 5, van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2016

1.10.2018

8.

DWU Nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer (NCTS) — update

Dit project strekt ertoe het bestaande NCTS in overeenstemming te brengen met de nieuwe DWU-vereisten, zoals de aanpassing van de informatie-uitwisseling aan de gegevensvereisten van het DWU en de actualisering en ontwikkeling van interfaces met andere systemen.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 226 t/m 236 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2016

1.10.2018

9.

DWU Geautomatiseerd uitvoersysteem (AES)

Met dit project wordt beoogd het bestaande uitvoercontrolesysteem verder te ontwikkelen tot een volledig geautomatiseerd uitvoersysteem dat tegemoet komt aan de vereisten die door het DWU aan de bedrijven worden gesteld inzake processen en gegevens, waaronder vereenvoudigde procedures, splitsing van uitgaande zendingen en gecentraliseerde uitklaring. Dit project voorziet ook in de ontwikkeling van geharmoniseerde interfaces met het systeem voor het verkeer van accijnsgoederen (EMCS) en het NCTS. Op die manier zal het AES een volledige automatisering van de uitvoerprocedures en uitgangsformaliteiten mogelijk maken.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 179 en 263 t/m 276 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2016

1.3.2019

10.

DWU Inlichtingenbladen (INF) voor bijzondere regelingen

Met dit project wordt beoogd een nieuw gecentraliseerd systeem te ontwikkelen ter ondersteuning en stroomlijning van de beheerprocessen en de elektronische verwerking van INF-gegevens op het gebied van bijzondere regelingen.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 215, 237 t/m 242 en 250 t/m 262 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2017

1.10.2019

11.

DWU Bijzondere regelingen

Met dit project wordt beoogd de afhandeling van bijzondere regelingen overal in de Unie te versnellen, te vergemakkelijken en te harmoniseren door te voorzien in gemeenschappelijke bedrijfsprocesmodellen. Doel is alle wijzigingen ten uitvoer te leggen die door het DWU zijn vereist ten aanzien van douane-entrepots, bijzondere bestemming, tijdelijke invoer, actieve en passieve veredeling. De elektronische oplossingen voor de afhandeling van gegevens in het kader van bijzondere regelingen zullen hoofdzakelijk worden vastgesteld op nationaal niveau.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 215, 237 t/m 242 en 250 t/m 262 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q1 2017

1.10.2019

12.

DWU Kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag

Met dit project wordt beoogd de processen voor de kennisgeving van de aankomst van het vervoermiddel, het aanbrengbericht en de aangifte tot tijdelijke opslag te definiëren en de harmonisatie daarvan in alle lidstaten te ondersteunen wat betreft de uitwisseling van gegevens tussen bedrijven en douane en, in voorkomend geval, ook tussen de douanediensten onderling. Als bij deze processen slechts één lidstaat is betrokken, is de tenuitvoerlegging ervan uitsluitend een nationale aangelegenheid.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 133 t/m 152 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q3 2017

2.3.2020

13.

UCC Gecentraliseerde inklaring (CCI)

Dit project moet ervoor zorgen dat goederen via een gecentraliseerd systeem onder een douaneregeling kunnen worden geplaatst, zodat bedrijven hun douaneactiviteiten kunnen centraliseren. De verwerking van de douaneaangifte en de fysieke vrijgave van de goederen moeten door de desbetreffende douanekantoren worden gecoördineerd.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 179 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q1 2017

1.10.2020

14.

UCC Beheer van de zekerheidstelling (GUM)

Dit project moet een effectief en efficiënt beheer bewerkstelligen van geldige doorlopende zekerheden die in meer dan één lidstaat mogen worden gebruikt, alsook de controle garanderen van het referentiebedrag voor elke douaneaangifte, aanvullende aangifte of andere passende kennisgeving van de voor de boeking benodigde gegevens met betrekking tot de bestaande douaneschulden voor alle douaneregelingen van het douanewetboek van de Unie, met uitzondering van het douanevervoer, dat onder het NCTS-project valt.

Artikel 6, lid 1, artikel 16 en 89 t/m 100 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Streefdatum technische specificaties

= Q1 2018

2.3.2020

15.

DWU Veiligheid en risicobeheer

Met dit project wordt beoogd de veiligheid van de toeleveringsketen op geselecteerde terreinen te verhogen, voor alle wijzen van vervoer en met name de luchtvracht, door de gegevenskwaliteit, -invoer, -beschikbaarheid en -uitwisseling te verbeteren. Het kader voor een alomvattende risicoanalyse zal ook worden verbeterd door het optimaliseren van de vrachtgegevens die de douane worden aangeleverd, en de uitwisseling van informatie over risico's. Dit zal leiden tot wijzigingen in systemen zoals het invoercontrolesysteem en het communautair systeem voor risicobeheer, met een eventuele uitbreiding naar nieuwe modules.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, 46 en 127 t/m 132 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma

Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma op basis van de routekaart (2)

16.

DWU Indeling (CLASS)

Met dit project wordt beoogd een informatiesysteem voor de tariefindeling te ontwikkelen, met een raadplegingsmodule die zou fungeren als één loket waar alle indelingsinformatie (ongeacht de aard ervan) beschikbaar wordt gesteld en gemakkelijk toegankelijk is. Op deze manier kunnen marktdeelnemers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en de douaneautoriteiten van de lidstaten gemakkelijker de relevante indelingsinformatie vinden.

Artikel 6, lid 1, artikel 16, lid 1, en artikel 57 van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma

Wordt vastgesteld in de volgende versie van het werkprogramma

Figuur

Grafisch overzicht

Image

(1)  De streefdatum voor de inbedrijfstelling van de elektronische systemen is gelijk aan de einddatum van de overgangsperiode.

(2)  Het tijdschema voor de projecten die betrekking hebben op de ontwikkelingen op het gebied van risicobeheer, moet worden bekeken bij de actualisering van dit werkprogramma in overeenstemming met de lopende werkzaamheden van de Commissie voor een strategie op basis van een actieplan als follow-up van de conclusies van de Raad over de versterking van de beveiliging van de toeleveringsketen en het douanerisicobeheer (8761/3/13, Rev. 3, 18 juni 2013).


Top