EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R1356
Council Regulation (EC) No 1356/2007 of 19 November 2007 amending Regulation (EC) No 1425/2006 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of certain plastic sacks and bags originating in the People’s Republic of China and Thailand, and terminating the proceeding on imports of certain plastic sacks and bags originating in Malaysia
Verordening (EG) nr. 1356/2007 van de Raad van 19 november 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot staking van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië
Verordening (EG) nr. 1356/2007 van de Raad van 19 november 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot staking van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië
OJ L 304, 22.11.2007, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 28/09/2011
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32006R1425 | vervanging | artikel 1.1 | 23/11/2007 | |
Modifies | 32006R1425 | wijziging | artikel 2 | 23/11/2007 | |
Modifies | 32006R1425 | aanvulling | bijlage 2 | 23/11/2007 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32007R1356R(01) | (CS) |
22.11.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1356/2007 VAN DE RAAD
van 19 november 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1425/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde kunststof zakken uit de Volksrepubliek China en Thailand en tot staking van de procedure betreffende de invoer van bepaalde kunststof zakken uit Maleisië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/1996 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”),
Gelet op artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 van de Raad (2),
Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. VOORAFGAANDE PROCEDURE
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde in de Gemeenschap ingevoerde kunststof zakken, ingedeeld onder de GN-codes ex 3923 21 00 (Taric-code 3923210020), ex 3923 29 10 (Taric-code 3923291020) en ex 3923 29 90 (Taric-code 3923299020), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („VRC”) en Thailand. Wegens het grote aantal medewerkende partijen was een steekproef van Chinese en Thaise producenten/exporteurs geselecteerd, waarna een individueel recht van 4,8 tot 14,3 % werd ingesteld voor de ondernemingen in de steekproef en een recht van 8,4 % (China) respectievelijk 7,9 % (Thailand) voor medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen. Voor ondernemingen die zich niet kenbaar maakten of geen medewerking aan het onderzoek verleenden, werd een recht van 28,8 % (VRC) respectievelijk 14,3 % (Thailand) ingesteld. |
(2) |
Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 bepaalt dat wanneer een nieuwe producent/exporteur in de VRC of Thailand ten genoegen van de Commissie aantoont dat:
Artikel 1 van die verordening kan worden gewijzigd en de nieuwe producent/exporteur het recht kan worden toegekend dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen, d.w.z. 8,4 % voor Chinese ondernemingen en 7,9 % voor Thaise ondernemingen. |
B. VERZOEKEN VAN NIEUWE PRODUCENTEN/EXPORTEURS
(3) |
Negen ondernemingen (zes Chinese en drie Thaise) hebben verzocht op dezelfde manier te worden behandeld als de ondernemingen die aan het oorspronkelijke onderzoek hadden medegewerkt, maar niet in de steekproef waren opgenomen („behandeling als nieuwe producent/exporteur”). |
(4) |
Om te bepalen of de indieners van de verzoeken voldoen aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 genoemde criteria om als nieuwe producent/exporteur te worden behandeld, werd een onderzoek uitgevoerd, waarbij werd nagegaan of zij:
|
(5) |
Er is een aanvraagformulier gestuurd naar alle negen indieners van de verzoeken, aan wie ook is gevraagd om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit blijkt dat zij aan bovengenoemde drie criteria voldoen. |
(6) |
Aan ondernemingen die aan deze drie criteria voldoen, kan het recht worden toegekend dat van toepassing is op medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen, namelijk 8,4 % voor Chinese ondernemingen en 7,9 % voor Thaise ondernemingen; daartoe moeten de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 worden gewijzigd. |
(7) |
Vier ondernemingen (twee Chinese en twee Thaise) die een behandeling als nieuwe producent/exporteur hadden aangevraagd, hebben het toegezonden aanvraagformulier niet ingevuld. Daardoor kon niet worden gecontroleerd of deze ondernemingen aan de criteria in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 voldeden, zodat hun verzoek moest worden afgewezen. |
(8) |
Twee ondernemingen verstrekten informatie die onvolledig bleek te zijn. Daardoor kon niet worden gecontroleerd of deze ondernemingen aan de criteria in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1425/2006 voldeden, zodat hun verzoek moest worden afgewezen. |
(9) |
Eén Chinese onderneming bleek verbonden te zijn met een onderneming ten aanzien waarvan bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 antidumpingmaatregelen waren ingesteld; omdat haar aanvraag om als producent/exporteur te worden behandeld, derhalve niet voldeed aan een van bovengenoemde criteria, werd deze afgewezen. |
(10) |
De aanvraag van een andere Chinese onderneming werd afgewezen omdat zij geen eigen productiefaciliteit heeft en derhalve niet als producent/exporteur kan worden aangemerkt. |
(11) |
Het door de resterende producent/exporteur (een Thaise onderneming) geleverde bewijsmateriaal werd voldoende geacht om het recht voor medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef waren opgenomen (voor Thaise ondernemingen 7,9 %), op haar van toepassing te verklaren en deze onderneming aan de lijst van producenten/exporteurs in bijlage II („de bijlage”) bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 toe te voegen. |
(12) |
De indieners van het verzoek die medewerking verleenden en de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen. |
(13) |
Alle argumenten en standpunten van belanghebbenden werden onderzocht en waar nodig werd er terdege rekening mee gehouden. |
C. VERDUIDELIJKING EN CORRECTIE
(14) |
De diensten van de Commissie werden ervan in kennis gesteld dat de term „dikte” van een zak bij de inklaring tot verwarring kan leiden. Daarom is besloten deze verordening te gebruiken om deze kwestie te verduidelijken, en ook om een onjuiste verwijzing in artikel 2 te verbeteren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1425/2006 wordt als volgt gewijzigd:
i) |
Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door: „Artikel 1 1. Er worden definitieve antidumpingrechten ingesteld op de invoer van kunststofzakken met een gehalte van polyethyleen van minimaal 20 gewichtspercenten en met een veldikte van niet meer dan 100 μm (μm) uit de Volksrepubliek China en Thailand die onder de GN-codes ex 3923 21 00, ex 3923 29 10 en ex 3923 29 90 (Taric-codes 3923210020, 3923291020 en 3923299020) vallen.”; |
ii) |
In artikel 2 wordt de verwijzing naar „artikel 1, lid 3,” vervangen door een verwijzing naar „artikel 1, lid 2,”. |
iii) |
In bijlage II wordt na „K. INTERNATIONAL PACKAGING CO., LTD” de volgende onderneming toegevoegd aan de lijst van producenten in Thailand:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 november 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
L. AMADO
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) PB L 270 van 29.9.2006, blz. 4.