EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1082

Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)

OJ L 210, 31.7.2006, p. 19–24 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Bulgarian: Chapter 14 Volume 002 P. 58 - 63
Special edition in Romanian: Chapter 14 Volume 002 P. 58 - 63
Special edition in Croatian: Chapter 14 Volume 001 P. 76 - 81

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 22/06/2014

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1082/oj

31.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 210/19


VERORDENING (EG) Nr. 1082/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 juli 2006

betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 159, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 159, derde alinea, van het Verdrag is bepaald dat, buiten de in de eerste alinea van dat artikel bedoelde Fondsen om, specifieke maatregelen kunnen worden vastgesteld om de doelstelling van het Verdrag met betrekking tot economische en sociale samenhang te verwezenlijken. Met het oog op de harmonische ontwikkeling van de hele Gemeenschap en op de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie moet de territoriale samenwerking worden versterkt. Daartoe moeten de nodige maatregelen worden genomen om de voorwaarden waaronder territoriale samenwerkingsacties worden uitgevoerd, te verbeteren.

(2)

Er moeten maatregelen worden getroffen om de aanzienlijke moeilijkheden te ondervangen die de lidstaten, en met name de regionale en de lokale overheden, ondervinden om acties op het gebied van territoriale samenwerking uit te voeren en te beheren, in het kader van de verschillende nationale rechtsstelsels en procedures.

(3)

Met name rekening houdend met de toename van het aantal land- en zeegrenzen in de Gemeenschap ten gevolge van de uitbreiding, moet de versterking van de territoriale samenwerking in de Gemeenschap worden bevorderd.

(4)

De bestaande instrumenten, zoals het Europees economisch samenwerkingsverband, zijn in de programmeringsperiode 2000-2006 weinig geschikt gebleken om een gestructureerde samenwerking in het kader van het communautaire initiatief Interreg tot stand te brengen.

(5)

Het acquis van de Raad van Europa voorziet in verschillende mogelijkheden en regelingen waarbinnen regionale en lokale overheden grensoverschrijdend kunnen samenwerken. Het onderhavige instrument is niet bedoeld om deze regelingen te omzeilen, noch om te voorzien in een reeks specifieke gemeenschappelijke voorschriften op grond waarvan al deze regelingen op uniforme wijze in de hele Gemeenschap moeten worden toegepast.

(6)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (4) worden meer middelen uitgetrokken voor Europese territoriale samenwerking.

(7)

Ook is het nodig de uitvoering van acties voor territoriale samenwerking waarvoor de Gemeenschap geen financiële bijdrage verleent, te vergemakkelijken en te volgen.

(8)

Om de obstakels die de territoriale samenwerking belemmeren uit de weg te ruimen, moet er een communautair samenwerkingsinstrument tot stand worden gebracht op basis waarvan op het grondgebied van de Gemeenschap samenwerkende groeperingen met rechtspersoonlijkheid kunnen worden opgericht, „Europese groeperingen voor territoriale samenwerking” („EGTS” genoemd). De oprichting van een EGTS is facultatief.

(9)

De EGTS moet handelingsbekwaamheid krijgen namens haar leden, met name de regionale en lokale overheden waaruit zij is samengesteld.

(10)

De taken en bevoegdheden van een EGTS moeten door haar leden worden vastgesteld in een overeenkomst.

(11)

Een EGTS moet handelend kunnen optreden, hetzij om programma's of projecten voor territoriale samenwerking uit te voeren die de Gemeenschap medefinanciert, met name in het kader van de structuurfondsen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1083/2006 en Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling (5), hetzij om acties voor territoriale samenwerking uit te voeren waartoe het initiatief uitsluitend door de lidstaten en hun regionale en lokale overheden wordt genomen en waarvoor de Gemeenschap al dan niet een financiële bijdrage levert.

(12)

Er dient nader te worden bepaald dat de financiële verantwoordelijkheid van de regionale en lokale overheden, alsmede die van de lidstaten, noch wat het beheer van de communautaire middelen betreft, noch ten aanzien van de nationale middelen, niet wordt beïnvloed door de vorming van een EGTS.

(13)

Er dient nader te worden bepaald dat de bevoegdheden die een regionale of een lokale overheid als openbaar gezag uitoefent, met name de politiële en regelgevende bevoegdheden, geen onderdeel kunnen uitmaken van de overeenkomst.

(14)

Een EGTS moet haar eigen statuten opstellen, haar organen oprichten en begrotingsregels en regels ten aanzien van de uitoefening van haar financiële verantwoordelijkheid opstellen.

(15)

De voorwaarden voor territoriale samenwerking moeten worden gerealiseerd overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag omschreven subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in datzelfde artikel genoemde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, aangezien de oprichting van een EGTS facultatief is, met eerbiediging van het constitutionele bestel van de individuele lidstaten.

(16)

Op grond van artikel 159, derde alinea, van het Verdrag is het niet mogelijk regelgeving die op die bepaling is gegrond, mede van toepassing te verklaren op entiteiten uit derde landen. Het aannemen van een communautaire maatregel tot instelling van een EGTS mag evenwel niet tot gevolg hebben dat entiteiten uit derde landen niet aan een in overeenstemming met deze verordening opgerichte EGTS kunnen deelnemen, indien zulks op grond van de wetgeving van een derde land of van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen wel mogelijk is,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Kenmerken van een EGTS

1.   Op het grondgebied van de Gemeenschap kan een Europese groepering voor territoriale samenwerking worden opgericht, hierna „EGTS” genoemd, onder de voorwaarden en volgens de regels die in deze verordening zijn vastgesteld.

2.   Een EGTS heeft tot doel grensoverschrijdende, transnationale en/of interregionale samenwerking, hierna „territoriale samenwerking” genoemd, tussen haar in artikel 3, lid 1, genoemde leden te vergemakkelijken en te bevorderen, met als enig doel de economische en sociale samenhang te versterken.

3.   Een EGTS bezit rechtspersoonlijkheid.

4.   Een EGTS geniet in elke lidstaat de ruimste handelingsbekwaamheid die in de nationale wetgeving van die lidstaat aan rechtspersonen wordt toegekend; zij kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden, personeel in dienst nemen en in rechte optreden.

Artikel 2

Toepasselijk recht

1.   Op een EGTS zijn van toepassing:

a)

deze verordening;

b)

in het geval dat deze verordening het uitdrukkelijk toestaat, de bepalingen van de overeenkomst en de statuten, bedoeld in de artikelen 8 en 9;

c)

in gevallen die niet of slechts ten dele door deze verordening worden geregeld, de wetgeving van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft.

Voor zover uit hoofde van het Gemeenschapsrecht of het internationale privaatrecht moet worden bepaald welke wetgeving op de handelingen van een EGTS van toepassing is, wordt een EGTS aangemerkt als een eenheid van de lidstaat waar zij haar statutaire zetel heeft.

2.   In het geval van een lidstaat die bestaat uit verscheidene territoriale eenheden welke ieder hun eigen rechtsregels hebben, wordt, rekening houdend met het constitutionele bestel van de betrokken lidstaat, onder de in lid 1, onder c), bedoelde wetgeving mede de wetgeving van die eenheden verstaan.

Artikel 3

Samenstelling van een EGTS

1.   Een EGTS bestaat uit leden die, binnen de grenzen van hun bevoegdheden krachtens de nationale wetgeving, tot een of meer van de volgende categorieën behoren:

a)

lidstaten;

b)

regionale overheden;

c)

lokale overheden;

d)

publiekrechtelijke instellingen in de zin van artikel 1, lid 9, tweede alinea, van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (6).

Verenigingen van instellingen die tot één of meer van deze categorieën behoren, kunnen ook lid zijn.

2.   Een EGTS is samengesteld uit leden die gevestigd zijn op het grondgebied van ten minste twee lidstaten.

Artikel 4

Oprichting van een EGTS

1.   Tot de oprichting van een EGTS wordt besloten op initiatief van haar kandidaat-leden.

2.   Elk kandidaat-lid:

a)

stelt de lidstaat onder de wetgeving waarvan het kandidaat-lid is opgericht in kennis van zijn voornemen om aan een EGTS deel te nemen; en

b)

zendt die lidstaat een afschrift toe van de voorgestelde overeenkomst en statuten, bedoeld in de artikelen 8 en 9.

3.   Na kennisgeving krachtens lid 2 door een kandidaat-lid stemt de betrokken lidstaat, rekening houdend met zijn constitutionele bestel, in met de deelneming van het kandidaat-lid aan de EGTS, tenzij de lidstaat van oordeel is dat deze deelneming niet in overeenstemming is met deze verordening of met zijn nationale wetgeving, ook wat betreft de bevoegdheden en taken van het kandidaat-lid, of dat deze deelneming niet gerechtvaardigd is om redenen van algemeen belang of openbare orde van die lidstaat. In dat geval motiveert de lidstaat zijn weigering.

De lidstaat neemt, in de regel, een besluit binnen drie maanden nadat hij, overeenkomstig lid 2, een ontvankelijke aanvraag heeft ontvangen.

Bij het nemen van een besluit over de deelneming van een kandidaat-lid aan de EGTS kunnen de lidstaten de nationale regelgeving toepassen.

4.   De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om de in lid 2 bedoelde kennisgevingen en documenten in ontvangst te nemen.

5.   De leden stemmen in met de in artikel 8 genoemde overeenkomst en met de in artikel 9 genoemde statuten, waarbij zij toezien op de samenhang hiervan met de instemming van de lidstaten bedoeld in lid 3 van dit artikel.

6.   Elke wijziging van de overeenkomst en elke wezenlijke wijziging van de statuten moet door de lidstaten worden goedgekeurd overeenkomstig de in dit artikel vermelde procedure. Wezenlijke wijzigingen van de statuten zijn wijzigingen die direct of indirect een wijziging van de overeenkomst met zich meebrengen.

Artikel 5

Verkrijging van rechtspersoonlijkheid en bekendmaking in het Publicatieblad

1.   De in artikel 9 bedoelde statuten en eventuele latere wijzigingen daarvan worden geregistreerd en/of bekendgemaakt overeenkomstig het toepasselijke nationale recht van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft. De EGTS verkrijgt rechtspersoonlijkheid op de datum van de registratie of de bekendmaking, naargelang welke datum eerst komt. De leden stellen de betrokken lidstaten en het Comité van de Regio's in kennis van de overeenkomst en van de registratie en/of bekendmaking van de statuten.

2.   De EGTS zorgt ervoor dat, binnen tien werkdagen na de registratie en/of bekendmaking van de statuten een verzoek wordt gezonden aan het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen tot bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de kennisgeving van oprichting van de EGTS, waaronder de naam, de doelstellingen, de leden en de statutaire zetel.

Artikel 6

Toezicht op het beheer van publieke middelen

1.   Het toezicht op het beheer van publieke middelen door een EGTS wordt georganiseerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft. De lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, wijst de voor deze taak bevoegde autoriteit aan voordat hij conform artikel 4 instemt met de deelneming aan de EGTS.

2.   Indien de nationale wetgeving van de andere betrokken lidstaten dit vereist, treffen de autoriteiten van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft regelingen opdat de bevoegde autoriteiten in de andere betrokken lidstaten op hun grondgebied controles kunnen uitoefenen met betrekking tot handelingen van de EGTS die in deze lidstaten worden uitgevoerd, en opdat zij dienaangaande alle passende informatie kunnen uitwisselen.

3.   Alle controles worden uitgevoerd volgens internationaal aanvaarde normen inzake accountantscontroles.

4.   Indien de in de eerste of tweede alinea van artikel 7, lid 3, vermelde taken van een EGTS acties omvatten die door de Gemeenschap medegefinancierd worden, is, niettegenstaande het bepaalde in de leden 1, 2 en 3, de vigerende wetgeving betreffende het beheer van door de Gemeenschap verschafte middelen van toepassing.

5.   De lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, stelt de andere betrokken lidstaten in kennis van eventuele moeilijkheden tijdens de controles.

Artikel 7

Taken

1.   Een EGTS voert de haar door haar leden opgedragen taken uit overeenkomstig deze verordening. Haar taken worden omschreven in een overeenkomst die door haar leden wordt gesloten overeenkomstig de artikelen 4 en 8.

2.   Een EGTS handelt binnen het kader van de aan haar toevertrouwde taken die zich beperken tot de facilitering en bevordering van territoriale samenwerking ter versterking van de economische en sociale samenhang. Deze taken worden vastgesteld door haar leden, met dien verstande dat alle taken onder de aan elk lid krachtens de nationale wetgeving verleende bevoegdheid moeten vallen.

3.   Meer bepaald zijn de taken van een EGTS in de eerste plaats beperkt tot de uitvoering van territoriale samenwerkingsprogramma's of projecten die door de Gemeenschap gecofinancierd worden uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en/of het Cohesiefonds.

De EGTS kan andere specifieke acties uitvoeren in het kader van territoriale samenwerking tussen haar leden en binnen de doelstelling bedoeld in artikel 1, lid 2, waarvoor de Gemeenschap al dan niet een financiële bijdrage levert.

De lidstaten kunnen de taken die de EGTS zonder een financiële bijdrage van de Gemeenschap mag uitvoeren, beperken; die taken bestrijken evenwel ten minste de onder artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1080/2006 genoemde samenwerkingsacties.

4.   De door haar leden aan een EGTS toevertrouwde taken hebben geen betrekking op de uitoefening van publiekrechtelijk toegewezen bevoegdheden en van taken tot waarborging van de algemene belangen van de staat of van andere overheidsinstanties, zoals politiële en regelgevende bevoegdheden, justitie en buitenlands beleid.

5.   De leden van een EGTS kunnen met eenparigheid van stemmen besluiten om een van de leden te machtigen haar taken uit te voeren.

Artikel 8

Overeenkomst

1.   Een EGTS vormt het voorwerp van een overeenkomst die conform artikel 4 met eenparigheid van stemmen door haar leden wordt gesloten.

2.   In de overeenkomst worden de volgende gegevens vermeld:

a)

de naam van de EGTS en haar statutaire zetel die gevestigd is in een lidstaat onder de wetgeving waarvan ten minste één van de leden is opgericht;

b)

de omvang van het grondgebied waarop de EGTS haar taken mag uitvoeren;

c)

het specifieke doel en de taken van de EGTS, haar looptijd en onder welke voorwaarden zij wordt ontbonden;

d)

een lijst met de leden van de EGTS;

e)

het voor de uitlegging en de uitvoering van de overeenkomst toepasselijke recht, dat het recht is van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft;

f)

de toepasselijke regels inzake wederzijdse erkenning, waaronder die voor de financiële controle; en

g)

de procedures tot wijziging van de overeenkomst, die de verplichtingen in de artikelen 4 en 5 dienen na te leven.

Artikel 9

Statuten

1.   De statuten van een EGTS worden door de leden vastgesteld met eenparigheid van stemmen, op basis van de overeenkomst.

2.   De statuten bevatten ten minste alle bepalingen van de overeenkomst evenals het volgende:

a)

bepalingen betreffende de werking van haar organen en hun bevoegdheden alsmede het aantal vertegenwoordigers van de leden in de betrokken organen;

b)

de besluitvormingsprocedures van de EGTS;

c)

de werktaal of werktalen;

d)

de nadere regels voor haar werking, met name wat betreft het personeelsbeheer, de aanwervingsprocedures en de aard van de arbeidsovereenkomsten;

e)

de nadere regels voor de financiële bijdrage van de leden, en de toepasselijke begrotings- en boekhoudregels, waaronder regelingen voor financiële vraagstukken, voor alle leden van de EGTS in dezen;

f)

de nadere regels voor de aansprakelijkheid van de leden, overeenkomstig artikel 12, lid 2;

g)

de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de aanwijzing van de onafhankelijke externe personen belast met de audit; en

h)

de procedures tot wijziging van de statuten, die de verplichtingen in de artikelen 4 en 5 dienen na te leven.

Artikel 10

Samenstelling van een EGTS

1.   Een EGTS bestaat uit ten minste de volgende organen:

a)

een vergadering, bestaande uit vertegenwoordigers van haar leden;

b)

een directeur, die de EGTS vertegenwoordigt en die namens en voor rekening van de EGTS handelt.

2.   De statuten kunnen voorzien in bijkomende organen met duidelijk omschreven bevoegdheden.

3.   Een EGTS is aansprakelijk voor de handelingen van haar organen ten aanzien van derden, zelfs wanneer deze handelingen niet tot de taken van de EGTS behoren.

Artikel 11

Begroting

1.   Een EGTS stelt jaarlijks een door de vergadering aan te nemen begroting op die met name een rubriek voor lopende uitgaven en, indien nodig, een rubriek voor operationele uitgaven bevat.

2.   De opstelling van de rekeningen, waaronder, indien nodig, het bijbehorende jaarverslag, en de accountantscontrole en bekendmaking van deze rekeningen wordt geregeld overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c).

Artikel 12

Liquidatie, insolventie, staking van betaling en aansprakelijkheid

1.   Inzake liquidatie, insolventie, staking van betaling en soortgelijke procedures gelden voor de EGTS de wettelijke voorschriften van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, voor zover in de leden 2 en 3 niet anders is bepaald.

2.   Een EGTS is aansprakelijk voor haar schulden van welke aard ook.

Voor zover de activa van een EGTS ontoereikend zijn om aan haar verbintenissen te voldoen, zijn haar leden aansprakelijk voor de schulden van de EGTS, van welke aard dan ook, waarbij het aandeel van elk lid wordt bepaald naar rato van zijn bijdrage, tenzij de nationale wetgeving op basis waarvan het lid is opgericht, de aansprakelijkheid van dit lid uitsluit of beperkt. De nadere regels voor die bijdrage worden in de statuten vastgelegd.

Indien ten minste een lid van een EGTS beperkt aansprakelijk is ten gevolge van de nationale wetgeving op grond waarvan het lid is opgericht, hebben ook de andere leden het recht hun aansprakelijkheid in de statuten te beperken.

De leden kunnen in de statuten bepalen dat zij, nadat hun lidmaatschap van een EGTS is beëindigd, aansprakelijk zullen zijn voor verbintenissen die uit activiteiten van de EGTS tijdens hun lidmaatschap voortvloeien.

De naam van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, bevat het woord „beperkt”.

De openbaarheid van de overeenkomst, de statuten en de rekeningen van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, is ten minste gelijk aan die welke vereist is voor een ander type rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid van zijn leden die is opgericht krachtens de wetgeving van de lidstaat waar die EGTS haar statutaire zetel heeft.

Een lidstaat kan de registratie op zijn grondgebied van een EGTS waarvan de leden beperkt aansprakelijk zijn, verbieden.

3.   Onverminderd de financiële aansprakelijkheid van de lidstaten voor aan een EGTS toevertrouwde middelen uit de structuurfondsen en het Cohesiefonds, is geen enkele lidstaat op grond van deze verordening financieel aansprakelijk voor een EGTS waarvan hij geen lid is.

Artikel 13

Algemeen belang

Indien een EGTS een activiteit uitoefent die in strijd is met bepalingen van een lidstaat inzake de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de openbare zeden, of met het algemeen belang van een lidstaat, kan een bevoegd orgaan van die lidstaat deze activiteit op zijn grondgebied verbieden, of van de onder zijn nationale wetgeving opgerichte leden eisen dat zij zich uit de EGTS terugtrekken, tenzij de EGTS de desbetreffende activiteit staakt.

Dergelijke verboden mogen geen middel tot willekeurige of verkapte beperking van de territoriale samenwerking tussen de leden van een EGTS vormen. Tegen het besluit van dit bevoegde orgaan staat beroep bij de rechter open.

Artikel 14

Ontbinding

1.   Onverminderd de in de overeenkomst opgenomen bepalingen inzake ontbinding gelast de bevoegde rechtbank of de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, op verzoek van een bevoegde autoriteit met een rechtmatig belang, de ontbinding van de EGTS wanneer zij constateert dat de EGTS niet langer voldoet aan de vereisten van artikel 1, lid 2, of artikel 7, en met name wanneer de EGTS handelt buiten de in artikel 7 neergelegde taken. De bevoegde rechtbank of de bevoegde autoriteit stelt alle lidstaten onder de wetgeving waarvan de leden zijn opgericht in kennis van elk verzoek om een EGTS te ontbinden.

2.   De bevoegde rechtbank of de bevoegde instantie kan de EGTS een termijn toekennen om de situatie recht te zetten. Indien de situatie binnen die termijn door de EGTS niet wordt rechtgezet, gelast de bevoegde rechtbank of de bevoegde autoriteit de ontbinding van de EGTS.

Artikel 15

Rechterlijke bevoegdheid

1.   Derden die zich benadeeld achten door handelingen of nalatigheden van een EGTS kunnen hun rechten voor de rechtbank doen gelden.

2.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de communautaire wetgeving inzake rechterlijke bevoegdheid van toepassing op geschillen waarbij een EGTS partij is. In de gevallen waarin de communautaire wetgeving niet voorziet, worden geschillen beslecht door de bevoegde rechtbanken van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft.

Geschillen betreffende artikel 4, lid 3 of 6, of artikel 13 worden beslecht door de bevoegde rechtbanken van de lidstaat waarvan het besluit wordt aangevochten.

3.   Niets in deze verordening mag burgers de vrijheid ontzeggen hun nationale grondwettelijk recht op beroep uit te oefenen tegen overheidsinstanties die lid zijn van een EGTS met betrekking tot:

a)

administratieve beslissingen ten aanzien van activiteiten die door de EGTS worden uitgeoefend;

b)

toegang tot diensten in hun eigen taal; en

c)

toegang tot informatie.

In deze gevallen zijn de bevoegde rechtbanken de rechtbanken van de lidstaat krachtens de grondwet waarvan het recht op beroep ontstaat.

Artikel 16

Slotbepalingen

1.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze verordening daadwerkelijk wordt toegepast.

In het geval dat de nationale wetgeving van een lidstaat dit vereist, kan die lidstaat een volledige lijst opstellen van de taken die reeds aan de onder zijn wetgeving opgerichte leden van een EGTS in de zin van artikel 3, lid 1, zijn toevertrouwd, voor zover het de territoriale samenwerking in die lidstaat betreft.

De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van bepalingen die zij uit hoofde van dit artikel hebben aangenomen.

2.   De lidstaten kunnen voorzien in de betaling van vergoedingen voor de registratie van de overeenkomst en de statuten; deze vergoedingen mogen de administratieve kosten ervan echter niet overschrijden.

Artikel 17

Rapportage en evaluatie

Uiterlijk op 1 augustus 2011 zendt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing van deze verordening en stelt zij, in voorkomend geval, wijzigingen voor.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing uiterlijk op 1 augustus 2007 met uitzondering van artikel 16, dat van toepassing is met ingang van 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 5 juli 2006.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES

Voor de Raad

De voorzitster

P. LEHTOMÄKI


(1)  PB C 255 van 14.10.2005, blz. 76.

(2)  PB C 71 van 22.3.2005, blz. 46.

(3)  Advies van het Europees Parlement van 6 juli 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 12 juni 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van het Europees Parlement van 4 juli 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(4)  Zie bladzijde 25 van dit Publicatieblad.

(5)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2083/2005 van de Commissie (PB L 333 van 20.12.2005, blz. 28).


Top