EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0105

Beschikking nr. 105/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 1999 tot wijziging van Beschikking nr. 210/97/EG houdende goedkeuring van het actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2000") en tot intrekking van Beschikking 91/341/EEG van de Raad

OJ L 13, 19.1.2000, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/105(1)/oj

32000D0105

Beschikking nr. 105/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 1999 tot wijziging van Beschikking nr. 210/97/EG houdende goedkeuring van het actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2000") en tot intrekking van Beschikking 91/341/EEG van de Raad

Publicatieblad Nr. L 013 van 19/01/2000 blz. 0001 - 0004


BESCHIKKING Nr. 105/2000/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 december 1999

tot wijziging van Beschikking nr. 210/97/EG houdende goedkeuring van het actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2000") en tot intrekking van Beschikking 91/341/EEG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Beschikking nr. 210/97/EG van de Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap ("Douane 2000")(4) heeft een gemeenschappelijk kader ingesteld voor de doelstellingen waarop het optreden van de Gemeenschap op douanegebied is gebaseerd met het oog op verbetering van de doeltreffendheid en de homogeniteit van het douaneoptreden in het kader van de interne markt.

(2) De werking van de systemen voor informatie-uitwisseling op communautair niveau op douanegebied heeft het nut van automatisering aangetoond voor een correcte toepassing van de doauneprocedures op alle plaatsen binnen het douanegebied van de Gemeenschap en voor de bescherming van de eigen middelen van de Gemeenschap, waarbij de administratieve belasting tot een minimum beperkt blijft; deze systemen zijn essentiële instrumenten gebleken voor de samenwerking tussen de douanediensten van de Europese Unie.

(3) Er moeten systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling worden gecreëerd die zich ontwikkelen aan de hand van de behoeften van de douanesystemen met het oog op voortzetting van de samenwerking.

(4) In de Europese Unie worden jaarlijks ongeveer 18 miljoen doorvoeroperaties afgewikkeld en het systeem Transit maakt 23 % van de totale begroting van Douane 2000 uit; in het verslag over de uitvoering van het programma Douane 2000 staat vermeld dat er bij de automatisering van het systeem Transit aanzienlijke vertraging is opgetreden.

(5) Een hoog opleidingsniveau van gelijke kwaliteit in de gehele Gemeenschap is een garantie voor de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het huidige programma; voor een grotere coherentie van de communautaire inspanning met het oog op een grotere doeltreffendheid en homogeniteit van het douaneoptreden in de Gemeenschap, moet binnen het programma Douane 2000 een beroepsopleiding voor de ambtenaren van de douanediensten van de lidstaten worden ontwikkeld, naar het voorbeeld van de opleiding die werd ingevoerd in het kader van het Matthaeus-programma, dat werd ingesteld bij Beschikking 91/341/EEG van de Raad(5).

(6) Voor een coherent optreden van de Gemeenschap gericht op hulp aan de nationale diensten bij het verbeteren van het douaneoptreden in het kader van de interne markt, is het noodzakelijk te zorgen voor een eensgezind optreden.

(7) De beste manier om deze eensgezindheid te bewerkstelligen bestaat in het onderbrengen van alle activiteiten met betrekking tot werkmethoden, automatisering en opleiding van douaneambtenaren bij één enkel juridisch instrument, dat wordt gefinancierd uit één enkele begrotingslijn.

(8) Dankzij deze geïntegreerde benadering wordt niet alleen de nodige budgettaire doorzichtigheid ten behoeve van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gewaarborgd, maar ook de doorzichtigheid van het Europees douanebeleid als geheel.

(9) Fraudebestrijding en het goed functioneren van de sector verdienen bij de uitvoering van het programma voorrang.

(10) Het programma moet worden opengesteld voor de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa, en voor Cyprus en Malta.

(11) De Europese Unie heeft voorgesteld dat Turkije aan bepaalde, van geval tot geval te beoordelen, communautaire programma's kan deelnemen onder dezelfde voorwaarden als de landen van Midden- en Oost-Europa.

(12) De ontvangsten uit de bovengenoemde derde landen worden van tevoren toegewezen aan het programma in kwestie en moeten als zodanig op de overeenkomstige uitgavenpost worden bijgeschreven.

(13) Door deze beschikking worden, voor de hele looptijd van het programma, financiële middelen vastgesteld die het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(6).

(14) Om de bij deze beschikking ingevoerde wijzigingen volledig tot hun recht te laten komen, moet de periode voor de uitvoering van het programma "Douane 2000" verlengd worden tot 31 december 2002.

(15) De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7).

(16) Een doorzichtige begroting is belangrijk,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking nr. 210/97/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt door de volgende tekst vervangen:

"2. Het actieprogramma wordt 'programma Douane 2002' genoemd en wordt vastgesteld voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 2002;"

b) het volgende lid wordt ingevoegd:

"2 bis. Een gemeenschappelijke aanpak van het douanebeleid wordt vastgesteld in overleg tussen de Commissie en de lidstaten in een Groep douanebeleid die bestaat uit de directeuren-generaal Douanezaken van de Commissie en de lidstaten of hun vertegenwoordigers. De Commissie stelt de Groep douanebeleid op gezette tijden in kennis van de maatregelen met betrekking tot de uitvoering van het programma.";

2. artikel 3 wordt geschrapt;

3. artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2, punt 2, tweede streepje, worden de woorden "voor 1998" geschrapt;

b) de volgende leden worden ingevoegd:

"3. De automatisering van het communautair douanevervoer als bedoeld in lid 2, tweede alinea, punt 2, tweede streepje, moet uiterlijk op 30 juni 2003, voor alle functies zijn afgerond. Het Europees Parlement en de Raad worden onverwijld door de Commissie op de hoogte gesteld van alle vertragingen die zich voordoen bij het tot stand brengen en in werking stellen van het NCTS (New Computerised Transit System).

4. Elementen ter ondersteuning van de fraudebestrijding worden geïntegreerd in alle acties die in het kader van dit programma worden ondernomen, tenzij zij de succesvolle voltooiing van de acties zelf ondermijnen.";

4. in artikel 11 worden de woorden "artikel 3" vervangen door "artikel 16 ter";

5. aan artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd:

"5. Onverminderd de wijzigingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen(8) en het Besluit 84/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 over het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschap(9) tracht de Commissie in overleg met de lidstaten criteria vast te stellen teneinde de resultaten te controleren die de lidstaten bij het beheer van de inning van EU-douanerechten boeken.";

6. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 13 bis

Systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling, handboeken en gidsen

1. De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat de door hen noodzakelijk geachte systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling, handboeken en gidsen, operationeel zijn. Zij zorgen ervoor dat nieuwe systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling, handboeken en gidsen operationeel kunnen worden en blijven.

2. De communautaire elementen van de systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling zijn: de communautaire databanken die deel uitmaken van deze systemen, de uitrusting, de programmatuur en de netwerkverbindingen waarover de lidstaten gemeenschappelijk moeten beschikken, met het oog op de interconnectie en de interoperabiliteit van de systemen, zowel de binnen de Commissie (of bij een aangewezen onderaannemer) geïnstalleerde elementen, als de in de lidstaten (of bij een aangewezen onderaannemer) geïnstalleerde elementen.

3. De niet-communautaire elementen van de systemen voor communicatie en informatie-uitwisseling zijn: de nationale databanken die deel uitmaken van deze systemen, de netwerkverbindingen tussen de communautaire en niet-communautaire elementen, de programmatuur en de uitrusting die de lidstaten nuttig achten voor een optimaal gebruik van deze systemen in de gehele administratie.";

7. artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 worden de woorden "met Beschikking 91/341/EEG en" geschrapt;

b) lid 5 wordt geschrapt;

8. het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 14 bis

Uitwisseling van ambtenaren en seminars

1. De Commissie en de lidstaten organiseren uitwisselingen van ambtenaren. Elke uitwisseling is gewijd aan een specifieke beroepsactiviteit, wordt voldoende voorbereid, en wordt achteraf geëvalueerd door de ambtenaren en de betrokken diensten.

De lidstaten nemen de nodige stappen om de uitwisselingsambtenaren in staat te stellen in de ontvangende dienst operationeel te zijn. Daartoe worden uitwisselingsambtenaren gemachtigd om de formaliteiten te verrichten in verband met de hun opgedragen taken. Indien de omstandigheden zulks vereisen, en met name om rekening te houden met de specifieke eisen van de rechtsorde van elke lidstaat, kunnen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten bedoelde machtiging beperken.

Tijdens de uitwisseling wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de ambtenaar in de uitoefening van zijn functie gelijkgesteld aan die van de nationale ambtenaren van de ontvangende dienst. Voor ambtenaren die deelnemen aan de uitwisseling gelden dezelfde regels op het gebied van beroepsgeheim als voor de nationale ambtenaren.

2. De Commissie en de lidstaten organiseren seminaren waaraan ambtenaren van de diensten van de lidstaten en van de Commissie deelnemen, en, zonodig, vertegenwoordigers van het economische en universitaire milieu.";

9. de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 16 bis

Deelname van de kandidaat-lidstaten

Het programma wordt opengesteld voor de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de bepalingen van de Europaovereenkomsten omtrent de modaliteiten van en de voorwaarden voor deze deelname, alsmede voor Cyprus en Malta, en voorzover de wetgeving op douanegebied dit toelaat. In het kader van de douane-unie staat het programma tevens open voor deelname van Turkije, voorzover de communautaire wetgeving op douanegebied dit toelaat.

De jaarlijkse verdeling van de kredieten voor de cofinanciering van het programma wordt gepubliceerd in afdeling III, deel B, bijlage IV, van de EU-begroting.

Artikel 16 ter

Comité

De voor de uitvoering van dit programma vereiste maatregelen worden vastgesteld volgens de beheersprocedure als bedoeld in artikel 16 quater, lid 2,

Artikel 16 quater

Uitvoering

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.";

10. artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 2 en 3 worden als volgt gelezen:

"2. De lidstaten doen de Commissie:

- uiterlijk op 31 december 2000 en tussentijds rapport en

- uiterlijk op 30 december 2002 een eindrapport

over de uitvoering van het onderhavige programma toekomen.

3. De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad:

- uiterlijk op 30 juni 2001 een tussentijds verslag betreffende de uitvoering van dit programma doen toekomen,

- uiterlijk op 30 juni 2001 een mededeling betreffende de wenselijkheid van voortzetting van dit programma doen toekomen, in voorkomend geval vergezeld van een passend voorstel,

- uiterlijk 30 juni 2003 een eindrapport over de uitvoering van dit programma doen toekomen.

Deze verslagen zullen eveneens ter informatie aan het Economisch en Sociaal Comité worden voorgelegd.";

b) het volgende lid wordt toegevoegd:

"4. In de mededeling en het eindverslag zoals bedoeld in lid 3 worden alle resultaten van iedere actie van het programma geanalyseerd. Zij gaan vergezeld van een bijbehorend verslag met een analyse van de kracht en de zwakte van de doaune-informaticasystemen van welke aard ook die de tenuitvoerlegging van de interne markt naderbij brengen.

In deze bijbehorende verslagen worden voorstellen geformuleerd die moeten leiden tot gelijke behandeling voor de marktdeelnemers op ieder punt van het communautaire douanegebied en het verzamelen van informatie die moet dienen ter ondersteuning van een degelijke bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.";

11. in artikel 18 wordt lid 1 als volgt gelezen:

"1. Onverminderd de acties die in het kader van andere communautaire programma's worden gefinancierd, worden de financiële middelen voor de uitvoering van dit programma voor het tijdvak van 1 januari 1996 tot en met 31 december 2002, vastgesteld op 135 miljoen EUR volgens de nadere regeling in de bijlage.

De jaarlijkse kredieten worden toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.";

12. de bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Beschikking 91/341/EEG wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van onderhavige beschikking.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 december 1999.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitster

N. FONTAINE

Voor de Raad

De voorzitter

K. HEMILÄ

(1) PB C 396 van 19.12.1998, blz. 13, en PB C 247 van 31.8.1999, blz. 28.

(2) PB C 138 van 18.5.1999, blz. 1.

(3) Advies van het Europees Parlement van 15 april 1999 (PB C 219 van 30.7.1999, blz. 409), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 13 september 1999 (PB C 317 van 4.11.1999, blz. 12), besluit van het Europees Parlement van 2 december 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 december 1999.

(4) PB L 33 van 4.2.1997, blz. 24.

(5) PB L 187 van 13.7.1991, blz. 41.

(6) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(7) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(8) PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2729/98 (PB L 347 van 23.12.1998, blz. 3).

(9) PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9.

BIJLAGE

"BIJLAGE

Verdeling van de financiële middelen bedoeld in artikel 18, lid 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Top