EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996Y0706(03)

Resolutie van de Raad van 6 mei 1996 inzake educatieve multimedia-software op het gebied van onderwijs en opleiding

OJ C 195, 6.7.1996, p. 8–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

31996Y0706(03)

Resolutie van de Raad van 6 mei 1996 inzake educatieve multimedia-software op het gebied van onderwijs en opleiding

Publicatieblad Nr. C 195 van 06/07/1996 blz. 0008 - 0011


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 6 mei 1996

inzake educatieve multimedia-software op het gebied van onderwijs en opleiding

(96/C 195/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gezien de door de Commissie voorgelegde ontwerp-resolutie en de bijdrage van het Italiaanse voorzitterschap;

Rekening houdend met de maatregelen die bijdragen tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte door samenwerking tussen de Lid-Staten aan te moedigen, onder volledige eerbiediging van hun verantwoordelijkheid op dit gebied;

Gezien Besluit nr. 819/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 1995 tot instelling van het communautaire actieprogramma Socrates (1);

Gezien Besluit 94/819/EG van de Raad van 6 december 1994 tot vaststelling van een actieprogramma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding (Leonardo da Vinci) (2);

Gezien Besluit nr. 818/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 1995 houdende aanneming van de derde fase van het programma "Jeugd voor Europa" (3);

Gezien Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), dat onder meer voorziet in onderzoek op het gebied van de toepassing van informatie- en telecommunicatietechnologieën teneinde aan gemeenschappelijke maatschappelijke behoeften te voldoen (4);

Gezien mededeling COM(96) 12 def. van de Commissie met betrekking tot het voorstel van besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake de tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG, dat voorziet in een verhoging van het totaalbedrag van de financiële deelneming van de Gemeenschap aan het vierde kaderprogramma in de toewijzing van financiële middelen aan de activiteiten in verband met de educatieve multimedia-software;

Gezien Beschikking nr. 802/94/EG van de Raad van 23 november 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van de informatietechnologie (1994-1998) (5);

Gezien Beschikking nr. 801/94/EG van de Raad van 23 november 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van telematicatoepassingen van algemeen belang (1994-1998) (6);

Gezien Beschikking nr. 915/94/EG van de Raad van 15 december 1994 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, inclusief demonstratie, op het gebied van gericht sociaal-economisch onderzoek (1994-1998) (7);

Gezien het voorstel van de Commissie van 30 juni 1995 voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (INFO 2000) (8);

Gezien Besluit 95/563/EG van de Raad van 10 juli 1995 betreffende een programma ter bevordering van de ontwikkeling en de distributie van Europese audiovisuele werken (Media II - Ontwikkeling en distributie) (9) en Besluit 95/564/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende de tenuitvoerlegging van een opleidingsprogramma voor de vakmensen van de Europese audiovisuele-programma-industrie (Media II - Opleiding) (10);

Gezien de resolutie van de Raad van 4 april 1995 inzake "cultuur en multimedia", waarin wordt benadrukt dat met spoed acties moeten worden gevoerd om de opkomst en de ontwikkeling van een culturele multimediamarkt te steunen zonder afbreuk te doen aan de taalkundige en culturele verscheidenheid van Europa (11);

Gezien het Witboek van de Commissie "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid: Naar de 21e eeuw: wegen en uitdagingen", waarin het belang van de katalysatorfunctie van onderwijs en opleiding in een veranderende maatschappij wordt onderstreept;

Gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad en aan het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Europa op weg naar de informatiemaatschappij: een actieplan";

Nota nemend van de resultaten van de bijeenkomst van de G7 op 25 en 26 februari 1995 in Brussel over de informatiemaatschappij en met name van de aanbevelingen inzake modelprojecten op het gebied van transcultureel onderwijs en opleiding;

De mogelijkheden erkennend van het gebruik van educatieve multimedia voor derde landen in de context van de internationale samenwerking, en in het bijzonder voor de landen van Centraal- en Oost-Europa, de landen van het Middellandse-Zeegebied en de ontwikkelingslanden;

Nota nemend van de twee verslagen van juni en december 1995 van de Adviesgroep Concurrentievermogen aan de Voorzitter van de Commissie en de Staatshoofden en Regeringsleiders over de verbetering van het Europese concurrentievermogen;

Nota nemend, als bijdrage aan de discussie ter zake, van het verslag van de Task Force "Multimediale educatieve software", dat een overzicht geeft van de huidige situatie met betrekking tot deze software in Europa en waarin een ontwerp-actieplan op dit gebied wordt voorgesteld;

Gezien het Witboek "Onderwijzen en leren: naar een cognitieve samenleving", waarin onder andere maatregelen worden aanbevolen om de ontwikkeling van multimedia-hulpmiddelen te stimuleren die bevorderlijk zijn voor de verwerving van nieuwe kennis;

Gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, over een methodologie voor de aanwending van de financiële middelen van de Gemeenschap voor de totstandbrenging van toepassingen voor de informatiemaatschappij en de noodzaak van een efficiënte cooerdinatie tussen onderzoek- en onderwijsprogramma's;

Gezien de voordelen van gecooerdineerde acties voor de toepassing van educatieve multimedia-software in diensten aan onderwijs- en opleidingsinstellingen teneinde:

- bij te dragen tot de verbetering van de kwaliteit en doeltreffendheid van de onderwijs- en opleidingsstelsels, onder andere door de toepassing van nieuwe pedagogische methoden en werkwijzen;

- de sociale samenhang te versterken door gelijke toegangsmogelijkheden te garanderen voor alle gebruikers, vooral die van minder welvarende regio's en het midden- en kleinbedrijf, zodat zij een actieve rol kunnen spelen in de informatiemaatschappij;

- onderwijsgevenden, studenten en leerlingen toegang te verschaffen tot de informatiemaatschappij door hen bewust te maken van de voordelen van deze nieuwe instrumenten en hen op te leiden in het gebruik ervan;

- een duurzaam partnerschap te bevorderen tussen de onderwijsinstellingen en de leveranciers van materiaal, software en diensten teneinde een belangrijke markt te creëren voor multimedia-toepassingen en -diensten die werkelijk is afgestemd op de pedagogische behoeften;

Overwegende dat het gebruik van educatieve multimedia-software en -diensten de actieve deelneming vereist van de lagere overheden, de onderwijs- en opleidingsinstellingen, de onderwijsgevenden, de opleiders en het bedrijfsleven opdat de beste pedagogische methoden kunnen worden beproefd en toegepast;

Rekening houdend met de bijdrage van de multimediale telematicanetwerken tot de totstandbrenging van horizontale verbindingen tussen onderwijs- en opleidingsinstellingen, onderwijsgevenden en leerlingen, en de buitenwereld, met het oog op de toegang tot informatie, en de uitwisseling en vergelijking van ideeën en pedagogische ervaringen;

Nota nemend van de resultaten verkregen in het kader van de gemeenschappelijke programma's, alsmede van de rijkdom en de diversiteit van de huidige acties en de ervaringen van de Lid-Staten op het stuk van de ontwikkeling en de uitwisseling van methoden i.v.m. het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën voor de onderwijs- en opleidingssystemen,

VERZOEKT DE LID-STATEN:

In het kader en binnen de grenzen van hun respectieve politieke, wettelijke, budgettaire, onderwijs- en opleidingsstelsels:

- op het gebied van onderzoek, beproeving, evaluatie en toepassing van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in het onderwijs en de beroepsopleiding acties te ontwikkelen of voort te zetten, met het oog op een ruimere aanpak van de pedagogische behoeften en onderwijsmethoden, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de rol van de onderwijsgevenden, de leerlingen en studenten een meer actieve en participatieve rol kunnen spelen, het leren wordt geïndividualiseerd, en interdisciplinaire benaderingen en samenwerking tussen onderwijsgevenden bij de vaststelling van didactische projecten en het inspelen op specifieke behoeften in de hand worden gewerkt;

- de opleiding en nascholing van onderwijsgevenden en opleiders in de beheersing van educatieve software en on line multimedia-diensten en in het gebruik ervan als hulpmiddel ter ondersteuning van hun didactische activiteit, te intensiveren. Bijzondere aandacht zou moeten worden besteed aan de analyse en het begrip van de rol van de onderwijsgevenden en opleiders, aan de verspreiding onder de onderwijsgevenden van de resultaten van het onderzoek naar de integratie van multimedia in het onderwijs, aan bewustmakingsacties betreffende de voordelen van en de voorwaarden voor een bevredigend gebruik van multimedia, aan de ondersteuning en bevordering van initiatieven van onderwijsgevenden en aan de samenwerking tussen onderwijs- en opleidingsinstituten en bedrijfsleven bij de beproeving van nieuwe onderwijsmethoden;

- onderzoeksacties in verband met produkten en leerprocessen, waaronder afstandsonderwijs, en de ontwikkeling van educatieve multimedia-software aan te moedigen, met name in het kader van partnerschappen tussen mensen uit de onderwijswereld, uitgevers en bedrijven in de multimedia-sector, opdat bij die acties de pedagogische richtsnoeren en het onderwijsbeleid van de Lid-Staten, inclusief de Europese dimensie van het onderwijs in acht genomen worden, welke acties betrekking hebben op:

- de ontwikkeling van methoden voor het ontwerpen van multimediale onderwijsleermiddelen, met inachtneming van de taalkundige en culturele verschillen en in samenwerking met onderwijsgevenden en opleiders;

- mechanismen ter ondersteuning van de ontwikkeling en aanpassing van educatieve multimedia-software, waarbij onderwijsgevenden en opleiders bij het ontwerpen van deze produkten betrokken worden;

- de vaststelling van passende gebruiksvoorwaarden en het zoeken naar financieringsregelingen en nieuwe formules voor het delen van de beschikbare middelen;

- een betere toegang tot multimedia-bibliotheken en educatieve software ten behoeve van onderwijs- en opleidingsinstellingen, waarbij de bescherming van de intellectuele eigendom wordt gewaarborgd;

- de vaststelling van kwaliteitscriteria voor educatieve software, en het zoeken naar maatregelen om een synergie met de voor de thuismarkt bestemde multimedia en met een voldoend voorlichtingsniveau van de consument te bevorderen;

- maatregelen aan te moedigen om passende infrastructuur te ontwikkelen of zo nodig te creëren om een zo groot mogelijk aantal gebruikers uit de onderwijs- en opleidingsstelsels geleidelijk de toegang te garanderen tot passende hardware, software en on line multimedia-diensten van een hoog gehalte en tot de noodzakelijke opleiding en begeleiding. Dit zou kunnen geschieden door deze uitrusting ter beschikking te stellen in de betrokken instellingen, zoals scholen, centra voor beroepsopleiding, universiteiten, openbare bibliotheken, kenniscentra, sociaal-educatieve centra voor jongeren en gezinnen, verenigingen, enz. Er zou bijzondere aandacht moeten worden besteed aan de ontwikkeling van multimediasteunpunten in de Lid-Staten en aan de communicatie tussen onderwijsgevenden en onderwijspartners en aan de opleiding in de ruime betekenis;

- specifieke maatregelen te nemen om:

- in het kader van de ontwikkeling en bevordering van flexibele organisatievormen voor school en universiteit, de integratie met informatie- en communicatietechnologieën te beproeven teneinde de doeltreffendheid en verspreiding ervan te vergroten;

- ervoor te zorgen dat iedereen voor zijn/haar persoonlijke en beroepsontwikkeling gelijke toegang krijgt tot de voordelen die de nieuwe multimediatechnologieën bieden, en het gebruik ervan in plattelandsgebieden en in verval geraakte industriegebieden te bevorderen;

- het gebruik van die nieuwe middelen te beproeven om sociale uitsluiting en mislukkingen op school tegen te gaan;

- de beoordeling en verspreiding van de beste pedagogische methoden, gebaseerd op experimenten en het gebruik van educatieve multimedia-software en -diensten in het onderwijsproces, te bevorderen, de informatie over produkten en diensten te verspreiden en op plaatselijk niveau de totstandbrenging of consolidatie van demonstratie- en promotiefora op deze basis te bestuderen;

- te zoeken naar de meest efficiënte beheersmethoden voor gecooerdineerde acties tussen culturele, onderwijs- en opleidingsprogramma's en onderzoekprogramma's op Europees niveau, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden die de Structuurfondsen bieden.

VERZOEKT DE COMMISSIE:

- in samenwerking met de Lid-Staten een vergelijkende analyse en follow-up uit te voeren van de meest geavanceerde proefprojecten met de toepassing van educatieve multimediaprodukten en -diensten in Europa en de wereld, en de resultaten van deze analyse aan de Lid-Staten mede te delen;

- rekening te houden met de werkgebieden onderwijs en opleiding in het kader van haar algemene initiatieven betreffende de informatiemaatschappij;

- bij de tenuitvoerlegging van haar acties op het gebied van onderwijs, opleiding, taal en cultuur en bij de internationale samenwerking rekening te houden met alle door de toepassing van multimedia-software en -diensten geboden mogelijkheden;

- de ondersteunende activiteiten vast te stellen en te stimuleren die op Europees niveau ontwikkeld zouden kunnen worden, onder andere de voorlichting over de produkten en diensten en de plaatselijke beoordeling ervan, alsmede over de daarbij toegepaste procedure, de verspreiding binnen en buiten de Gemeenschap van informatie over Europese produkten en diensten op het gebied van educatieve multimedia-software, en de totstandbrenging van banden tussen producenten, gebruikers en beheerders van de onderwijs- en opleidingsstelsels om een goede kwaliteit van de produkten en diensten en hun toepassing te bevorderen;

- in het kader van communautaire programma's proefprojecten aan te moedigen om belangstellende scholen en opleidingsinstituten in verschillende Lid-Staten aan te sluiten op een netwerk voor het gebruik van nieuwe multimedia-technologieën ter bevordering van de virtuele mobiliteit, de uitwisseling van informatie en ervaringen, meertalige praktijken en verscheidene belangwekkende thema's;

- een gecooerdineerde aanpak van de eigen acties op het gebied van educatieve multimedia-software vast te stellen binnen zowel de verschillende betrokken communautaire programma's als de Structuurfondsen en de initiatieven voor de ontwikkeling van de transeuropese telecommunicatienetwerken, rond gelijkgerichte doelstellingen en met inachtneming van de toepasselijke besluiten en procedures, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de externe zichtbaarheid;

- de toepassing en verspreiding op Europees niveau van de beste onderwijsmethoden, gebaseerd op het gebruik van multimedia-software en -diensten te bevorderen, daarbij zoveel mogelijk steunend op de bestaande structuren op alle niveaus;

- vóór 31 december 1997 verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang, de geconstateerde belemmeringen en de aanvullende acties die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze resolutie tegen het jaar 2000.

(1) PB nr. L 87 van 20. 4. 1995, blz. 10.

(2) PB nr. L 340 van 29. 12. 1994, blz. 8.

(3) PB nr. L 87 van 20. 4. 1995, blz. 1.

(4) PB nr. L 126 van 18. 5. 1994, blz. 1.

(5) PB nr. L 334 van 22. 12. 1994, blz. 24.

(6) PB nr. L 334 van 22. 12. 1994, blz. 1.

(7) PB nr. L 361 van 31. 12. 1994, blz. 77.

(8) PB nr. C 250 van 26. 9. 1995, blz. 4.

(9) PB nr. L 321 van 30. 12. 1995, blz. 25.

(10) PB nr. L 321 van 30. 12. 1995, blz. 33.

(11) PB nr. C 247 van 23. 9. 1995.

Top