EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982D0371

82/371/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 december 1981 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag (IV/29.995 - NAVEWA-ANSEAU) (Slechts de teksten in de Franse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

OJ L 167, 15.6.1982, p. 39–52 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1982/371/oj

31982D0371

82/371/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 december 1981 inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag (IV/29.995 - NAVEWA-ANSEAU) (Slechts de teksten in de Franse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

Publicatieblad Nr. L 167 van 15/06/1982 blz. 0039 - 0052


++++

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 17 december 1981

inzake een procedure op grond van artikel 85 van het EEG-Verdrag

( IV/29.995 - NAVEWA-ANSEAU )

( Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek )

( 82/371/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , en met name op artikel 85 ,

Gelet op Verordening nr . 17 van de Raad van 6 februari 1962 ( 1 ) , en met name op de artikelen 3 en 15 ,

Gezien het besluit van de Commissie van 14 november 1980 om de procedure ambtshalve in te leiden ,

Gehoord de betrokken ondernemingen overeenkomstig het bepaalde in artikel 19 , lid 1 , van Verordening nr . 17 en in Verordening nr . 99/63/EEG van de Commissie van 25 juli 1963 ( 2 ) ,

Gezien het op 10 november 1981 overeenkomstig artikel 10 van Verordening nr . 17 uitgebrachte advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities ,

I . DE FEITEN

Overwegende dat de feiten als volgt kunnen worden samengevat :

A . Voorwerp van de procedure

1 . Op 13 december 1978 is te Brussel ( België ) gesloten een " Overeenkomst betreffende het gebruik van het conformiteitsmerk NAVEWA-ANSEAU voor wasmachines en vaatwasmachines " , hieronder genoemd " de Overeenkomst " .

Het betreft hier een overeenkomst , die ten doel heeft om met ingang van 1 januari 1979 verplicht te stellen dat op de voor de Belgische markt bestemde wasmachines en vaatwasmachines een conformiteitsmerk wordt aangebracht als bewijs dat deze machines voldoen aan de algemene veiligheidsvoorschriften , uitgevaardigd door de waterdiensten om vervuiling van het gedistribueerde drinkwater te voorkomen .

B . De betrokken markt

2 . In 1980 betrof de totale invoer van wasmachines in België en in Luxemburg 54 miljoen Ecu , waarvan 51,7 miljoen uit Lid-Staten van de EEG ; voor vaatwasmachines bedroeg de totale invoer in België en Luxemburg 18,8 miljoen Ecu , waarvan 18,3 miljoen uit Lid-Staten van de EEG . De Belgische " witte produkten " ( wasmachines , vaatwasmachines , koelkasten en diepvriezers ) vertegenwoordigden in 1977 minder dan 10 % van het zichtbaar verbruik van deze produkten in België .

C . Partijen bij de Overeenkomst

1 . Partij I :

3 . De fabrikanten en alleenimporteurs , aangesloten bij een of meer der volgende organisaties :

- de Elektriciteitsgemeenschap ( CEG ) te Brussel ( België ) .

Deze vereniging zonder winstoogmerk , opgericht in 1956 , omvat vennootschappen voor de produktie en de verdeling van elektriciteit , fabrikanten en importeurs van elektrische apparaten , beroepsverenigingen en technische organisaties op het gebied van de toepassing van elektriciteit ; haar doel is het gebruik van elektriciteit in alle vormen rechtstreeks en indirect te bevorderen . De leden van de CEG zijn onderverdeeld in groepen ( thans dertien ) , waarvan met name moeten worden genoemd de groepen " Onderhoud van het wasgoed " en " Vaatwasmachines " , waarvan de vertegenwoordigers betrokken zijn geweest bij besprekingen met de NAVEWA voor het opstellen van de Overeenkomst ;

- de Federatie van de Handel in Elektrische Apparatuur ( FHEA-FCAE ) te Brussel ( België ) .

Deze vereniging zonder winstoogmerk , opgericht in 1946 , omvat fabrikanten , importeurs en verdelers van elektrische huishoudelijke apparaten ; haar doel is de verbetering van de morele en materiële toestand van de groothandel alsmede van de importeurs en exporteurs van elektrische apparaten ;

- de Unie der Leveranciers der Voedingsambachten - afdeling Grootkeukens ( ULEVOUFARAL ) te Brussel ( België ) .

Deze Unie omvat de fabrikanten en importeurs van keukenfornuizen en apparatuur voor de uitrusting van kantines , restaurants , enz .

4 . In bijlage I bij deze beschikking is de lijst opgenomen van de ondernemingen die samen Partij I vormden bij de ondertekening van de Overeenkomst . Voorts zijn op basis van artikel 4.1 van de Overeenkomst na ondertekening andere fabrikanten of alleenimporteurs tot de Overeenkomst toegetreden . Deze ondernemingen zijn vermeld in bijlage II bij deze beschikking . Hoewel zij geen onderneming is , neemt ULEVO zelf deel aan de Overeenkomst en niet alleen via haar leden .

2 . Partij II :

5 . De Nationale Vereniging der Waterleidingbedrijven ( NAVEWA-ANSEAU ) te Brussel ( België ) .

Deze vereniging zonder winstoogmerk , opgericht in 1948 , heeft tot doel het waken over de gemeenschappelijke belangen van de waterdistributiebedrijven in België . De 31 waterdistributiebedrijven die zijn aangesloten bij de NAVEWA zijn opgericht volgens verschillende rechtsvormen ( intercommunale , regie , overheidsorganisatie of gemengd bedrijf ) . Zij zijn door de overheid opgericht met het oog op de regelmatige voorziening en de waterdistributie , waarbij de bescherming van de volksgezondheid volledig gegarandeerd is .

De NAVEWA heeft in 1965 het " Algemeen Reglement betreffende de installaties van de abonnees " voor het grondgebied van het Koninkrijk België opgesteld , nadat een Koninklijk Besluit in werking was getreden waarbij de waterverdelers strafrechtelijk aansprakelijk werden gesteld voor de kwaliteit van het water .

D . Voornaamste bepalingen van de Overeenkomst

6 . Het doel van de Overeenkomst is " de voorkoming , in het belang van de volksgezondheid , van elke aantasting van de kwaliteit van het distributiewater door besmetting of verontreiniging in het bijzonder bij de aansluiting van was - of vaatwasmachines op de drinkwaterleiding " ( artikel 1 van de Overeenkomst ) .

7 . " De Overeenkomst regelt het gebruik van het conformiteitsmerk NAVEWA-ANSEAU voor was - en vaatwasmachines " ( artikel 2 ) . De Overeenkomst wordt aangevuld door een " Bijzonder Reglement " , dat als bijlage daarbij is opgenomen en waarin wordt bepaald aan welke technische conformiteitseisen deze machines moeten voldoen . De voornaamste bepalingen van de Overeenkomst zijn de volgende :

8 . - De Overeenkomst , in werking getreden op 1 januari 1979 , is gesloten voor een termijn van drie jaar . Zij wordt op de vervaldag telkens voor een periode van drie jaar stilzwijgend verlengd ( artikel 3 ) .

9 . - Wat de uitvoering van de Overeenkomst betreft , treedt de CEG op als gevolmachtigde van de ondernemingen die samen Partij I vormen ( artikel 4.1 ) .

10 . - De verdeling van de merkplaatjes van het conformiteitsmerk wordt uitsluitend toegekend aan de CEG ( artikel 5 ) . De CEG krijgt de merkplaatjes van de NAVEWA tegen betaling van 3,50 Bfr . per geleverd plaatje ( bijlage II bij de Overeenkomst ) .

De CEG levert de merkplaatjes aan partijen bij de Overeenkomst tegen het volgende tarief :

- 4 Bfr . voor leden van de CEG , aangesloten bij de groepen " Wasonderhoud " en " Vaatwasmachines " ;

- 5 Bfr . voor leden van de CEG , niet aangesloten bij genoemde groepen ;

- 6 Bfr . voor de gebruikers die geen lid zijn van de CEG .

11 . - " De contractanten verbinden er zich toe , vooraleer een nieuwe machine of een machine van gewijzigd type of met gewijzigd typenummer op de Belgische markt wordt gebracht , aan de NAVEWA - via de CEG - een volledig technisch dossier over te maken bevattende :

- alle identificatiegegevens ( ... )

- een gedetailleerd technisch schema van het volledige hydraulische circuit ( van de machines ) " ( artikel 6 ) .

12 . - " De NAVEWA organiseert een regelmatige marktcontrole , waarbij aan de hand van steekproeven wordt nagegaan of de zich in de handel bevindende machines voorzien zijn van het conformiteitsmerk en , in bevestigend geval , inderdaad volledig conform zijn met de technische conformiteitsvoorschriften , opgenomen in het " Bijzonder Reglement " . Anderzijds kan de CEG om verantwoorde redenen een bijzondere gelokaliseerde marktcontrole vragen aan de NAVFWA " ( artikel 8.1 ) .

13 . - " Indien bij deze marktcontroles door de NAVEWA wordt vastgesteld dat een machine niet voorzien is van het conformiteitsmerk , zal de NAVEWA bij aangetekend schrijven de betrokken handelaren mededelen dat deze machine niet voldoet aan de voorwaarden betreffende de aansluiting van was - of vaatwasmachines op het distributienet " ( artikel 8.2 ) .

14 . De voornaamste bepalingen van het " Bijzonder Reglement " , dat als bijlage bij de Overeenkomst is opgenomen en volgens artikel 11 van de Overeenkomst daarvan een integrerend deel uitmaakt , zijn de navolgende :

15 . - De wasmachines en vaatwasmachines worden beschouwd als beantwoordend aan de technische conformiteitsvoorschriften , indien zij in volledige overeenstemming zijn met het " Algemeen Reglement betreffende de installaties van de abonnees " , aangevuld met de " Voorschriften inzake de constructie en controle op wasmachines en vaatwasmachines " ( artikel 1 ) .

16 . - In het " Algemeen Reglement betreffende de installaties van de abonnees " komt met name in artikel 38 de volgende bepaling voor die voor de inwerkingtreding van de nieuwe Overeenkomst de eisen voor de conformiteitscontrole vaststelde : " Was - en vaatwasmachines die niet voorkomen op de lijst van de toestellen die zijn goedgekeurd door de NAVEWA , mogen niet op de drinkwaterleiding worden aangesloten . Die lijst ligt ter inzage op het waterleidingbedrijf " .

17 . - De contractantenmoeten zelf nagaan of de op de Belgische markt te verdelen machines conform de reeds genoemde technische conformiteitsvoorschriften zijn ; zij kunnen hiervoor desgewenst een beroep doen op de technische bijstand van de NAVEWA . Partij I heeft verder per jaar recht op honderd keren technische bijstand van de NAVEWA waarvoor geen extra vergoeding verschuldigd is ( artikel 2.1 ) . Verdere bijstand moet worden betaald overeenkomstig het tarief dat is vastgesteld in artikel 1 van bijlage II bij de Overeenkomst . De kosten bedragen ongeveer 4 000 Bfr . voor een voormiddag , gedurende welke 10 machines kunnen worden gecontroleerd .

18 . - Indien geconstateerd wordt dat het conformiteitsmerk is aangebracht op machines die niet voldoen aan bovengenoemde technische voorschriften , moeten de aangebrachte merkplaatjes binnen 10 dagen worden verwijderd , tenzij de machines binnen die termijn conform worden gemaakt . De aansprakelijke contractant moet voorts een forfaitaire vergoeding van 50 000 Bfr . betalen aan de NAVEWA . Indien de contractant zich binnen de gestelde termijn niet aan de sanctiemaatregelen onderwerpt of indien hij de voorschriften binnen de 3 jaar opnieuw overtreedt , verliest hij definitief het recht op het gebruik van het conformiteitsmerk ( artikel 3 ) .

19 . - Bepaald is dat de volgende overgangsmaatregelen tot uiterlijk 31 december 1979 van toepassing zullen zijn :

" - Partij I vult de NAVEWA-lijst van goedgekeurde machines , van kracht tot op 31 december 1978 , aan met het laatste fabricagenummer voor deze datum ;

- alle machines met later fabricagenummer vallen onder toepassing van deze Overeenkomst ;

- alle machines met een vroeger fabricagenummer vallen onder toepassing van de vorige reglementering . Vanaf 1 april 1979 moeten deze machines nochtans vergezeld zijn van een conformiteitscertificaat met afneembaar merkplaatje dat op de machine dient te worden aangebracht voor ingebruikname " ( artikel 6 ) .

E . Ontstaangeschiedenis van de Overeenkomst

20 . Op 25 juli 1978 heeft ten zetel van de NAVEWA een vergadering plaatsgehad tussen enerzijds de vertegenwoordigers van de groepen " Wasonderhoud " en " Vaatwasmachines " van de CEG en van de FHEA en anderzijds de vertegenwoordigers van de NAVEWA . Dezen stelden dat het bestaande systeem de volgende bezwaren had :

" - zowel de kopers als de waterleidingmaatschappijen moeten de lijst raadplegen om na te gaan of de machine daarop is vermeld ;

- machines met een identiek hydraulisch systeem maar een andere nummering moeten afzonderlijk ter verificatie worden aangeboden waardoor de verificatiekosten soms aanzienlijk hoger worden " .

De FHEA heeft gesteld dat de " sommige niet officiële importeurs ( parallelimporteurs ) eveneens profiteren van de door de officiële importeur verkregen verificatie zonder dat zij in de kosten moeten bijdragen " .

21 . De werkgroep " juristen " van de NAVEWA heeft tijdens een vergadering op 21 september 1978 de volgende opmerkingen gemaakt over een eerste ontwerp-overeenkomst die op 8 september 1978 was overgelegd :

- De ontwerp-overeenkomst tussen NAVEWA en de betrokken verdelers van wasmachines en vaatwasmachines zou de mogelijkheid bieden 90 % van de produkten te controleren . Voor de controle van de resterende 10 % " zou kunnen worden gedacht aan machtiging van de verdelers om de nodige contacten te leggen met de niet-aangeslotenen om hen in staat te stellen eveneens deze conformiteitsmerken te verkrijgen op voorwaarde dat zij de aangesloten verdelers de nodige garanties en verplichtingen geven " .

- " De betreffende Overeenkomst zou slechts een voorlopig karakter hebben todat de EEG daaromtrent een richtlijn uitvaardigt die thans in voorbereiding is " .

- " Aanbevolen wordt de Overeenkomst zo in te leiden dat de doelstellingen van betrokken partijen duidelijk worden aangegeven . Wat de NAVEWA betreft is dit doel ongetwijfeld de bescherming van de kwaliteit van het drinkwater en bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker " .

- Indien de waterleidingdienst machines ontdekt bij een abonnee zonder conformiteitsmerk , moet deze dienst nagaan of de machine voldoet aan de conformiteitsvoorschriften ; hij kan uit dien hoofde van de abonnee geen enkele vergoeding eisen .

22 . Op 19 september 1978 hebben tijdens een gezamenlijke vergadering van de groepen " Wasonderhoud " en " Vaatwasmachines " van de CEG de voorzitters van beide groepen verslag uitgebracht van de besprekingen met de NAVEWA . Zij verklaarden dat de CEG de volgende doelstellingen nastreeft :

" - de kosten in verband met goedkeuring verminderen en koppelen aan de metterdaad door onze leden verkochte hoeveelheden ;

- strijd tegen bedrieglijke praktijken waarvan de gebruiker het slachtoffer wordt ;

- voor ( de leden van de CEG ) ... een behandeling krijgen die voor hen gunstiger is dan voor niet-leden ( de door laatstgenoemden verkochte apparaten mogen niet het goedkeuringsmerk dragen , hoewel deze apparaten uiteraard ter goedkeuring bij de NAVEWA kunnen worden aangeboden ) . " .

De volgende conclusie werd getrokken : " het gevolg van dit alles zou zijn dat , indien een distributiemaatchappij een apparaat zou aantreffen zonder merkplaatje en aangesloten op het distributienet , deze maatschappij zelfs het water bij deze abonnee zou kunnen afsluiten " .

23 . De tekst van de overeenkomst is bijgewerkt tijdens de vergaderingen van 10 en 13 oktober 1978 tussen de vertegenwoordigers van de CEG , de FHEA , de ULEVO en de NAVEWA . Met name moet worden gewezen op de wijziging van de tekst van artikel 4.1 van de overeenkomst . In de door NAVEWA voorgestelde tekst was bepaald :

" Anderzijds bestaat de mogelijkheid deze overeenkomst uit te breiden tot andere partijen waarbij echter de CEG als enige bevoegd is hierover te beslissen en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze andere partijen zich eveneens volledig onderwerpen aan alle bepalingen van deze overeenkomst en dat zij de CEG als gevolmachtigde erkennen " .

Toegevoegd werd na " andere partijen " : " voorzover die ook fabrikant of exclusieve importeur zijn " .

24 . Op 23 oktober 1978 is een gezamenlijke vergadering gehouden van de groepen " Wasonderhoud " en " Vaatwasmachines " van de CEG waarbij de FHEA en de ULEVO vertegenwoordigd waren . Tijdens die vergadering werd door de CEG op de volgende punten een nadere precisering gegeven :

- " De NAVEWA is vastbesloten om slechts haar merkplaatje te erkennen ( conformiteitsmerk ) als bewijs dat een vaatwasmachine of een wasmachine conform haar reglement is , terwijl het voornaamste doel blijft de verontreiniging van gedistribueerd drinkwater te voorkomen " .

- " De NAVEWA zal dit merkplaatje aan het publiek bekendmaken met name door middel van een persconferentie , afbeeldingen in de verbruiksstaten en met ieder ander geschikt promotiemiddel " .

- " De NAVEWA zal de lijsten met goedgekeurde apparaten die zij tot nu toe publiceerde , laten vervallen ; alleen het merkplaatje is een garantie dat de apparaten met haar reglement overeenstemmen " .

- " Het is ondenkbaar dat het geldende systeem vervangen wordt door importverboden met betrekking tot apparaten die niet conform het NAVEWA-reglement zijn , aangezien NAVEWA daartoe niet bevoegd is en wij evenmin ; het Verdrag van Rome verbiedt trouwens technische belemmeringen van het handelsverkeer " .

- " Er is geen ander alternatief om de kwestie van de goedkeuring op te lossen : of het oude systeem dat veel geld kost en ons niets oplevert of de voorgestelde Overeenkomst . Deze heeft het voordeel een wapen te zijn ( geen absoluut wapen misschien , maar toch niet te verwaarlozen ) tegen parallelinvoer . De CEG , die als enige bevoegd is om conformiteitsplaatjes af te geven zal dit uitsluitend doen aan de officiële exclusieve importeurs " .

25 . De ontwerp-overeenkomst is aan het einde van deze vergadering goedgekeurd met algemene stemmen , minus twee : INDESIT en PHILIPS hebben een voorbehoud gemaakt in verband met technische problemen vanwege het aanbrengen van merkplaatjes tijdens de fabricage en de hogere kosten door het gebruik van merkplaatjes voor ondernemingen die vele exemplaren verkopen van een gering aantal types . Op 26 oktober 1978 kon tijdens een vergadering van de CEG , de FHEA , de ULEVO en de NAVEWA de definitieve tekst van de Overeenkomst worden vastgesteld . Bij die gelegenheid werd gesteld dat het nieuwe systeem het volgende voordeel biedt :

" Men is er immers van overtuigd dat , door de publiciteit die beide partijen zullen voeren om klanten aan te raden , in hun eigen belang , voortaan nog enkel " conforme " machines te kopen ( voorzien van een merkplaatje ) , het verkoopcijfer van andere machines zal dalen , zelfs indien ze aan de NAVEWA-reglementering voldoen " .

26 . Aan alle in bijlage I bij deze beschikking vermelde ondernemingen werd de definitieve tekst van de Overeenkomst voor ondertekening medegedeeld en op de dag van de ondertekening , 13 december 1978 , hebben zij alle , met uitzondering van de vennootschap Despagne , deelgenomen aan een vergadering die bedoeld was om enkele punten op te helderen en voorts de praktische toepassing van de Overeenkomst betrof .

F . Invoering van de Overeenkomst

27 . De invoering van de Overeenkomst is vergezeld gegaan van een grote reclamecampagne zowel door de ondernemingen die Partij I bij de Overeenkomst vormen , als door de NAVEWA . In advertenties werden de gebruikers gewaarschuwd tegen verkoop van machines , niet voorzien van het conformiteitsplaatje . In sommige advertenties werd gesteld : " het ontbreken van het NAVEWA-merkplaatje kan aanzienlijke onderzoekkosten meebrengen , zelfs kan het water tijdelijk worden afgesloten " .

28 . De CEG die als enige bevoegd is conformiteitsplaatjes te leveren heeft de bepalingen van de Overeenkomst , volgens welke alleen fabrikanten of exclusieve importeurs tot de Overeenkomst kunnen toetreden , strikt toegepast ( artikel 4.1 ) . De standaarbrief die door de CEG wordt gezonden aan de handelaren die vragen welke procedure moet worden gevolgd om de conformiteitsplaatjes NAVEWA-ANSEAU te verkrijgen , behelst de volgende bepalingen :

" U gelieve :

- ...

- c ) ons te verklaren dat U exclusief invoerder bent voor , merk per merk , de wasmachines en/of de vaatwasmachines die U op de Belgische markt brengt ;

- d ) indien " exclusief invoerder " , ons voor ieder merk het getuigschrift te laten geworden dat die hoedanigheid officieel bevestigt , door de buitenlandse fabrikant opgesteld en getekend " .

29 . Een dergelijk schrijven is op 30 april 1979 verzonden aan de SA Frabelmar te Ransart ( handelend onder de naam " CORA " ) , in antwoord op haar verzoek waarin gesteld werd dat deze vennootschap rechtstreeks uit Italië wasmachines van het merk Indesit invoerde . Afschriften van het verzoek van de vennootschap Frabelmar en van het antwoord van de CEG zijn door deze verzonden aan de directie van Indesit België opdat , aldus het begeleidend schrijven , " zij zich met bewijzen in de hand kan verweren tegen althans één van de parallelimporteurs ! "

30 . Dezelfde brief werd op 8 augustus 1979 verzonden naar de vennootschap Snack en Grootkeukenmateriaal , Koffiebranderij , CRES te Gent . In het antwoord van 18 september 1979 verklaart deze vennootschap dat zij zich voor inlichtingen omtrent de te volgen procedure achtereenvolgens heeft moeten wenden tot haar plaatselijke waterleidingmaatschappij * en vervolgens tot de NAVEWA , die naar de CEG heeft verwezen , die op haar beurt te kennen gaf dat zij zich eerst in verbinding moest stellen met de ULEVO , omdat het om grootkeukenmateriaal ging . De CEG heeft vervolgens in een brief van 20 september 1979 gesteld dat de voorraad merkplaatjes in ieder geval was uitgeput door de behoefte van de firma's die deze merkplaatjes sinds december 1978 regelmatig gebruiken en dat zij nieuwe aanvragen afwachtte alvorens tot herdruk over te gaan , zodat tot eind 1980 aan de behoeften kon worden voldaan .

31 . De NAVEWA heeft eveneens een actieve rol gespeeld bij de controle op de toepassing van het nieuwe systeem . Tijdens een vergadering van 30 oktober 1979 met de fabrikanten en verdelers van was - en vaatwasmachines en de NAVEWA werd gesteld : " de controle van de markt wordt door NAVEWA intensief voortgezet zowel in de winkels als op de handelsbeurzen en tentoonstellingen " .

Wanneer een of meer tentoongestelde machines niet zijn voorzien van het conformiteitsmerk , zendt de NAVEWA de betrokken handelaar een aangetekend schrijven waarin de machines worden opgesomd die niet voorzien zijn van de conformiteitsplaatjes en waarin wordt gesteld :

" Wij houden eraan uw bijzondere aandacht erop te vestigen dat deze machines aldus niet voldoen aan de voorwaarden voor aansluiting op het drinkwaternet , die tot doel hebben elke besmetting of verontreiniging van het drinkwater te voorkomen . Met het conformiteitsmerkplaatje wordt een machine namelijk conform verklaard met deze voorschriften .

Teneinde uw cliënteel niet in moeilijkheden te brengen , raden wij U derhalve aan de leverancier van deze machines te verzoeken onmiddellijk te willen zorgen voor de regularisatie van deze toestand . " .

32 . Een dergelijke brief is met name verzonden aan de vennootschap CAMPO te Antwerpen op 25 juli 1979 . Opgemerkt moet worden dat ongeveer de helft van de genoemde machines , die als niet conform werden aangeduid ( d.w.z . niet voorzien van een merkplaatje ) , voorkomt op de lijst van de conforme machines die door de NAVEWA op 15 januari 1979 is gepubliceerd .

33 . De NAVEWA antwoordt eveneens op verzoeken van fabrikanten of buitenlandse handelaren die hun produkten naar België willen uitvoeren . In een brief van 5 november 1979 aan de heer Mario Allieri , een Italiaans handelaar die wilde vernemen welke technische voorschriften in acht moesten worden genomen voor wasmachines en vaatwasmachines bij export naar België , heeft de NAVEWA met name het volgende verklaard :

" Opmerking verdient dat U exporteur bent en geen importeur , wat inhoudt dat één der personen met wie U een overeenkomst wilt sluiten door U wordt aangewezen als exclusief importeur van Uw merk machines in België . Laatsgenoemde voldoet dan aan de vereiste voorwaarden voor toetreding tot de Elektriciteitsgemeenschap ( CEG ) ( ... ) , die optreedt namens alle betrokken fabrikanten en importeurs " .

34 . De controle ten slotte wordt eveneens uitgevoerd door de plaatselijke waterleidingdiensten die bij de abonnees nagaan of de geïnstalleerde machines voorkomen op de lijst van conforme machines of voorzien zijn van het conformiteitsmerk . Indien aan geen van deze voorwaarden is voldaan , wordt de abonnee schriftelijk gewaarschuwd , dat hij binnen drie maanden een gedetailleerd technisch schema moet overleggen van het hydraulische circuit van de machine en de waterleidingdienst gelegenheid moet geven op de machine zelf de nodige controle uit te voeren ; een gedeeltelijke demontage van de machine moet geschieden door de abonnee zelf . Er wordt medegedeeld dat hij hiervoor een beroep kan doen op de verkoper , de fabrikant of de importeur van de machine .

35 . Bepaalde buiten België gevestigde fabrikanten van wasmachines en vaatwasmachines , aan wie een dergelijke brief werd toegezonden , hebben de Commissie medegedeeld dat zij daardoor tot het aanstellen van een exclusieve invoerder in België werden gebracht .

36 . Indien de conformiteitscontrole niet binnen de gestelde termijn kan geschieden , zendt de waterleidingdienst een aangetekend schrijven waarin de abonnee wordt gelast de betrokken machine af te sluiten totdat deze controle is verricht .

II . JURIDISCHE BEOORDELING

A . Artikel 85 , lid 1 , van het EEG-Verdrag

37 . De bij de CEG , de FHEA en de ULEVO aangesloten fabrikanten en exclusieve importeurs , die Partij I bij de Overeenkomst vormen , zijn ondernemingen in de zin van artikel 85 , lid 1 . De bij de NAVEWA , de tweede partij bij de Overeenkomst , aangesloten vennootschappen en diensten voor drinkwaterdistributie zijn ondernemingen in de zin van hetzelfde artikel . De Overeenkomst is dus een overeenkomst tussen ondernemingen en een ondernemersvereniging .

38 . Hoewel artikel 85 , lid 1 , uitsluitend overeenkomsten tussen ondernemingen vermeldt , betreft dit artikel eveneens overeenkomsten tussen ondernemersverenigingen ; het Hof van Justitie heeft n.l . in de zaak 67/63 ( SOREMA Hoge Autoriteit ) ( Jur . 1964 , blz . 313 ) bestist dat een door een vereniging van ondernemingen gesloten overeenkomst viel onder de toepassing van artikel 65 van het EGKS-Verdrag , dat op dit punt in dezelfde bewoordingen is gesteld als artikel 85 van het EEG-Verdrag . Het Hof van Justitie heeft deze interpretatie bevestigd in verband met artikel 85 van het EEG-Verdrag in de zaak 71/74 ( FRUBO/Commissie ) ( Jur . 1975 , blz . 563 ) niet de beslissing dat artikel 85 , lid 1 , van toepassing is op verenigingen voor zover haar eigen activiteiten of die van de aangesloten ondernemingen ertoe strekken de in die bepaling bedoelde gevolgen teweeg te brengen .

39 . De Overeenkomst is een overeenkomst die via NAVEWA eveneens de bij deze aangesloten leden bindt . Hoewel NAVEWA formeel haar leden geen voorschriften kan opleggen doch slechts de toepassing daarvan kan aanbevelen , is de Overeenkomst in feite bindend voor de bij de NAVEWA aangesloten ondernemingen . Aangezien op grond van de Overeenkomst voor na 31 januari 1979 vervaardigde machines het oude controlesysteem inzake de conformiteit , gebaseerd op een lijst van goedgekeurde apparaten , is afgeschaft , moeten de waterdistributiebedrijven om hun wettelijke verplichtingen inzake het toezicht op de kwaliteit van het water na te komen , het NAVEWA-ANSEAU merkplaatje als bewijs van conformiteit erkennen . Anders zouden zij de conformiteit van alle wasmachines en vaatwasmachines die in België worden verkocht stuk voor stuk moeten nagaan , wat voor hen praktisch onmogelijk is .

40 . De Overeenkomst is volgens de eigen bewoordingen gericht op " de voorkoming , in het belang van de volksgezondheid , van elke aantasting van de kwaliteit van het distributiewater door besmetting of verontreiniging - in het bijzonder bij de aansluiting van was - of vaatwasmachines op de drinkwaterleiding " .

41 . Uit de tekst van de Overeenkomst en de wijze waarop daaraan uitvoering wordt gegeven blijkt dat de Overeenkomst niet alleen haar formele doelstelling heeft , doch eveneens ertoe strekt dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 85 , lid 1 , om de navolgende redenen wordt verhinderd of beperkt .

a ) Het conformiteitsmerk NAVEWA-ANSEAU is in de plaats gekomen van het voormalige systeem van conformiteitscontrole , gebaseerd op de lijsten van de goegekeurde apparaten .

42 . NAVEWA spreekt niet tegen dat , indien nog lijsten met conforme apparaten bestaan , deze lijsten slechts betrekking hebben op voor 31 januari 1979 vervaardigde apparaten , zoals trouwens is bepaald in artikel * van het bij de Overeenkomst opgenomen bijzonder reglement waarin bepaald is , dat alle machines voorzien van een later uitgegeven fabricagenummer onder de toepassing van de Overeenkomst vallen .

43 . Ten aanzien van na 31 januari 1979 vervaardigde apparaten is de enige mogelijkheid tot conformiteitscontrole , behalve het aanbrengen van het merkplaatje , het onderzoek door NAVEWA of de bij haar aangesloten leden van ieder apparaat dat op het waterdistributienet is aangesloten . Deze homologatie moet per apparaat geschieden en niet per type apparaat , omdat op geen enkele wijze is aangegeven hoe ter kennis van alle waterdistributiebedrijven kan worden gebracht dat een bepaald type apparaat als " conform " is erkend . Een dergelijk onderzoek brengt buitensporig hoge kosten mede vergeleken met de kosten voor de controle binnen het raam van de Overeenkomst ( ongeveer 10 000 Bfr . per onderzoek ) .

44 . Voorts blijkt uit de bewoordingen van de Overeenkomst dat zelts deze mogelijkheid niet bestaat . Uit artikel 8.2 van de Overeenkomst blijkt dat zij ertoe strekt iedere mogelijkheid voor het bewijs van de conformiteit op andere wijze dan door het aanbrengen van het merkplaatje weg te nemen . De algemene bewoordingen ontrachten op ondubbelzinnige wijze het argument dat door partijen bij de Overeenkomst wordt aangedragen , namelijk dat aanbrenging van het merkplaatje slechts een bijzondere wijze van uitvoering van de controle op was - en vaatwasmachines is en slechts betrekking heeft op machines die op de markt zijn gebracht door fabrikanten of alleenimporteurs . Genoemde bepaling immers betreft controles bij alle handelaren , zonder onderscheid naar de herkomst van de machine .

45 . In de praktijk zendt de NAVEWA een brief waarin wordt gesteld dat bepaalde machines die niet van het conformiteitsmerk zijn voorzien derhalve niet voldoen aan de conformiteitsnormen , zelfs machines die voorkomen op de lijst van " conforme " machines ( zie de punten 31 en 32 ; het schrijven aan de vennootschap CAMPO ) . De controle bij de handelaren wordt door de NAVEWA eveneens gedelegeerd aan haar leden .

46 . Wat de reeds bij de gebruikers geïnstalleerde machines betreft , controleren de plaatselijke waterleidingdiensten de machines die niet voorzien zijn van het conformiteitsmerk ; deze controle verplicht de gebruikers met name een technisch schema van het hydraulisch circuit van de machine te tonen en op eigen kosten de machine gedeeltelijk te doen demonteren .

47 . Deze maatregelen hebben een afremmende werking gehad , nog versterkt door de publiciteit van de NAVEWA en de andere partijen bij de Overeenkomst waardoor de gebruikers worden aangespoord slechts machines te kopen die voorzien zijn van het conformiteitsmerkplaatje en waarin wordt gewezen op de bezwaren die kunnen voortvloeien uit de aankoop van niet van het conformiteitsmerkplaatje voorziene machines ( zie nr . 27 ) ; daardoor wordt de verkoop in België van machines die dit conformiteitsmerkplaatje niet dragen zeer moeilijk , zoniet onmogelijk , zelfs indien deze machines voldoen aan de technische conformiteitsvoorschriften van de NAVEWA .

b ) Alleen de fabrikanten of exclusieve importeurs kunnen de conformiteitsmerkplaatjes verkrijgen

48 . In artikel 2 van de Overeenkomst is bepaald dat deze het gebruik regelt van het conformiteitsmerkplaatje NAVEWA-ANSEAU voor wasmachines en vaatwasmachines . Krachtens deze bepaling kunnen anderen dan degenen die de Overeenkomst hebben ondertekend deze merkplaatjes niet verkrijgen . Dit zijn volgens artikel 1 uitsluitend fabrikanten en exclusieve importeurs . In artikel 4.1 van de Overeenkomst is bepaald dat andere partijen tot de Overeenkomst kunnen toetreden " voorzover die eveneens fabrikant of exclusief importeur zijn . Het ligt volledig in de bevoegdheid van de CEG daarover te beslissen ( ... ) " .

49 . De CEG ziet nauwlettend toe op naleving van dit voorschrift en vraagt ondernemingen , die conformiteitsmerkplaatjes willen krijgen , hun hoedanigheid van exclusieve importeur te bevestigen en een verklaring van hun leverancier over te leggen waarin hun deze hoedanigheid officieel wordt toegekend ( zie nr . 28 ) .

50 . NAVEWA deelt de ondernemingen die inlichtingen vragen mee dat conformiteitsmerkplaatjes uitsluitend kunnen worden geleverd aan een exclusieve importeur en geeft zelfs te verstaan dat deze moet toetreden tot de CEG ( zie voorgaand punt 33 , brief aan de heer Allieri ) . Behalve door deze rechtstreekse maatregelen van de NAVEWA zijn ook door het discriminerende karakter van de controle op machines , die niet in aanmerking kunnen komen voor toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst , bepaalde fabrikanten buiten België ertoe gebracht exclusieve importeurs in België aan te wijzen ( zie voorgaand punt 35 ) .

51 . Het door bepaalde partijen bij de Overeenkomst aangevoerde argument dat sommige van hen geen fabrikant of exclusieve importeur waren wil slechts zeggen , dat de Overeenkomst onjuist is toegepast ; zulks kan niet wegnemen , dat de Overeenkomst gericht is op beperking van de mededinging . Bovendien wordt hiermede het argument van zijn kracht beroofd dat de Overeenkomst slechts kan worden uitgebreid tot andere fabrikanten of exclusieve importeurs , omdat alleen dezen voldoende waarborgen boden .

52 . Niet bewijst is dat , afgezien van het bijzondere geval van grootkeukenmaterieel , verkopers die geen exclusieve importeur of fabrikant waren via de exclusieve importeur of de fabrikant dienden te gaan om het conformiteitsplaatje te kunnen verkrijgen .

c ) De verdeling van conformiteitsmerkplaatjes geschiedt uitsluitend door de CEG die in dit opzicht volmacht krijgt van alle contractanten

53 . Deze bepaling , voorkomende in artikel 5 , alsmede de meer algemene voorwaarde , dat de nieuwe partijen bij de Overeenkomst de CEG als gevolmachtigde moeten erkennen ( laatste zin van artikel 4.1 ) versterkt de concurrentiebeperkende strekking van de Overeenkomst , omdat conformiteitsmerkplaatjes uitsluitend kunnen worden verkregen overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst . Immers , indien de bepaling volgens welke niet exclusieve importeurs worden uitgesloten zou worden geschrapt , zouden dezen de conformiteitsmerkplaatjes toch nog slechts kunnen krijgen door bemiddeling van de CEG . Door deze voorwaarde kan een organisatie , die uitsluitend fabrikanten of exclusieve importeurs omvat , de door niet exclusieve importeurs gerealiseerde verkopen controleren .

54 . Ook al verklaart de ULEVO van de CEG volmacht te hebben ontvangen voor de verdeling van de merkplaatjes , toch wordt ten aanzien van grootkeukenmateriaal in de tekst van de Overeenkomst geen onderscheid gemaakt en is de exclusiviteit van de CEG voor de verdeling van de merkplaatjes dus ook van toepassing op dit materiaal . In ieder geval behoudt de CEG op grond van artikel 4.1 van de Overeenkomst door deze bevoegdheid te delegeren de mogelijkheid na te gaan , wie de beschikking heeft over de merkplaatjes en met name of dit fabrikanten of exclusieve importeurs zijn . De omstandigheid dat de ULEVO ook conformiteitsmerkplaatjes kan verdelen neemt deze beperking niet weg , omdat niet alleen de aangesloten leden , maar ook de betrokken importeurs zich gewoonlijk tot de CEG zullen wenden .

55 . Het feit dat de technische gegevens betreffende de nieuwe of de gewijzigde machines aan NAVEWA moeten worden doorgegeven " via de CEG " ( artikel 6 van de Overeenkomst ) versterkt eveneens de concurrentiebeperkende strekking van de Overeenkomst .

56 . De bepalingen van de Overeenkomst , genoemd in de nrs . 42 tot 55 , in onderling verband beschouwd leiden er dus toe dat de erkenning van conformiteit met de NAVEWA-normen van door niet-exclusieve importeurs in België ingevoerde wasmachines en vaatwasmachines geschiedt onder discriminerende voorwaarden vergeleken bij welke voor de in België gevestigde exclusieve importeurs en fabrikanten gelden . De niet-exclusieve importeur heeft immers maar één mogelijkheid om conformiteitsmerkplaatsjes te verkrijgen , namelijk door zich te wenden tot de exclusieve importeur . Indien deze de conformiteitsmerkplaatjes weigert moet de niet-exclusieve importeur of verkoper iedere machine afzonderlijk laten controleren , waarvoor de kosten buitensporig hoog zijn vergeleken met de verkoopprijs van de apparaten . Op grond van deze bepalingen kunnen de exclusieve importeurs derhalve de parallelle invoer controleren en eventueel andere beperkende maatregelen nemen om deze te verhinderen ( zie nr . 29 ) .

57 . Ten aanzien van industriële apparaten wordt de beperking niet weggenomen door de omstandigheid dat de structuur van de vraag parallelle invoer bemoeilijkt . De vaststelling van discriminerende voorwaarden voor goedkeuring van door niet-exclusieve importeurs ingevoerde apparaten betreft alle apparaten , ingevoerd door handelaren die hun klanten een goede service kunnen verlenen , doch waaraan de fabrikant bij voorbeeld op grond van zijn verkooppolitiek geen exclusiviteit wil verlenen . Door de aanstelling van exclusieve importeurs verplicht te stellen , terwijl volgens de ULEVO de fabrikanten op dit terrein geen beleid voeren van exclusieve verdeling , wordt door de Overeenkomst de mededinging op dit terrein eveneens beperkt door beïnvloeding van de structuur aan de aanbodzijde .

58 . De voorschriften van de Overeenkomst die voor de niet-exclusieve importeurs de mogelijkheid uitsluiten om een conformiteitscontrole voor door hen in België ingevoerde machines te verkrijgen tegen voorwaarden die ten opzichte van de aan fabrikanten en exclusieve importeurs toegestane voorwaarden niet discriminerend zijn , leveren derhalve beperkingen op van de mededinging in de zin van artikel 85 , lid 1 , van het Verdrag .

59 . Deze beperkingen kunnen de handel tussen Lid-Staten ongunstig beïnvloeden , omdat door vaststelling van discriminerende voorwaarden voor de goedkeuring van de machines , die zijn ingevoerd door niet-exclusieve importeurs , het handelsverkeer tussen deze Staten kan worden beïnvloed in een mate die schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van een enkele markt . Zij versterken de aan de alleenverkopers verleende exclusiviteit , omdat zij ertoe leiden dat de mogelijkheid van andere handelsstromen door middel van parallelle import voor de betrokken produkten wordt uitgesloten .

60 . De Overeenkomst beperkt de mededinging en kan de handel tussen Lid-Staten merkbaar ongunstig beïnvloeden , niet alleen door de aard van de beperkingen die zij behelst maar ook omdat zij alle in België verkochte wasmachines en vaatwasmachines betreft en het merendeel van deze apparaten wordt ingevoerd uit andere landen van de gemeenschappelijke markt .

B . Artikel 85 , lid 3 , van het EEG-Verdrag

61 . Opdat een beschikking houdende ontheffing in de zin van artikel 85 , lid 3 , kan worden gegeven moet de Overeenkomst bij de Commissie zijn aangemeld conform artikel 4 , lid 1 , of artikel 5 , lid 1 , van Verordening nr . 17 , behoudens wanneer deze verplichting is vervallen krachtens artikel 4 , lid 2 of artikel 5 , lid 2 , van genoemde verordening .

62 . De Overeenkomst is niet bij de Commissie aangemeld en valt niet onder de uitzonderingsbepaling van artikel 4 , lid 2 , van Verordening nr . 17 . Het door sommige partijen bij de Overeenkomst aangevoerde argument dat de Overeenkomst van aanmelding zou zijn vrijgesteld op basis van artikel 4 , lid 2 , punt 1 , van genoemde verordening kan niet worden aanvaard . Volgens genoemd artikel zijn van aanmelding vrijgesteld overeenkomsten waaraan " slechts ondernemingen uit één Lid-Staat deelnemen en deze overeenkomsten , besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen geen betrekking hebben op de invoer of de uitvoer tussen Lid-Staten " . Zoals het Hof van Justitie in zijn arrest Fonderies Roubaix Wattrelos van 3 februari 1976 ( zaak nr . 63/75 , Jur . 1976 , blz . 111 ) heeft verklaard : " deze tweede voorwaarde moet worden gelezen met het oog op de systematiek van artikel 4 en de daarin nagestreefde administratieve vereenvoudiging , waarbij ondernemingen geen overeenkomsten behoeven aan te melden , die weliswaar onder artikel 85 , lid 1 , kunnen vallen maar in het algemeen vanwege hun bijzondere kenmerken in het licht van de doelstellingen dier bepaling minder schadelijk lijken en derhalve zeer waarschijnlijk in aanmerking komen voor toepassing van artikel 85 , lid 3 " . In onderhavig geval dient te worden opgemerkt dat het verkrijgen van conformiteitsmerkplaatjes door de Overeenkomst wordt voorbehouden aan fabrikanten en alleen-importeurs , die de grote meerderheid van de partijen bij de Overeenkomst vormen , en dat zij niet in aanmerking kan komen voor een vermoedelijke toepassing van artikel 85 , lid 3 . Zij betreft derhalve de invoer en de uitvoer tussen Lid-Staten , zoals bedoeld in artikel 4 , lid 2 , van Verordening nr . 17 .

63 . Zelfs indien de Overeenkomst aangemeld zou zijn , zou de vrijstelling bedoeld in artikel 85 , lid 3 , niet kunnen worden verleend . De belemmeringen van de parallelinvoer zijn immers erop gericht de Belgische markt af te grendelen op een wijze die onverenigbaar is met de fundamentele beginselen van de gemeenschappelijke markt . Zelfs indien de Overeenkomst ertoe bijdraagt dat de kwaliteit van het leidingwater wordt gegarandeerd , zijn bovengenoemde bepalingen die de mededinging beperken volstrekt niet onontbeerlijk om dit doel te bereiken . Voorts kan op geen enkele grond worden gesteld dat genoemde bepalingen de gebruikers ten goede komen .

C . Artikel 90 , lid 2 , van het EEG-Verdrag

64 . Sommige partijen bij de Overeenkomst hebben gesteld dat het in artikel 85 neergelegde verbod niet van toepassing zou zijn op de Overeenkomst krachtens artikel 90 , lid 2 , van het Verdrag omdat de leden van de NAVEWA ondernemingen zouden zijn , belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang in de zin van genoemd artikel en de toepassing van het verbod de vervulling , in feite of in rechte , van de hun toevertrouwde bijzondere taak zou verhinderen .

65 . De bij de NAVEWA aangesloten waterleidingmaatschappijen die door de overheid zijn opgericht met het oog op een regelmatige voorziening van drinkwater , waarbij de bescherming van de volksgezondheid volledig gewaarborgd is , zijn ondernemingen belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang in de zin van dit artikel .

66 . Deze ondernemingen zijn slechts vrijgesteld van de mededingingsvoorschriften voor zoverre de toepassing daarvan de vervulling , in feite of in rechte , van de hun toevertrouwde bijzondere taak zou verhinderen . In dit verband is niet voldoende dat de naleving van de Verdragsbepalingen de vervulling van deze bijzondere taak gecompliceerder maakt . Een eventuele beperking van de toepassing van de mededingingsvoorschriften kan slechts in overweging genomen worden wanneer de onderneming over geen enkel ander middel beschikt dat technisch en economisch haalbaar is om haar taak te vervullen .

67 . In het onderhavige geval was vaststelling van discriminerende voorwaarden voor de goedkeuring van door niet-exclusieve importeurs ingevoerde apparaten niet noodzakelijk en a fortiori niet onmisbaar voor de bij de NAVEWA aangesloten ondernemingen om de hun toevertrouwde taak te vervullen . Een bepaling inhoudende dat niet-exclusieve importeurs rechtstreeks bij de NAVEWA merkplaatjes kunnen verkrijgen tegen niet-discriminerende voorwaarden zou de vervulling van genoemde taak in geen geval hebben kunnen verhinderen . Hieruit volgt dat artikel 90 , lid 2 , zich niet verzet tegen toepassing van het in het artikel 85 neergelegde verbod op bovengenoemde bepalingen van de Overeenkomst , terwijl niet behoeft te worden nagegaan of de ontwikkeling van het handelsverkeer op een met het gemeenschappelijk belang strijdige wijze nadelig kon worden beïnvloed .

D . Artikel 3 , lid 1 , van Verordening nr . 17

68 . Uit bovenstaande overwegingen volgt dat de partijen bij de Overeenkomst inbreuk hebben gepleegd op artikel 85 van het EEG-Verdrag . Naar aanleiding van de mededeling van punten van bezwaar hebben partijen het voornemen kenbaar gemaakt de Overeenkomst te wijzigen , maar voor zover de Commissie bekend is , hebben zij deze wijzigingen niet aangebracht . Deze inbreuken worden derhalve voortgezet .

69 . Partijen bij de Overeenkomst moeten derhalve in toepassing van artikel 3 van Verordening nr . 17 worden verplicht onverwijld een einde te maken aan deze inbreuken door de Overeenkomst zodanig te wijzigen , dat niet-exclusieve importeurs niet de mogelijkheid wordt onthouden rechtstreeks conformiteitsmerkplaatjes te verkrijgen van NAVEWA-ANSEAU . Voorts moet worden geëist dat NAVEWA alle nodige maatregelen treft opdat de niet-exclusieve importeurs deze merkplaatjes rechtstreeks bij haar kunnen verkrijgen zonder de CEG als gevolmachtigde te erkennen , tegen dezelfde voorwaarden als aan de fabrikanten en exclusieve importeurs worden verleend . Aan deze maatregelen moet voldoende bekendheid worden gegeven . De wijzigingen in de Overeenkomst alsmede de door NAVEWA getroffen maatregelen moeten de Commissie worden medegedeeld binnen twee maanden na de kennisgeving van deze beschikking .

E . Artikel 15 , lid 2 van Verordening nr . 17

70 . Partijen bij de Overeenkomst hebben inbreuk gepleegd op de bepalingen van artikel 85 van het Verdrag vanaf 1 januari 1979 , voor de vanaf het begin van de Overeenkomst deelnemende partijen , en vanaf hun toetredingsdatum tot de Overeenkomst , voor de andere . Deze inbreuken worden thans nog gepleegd , zoals hiervoor onder punt 68 is aangeduid .

71 . Het is algemeen bekend dat maatregelen van ondernemingen om parallelinvoer te belemmeren en kunstmatige barrières op te werpen binnen de Europese Gemeenschap , waardoor afbreuk wordt gedaan aan de eenheid van de gemeenschappelijke markt , regelmatig worden vervolgd en door de communautaire instanties veroordeeld . In dit geval vormen de beperkingen van de parallelimport gebaseerd op de toepassing van een contractueel controlesysteem op de conformiteit met technische normen bijzonder ernstige inbreuken op artikel 85 , omdat dit systeem ten opzichte van derden dwingend is voorgeschreven .

72 . Uit de feiten blijkt dat de ondernemingen die aan de totstandkoming van de Overeenkomst hebben deelgenomen , d . w . z . de ondernemingen , genoemd in bijlage I bij deze beschikking , deze inbreuken opzettelijk hebben gepleegd , omdat zij bekend waren met het mededingingsbeperkende doel van deze Overeenkomst . De voorzitters van de groepen " Wasmachines " en " Vaatwasmachines " van de CEG hebben n.l . op 19 september 1978 gesteld dat het één van de doelstellingen van de CEG was haar leden een gunstigere behandeling te geven dan de niet-leden , die elke machine dienen te laten onderzoeken door NAVEWA , terwijl de leden van de CEG als enige het goedkeuringsmerkplaatje konden gebruiken . Bovendien heeft de CEG tijdens de vergadering van 23 oktober 1978 duidelijk te kennen gegeven dat de Overeenkomst het voordeel had een wapen te zijn tegen parallelinvoer . De verantwoordelijkheid van deze ondernemingen vloeit zowel voort uit hun deelname aan de totstandkoming van de Overeenkomst als uit hun lidmaatschap van de CEG , vanwege de actieve rol die deze vereniging gespeeld heeft bij de totstandkoming en de uitvoering van de Overeenkomst .

73 . Aan de ondernemingen die medegewerkt hebben aan de totstandkoming van de Overeenkomst dienen derhalve krachtens artikel 15 , lid 2 , van Verordening nr . 17 geldboeten te worden opgelegd . Vastgesteld kan worden dat door hun medewerking aan de totstandkoming van de Overeenkomst en hun lidmaatschap van de CEG al deze ondernemingen een even grote verantwoordelijkheid dragen . Het bedrag van de geldboete die hun wordt opgelegd dient bovendien zowel rekening te houden met de bijzondere omstandigheden waaronder de inbreuk werd gepleegd als met de respectieve belangrijkheid van de verschillende ondernemingen op de betrokken markt .

74 . Daarentegen hebben de ondernemingen die zich na het sluiten van de Overeenkomst daarbij hebben aangesloten , dat zijn de in bijlage II van deze beschikking vermelde ondernemingen , geen enkel initiatief bij de totstandkoming van de Overeenkomst genomen en werden zij vrijwel verplicht zich daarbij aan te sluiten . Het is dus billijk aan deze ondernemingen geen geldboete op te leggen .

75 . Er moet eveneens worden vastgesteld dat het belangrijkste deel van de aansprakelijkheid voor de inbreuk bij NAVEWA ligt . De omstandigheid dat de leden van NAVEWA door de overheid zijn belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang gaf de mogelijkheid de Overeenkomst te doen voorkomen als een verplichte overeenkomst en daaraan aldus een dwingend karakter te geven ten aanzien van derden , die niet tot de Overeenkomst waren toegetreden . NAVEWA diende dus alle aandacht eraan te schenken dat het systeem van controle op de conformiteit van wasmachines en vaatwasmachines niet een karakter mocht hebben dat de mededinging beperkt en discriminerend werkt . NAVEWA heeft echter toegestaan dat de Overeenkomst een dergelijke strekking heeft , hoewel de werkgroep " juristen " van deze vereniging de aandacht erop gevestigd had dat de Overeenkomst de mogelijkheid bood 90 % van de produkten te controleren en dat naar een oplossing moest worden gezocht voor de resterende 10 % , zodat ook voor deze conformiteitsmerken beschikbaar zouden komen , wat niet is geschied . Bovendien waren zowel de NAVEWA als de vertegenwoordigers van de CEG , de FHEA en de ULEVO aanwezig op de vergadering van 26 oktober 1978 tijdens welke de deelnemers hebben verklaard , dat dank zij de reclame die zou worden gemaakt om de gebruikers aan te raden slechts van het conformiteitsmerk voorziene machines te kopen , de verkopen van de andere machines zouden dalen , zelfs van machines die aan de NAVEWA-reglementering voldoen . NAVEWA heeft derhalve de gewraakte inbreuken door grove nalatigheid gepleegd .

76 . NAVEWA moet derhalve krachtens artikel 15 , lid 2 , van Verordening nr . 17 eveneens een geldboete worden opgelegd . Hoewel NAVEWA het belangrijkste deel van de verantwoordelijkheid draagt , dient echter rekening te worden gehouden met het feit dat het om een vereniging zonder winstoogmerk gaat en moet het bedrag van deze geldboete gelijk zijn aan de hoogste boetes die zijn opgelegd aan de ondernemingen die betrokken waren bij het opstellen van de Overeenkomst ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1

De bepalingen van de op 13 december 1978 te Brussel ( België ) gesloten Overeenkomst betreffende het gebruik van het conformiteitsmerk NAVEWA-ANSEAU , volgens welke voor niet-exclusieve importeurs de mogelijkheid wordt uitgesloten tot het verkrijgen van een conformiteitscontrole voor door hen in België ingevoerde wasmachines en vaatwasmachines tegen voorwaarden die t.o.v . de aan fabrikanten en exclusieve importeurs toegestane voorwaarden niet discriminerend zijn , vormen inbreuken op artikel 85 , lid 1 , van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap . In dit verband wordt met name gewezen op de artikelen 2 , 4.1 , 5 en 6 van deze Overeenkomst , alsmede artikel 6 van het bijzonder reglement dat een bijlage bij deze Overeenkomst vormt .

Artikel 2

Partijen bij de Overeenkomst zijn gehouden onverwijld de in artikel 1 van deze beschikking geconstateerde inbreuken te beëindigen . Zij dienen de Commissie binnen twee maanden na kennisgeving van deze beschikking mede te delen welke maatregelen zij daartoe hebben getroffen .

Artikel 3

1 . Een geldboete van 9 500 ( negenduizend vijfhonderd ) Ecu of 390 723 Bfr . ( drichonderdnegentig duizend zevenhonderddrieëntwintig Belgische frank ) wordt opgelegd aan ieder van de volgende ondernemingen :

DESPAGNE , Rue des Carmes 14/16 , 4000 Luik ,

ASOGEM , Boomsesteenweg 65 , 2630 Aartselaar ,

HOBART , Waversesteenweg 1120 , 1160 Brussel ,

INDESIT , Zoning Industriel , 1301 Bierges-Lez-Wavre ,

BELL-TELEPHONE , Bell Telephonelaan 2 , 2440 Geel ,

BBC Hausgerate GmbH ( Belgisch filiaal ) , Stallestraat 96 , 1180 Brussel .

2 . Een geldboete van 38 500 ( achtendertigduizend vijfhonderddrieëntachtigduizend vierhonderdvijfenvijftig Belgische frank ) wordt opgelegd aan ieder van de volgende ondernemingen :

VAN ASSCHE , Schaarbeeklei 636/638 , 1800 Vilvoorde ,

HOOVER , Haachtsesteenweg 1650 , 1130 Brussel ,

ZANKER , Molenbeekstraat 94 , 1020 Brussel ,

DISEM-ANDRIES , Eikestraat 8 , 2800 Mechelen ,

ARTSEL , Boomsesteenweg 65 , 2630 Aartselaar ,

I.A.Z . , Steenweg op Bergen 216 , 1520 Lembeek ,

ELECTROLUX-MARTIN , Nestor Martinstraat 315 , 1080 Brussel ,

SIEMENS , Steenweg op Charleroi 116 , 1060 Brussel ,

VAN MAERCKE , Westdorp 61 , 8573 Tiegem .

3 . Een geldboete van 76 500 ( zesenzeventigduizendvijfhonderd ) Ecu of 3 146 346 Bfr . ( drie miljoen honderdzesenveertigduizend driehonderdzesenveertig Belgische frank ) wordt opgelegd aan de Nationale Vereniging der Waterleidingbedrijven ( NAVEWA ) en aan ieder van de volgende ondernemingen :

BAUKNECHT , Nijverheidslaan 1 , 1820 Grimbergen ,

ACEC , Rue Cambier Dupret , 6001 Marcinelle ,

AEG , Opperstraat 40 , 1050 Brussel ,

PHILIPS , de Brouckèreplein 2 , 1000 Brussel ,

MIELE , Industriepark , 1702 Asse-Mollem ,

ASSOCIATED CONSUMER BRANDS , Emile Bockstaellaan 122 , 1020 Brussel ,

BOSCH , Steenweg op Bergen 128-130 , 1070 Brussel .

4 . De geldboete moet binnen drie maanden na kennisgeving van deze beschikking worden overgemaakt op rekening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen nr . 310-0231000-32 bij het Europese Agentschap van de Bank Brussel-Lambert te Brussel .

Artikel 4

Deze beschikking vormt executoriale titel in de zin van artikel 192 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap .

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot :

- de Nationale Vereniging der Waterleidingbedrijven ( NAVEWA-ANSEAU ) , Steenweg op Waterloo 255 , bus 6 , 1060 Brussel ;

- de Unie der Leveranciers der Voedingsambachten ( ULEVO-UFARAL ) , Kortenberglaan 172 , 1040 Brussel ;

- de ondernemingen die partij zijn bij de Overeenkomst en waarvan de lijst is opgenomen in bijlage I en bijlage II bij deze beschikking .

Gedaan te Brussel , 17 december 1981 .

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Lid van de Commissie

BIJLAGE I

Ondernemingen die hebben medegewerkt aan de totstandkoming van de Overeenkomst

BAUKNECHT , Nijverheidslaan 1 , 1820 Grimbergen

ACEC , Rue Cambier Dupret , 6001 Marcinelle

AEG , Opperstraat 40 , 1050 Brussel

PHILIPS , de Brouckèreplein 2 , 1000 Brussel

MIELE , Industriepark , 1702 Asse-Mollem

VAN ASSCHE , Schaarbeeklei 636/638 , 1800 Vilvoorde

ASSOCIATED CONSUMER BRANDS , Emile Bockstaellaan 122 , 1020 Brussel

BOSCH , Bergensesteenweg 128-130 , 1070 Brussel

HOOVER , Haechtsesteenweg 1650 , 1130 Brussel

ZANKER , Molenbeekstraat 94 , 1020 Brussel

DESPAGNE , Rue des Carmes 14-16 , 4000 Luik

DISEM-ANDRIES , Eikestraat 8 , 2800 Mechelen

ASOGEM , Boomsesteenweg 65 , 2630 Aartselaar

HOBART , Waversesteenweg 1120 , 1160 Brussel

ARTSEL , Boomsesteenweg 65 , 2630 Aartselaar

I.A.Z . , Steenweg op Bergen 216 , 1520 Lembeek

INDESIT , Zoning Industriel , 1301 Bierges-Lez-Wavre

ELECTROLUX-MARTIN , Nestor Martinstraat 315 , 1080 Brussel

SIEMENS , Charleroisesteenweg 116 , 1060 Brussel

VAN MAERCKE , Westdorp 61 , 8573 Tiegem

BELL-TELEPHONE , Bell Telephonelaan 2 , 2440 Geel

BBC Hausgeraete GmbH ( Belgische vestiging ) , Stallestraat 96 , 1180 Brussel

BIJLAGE II

Ondernemingen die na ondertekening tot de Overeenkomst zijn toegetreden

SBR , Industrielaan 1 , 1720 Groot Bijgaarden

GB-INNO-BM , Olympiadelaan 20 , 1140 Brussel

OLYMPIA , Rijksweg 55-57 , 9860 Machelen-Zulte

EXPERT , Kerklaan 78-82 , 1830 Machelen

PRIMUS , Heulestraat 51 , 8630 Gullegem

AUTOMATIC INDUSTRIES , Verzoening traat 16 , 2200 Borgerhout

THORFLAM , Zone Industrielle , 5730 Malonne

HOREMAT , J.P . Ballingslaan 11-Bus 2 , 1090 Brussel

NERIBEL , Admiraaldreef 10 , 9110 St . Amandsberg

ELMA , Oude Gentweg 100 , 2720 Burcht

GLORIA , Gistelsteenweg 27 , 8400 Oostende

ATAG , Kapucijnenlaan 102 , 9300 Aalst

ROFCO , Bondgenotenlaan 8 , 8500 Kortrijk

MENCH , Aug . Sniedersstraat 23 , 1030 Brussel

NOVOLEC , Nieuwstraat 127 , 1640 St . Genesius-Rode

SALTINI , Stationsstraat 39 , 2570 Duffel

VOX , Zeemtouwersstraat 18-24 , 1070 Brussel

ETS , ABEL FALISSE , Av . Emile Digneffe 26 , 4000 Luik

WERKHUIZEN FOBELETS , Stationsstraat 1 , 3150 Booischot

LE CHAUFFAGE , Havenlaan 82 , 1020 Brussel

SANTOS PALACE , Manchesterstraat 32 , 1070 Brussel

ETS . MEURICE , Chaussée de Bruxelles , 151 , 6040 Jumet

Top