Arrest HvJ-EU: Bridgen is geen sport in de zin van de btw-richtlijn
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft geoordeeld dat wedstrijdbridge geen "sport" is in de zin van de btw-richtlijn en daarom geen btw-vrijstelling kan krijgen.
Dit arrest is een prejudiciële beslissing op verzoek van het Britse Upper Tribunal (Tax and Chancery Chamber) in zaak C-90/16 van de English Bridge Union (EBU).
De zaak was aanhangig gemaakt door de EBU, een nationale instantie die wedstrijdbridge in Engeland reguleert en toernooien organiseert. De EBU had btw-vrijstelling gevraagd voor het inschrijvingsgeld voor zijn toernooien op grond van de btw-richtlijn, die belastingvoordelen voor diensten voor sport en lichamelijke opvoeding mogelijk maakt.
Volgens het Hof is "sport" in de context van de btw-richtlijn een activiteit met een "niet-verwaarloosbaar fysiek element”. Het Hof sluit echter niet uit dat lidstaten wedstrijdbridge als "culturele diensten” in de zin van de btw-richtlijn beschouwen.
Documenten
- Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 26 oktober 2017 The English Bridge Union Limited / Commissioners for Her Majesty's Revenue & Customs (Zaak C-90/16).
- Conclusie van advocaat-generaal
- Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde