52007SC0137

Aanbeveling voor een Advies van de Raad overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2006-2009 /* SEC/2007/0137 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.2.2007

SEC(2007) 137 definitief

Aanbeveling voor een

ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2006-2009

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Algemene achtergrond

Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Bij de hervorming van het pact in 2005 werd het nut ervan bij het verankeren van begrotingsdiscipline erkend, maar werd tevens versterking van de doeltreffendheid en de economische onderbouwing, alsook waarborging van de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn beoogd.

In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], die deel uitmaakt van het pact, is bepaald dat de lidstaten bij de Raad en de Commissie stabiliteits- of convergentieprogramma's moeten indienen, alsook jaarlijkse actualiseringen daarvan (lidstaten die de gemeenschappelijke munt al hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's in en lidstaten die deze nog niet hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) convergentieprogramma's in). Het eerste stabiliteitsprogramma van Luxemburg is ingediend in februari 1999. Overeenkomstig de verordening bracht de Raad op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité op 15 maart 1999 hierover advies uit. Geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's worden volgens dezelfde procedure door de Commissie beoordeeld en door hogervermeld Comité onderzocht, terwijl ook de Raad over de mogelijkheid beschikt deze programma's te evalueren.

Achtergrond voor de beoordeling van het GEACTUALISEERDE PROGRAMMA

De Commissie heeft het op 24 november 2006 ingediende meest recente geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg onderzocht en een aanbeveling voor een advies van de Raad aangenomen (zie het kader voor de belangrijkste beoordelingspunten).

Om de achtergrond te schetsen waartegen de begrotingsstrategie in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma wordt beoordeeld, bevatten de volgende punten een overzicht van:

1. de economische en budgettaire resultaten over de afgelopen tien jaar;

2. de meest recente beoordeling van de positie van het land overeenkomstig het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact (samenvatting van het advies van de Raad over de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma); en

3. de beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006.

Recente economische en budgettaire resultaten

Zowel wat de productiegroei als wat de werkgelegenheidsgroei betreft, heeft Luxemburg de afgelopen 25 jaar een indrukwekkende macro-economische prestatie geleverd. Ook al zijn de laatste jaren geringe tekorten geboekt, toch blijft de toestand van de openbare financiën in wezen gezond, met een zeer lage overheidsschuld en een overheidssector die over omvangrijke reserves beschikt. Ondanks de forse werkgelegenheidsschepping is de arbeidsmarktsituatie evenwel minder rooskleurig dan zij op het eerste gezicht lijkt. De werkloosheid is weliswaar nog steeds vrij laag, maar neemt sinds 2002 gestaag toe, waarbij de Luxemburgers hevige concurrentie van buitenlanders ondervinden. Bovendien is de werkgelegenheidsgraad van de oudere Luxemburgse werknemers, hoewel zij de voorbije jaren is gestegen, nog steeds een van de laagste in de hele EU. De druk op de openbare financiën die door deze werklozen en extra gepensioneerden wordt veroorzaakt, kon tot dusver gemakkelijk worden opgevangen dankzij krachtig stijgende ontvangsten, maar dat neemt niet weg dat deze druk niet mag worden onderschat. Daarenboven leidt de in de komende decennia verwachte forse toename van de leeftijdsgebonden uitgaven tot bezorgdheid ten aanzien van de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn.

Beoordeling in het advies van de Raad over het vorige programma

Op 14 februari 2006 heeft de Raad advies uitgebracht over de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma voor de periode 2005-2008. De Raad was van oordeel dat "hoewel de in het programma geschetste algemene strategie, waarbij het tekort door middel van uitgavenbeperkingen wordt teruggedrongen lovenswaardig is, (…) het aangewezen [is] dat de Luxemburgse autoriteiten de inspanningen inzake begrotingsaanpassing in 2006 versterken en de noodzakelijke maatregelen voor 2007 en 2008 vaststellen en ten uitvoer leggen, en de houdbaarheid op lange termijn verbeteren, met name door stijgingen van de overheidsuitgaven in de hand te houden door hervorming van het pensioenstelsel."

Beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006

Het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma van Luxemburg in het kader van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid is op 27 oktober 2006 ingediend. In het nationale hervormingsprogramma van Luxemburg worden als belangrijkste uitdagingen aangemerkt: een onderwijs- en leersysteem van hoge kwaliteit, een in de Europese en internationale omgeving geïntegreerde economie, een aantrekkelijk economisch klimaat, een stabiel macro-economisch kader en de inachtneming van de beginselen van duurzame ontwikkeling.

Uit de beoordeling van de Commissie van dit programma (goedgekeurd als onderdeel van haar jaarlijkse voortgangsverslag van december 2006[2]) is gebleken dat Luxemburg zeer goede vorderingen maakt bij de tenuitvoerlegging van zijn nationale hervormingsprogramma en van de in 2006 tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad overeengekomen maatregelen, maar dat er nog steeds ruimte voor verbetering is wat de in 2005 geconstateerde zwakke punten betreft. De goedgekeurde macro-economische maatregelen zullen de begrotingsconsolidatie en een lagere inflatie in de hand werken. Momenteel wordt op micro-economisch niveau een veelbelovend maatregelenpakket ten uitvoer gelegd. Er zijn echter grotere inspanningen nodig om een systeem op te zetten voor het volgen en beoordelen van de jaarlijks gemaakte vorderingen. Tevens dient een aantal maatregelen te worden genomen om bijvoorbeeld startende bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen. Ondanks bemoedigende hervormingen op het gebied van de werkgelegenheid zijn er geen nieuwe initiatieven aangekondigd om de werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers te verhogen. Ook ingrijpende hervormingen ter verbetering van het onderwijssysteem laten nog steeds op zich wachten.

Tegen de achtergrond van de geboekte vooruitgang werd Luxemburg aangespoord om zich op de volgende terreinen te concentreren: strategieën voor een verdere verhoging van de werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers en een hervorming van de bestaande vervroegde-uittredingsregelingen; extra inspanningen om het percentage vroegtijdige schoolverlaters te verlagen en de kunstmatige barrières tussen verschillende onderwijsvormen weg te werken; nauwlettend volgen van het effect op de jeugdwerkloosheid van de recentelijk ten behoeve van jongeren genomen maatregelen; alsook meer steun voor concurrerende markten, de omzetting van EU-richtlijnen en kleine en middelgrote ondernemingen.

Kader: Belangrijkste beoordelingspunten Overeenkomstig artikel 5, lid 1, (voor stabiliteitsprogramma´s) en artikel 9, lid 1, (voor convergentieprogramma´s) van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad wordt beoordeeld: of de economische hypothesen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn; de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) van de lidstaat en of het aanpassingstraject richting de MTD passend is; of de met het oog op de naleving van dit aanpassingstraject genomen of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de MTD gedurende de cyclus te halen; bij de beoordeling van het aanpassingstraject richting de MTD: of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd en in economisch slechte tijden juist een minder zware inspanning toelaatbaar is, en – voor de lidstaten van het eurogebied en het WKM II – of de lidstaat een jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, met 0,5% van het BBP als benchmark nastreeft om zijn MTD te bereiken; bij de bepaling van het aanpassingstraject richting de MTD (voor de lidstaten die deze doelstelling nog niet hebben bereikt) en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de MTD (voor lidstaten die de doelstelling wel hebben bereikt): de uitvoering van grote structurele hervormingen die op lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben (mede doordat zij de potentiële groei verhogen) en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn hebben (met dien verstande dat een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de referentiewaarde van 3% van het BBP gewaarborgd moet zijn en dat een terugkeer naar de MTD binnen de programmaperiode wordt verwacht), waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat; of het economisch beleid van de betrokken lidstaat strookt met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van de macro-economische hypothesen wordt gekeken naar de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en wordt ook gebruikgemaakt van de algemeen aanvaarde methode voor de raming van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi. De consistentie met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid wordt getoetst aan de globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van de openbare financiën, zoals opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008. Voorts worden beoordeeld: de ontwikkeling van de schuldquote en de vooruitzichten voor de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, waaraan volgens het verslag van de Raad van 20 maart 2005 over de verbetering van de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact "bij het toezicht op de begrotingssituatie voldoende aandacht" zou moeten worden geschonken. In een mededeling van de Commissie van 12 oktober 2006 wordt de aanpak voor de toetsing van de houdbaarheid op lange termijn uiteengezet[3]; de mate van integratie met het nationale hervormingsprogramma van de lidstaten in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. In zijn begeleidende nota van 7 juni 2005 aan de Europese Raad over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de periode 2005-2008 heeft de Raad (Ecofin) verklaard dat de nationale hervormingsprogramma´s moeten stroken met de stabiliteits- en convergentieprogramma´s; de inachtneming van de gedragscode[4], die voor de stabiliteits- en convergentieprogramma´s onder meer een gemeenschappelijke structuur en een reeks gegevenstabellen voorschrijft. |

- Aanbeveling voor een

ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2006-2009

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[5], en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

4. Op [27 februari 2007] heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2006-2009 behandeld.

5. In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei zal vertragen van 5,5% in 2006 tot gemiddeld 4,3% gedurende de rest van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario van plausibele groeihypothesen uit te gaan. De inflatieprognoses van het programma lijken eveneens realistisch.

6. Het overheidstekort voor 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie geraamd op 1,0% van het BBP, tegen een streefcijfer van 1,8% van het BBP in het vorige geactualiseerde stabiliteitsprogramma. Dit is gedeeltelijk te verklaren door de neerwaartse herziening van het feitelijke tekort van 2005 van 2,3% van het BBP in het vorige programma tot 1,0% volgens de meest recente gegevens. Ook in 2006 kan het feitelijke tekort beter uitvallen dan in het nieuwe programma wordt aangenomen (1,5% van het BBP), aangezien de belastingontvangsten wellicht zijn onderschat.

7. De voornaamste doelstelling van de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie op middellange termijn is het opnieuw realiseren van een evenwichtige begrotingssituatie binnen de programmaperiode. Deze doelstelling zou worden verwezenlijkt door een geleidelijke verbetering te bewerkstelligen van het overheidssaldo, dat zou omslaan van een tekort van naar schatting 1,5% van het BBP in een gering overschot van 0,1% van het BBP in 2009. De reductie van het primaire saldo zou parallel lopen met de vermindering van het nominale tekort. De aanpassing is gebaseerd op een reductie van de uitgavenquote ter grootte van 3,8 procentpunt van het BBP, die de daling van de ontvangstenquote met 2,1 procentpunt van het BBP ruimschoots zou compenseren. Deze strategie stemt overeen met die welke is beschreven in het programma van 2005, waarin tegen de achtergrond van grotendeels vergelijkbare macro-economische vooruitzichten werd voorspeld dat het tekort in 2005 in plaats van in 2006 een hoogtepunt zou bereiken en dat in 2008 in plaats van in 2009 een nagenoeg evenwichtige begrotingssituatie zou worden bereikt.

8. Aangenomen wordt dat het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), berekend overeenkomstig de algemeen aanvaarde methode, zal omslaan van een tekort van circa 1¼% van het BBP in 2006 in een overschot van ongeveer 1% van het BBP aan het einde van de programmaperiode. Evenals in de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma wordt in het nieuwe programma als middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel tekort van 0,8% van het BBP gehanteerd. Volgens het programma is het de bedoeling dat de MTD in 2007 wordt gerealiseerd, een jaar eerder dan in de vorige actualisering is aangegeven. Aangezien de MTD (iets) ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van circa 1% van het BBP), zou de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge tegen het ontstaan van een buitensporig tekort moeten bieden. De MTD ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, en houdt afdoende rekening met de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn.

9. De feitelijke begrotingssaldi zouden beter kunnen uitvallen dan in het programma wordt voorspeld. Met name de fiscale prognoses lijken nogal aan de voorzichtige kant, vooral wat 2007 betreft. De laatste jaren zijn de Luxemburgse begrotingsresultaten immers zeer vaak gunstiger uitgevallen dan verwacht, meestal omdat de ontvangsten veel hoger uitkwamen dan voorspeld.

10. In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie te volstaan om de MTD tegen 2007 te verwezenlijken, zoals in het programma wordt aangenomen. Bovendien lijkt deze strategie een veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om vanaf 2007 te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van het BBP overschrijdt. Het uit het programma blijkende tempo van de aanpassing richting de MTD is volledig in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele saldo moeten nastreven met 0,5% van het BBP als benchmark, en dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd, terwijl in slechte economische tijden een minder zware inspanning toelaatbaar is. Na de verwezenlijking van de MTD is het begrotingsbeleid zoals dat uit het programma naar voren komt, eveneens volledig in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact.

11. Volgens de ramingen is de bruto overheidsschuld in 2006 op 7,5% van het BBP uitgekomen, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP. In het programma wordt ervan uitgegaan dat de schuldquote tegen het einde van de programmaperiode licht zal stijgen tot 8,5% van het BBP.

12. Luxemburg behoort tot de EU-lidstaten waar het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting zich het sterkst doet gevoelen, met name in de vorm van een zeer forse stijging van de pensioenuitgaven met 7½ procentpunt van het BBP en van de totale leeftijdsgebonden uitgaven met 8¼ procentpunt tussen 2004 en 2050 (tegen gemiddelde stijgingen van respectievelijk 2¼ en 3½ procentpunt van het BBP in de EU). Het huidige niveau van de brutoschuld is zeer laag en het socialezekerheidsstelsel heeft een groot vermogen opgebouwd. De huidige omvang van dit vermogen (dat op ongeveer 25% van het BBP wordt geraamd) draagt weliswaar in aanzienlijke mate bij tot de houdbaarheid van de openbare financiën, maar zal op lange termijn het effect op de schuldquote van de forse stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven niet volledig kunnen opvangen. Hoewel het handhaven van een gezonde begrotingssituatie de lasten van de vergrijzing ten dele zal helpen verlichten, zal het bijgevolg – zoals door de autoriteiten wordt erkend – toch noodzakelijk zijn een aantal wijzigingen in het pensioenstelsel aan te brengen om toekomstige stijgingen van de overheidsuitgaven in de hand te houden en het risico voor de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verminderen. Alles samen lijkt Luxemburg een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft.

13. Het stabiliteitsprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het uitvoeringsverslag van oktober 2006 van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn. Daarnaast verschaft het enige informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, en in de begrotingsprognoses lijkt rekening te worden gehouden met de gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het stabiliteitsprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Met name het door het programma bevestigde voornemen van de regering om de overheidsinvesteringen op een hoog niveau te handhaven, lijkt te zijn ingegeven door het feit dat in het nationale hervormingsprogramma de intensivering van O&O, de aanmoediging van een duurzaam gebruik van hulpbronnen en de verbetering van de spoorwegverbindingen met de buurlanden als prioritaire maatregelen zijn aangemerkt.

14. De in het programma geschetste begrotingsstrategie is gedeeltelijk in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. Met name zijn tot dusver nog geen ingrijpende pensioenhervormingen doorgevoerd.

15. Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enige lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens[6]. Voorts wijkt het op enige wezenlijke punten af van de in de gedragscode gespecificeerde modelstructuur[7].

De algemene conclusie luidt dat er in het programma tegen de achtergrond van bijzonder gunstige groeivooruitzichten vanuit wordt gegaan dat snelle vorderingen zullen worden gemaakt richting de MTD, die vanaf 2007 zou moeten worden bereikt, en dat het tekort daarna verder zal worden teruggedrongen. De uitgavenbeperkende maatregelen waartoe onlangs is besloten, hebben evenwel slechts een tijdelijk karakter (namelijk tot 2009).

Rekening houdend met bovenstaande beoordeling en gezien de verwachte stijging van de leeftijdgebonden uitgaven wordt Luxemburg verzocht de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren door structurele hervormingsmaatregelen door te voeren (met name op het gebied van de pensioenen).

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 |

Reëel BBP (Verandering in %) | SP nov 2006 | 4,0 | 5,5 | 4,0 | 5,0 | 4,0 |

COM nov 2006 | 4,0 | 5,5 | 4,5 | 4,2 | n.b. |

SP nov 2005 | 4,0 | 4,4 | 4,9 | 4,9 | n.b. |

HICP-inflatie (%) | SP nov 2006 | 3,8 | 2,9 | 1,4 | 2,0 | 2,0 |

COM nov 2006 | 3,8 | 3,2 | 2,2 | 1,8 | n.b. |

SP nov 2005 | 3,7 | 2,6 | 2,0 | 1,8 | n.b. |

Output gap (% van het potentiële BBP) | SP nov 20061 | -1,6 | -0,3 | -0,8 | -0,5 | -1,6 |

COM nov 20065 | -2,2 | -0,9 | -0,7 | -0,9 | n.b. |

SP nov 20051 | -1,7 | -1,3 | -0,7 | -0,6 | n.b. |

Overheidssaldo (% van het BBP) | SP nov 2006 | -1,0 | -1,5 | -0,9 | -0,4 | 0,1 |

COM nov 2006 | -1,0 | -1,0 | -0,5 | -0,3 | n.b. |

SP nov 2005 | -2,3 | -1,8 | -1,0 | -0,2 | n.b. |

Primair saldo (% van het BBP) | SP nov 2006 | -0,8 | -1,3 | -0,8 | -0,2 | 0,3 |

COM nov 2006 | -0,8 | -0,8 | -0,3 | -0,1 | n.b. |

SP nov 2005 | -2,1 | -1,7 | -0,7 | 0,1 | n.b. |

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) | SP nov 20061 | -0,2 | -1,3 | -0,5 | -0,1 | 0,9 |

COM nov 2006 | 0,0 | -1,1 | -0,2 | 0,1 | n.b. |

SP nov 20051 | -1,5 | -1,2 | -0,6 | 0,1 | n.b. |

Structureel saldo2 (% van het BBP) | SP nov 20063 | -0,2 | -1,3 | -0,5 | -0,1 | 0,9 |

COM nov 20064 | 0,0 | -1,1 | -0,2 | 0,1 | n.b. |

SP nov 2005 | -1,5 | -1,2 | -0,6 | 0,1 | n.b. |

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) | SP nov 2006 | 6,1 | 7,5 | 8,2 | 8,5 | 8,5 |

COM nov 2006 | 6,0 | 7,4 | 7,3 | 7,1 | n.b. |

SP nov 2005 | 6,4 | 9,6 | 9,9 | 10,2 | n.b. |

Noten: 1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie. 2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 3 Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in het programma opgenomen. 4 Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen. 5 Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 4,1%, 4,1%, 4,4% en 4,7% in de periode 2005-2008. Bron: Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie. |

[1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm .

[2] Communication from the Commission to the Spring European Council, "Implementing the renewed lisbon strategy for growth and jobs - A year of delivery", COM(2006) 816 van 12.12.2006.

[3] Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: "Houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn in de EU", COM(2006) 574 van 12.10.2006; directoraat-generaal Economische en financiële zaken van de Commissie (2006): "The long-term sustainability of public finances in the European Union", European Economy nr. 4/2006.

[4] "Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's", door de Raad (Ecofin) op 11 oktober 2005 bekrachtigd.

[5] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: http://europa.eu.int/comm/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm .

[6] Met name de gegevens over de sectorale saldi ontbreken (behalve voor de overheid).

[7] Het deel over de institutionele kenmerken van de openbare financiën ontbreekt.