52006SC1378

Nota van wijzigingen nr. 3 bij het voorontwerp van begroting 2007 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III - Commissie /* SEC/2006/1378 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 27.10.2006

SEC(2006) 1378 definitief

NOTA VAN WIJZIGINGEN NR. 3 BIJ HET VOORONTWERP VAN BEGROTING 2007 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie

(door de Commissie ingediend)

NOTA VAN WIJZIGINGEN NR. 3BIJ HET VOORONTWERP VAN BEGROTING 2007ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

Gelet op:

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 272,

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 177,

- - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name op artikel 34,

dient de Europese Commissie, om de in de toelichting vermelde redenen, bij de begrotingsautoriteit nota van wijzigingen nr. 3 bij het voorontwerp van begroting 2007 in.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 4

2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen 5

2.1. Overzichtstabel 5

2.2. Landbouwuitgaven (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen) 5

2.2.1. Algemeen beeld 5

2.2.2. Wisselkoers euro/dollar 6

2.2.3. Specifieke opmerkingen 6

2.3. Internationale visserijovereenkomsten 11

2.4. Wijzigingen in de nomenclatuur en de toelichtingen bij de begroting 12

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER 13

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Ter informatie is een Engelse versie van de algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

1. INLEIDING

Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[2] kan de Commissie, "indien zij zulks nodig acht, bij de twee takken van de begrotingsautoriteit een nota van wijzigingen-ad hoc indienen teneinde de cijfers die ten grondslag liggen aan de in het voorontwerp van begroting (VOB) opgenomen raming van de landbouwuitgaven en/of, op de grondslag van de recentst beschikbare gegevens betreffende de op 1 januari van het betrokken begrotingsjaar van kracht zijnde visserijovereenkomsten, de kredieten en de verdeling ervan te corrigeren die zijn opgenomen in de operationele begrotingsonderdelen voor de internationale visserijovereenkomsten en die welke zijn opgenomen in een reserve". Deze nota van wijzigingen moet vóór eind oktober bij de begrotingsautoriteit worden ingediend.

Hierbij dient de Commissie de bovenbedoelde nota van wijzigingen (NvW nr. 3/2007) ad hoc bij het voorontwerp van begroting 2007 in. Het betreft een zorgvuldige actualisatie per begrotingsonderdeel van de geraamde behoeften voor de landbouwuitgaven. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met de veranderingen wat de marktfactoren betreft, maar ook met de regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van het VOB, met de herziene behoeftenramingen voor rechtstreekse betalingen en met alle voorgestelde besluiten die naar verwachting van invloed zullen zijn in het komende begrotingsjaar.

Net als het VOB zelf, is ook de NvW gebaseerd op de behoeften in de Gemeenschap als geheel. Wat de marktmaatregelen betreft, is geen uitsplitsing van de kredieten over de lidstaten beschikbaar. Voorts moet worden beklemtoond dat deze kredieten dienen te worden beschouwd als prognoses, en niet als streefcijfers voor de uitgaven. De werkelijke uitgaven zullen met name afhangen van de feitelijke marktomstandigheden, van de feitelijke wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar en van het tempo van de betalingen door de lidstaten. Aangezien het hier om verplichte uitgaven gaat, zal welk bedrag ook dat een lidstaat op grond van de verordeningen en met inachtneming van de maxima van het financieel kader moet betalen, volledig worden vergoed.

In overeenstemming met Verordening 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het landbouwbeleid is de gebruikte koers van de euro ten opzichte van de dollar gebaseerd op de gemiddelde koers die in de periode van 1 juli tot en met 30 september 2006 is opgetekend. De koers bedraagt 1,27 (1 EUR = 1,27 USD); het gevolg is dat er ongeveer 78 miljoen euro meer nodig is dan in het VOB was geraamd.

Omwille van de duidelijkheid en de doorzichtigheid zijn sommige toelichtingen bij de begroting geactualiseerd.

De wijziging betreffende Internationale visserijovereenkomsten heeft te maken met de inwerkingtreding van de visserijpartnerschapsovereenkomst met Mauretanië en heeft geen gevolgen voor het totale bedrag voor visserijovereenkomsten. Er wordt voorgesteld om de reserve met 86 miljoen euro te verminderen en het overeenkomstige begrotingsonderdeel met hetzelfde bedrag te verhogen.

De behoeften voor landbouwuitgaven bedragen 42,832 miljard euro, of 852 miljoen minder dan het VOB. De totale behoeften voor rubriek 2 worden geraamd op 56,366 miljard euro, waarmee deze wat de vastleggingskredieten betreft 1,985 miljard euro beneden het plafond van het Financieel Kader blijven.

2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN

2.1. Overzichtstabel

VOB 2007 | NvW nr. 3/2007 | Verschil |

miljoen EUR | (a) | (b) | (c)=(b)-(a) |

CA | PA | CA | PA | CA | PA |

Totaal kredieten rubriek 2 | 57.218 | 55.683 | 56.366 | 54.832 | -852 | -852 |

Financieel kader | 58.351 | 58.351 |

Marge | 1.133 | 1.985 | 852 | 852 |

Waarvan |

Landbouwuitgaven (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen) | 43.684 | 43.408 | 42.832 | 42.556 | -852 | -852 |

Internationale visserijovereenkomsten | 194 | 194 | 194 | 194 | 0 | 0 |

waarvan: begrotingsonderdeel | 59 | 59 | 145 | 145 | 86 | 86 |

reserve | 135 | 135 | 49 | 49 | -86 | -86 |

2.2. Landbouwuitgaven (marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen)

2.2.1. Algemeen beeld

Met NvW nr. 3/2007 wordt beoogd ervoor te zorgen dat de landbouwbegroting is gebaseerd op de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van zaken op het gebied van de regelgeving. Tegen de maand oktober beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie (oogsten) in 2006, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een betrouwbare raming van de budgettaire behoeften in 2007 te kunnen maken.

Net als de vorige keren heeft de Commissie al haar ramingen van landbouwuitgaven per begrotingsonderdeel zorgvuldig opnieuw bekeken. In deze NvW wordt niet alleen rekening gehouden met de marktfactoren, maar ook met alle regelgevende besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de opstelling van het VOB, en voorts met de relevante voorgestelde besluiten.

De totale kredieten voor Landbouwuitgaven bedragen minder (- 852 miljoen euro) dan in het VOB was geraamd. Dit komt voornamelijk door een neerwaartse herziening van de behoeften voor Rechtstreekse steun (hoofdstuk 05 03, - 782 miljoen euro). Voor Interventies op de landbouwmarkten (hoofdstuk 05 02) zijn in vergelijking met het VOB 71 miljoen euro minder kredieten nodig; binnen dit hoofdstuk zijn er naargelang van de sector belangrijke verhogingen en verlagingen.

Te vermelden is dat de verlaging van de behoeften gedeeltelijk het gevolg is van herziene ramingen van de bestemmingsontvangsten[3] . Er worden aanzienlijke extra ontvangsten verwacht van procedures voor goedkeuring van de rekeningen (+ 238 miljoen euro) en van de melkheffing (+ 43 miljoen euro).

2.2.2. Wisselkoers euro/dollar

Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het landbouwbeleid is de koers van de euro ten opzichte van de dollar die voor een nota van wijzigingen moet worden gebruikt, de gemiddelde koers in de meest recente periode van drie maanden. Voor deze nota van wijzigingen betekent dat de periode van 1 juli tot 30 september 2006. De gemiddelde wisselkoers die in die periode is geconstateerd, bedraagt 1 EUR = 1,27 USD, wat hoger is dan de koers die is gebruikt voor het VOB, namelijk 1 EUR = 1,20 USD. De behoeften nemen hierdoor met ongeveer 78 miljoen euro toe (68 miljoen euro voor marktmaatregelen in de sector granen en 10 miljoen euro voor suiker).

2.2.3. Specifieke opmerkingen

05 02 Interventies op landbouwmarkten

kredieten in voorontwerp van begroting: 5 698 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 5 628 miljoen EUR

De gunstige vooruitzichten voor sommige landbouwmarkten verklaren de verlaging van de kredieten voor granen (- 178 miljoen euro), restituties voor producten die niet in bijlage I zijn opgenomen (- 45 miljoen euro) en rundvlees (- 35 miljoen euro). Er zijn ook minder kredieten nodig voor groenten en fruit (- 83 miljoen euro) en zuivelproducten (- 31 miljoen euro).

Daar staan stijgingen van de behoeften in een aantal sectoren tegenover. Voor de wijnsector zijn 76 miljoen euro meer kredieten nodig dan oorspronkelijk was voorzien in verband met extra behoeften voor marktmaatregelen, in het bijzonder distillatie. De aanvulling van de kredieten voor suiker (+ 88 miljoen euro) heeft voornamelijk te maken met het feit dat het betalen van de uitvoerrestituties van vorig begrotingsjaar meer tijd in beslag neemt dan was verwacht en dat er minder uit de interventievoorraden is verkocht. De reden voor de grotere behoeften in de sector pluimvee en eieren (+ 53 miljoen euro) is vooral te zoeken in de uitzonderlijke marktondersteunende maatregelen waartoe na het uitbreken van aviaire influenza werd besloten.

In het navolgende worden de belangrijkste verschillen tussen de kredieten in het VOB en die in de NvW toegelicht.

05 02 01 – Granen ( kredieten – 178 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 694 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 516 miljoen EUR

De vermindering met bijna 25% van de begrotingsbehoeften voor granen is het gevolg van een combinatie van gunstige marktontwikkelingen sedert de opstelling van het VOB 2007. Door bijzondere weersomstandigheden bedroeg de EU-graanproductie in het seizoen 2006/2007 haast 19,5 miljoen ton minder dan eerder was geraamd, wat de uitgaven voor interventie gunstig beïnvloedde. Daarnaast zijn de wereldmarktprijzen aanzienlijk gestegen, met betere verkoopprijzen en minder behoefte aan uitvoerrestituties als gevolg. Door de betere marktvoorwaarden zijn ook de verkopen uit interventie aangetrokken. Tot slot zijn de bedrijfskosten voor interventieopslag van granen gedaald. Al deze factoren bijeen hebben een aanzienlijk effect op de begrotingsbehoeften voor de sector en zijn verantwoordelijk voor de neerwaartse bijstellingen van de uitvoerrestituties voor granen (- 62 miljoen euro) en van de uitgaven voor de interventieopslag van granen (- 155 miljoen euro). Doordat de euro sterker is geworden en er daardoor in de sector granen 68 miljoen euro meer nodig is, kan niet volledig worden geprofiteerd van de gunstige marktontwikkelingen. De onderstaande tabel vergelijkt de huidige situatie van de in interventie genomen granen met die van het VOB.

VOB (mln ton) | NvW (mln ton) |

Beginvoorraad Aankopen Verkoop Eindvoorraad Gemiddelde voorraad | 16.6 8.1 5.5 19.2 18.9 | 11.3 8.4 8.0 11.7 12.0 |

Op basis van de recentste gegevens over de uitvoering van de begroting 2006 wordt verwacht dat de restituties voor de productie van zetmeel 39 miljoen euro hoger zullen liggen dan in het VOB 2007.

05 02 05 – Suiker ( kredieten + 88 miljoen EUR)

kredieten in voorontwerp van begroting: 235 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 323 miljoen EUR

De netto-verhoging van de kredieten voor de suikersector is te verklaren door een aantal marktgerelateerde omstandigheden.

De verhoging van de uitvoerrestituties (+ 39 miljoen euro) is toe te schrijven aan de extra uitvoer (160 000 ton meer) tijdens het verkoopseizoen 2005/06 en aan vertraging bij de betalingen waardoor meer uitgaven ten laste komen van de begroting 2007. Ook de hogere wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar leidt tot 10 miljoen euro meer uitgaven. Als gevolg van de opwaartse trend van de wereldprijzen wordt de in het VOB geraamde prijs van 342 dollar/ton nu opgetrokken tot 360 dollar/ton, wat enige besparingen oplevert.

Met betrekking tot de opslag van suiker (+ 50 miljoen euro) worden in vergelijking met het VOB grotere onevenwichtigheden op de suikermarkt voorspeld. De prognose is dat aan het begin van de periode (1 oktober 2006) 100 000 ton meer zullen zijn opgeslagen en dat gedurende de periode (1 oktober 2006 – 30 september 2007) 130 000 ton minder zal worden verkocht.

05 02 08 – Groenten en fruit ( kredieten - 83 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 407 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 1 324 miljoen EUR

Ten opzichte van het VOB worden de geraamde uitgaven voor groenten en fruit naar beneden bijgesteld.

De benodigde kredieten voor de verwerking van tomaten worden met 76 miljoen euro verlaagd wegens een afname van de voor verwerking aangeboden hoeveelheden (van 11,5 miljoen ton in het VOB tot 9 miljoen ton in de NvW).

De benodigde kredieten voor de verwerking van citrusvruchten worden lichtjes verlaagd (met 7 miljoen euro), in het bijzonder wegens een verdere korting van de steun (overschrijding van het maximum voor sinaasappelen) en een aanpassing van de te verwerken hoeveelheden.

05 02 09 – Producten van de wijnbouwsector ( kredieten + 76 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 1 411 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 1 487 miljoen EUR

De wijnbouwsector in de EU wordt nog steeds gekenmerkt door een moeilijke markt en grote voorraden. Bij een verwachte oogst voor het seizoen 2006/07 van dezelfde orde als vorig jaar, worden de behoeften naar boven bijgesteld tot op het niveau van 2005/06. In vergelijking met het VOB 2007 worden de behoeften voor alle marktmaatregelen hoger geraamd (Uitvoerrestituties: + 10 miljoen euro; Opslag van wijn en druivenmost: + 20 miljoen euro; Distillatie: + 63 miljoen euro; Opslag van alcohol: + 14 miljoen euro; Steun voor druivenmost: + 28 miljoen euro), terwijl de structurele maatregelen in verband met het productiepotentieel naar verwachting minder zullen kosten dan oorspronkelijk was geraamd (Definitieve stopzetting: - 14 miljoen euro; Herstructurering en omschakeling: - 45 miljoen euro).

05 02 11 04 – POSEI (excl. directe steun en FISH 11 02 03) (kredieten + 95 miljoen EUR)

kredieten in voorontwerp van begroting: 117 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 212 miljoen EUR

De verhoging van dit begrotingsonderdeel (+ 95 miljoen euro) moet worden gezien in samenhang met de verlaging van begrotingspost 05 03 02 50 (- 95 miljoen euro). De nieuwe POSEI-programma’s maken het mogelijk marktgerelateerde uitgaven en directe steun beter van elkaar te onderscheiden. Daardoor zijn marktgerelateerde uitgaven overgeheveld naar begrotingspost 05 02 11 04.

05 02 12 – Melk en zuivelproducten ( kredieten – 31 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 618 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 587 miljoen EUR

De geactualiseerde marktprognoses voor de sector melk en zuivelproducten bevestigen de analyse van het VOB 2007 en laten goede marktvooruitzichten zien voor de meeste zuivelproducten, zij het een iets minder gunstige ontwikkeling voor botervet. In het bijzonder konden door de hoge prijzen voor mageremelkpoeder op de interne zowel als op de wereldmarkt het niveau van de uitvoerrestituties en dat van de steun voor verwerking in diervoeding tot nul worden gereduceerd. Wat dat laatste betreft spelen ook de goede marktprijzen in de rundvleessector een rol. In vergelijking met het VOB 2007 konden de gevraagde kredieten voor interne afzetmaatregelen voor magere melk met 40 miljoen euro worden verlaagd. Daar staat tegenover dat voor maatregelen voor botervet iets hogere uitgaven worden verwacht, wat de kleine verhogingen voor uitvoerrestituties (+ 6 miljoen euro) en interventieopslag van boter en room (+ 3 miljoen euro) verklaart.

Een andere wijziging ten opzichte van het VOB 2007 betreft de heffing voor melkproducenten wegens overschrijding van hun referentiehoeveelheden. Op basis van de recentste gegevens voor het quotajaar 2005/06 stelt de Commissie 349 miljoen euro voor, oftewel 43 miljoen euro meer dan in het VOB, op te voeren als bestemmingsontvangsten.

05 02 13 – Rundvlees ( kredieten – 35 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 152 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 117 miljoen EUR

De markt voor rundvlees in de EU wordt nog steeds gekenmerkt door een grote vraag en goede prijzen. Daar waar de sector enkele jaren terug sterk afhankelijk was van grootschalige uitvoer met restituties en openbare interventie, is de situatie nu helemaal anders. Er is geen structureel overschot meer en de gunstige ontwikkeling van de interne vraag weerspiegelt zich niet alleen in de prijzen, maar ook in de gestaag toenemende invoer en geringere uitvoer. Op basis van geactualiseerde marktprognoses stelt de Commissie een vermindering voor van de uitvoerrestituties voor rundvlees (- 23 miljoen euro) en levende dieren (- 9 miljoen euro). Het besluit om de uitvoerrestituties voor slachtdieren af te schaffen was al in het oorspronkelijke VOB verdisconteerd. Er is op basis van de recentste cijfers van de bestedingen een kleine extra besparing (- 3 miljoen euro) ten opzichte van het VOB gevonden wat betreft het begrotingsonderdeel waaruit buitengewone ondersteuningsmaatregelen (slachtregeling voor runderen die ouder zijn dan 30 maanden in verband met BSE) worden gefinancierd.

05 02 15 07 — Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector vlees van pluimvee en eieren (kredieten + 60 miljoen EUR)

kredieten in voorontwerp van begroting: p.m.

kredieten na nota van wijzigingen: 60 miljoen EUR

Naar aanleiding van het uitbreken van zeer pathogene aviaire influenza (H5N1) in de onmiddellijke omgeving van de Gemeenschap en in diverse lidstaten eind 2005 en begin 2006 werd in juli en augustus 2006 tot buitengewone marktmaatregelen besloten vanwege de ernstige verstoring van de markt voor vlees van pluimvee als gevolg van een forse daling van de consumptie en van de prijzen. Slechts een klein deel van de financiële gevolgen (circa 82 miljoen euro in totaal) zal in het begrotingsjaar 2006 worden vergoed omdat de tenuitvoerlegging van de maatregelen in de lidstaten tijd in beslag neemt. Voor de begroting 2007 worden de financieringsbehoeften, waarmee in het VOB geen rekening was gehouden, op 60 miljoen euro geraamd.

05 03 Rechtstreekse steun

kredieten in voorontwerp van begroting: 37 661 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 36 879 miljoen EUR

De kredieten voor dit hoofdstuk worden met 782 miljoen euro verlaagd. De ontkoppelde rechtstreekse steun wordt neerwaarts bijgesteld (- 513 miljoen euro), enerzijds, omdat de jongst beschikbare informatie (ten opzichte van de uitgavenmaxima waarin de Gemeenschapswetgeving voorziet) meer realistische ramingen mogelijk maakt van de behoeften voor de bedrijfstoeslagregeling (- 239 miljoen euro) en, anderzijds, vanwege de hogere ontvangsten in het kader van de goedkeuring van de rekeningen (- 238 miljoen euro). De kredieten voor de gekoppelde Andere rechtstreekse steun worden met 269 miljoen euro verlaagd, hoofdzakelijk vanwege de geringere behoeften voor de compenserende steun voor bananen (- 195 miljoen euro) en de overheveling van 95 miljoen euro naar het begrotingsonderdeel POSEI in hoofdstuk 05 02.

05 03 01 – Ontkoppelde rechtstreekse steun ( kredieten – 513 miljoen EUR )

kredieten in voorontwerp van begroting: 30 709 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 30 196 miljoen EUR

De verwachting is dat lidstaten die de 'Bedrijfstoeslagregeling' voor het eerst toepassen, de kredieten niet tot het maximum zullen gebruiken. Daarom zijn deze met 239 miljoen euro verlaagd. Ook zijn de betrokken begrotingsmaxima met 29 miljoen euro verminderd sedert de opstelling van het VOB[4]. Voor de 'Regeling inzake een enkele areaalbetaling' zijn de jaarlijkse totaalbedragen[5] verminderd (- 174 miljoen euro) in verband met de afsplitsing van de bedragen voor de suikerbetaling als bedoeld in artikel 143 ter bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003. Hiervoor is een extra post gecreëerd, bestemd om de uitgaven te dekken voor de afzonderlijke suikerbetaling[6] ten behoeve van de nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen (+ 167 miljoen euro). Het verschil (- 7 miljoen euro) vloeit voort uit een correctie betreffende de herstructureringsreserve voor de zuivelsector.

05 03 02 – Andere rechtstreekse steun (kredieten – 269 miljoen EUR)

kredieten in voorontwerp van begroting: 6 484 miljoen EUR

kredieten na nota van wijzigingen: 6 215 miljoen EUR

Op basis van de recentste mededelingen van de lidstaten zijn de kredieten voor energiegewassen (05 03 02 27) opwaarts herzien (+ 16 miljoen euro). De steun van 45 euro per hectare zal naar schatting worden betaald voor 1 181 000 hectare.

Inzake de kredieten voor de compenserende steun voor bananen (05 03 02 30) is er een aanzienlijke besparing van 195 miljoen euro. Voor het seizoen 2007 is de behoefte nihil vanwege de hervorming van de sector. De kredieten voor de nieuwe regeling in 2007 komen ten laste van de begroting 2008. Voor het seizoen 2006 bedraagt de tweede, in 2007 te betalen toewijzing minder dan in het VOB was geraamd als gevolg van de hogere prijzen en de geringere productie van bananen. In plaats van 740 000 ton is in 2006 670 000 ton geproduceerd; de steun is van 291 euro per ton verminderd tot 161 euro per ton.

Voor begrotingspost 05 03 02 39 is 20 miljoen euro aan kredieten (VOB = p.m.) ingeschreven. Deze post betreft de communautaire steun voor telers van suikerbieten en suikerriet als bedoeld in hoofdstuk 10 septies van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 319/2006[7] van de Raad, waarbij gekoppelde overgangssteun (vijf jaar) wordt ingesteld voor bietentelers die hun productie voortzetten in lidstaten die hun suikerquotum met meer dan 50% verminderen. De steun dekt ongeveer 30% van de gederfde inkomsten, bovenop de 60% die reeds door de ontkoppelde suikerbetaling wordt gedekt. Portugal en Italië komen voor deze steun in aanmerking. Het gaat daarbij om een productie van 778 705,8 ton (IT) en 34 500 ton (PT). De brutosteun (vóór modulering) bedraagt 28,26 euro per ton (PT) en 25,64 euro per ton (IT).

POSEI – Communautaire steunprogramma’s – post 05 03 02 50 – zie toelichting bij post 05 02 11 04

2.3. Internationale visserijovereenkomsten

De Commissie stelt voor het VOB 2007 als volgt te wijzigen:

Begrotingsartikel 11 03 01 - Internationale visserijovereenkomsten: 145 221 500 euro aan vastleggings- en betalingskredieten voor per 1 januari 2007 lopende overeenkomsten (+ 86 000 000 euro ten opzichte van de 59 221 500 euro in het VOB 2007).

Begrotingspost 40 02 41 02 – Gesplitste kredieten (verplichte uitgaven): in hoofdstuk 40 02 - Reserves voor financiële interventies: 48 778 500 euro aan vastleggings- en betalingskredieten voor Internationale visserijovereenkomsten (- 86 000 000 euro ten opzichte van de 134 778 500 euro in het VOB 2007).

De totale financiële impact van deze verrichting is per saldo nihil. Het bedrag komt overeen met de financiële bijdrage 2007 voor de Visserijpartnerschapsovereenkomst tussen de EG en de Islamitische Republiek Mauretanië, die met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2006 in werking zal treden na goedkeuring door de Raad.

2.4. Wijzigingen in de nomenclatuur en de toelichtingen bij de begroting

Uitgaven |

Bestaand onderdeel | Aard wijziging | Kredieten NvW 3/2007 |

Vastleggingen | Betalingen |

05 03 01 02 REAB (Regeling inzake een enkele areaalbetaling) | Gesplitst in: |

05 03 01 02 REAB (Regeling inzake een enkele areaalbetaling) | 2 111 000 000 | 2 111 000 000 |

05 03 01 03 Afzonderlijke betaling voor suiker | 167 000 000 | 167 000 000 |

11 02 01 Interventiemaatregelen voor visserijproducten | Gesplitst in: |

11 02 01 01 Interventiemaatregelen voor visserijproducten – Nieuwe maatregelen | 15 500 000 | 15 500 000 |

11 02 01 02 Interventiemaatregelen voor visserijproducten – Voltooiing van eerdere maatregelen | p.m. | p.m. |

11 02 02 Onregelmatigheden (visserijmarkten) | Gesplitst in: |

11 02 02 01 Onregelmatigheden (visserijmarkten) – Nieuwe maatregelen | p.m. | p.m. |

11 02 02 02 Onregelmatigheden (visserijmarkten) – Voltooiing van eerdere maatregelen | p.m. | p.m. |

11 02 03 Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's | Gesplitst in: |

11 02 03 01 Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's - Nieuwe maatregelen | p.m.1 | p.m.2 |

11 02 03 02 Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's - Voltooiing van eerdere maatregelen | p.m. | p.m. |

Ontvangsten |

6 8 0 Tijdelijke herstructureringsheffing | Gesplitst in: |

6 8 0 1 Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten | p.m. |

6 8 0 2 Onregelmatigheden in verband met de Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten | p.m. |

1 In post 40 02 41 02 is een krediet van 15 000 000 euro opgenomen.

2 In post 40 02 41 02 is een krediet van 15 000 000 euro opgenomen.

Naast de nomenclatuur wordt de toelichting bij de volgende onderdelen gewijzigd:

Post 05 02 11 04 – POSEI (excl. directe steun en FISH 11 02 03)

Post 05 03 02 50 — POSEI — Communautaire steunprogramma’s

Post 05 03 02 51 – POSEI – Andere rechtstreekse steun en vorige regelingen

Post 05 03 02 52 — POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

Artikel 05 07 02 – Regeling van geschillen

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2007 | VOB 2007 (inclusief nota van wijzigingen 1 en 2/2007)[8] | NvW nr. 3/2007 | VOB 2007 + nvw 1, 2 en 3/2007 |

|VK’s |BK’s |VK’s |BK’s |VK’s |BK’s |VK’s |BK’s | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid |8 918 000 000 | |9 316 483 511 |6 947 304 511 | | |9 316 483 511 |6 947 304 511 | |1b. Cohesie ter bevordering van groei en werkgelegenheid |45 487 000 000 | |45 486 558 504 |37 798 703 678 | | |45 486 558 504 |37 798 703 678 | | Totaal | 54 405 000 000 | |54 803 042 015 | 44 746 008 189 | | |54 803 042 015 | 44 746 008 189 | | Marge | | |101 957 985[9]

| | | |101 957 985 | | | 2. INSTANDHOUDING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN | | | | | | | | | | waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |45 759 000 000 | |43 684 007 000 |43 407 987 756 |-851 700 000 |-851 700 000 |42 832 307 000 |42 556 287 756 | | Totaal | 58 351 000 000 | |57 217 576 036 | 55 683 381 736 | | |56 365 876 036 | 54 831 681 736 | | Marge | | |1 133 423 964 | | | |1 985 123 964 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |637 000 000 | |571 339 000 |426 989 000 | | |571 339 000 |426 989 000 | |3b. Burgerschap | 636 000 000 | |603 675 000 |680 252 652 | | |603 675 000 |680 252 652 | | Totaal | 1 273 000 000 | |1 175 014 000 | 1 107 241 652 | | |1 175 014 000 | 1 107 241 652 | | Marge | | |97 986 000 | | | |97 986 000 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER[10] | 6 578 000 000 | | 6 702 527 000 | 7 447 469 578 | | | 6 702 527 000 | 7 447 469 578 | | Marge | | | 110 000 000 | | | | 110 000 000 | | | 5. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN[11]

|7 039 000 000 | |7 002 283 649 | 7 002 183 649 | | |7 002 283 649 | 7 002 183 649 | | Marge | | | 112 716 351 | | | | 112 716 351 | | | 6. COMPENSATIES | 445 000 000 | |444 646 152 | 444 646 152 | | |444 646 152 | 444 646 152 | | Marge | | | 353 848 | | | | 353 848 | | | TOTAAL | 128 091 000 000 | 123 790 000 000 | 127 345 088 852 | 116 430 930 956 | -851 700 000 | -851 700 000 | 126 493 388 852 | 115 579 230 956 | | Marge | | |1 556 438 148 |7 435 069 044 | | |2 408 138 148 |8 286 769 044 | |

[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

[3] Overeenkomstig artikel 180 van het Financieel Reglement worden met ingang van 1.1.2007 negatieve landbouwuitgaven vervangen door bestemmingsontvangsten voor het EGFL. Dit betekent dat kredieten voor begrotingsonderdelen waarop bestemmingsontvangsten worden geboekt, een nettobedrag te zien moeten geven na aftrek van de geraamde bestemmingsontvangsten. Het boekhoudkundig beginsel dat aan deze werkwijze ten grondslag ligt, behelst dat uitgaven die gekoppeld zijn aan bestemmingsontvangsten, maar kunnen worden verricht voor zover en wanneer de ontvangsten worden geïnd. Uitgaven die uit bestemmingsontvangsten worden gefinancierd, kunnen bijgevolg niet op de begroting worden opgevoerd.

[4] Bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1156/2006 van de Commissie (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 3).

[5] Bijlage V van Verordening (EG) nr. 1156/2006 van de Commissie (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 3).

[6] Bijlage VI van Verordening (EG) nr. 1156/2006 van de Commissie (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 3).

[7] PB L 58 van 28.2.2006, blz. 32.

[8] NvW 1/2007 had geen effect op de uitgaven, maar alleen op de ontvangsten.

[9] Het EFG is voor de berekening van de marge onder rubriek 1a buiten beschouwing gelaten.

[10] De marge voor 2007 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (234,5 miljoen EUR).

[11] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het Financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 76 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden in het pensioenstelsel.