52006PC0252

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG /* COM/2006/0252 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 31.5.2006

COM(2006) 252 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Volgens artikel 7, lid 5, van Verordening (EG) nr. 850/2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen worden de concentratiegrenswaarden in bijlage V met het oog op de toepassing van lid 4, onder b), vóór 31 december 2005 vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, wordt de Commissie ten aanzien van aangelegenheden met betrekking tot afvalstoffen die onder het toepassingsgebied van de verordening vallen, bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlij n 75/442/EEG ingestelde comité.

De Commissie heeft dan ook op 25 januari 2006 een ontwerp-verordening ter stemming voorgelegd aan het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen ingestelde comité. Die ontwerp-verordening kreeg geen gekwalificeerde meerderheid.

Daarom wordt overeenkomstig de procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG bij de Raad een voorstel voor een verordening ingediend. Indien de Raad binnen drie maanden na de indiening van het voorstel geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG[?], en met name op artikel 7, lid 5, eerste alinea, en lid 6, en artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Commissie heeft de toepassing van de bepalingen inzake afval van Verordening (EG) nr. 850/2004 onderzocht. Daaruit zijn maximale concentratiegrenswaarden voor de toepassing van deel 2 van bijlage V bij die verordening voortgekomen. Bij overschrijding van die grenswaarden kunnen risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu niet worden uitgesloten. Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(2) Voor toxafeen, een mengsel van meer dan 670 stoffen, bestaat geen overeengekomen relevante analysemethode waarmee de totale concentratie kan worden bepaald. In bovengenoemd onderzoek zijn echter in de Europese Unie geen voorraden gevonden die geheel of gedeeltelijk uit toxafeen bestaan of daarmee verontreinigd zijn. Verder is uit het onderzoek gebleken dat wanneer in afval persistente organische verontreinigende bestrijdingsmiddelen worden aangetroffen, de concentratie daarvan doorgaans hoog is in vergelijking met de voorgestelde concentratiegrenswaarden. Daarom kan er voorlopig van worden uitgegaan dat de beschikbare analysemethoden voor de bepaling van toxafeen toereikend zijn voor de toepassing van deze verordening.

(3) De concentratiegrenswaarde voor PCDD's/PCDF's wordt uitgedrukt in toxische equivalenten (TEQ) onder gebruikmaking van de toxische-equivalentiefactoren (TEF's) van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 1998. Er zijn niet voldoende gegevens om dioxineachtige PCB's in de TEQ op te nemen.

(4) Hexachloorcyclohexaan (HCH) is de naam van een technisch mengsel van verschillende isomeren. Het zou zinloos zijn om die allemaal te analyseren. Alleen alfa-, bèta en gamma-HCH zijn toxicologisch relevant. Daarom heeft de concentratiegrenswaarde uitsluitend op die isomeren betrekking. Met de meeste in de handel verkrijgbare standaardmengsels voor het analyseren van deze klasse verbindingen kunnen alleen de genoemde isomeren worden geïdentificeerd.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn het meest geschikt om een hoog beschermingsniveau te garanderen,

(6) Het bij artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 850/2004 ingestelde comité, dat volgens de in artikel 17, lid 2, van die verordening vastgelegde procedure op 25 januari 2006 is geraadpleegd, heeft geen advies uitgebracht over de maatregelen die in een ontwerp-verordening van de Commissie zijn vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

De tabel in deel 2 van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 850/2004 komt als volgt te luiden:

Afvalstoffen overeenkomstig Beschikking 2000/532/EG | Maximale concentratiegrenswaarde voor in bijlage IV vermelde stoffen[?] | Handeling |

10 | AFVAL VAN THERMISCHE PROCESSEN | Aldrin: 5 000 mg/kg; Chloordaan: 5 000 mg/kg; Dieldrin: 5 000 mg/kg; Endrin: 5000 mg/kg; Heptachloor: 5 000 mg/kg; Hexachloorbenzeen: 5 000 mg/kg; Mirex: 5 000 mg/kg; Toxafeen: 5 000 mg/kg; Polychloorbifenylen (PCB's)[?]: 50 mg/kg DDT (1,1,1-trichloor-2,2-bis(4-chloorfenyl)ethaan): 5 000 mg/kg; Chloordecon: 5 000 mg/kg; Polychloordibenzo-p-dioxinen en polychloordibenzofuranen (PCDD's/PCDF's)[?] 5 mg/kg; Alfa-, bèta en gamma-HCH tezamen: 5 000 mg/kg; Hexabroombifenyl: 5 000 mg/kg | Permanente opslag uitsluitend in: veilige, diepe, ondergrondse, harde rotsformaties, zoutkoepels of een stortplaats voor gevaarlijke afvalstoffen (mits de afvalstoffen voorzover technisch mogelijk zijn verhard of gedeeltelijk gestabiliseerd als vereist voor de indeling van de afvalstoffen in sub-hoofdstuk 19 03 van Beschikking 2000/532/EG). De bepalingen van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad[?] en Beschikking 2003/33/EG van de Raad[?] moeten in acht worden genomen en aangetoond moet worden dat de gekozen handeling uit milieuoogpunt de voorkeur verdient. |

10 01 | Afval van elektriciteitscentrales en andere verbrandingsinstallaties (exclusief 19) |

10 01 14 (*)4 | Bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof die gevaarlijke stoffen bevatten |

10 01 16 (*) | Bij bijstoken vrijkomende vliegas die gevaarlijke stoffen bevat |

10 02 | Afval van de ijzer- en staalindustrie |

10 02 07 (*) | Vast afval van gaszuivering dat gevaarlijke stoffen bevat |

10 03 | Afval van thermische processen in de aluminiummetallurgie |

10 03 04 (*) | Slakken van primaire productie |

10 03 08 (*) | Zoutslakken van secundaire productie |

10 03 09 (*) | Black drosses van secundaire productie |

10 03 19 (*) | Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat |

10 03 21 (*) | Overige deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) die gevaarlijke stoffen bevatten |

10 03 29 (*) | Afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses dat gevaarlijke stoffen bevat |

10 04 | Afval van thermische processen in de loodmetallurgie |

10 04 01 (*) | Slakken van primaire en secundaire productie |

10 04 02 (*) | Dross en skimmings van primaire en secundaire productie |

10 04 04 (*) | Rookgasstof |

10 04 05 (*) | Overige deeltjes en stof |

10 04 06 (*) | Vast afval van gasreiniging |

10 05 | Afval van thermische processen in de zinkmetallurgie |

10 05 03 (*) | Rookgasstof |

10 05 05 (*) | Vast afval van gasreiniging |

10 06 | Afval van thermische processen in de kopermetallurgie |

10 06 03 (*) | Rookgasstof |

10 06 06 (*) | Vast afval van gasreiniging |

10 08 | Afval van thermische processen in de overige non-ferrometallurgie |

10 08 08 (*) | Zoutslakken van primaire en secundaire productie |

10 08 15 (*) | Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat |

10 09 | Afval van ijzergieten |

10 09 09 (*) | Rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat |

16 | NIET ELDERS IN DE LIJST GENOEMD AFVAL |

16 11 | Ovenpuin |

16 11 01 (*) | Koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat |

16 11 03 (*) | Overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat |

17 | BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES) |

17 01 | Beton, stenen, tegels en keramische producten |

17 01 06 (*) | Mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten, of afzonderlijke fracties daarvan, die gevaarlijke stoffen bevatten |

17 05 | Grond (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties), stenen en baggerspecie |

17 05 03 (*) | Grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten |

17 09 | Overig bouw- en sloopafval |

17 09 02 (*) | Bouw- en sloopafval dat PCB's bevat met uitzondering van PCB-houdend materieel |

17 09 03 (*) | Overig bouw- en sloopafval (inclusief gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat |

19 | AFVAL VAN INSTALLATIES VOOR AFVALBEHEER, OFF-SITE WATERZUIVERINGSINSTALLATIES EN DE BEREIDING VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER EN WATER VOOR INDUSTRIEEL GEBRUIK |

19 01 | Afval van de verbranding of pyrolyse van afval |

19 01 07 (*) | Vast afval van gasreiniging |

19 01 11 (*) | Bodemas en slakken die gevaarlijke stoffen bevatten |

19 01 13 (*) | Vliegas die gevaarlijke stoffen bevat |

19 01 15 (*) | Ketelas die gevaarlijke stoffen bevat |

19 04 | Verglaasd afval en afval van verglazen |

19 04 02(*) | Vliegas en ander rookgasreinigingsafval |

19 04 03 (*) | Niet-verglaasde vaste fase |

[1] PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7; rectificatie in PB L 229 van 29.6.2004, blz. 5.

[2] Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

[3] Beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 27).

4 Elke met een * aangegeven afvalstof wordt beschouwd als een gevaarlijke afvalstof overeenkomstig Richtlijn 91/689/EEG betreffende gevaarlijke afvalstoffen (PB L 337 van 31.12.1991, blz. 20. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/31/EG, PB L 168 van 2.7.1991, blz. 28), en is onderworpen aan de bepalingen van die richtlijn.

[i] De grenswaarden gelden alleen voor stortplaatsen voor gevaarlijk afval.

6 Waar van toepassing wordt de berekeningsmethode van de Europese normen EN 12766-1 en 12766-2 gebruikt.

7 De grenswaarde wordt berekend als PCDD's en PCDF's onder gebruikmaking van de volgende toxische-equivalentiefactoren (TEF's):

PCDD | TEF |

2,3,7,8-TeCDD | 1 |

1,2,3,7,8-PeCDD | 1 |

1,2,3,4,7,8-HxCDD | 0,1 |

1,2,3,6,7,8-HxCDD | 0,1 |

1,2,3,7,8,9-HxCDD | 0,1 |

1,2,3,4,6,7,8-HpCDD | 0,01 |

OCDD | 0,0001 |

PCDF |

2,3,7,8-TeCDF | 0,1 |

1,2,3,7,8-PeCDF | 0,05 |

2,3,4,7,8-PeCDF | 0,5 |

1,2,3,4,7,8-HxCDF | 0,1 |

1,2,3,6,7,8-HxCDF | 0,1 |

1,2,3,7,8,9-HxCDF | 0,1 |

2,3,4,6,7,8-HxCDF | 0,1 |

1,2,3,4,6,7,8-HpCDF | 0,01 |

1,2,3,4,7,8,9-HpCDF | 0,01 |

OCDF | 0,0001 |