23.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 338/37


Beroep ingesteld op 7 juli 2021 — KN / Parlement

(Zaak T-401/21)

(2021/C 338/47)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: KN (vertegenwoordigers: M. Casado García-Hirschfeld en M. Aboudi, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

het onderhavige beroep ontvankelijk verklaren;

het bestreden besluit nietig verklaren;

vergoeding gelasten van de immateriële schade, die ex aequo et bono wordt geraamd op 100 000 EUR,

verweerder verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker voert twee middelen aan tot staving van zijn beroep tegen het besluit van het Europees Parlement van 28 april 2021 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2019, afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité [2020/2145(DEC)] en de resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2021 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het voornoemde besluit.

Eerste middel: schending van artikel 16, lid 1, VWEU, de artikelen 1 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de artikelen 4 en 5 van verordening 2018/1725 (1), alsmede schending van het beginsel van vertrouwelijkheid van tuchtprocedures en justitiële informatie en van artikel 10 van verordening nr. 883/2013 (2).

Tweede middel: schending van het recht op het vermoeden van onschuld, het beginsel van behoorlijk bestuur en het evenredigheidsbeginsel.


(1)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG (PB 2018, L 295, blz. 39).

(2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB 2013, L 248, blz. 1).