23.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 338/13


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad (Bulgarije) op 4 juni 2021 — Strafzaak tegen Spetsializirana prokuratura

(Zaak C-350/21)

(2021/C 338/16)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Spetsializiran nakazatelen sad

Partij in de strafzaak

Spetsializirana prokuratura

Prejudiciële vragen

Is een nationale wettelijke regeling [artikel 251b, lid 1, van de Zakon za elektronnite saobshtenia (wet inzake elektronische communicatie)] op grond waarvan ter bestrijding van zware criminaliteit alle verkeersgegevens (verkeers- en locatiegegevens van gebruikers van elektronische-communicatiemiddelen) gedurende een periode van zes maanden algemeen en ongedifferentieerd worden bewaard, maar die wel bepaalde waarborgen bevat, verenigbaar met artikel 15, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 5, lid 1, en overweging 11 van richtlijn 2002/58 (1)?

Is een nationale wettelijke regeling [artikel 159a van de Nakazatelno-protsesualen kodeks (wetboek van strafvordering)] die de toegang tot verkeersgegevens niet beperkt tot wat strikt noodzakelijk is en die niet bepaalt dat personen van wie de verkeersgegevens voor de handhavingsautoriteiten toegankelijk zijn het recht hebben om daarvan, indien dit geen beletsel voor de strafprocedure vormt, in kennis te worden gesteld, noch dat zij beschikken over rechtsmiddelen tegen ongeoorloofde toegang, verenigbaar met artikel 15, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 5, lid 1, en overweging 11 van richtlijn 2002/58?


(1)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PB 2002, L 201, blz. 37).