17.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 455/32


Beroep ingesteld op 23 oktober 2018 — ZM e.a. / Raad

(Zaak T-632/18)

(2018/C 455/42)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: ZM, ZN en ZO (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

de voor hen bezwarende besluiten nietig te verklaren, bestaande in besluiten van het TABG om hun niet de schoolkosten voor het jaar 2017/2018 te vergoeden, welke besluiten op verschillende manieren kenbaar zijn gemaakt afhankelijk van de omstandigheden van elke verzoekende partij:

hetzij middels een individueel besluit (en meer bepaald middels een e-mail) waarin die weigering werd gepreciseerd;

hetzij via de vermelding „processed” in hun Sysper-systeem welke door de verzoekende partij als afwijzing wordt beschouwd, aangezien de daaropvolgende salarisafrekening de volgende maand (ten vroegste de 10e aangezien het om de datum van toezending van de salarisafrekeningen gaat) geen vergoeding of alleen een vergoeding voor de vervoerskosten bevat;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vier middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 3, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten, aangezien de gewijzigde uitlegging door de verwerende partij een inbreuk vormde op de verworven rechten, de gewettigde verwachtingen, de rechtszekerheid en het beginsel van behoorlijk bestuur.

Tweede middel, ontleend aan schending van de rechten van het kind, van het recht op een gezinsleven en het recht op onderwijs.

Derde middel, ontleend aan schending van de beginselen van gelijke behandeling en het verbod van discriminatie.

Vierde middel, ontleend aan het ontbreken van een daadwerkelijke afweging van hun belangen en niet-eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel in het bestreden besluit.