201806150831955152018/C 231/372412018TC23120180702NL01NLINFO_JUDICIAL20180418293022

Zaak T-241/18: Beroep ingesteld op 18 april 2018 — Bruno / Commissie


C2312018NL2920120180418NL0037292302

Beroep ingesteld op 18 april 2018 — Bruno / Commissie

(Zaak T-241/18)

2018/C 231/37Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Luigi Bruno (Sint-Pieters-Woluwe, België) (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

te verklaren en vast te stellen,

het besluit van het TAOBG van 4 juli 2017 wordt nietig verklaard;

voor zover nodig, het uitdrukkelijke besluit tot afwijzing van de klacht van 18 januari 2018 wordt nietig verklaard;

de verwerende partij wordt verwezen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting van de Europese Commissie bij de toepassing van de artikelen 11, lid 1, en 12, lid 1, van bijlage VIII bij het Statuut, aangezien de Commissie bij dat besluit haar verzoek heeft afgewezen om haar de uitkering bij vertrek in de zin van artikel 12, lid 2, van die bijlage toe te kennen, en haar zodoende de toepassing van artikel 11, lid 1, van bijlage VIII heeft opgelegd, dat echter niet van toepassing is op haar geval.

2.

Tweede middel, ontleend aan een exceptie van onwettigheid, aangezien bovengenoemde statutaire bepalingen wegens het bestaan van een lacune in de wetgeving in strijd zijn met het beginsel van gelijke behandeling en het verbod van discriminatie.