19.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 7 december 2017 — Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main e.V. / Prime Champ Deutschland Pilzkulturen GmbH

(Zaak C-686/17)

(2018/C 104/17)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main e.V.

Verwerende partij: Prime Champ Deutschland Pilzkulturen GmbH

Prejudiciële vragen

1)

Moet voor de uitlegging van het begrip land van oorsprong als bedoeld in artikel 113 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1234/2007 (1) en artikel 76, lid 1, van verordening (EU) nr. 1308/2013 (2) worden uitgegaan van de definities in de artikelen 23 e.v. van het douanewetboek (3) en artikel 60 van het douanewetboek van de Unie (4)?

2)

Zijn gekweekte champignons die in het binnenland worden geoogst, volgens artikel 23 van verordening (EEG) nr. 2913/92 en artikel 60, lid 1, van verordening (EU) nr. 952/2013 van oorsprong uit dat land, wanneer wezenlijke productiestappen in andere lidstaten van de Europese Unie plaatsvinden en de gekweekte champignons pas drie of minder dagen vóór de eerste oogst naar het binnenland zijn overgebracht?

3)

Dient het misleidingsverbod van artikel 2, lid 1, onder a), i), van richtlijn nr. 2000/13/EG (5) en van artikel 7, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1169/2011 (6) te worden toegepast op de volgens artikel 113 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 76, lid 1, van verordening (EU) nr. 1308/2013 voorgeschreven vermelding van het land van oorsprong?

4)

Mogen bij de door artikel 113 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 76, lid 1, van verordening (EU) nr. 1308/2013 voorgeschreven vermelding van het land van oorsprong informatieve toevoegingen worden opgenomen, teneinde een krachtens artikel 2, lid 1, onder a), i), van richtlijn nr. 2000/13/EG alsmede artikel 7, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1169/2011 verboden misleiding tegen te gaan?


(1)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB 2007, L 299, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB 2013, L 347, blz. 671).

(3)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB 1992, L 302, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB 2013, L 269, blz. 1).

(5)  Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB 2000, L 109, blz. 29).

(6)  Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB 2011, L 304, blz. 18).