23.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 357/4


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Centrale Raad van Beroep (Nederland) op 8 augustus 2017 — Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank tegen D. Balandin e.a.

(Zaak C-477/17)

(2017/C 357/05)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Centrale Raad van Beroep

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

Verweerders: D. Balandin, I. Lukachenko, Holiday on Ice Services BV

Prejudiciële vraag

Moet artikel 1 van [verordening nr.] 1231/2010 (1) aldus worden uitgelegd dat werknemers met de nationaliteit van een derde land, die buiten de Unie wonen, maar tijdelijk in verschillende lidstaten werken in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever, zich kunnen beroepen op (titel II van) [verordening nr.] 883/2004 (2) en [verordening nr.] 987/2009 (3)?


(1)  Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van verordening (EG) nr. 883/2004 en verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB 2010, L 344, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB 2004, L 166, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 […] (PB 2009, L 284, blz. 1).