16.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 14/37


Beroep ingesteld op 25 oktober 2016 — Vincenti/EUIPO

(Zaak T-747/16)

(2017/C 014/46)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Guillaume Vincenti (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: H. Tettenborn, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

nietig te verklaren het besluit van het EUIPO houdende weigering om te erkennen dat verzoeker volledig en blijvend arbeidsongeschikt is en houdende weigering om hem te pensioneren

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending door de verwerende partij van de relevante bepalingen van het Statuut, namelijk de artikelen 7 tot en met 9, 13, 33 en 78, alsmede de artikelen 13 tot en met 16 van bijlage VIII bij het Statuut en met name artikel 53 van het Statuut.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van het vertrouwensbeginsel en van het beginsel van behoorlijk bestuur (artikelen 41, leden 1 en 2, onder a), b) en c), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) en van verzoekers procedurele rechten, mede door het bestreden besluit te baseren op onjuiste feiten.

3.

Derde middel, ontleend aan schending van artikel 3, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Ter onderbouwing van deze middelen stelt verzoeker met name dat het tot aanstelling bevoegd gezag in de invaliditeitsprocedure volgens de relevante bepalingen van het Statuut geen discretionaire bevoegdheid heeft met betrekking tot de vraag of een ambtenaar al dan niet blijvend arbeidsongeschikt is, aangezien het besluit van de invaliditeitscommissie bindend is en er, zelfs indien ervan wordt uitgegaan dat het gezag wel over een discretionaire bevoegdheid beschikt, in casu geen gegronde reden was om verzoeker niet blijvend arbeidsongeschikt te verklaren.