25.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 145/14


Hogere voorziening ingesteld op 11 januari 2016 door Koninkrijk België tegen de beschikking van het Gerecht (Tweede kamer) van 27 oktober 2015 in zaak T-721/14, Koninkrijk België tegen Europese Commissie

(Zaak C-16/16 P)

(2016/C 145/18)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Rekwirant: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: L. Van den Broeck, M. Jacobs en J. Van Holm, gemachtigden, P. Vlaemminck en B. Van Vooren, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De beschikking van het Gerecht in de zaak T-721/14 geheel te vernietigen;

het beroep tot nietigverklaring ontvankelijk te verklaren;

de zaak ten gronde te behandelen;

de verzoeken tot tussenkomst van de Helleense Republiek en de Portugese Republiek ontvankelijk te verklaren;

en de Commissie te veroordelen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Eerste middel in beroep: schending van het beginsel van bevoegdheidstoedeling, loyauteit en institutionele balans, en foutieve toepassing van de voorwaarden in artikel 263 VWEU.

Tweede middel: schending van de wederkerigheid van het loyauteitsbeginsel en aantasting van de positie van de lidstaat als geprivilegieerd verzoeker ter bescherming van zijn prerogatieven.

Derde middel: onjuiste uitlegging van de rechtsgevolgen van de aanbeveling ten aanzien van België.