EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0635
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on a Common European Sales Law
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht
/* COM/2011/0635 definitief - 2011/0284 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een gemeenschappelijk Europees kooprecht /* COM/2011/0635 definitief - 2011/0284 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL ·
Motivering en doel van het voorstel Verschillen in overeenkomstenrecht tussen de
lidstaten vormen een belemmering voor handelaren en consumenten die binnen de
interne markt grensoverschrijdende handelstransacties willen verrichten. De
hindernissen die het gevolg van deze verschillen zijn, ontmoedigen handelaren,
met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), om grensoverschrijdend
handel te gaan drijven of uit te breiden naar de markten van nieuwe lidstaten.
De toegang van consumenten tot door handelaren in andere lidstaten aangeboden
producten, wordt belemmerd. Op dit moment voert slechts een op de tien
handelaren in de Unie die goederen verkopen, uit binnen de Unie en de
meerderheid van degenen die uitvoeren, doet dat slechts naar een klein aantal
lidstaten. Belemmeringen in verband met het overeenkomstenrecht vormen een van
de voornaamste factoren die tot deze situatie bijdragen. Uit enquêtes[1] blijkt dat handelaren, van het
hele scala aan belemmeringen voor grensoverschrijdende handel, waaronder
belastingregelingen, administratieve voorschriften, en problemen met betrekking
tot levering, taal en cultuur, belemmeringen in verband met het
overeenkomstenrecht als een van de voornaamste hindernissen voor grensoverschrijdende
handel rangschikten. De noodzaak voor handelaren om zich aan te
passen aan de verschillende nationale wetgevingen op het gebied van
overeenkomstenrecht die bij grensoverschrijdende transacties van toepassing
kunnen zijn, maakt deze handel, zowel met betrekking tot transacties tussen
ondernemingen en consumenten als transacties tussen ondernemingen onderling,
ingewikkelder en duurder dan binnenlandse handel. Voor handelaren is in grensoverschrijdende
situaties gewoonlijk sprake van extra transactiekosten ten opzichte van
binnenlandse handel. Daarbij gaat het om de moeilijkheden om duidelijkheid te
verkrijgen over de bepalingen van toepasselijk buitenlands overeenkomstenrecht,
het verkrijgen van juridisch advies, het onderhandelen over het toepasselijke
recht bij transacties tussen ondernemingen en het aanpassen van overeenkomsten
aan de voorschriften op het gebied van consumentenrecht bij transacties tussen
ondernemingen en consumenten. In geval van grensoverschrijdende transacties
tussen een onderneming en een consument hebben transactiekosten in verband met
overeenkomstenrecht en juridische belemmeringen die voortvloeien uit
verschillen tussen uiteenlopende nationale dwingende regels inzake
consumentenbescherming, aanzienlijke gevolgen. Ingevolge artikel 6 van
Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni
2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
(Rome I)[2],
moet een onderneming die haar activiteiten richt op consumenten in een andere
lidstaat, steeds het overeenkomstenrecht van die lidstaat in acht nemen. In die
gevallen waarin door partijen een ander toepasselijk recht is gekozen en waarin
de dwingende bepalingen inzake consumentenbescherming van de lidstaat van de consument
een hoger beschermingsniveau bieden, moeten deze dwingende regels van de
lidstaat van de consument in acht worden genomen. Handelaren moeten daarom van
tevoren nagaan of het recht van de lidstaat waar zich de gewone verblijfplaats
van de consument bevindt, een hoger beschermingsniveau biedt en ervoor zorgen
dat hun overeenkomst aan de vereisten van dat recht voldoet. De bestaande
harmonisatie van consumentenrecht op het niveau van de Unie heeft op bepaalde
gebieden tot een zekere onderlinge aanpassing geleid, maar de verschillen
tussen de rechtsstelsels van de lidstaten blijven toch substantieel. In geval
van e-handelstransacties hebben handelaren met nog meer kosten in verband met
overeenkomstenrecht te maken die het gevolg zijn van de noodzaak de website van
de onderneming aan te passen aan de wettelijke voorschriften van iedere
lidstaat waarop zij hun activiteiten richten. Bij grensoverschrijdende transacties tussen
handelaren gelden voor partijen niet dezelfde beperkingen inzake het
toepasselijke recht. Het economisch effect van het onderhandelen over en
toepassen van buitenlands recht is echter ook hoog. De kosten als gevolg van
het omgaan met verschillende nationale rechtsstelsels wegen zwaar, met name
voor kmo's. In hun betrekkingen met grotere ondernemingen moeten kmo's in het
algemeen instemmen met de toepassing van het recht van hun zakenpartner en de
kosten dragen in verband met het verkrijgen van duidelijkheid over de inhoud
van het op de overeenkomst toepasselijke buitenlandse recht en het in acht
nemen daarvan. In overeenkomsten tussen kmo's vormt de noodzaak om over het
toepasselijke recht te onderhandelen, een aanzienlijke hindernis voor
grensoverschrijdende handel. Met betrekking tot beide soorten overeenkomsten
(tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen en consumenten) kunnen
voor kmo's deze aanvullende kosten zelfs onevenredig zijn ten opzichte van de
waarde van de transactie. Deze aanvullende transactiekosten stijgen naar
rato van het aantal lidstaten waarnaar een handelaar uitvoert. Naarmate
handelaren naar meer landen uitvoeren, kennen zij immers ook groter gewicht toe
aan de verschillen in overeenkomstenrecht als handelsbelemmering. Kmo's zijn
met name in het nadeel: hoe kleiner de omzet van een onderneming, des te groter
is het aandeel van transactiekosten. Handelaren zien zich bij grensoverschrijdende
handel in vergelijking met binnenlandse handel ook tegenover een grotere
juridische complexiteit gesteld, aangezien zij vaak te maken hebben met
verschillende nationale stelsels van overeenkomstenrecht met uiteenlopende
kenmerken. Het omgaan met buitenlandse rechtsstelsels
maakt grensoverschrijdende transacties complexer. Handelaren wezen de
moeilijkheden om duidelijkheid te verkrijgen over de bepalingen van buitenlands
overeenkomstenrecht aan als voornaamste belemmering voor transacties tussen
ondernemingen en consumenten; bij transacties tussen ondernemingen onderling
kregen deze belemmeringen de derde plaats[3].
Handel met een land waarvan het rechtsstelsel fundamenteel verschillend is, is
juridisch complexer terwijl empirisch is aangetoond dat er veel meer bilaterale
handel is tussen landen met rechtsstelsels die een gemeenschappelijke oorsprong
hebben dan tussen twee landen waarbij dat niet het geval is[4]. Verschillen in overeenkomstenrecht en de
aanvullende transactiekosten alsook de ingewikkeldheid die deze bij
grensoverschrijdende transacties met zich brengen, weerhouden dus een
aanzienlijk aantal handelaren, met name kmo's, ervan om uit te breiden naar de
markten van andere lidstaten. Deze verschillen hebben ook een beperking van de
mededinging op de interne markt tot gevolg. De waarde van de handel die tussen
lidstaten ieder jaar wordt misgelopen alleen als gevolg van de verschillen in
overeenkomstenrecht loopt in de tientallen miljarden euro. De gemiste kansen voor grensoverschrijdende
handel zijn ook nadelig voor de Europese consumenten. Minder
grensoverschrijdende handel heeft minder invoer en minder concurrentie tussen
handelaren tot gevolg. Dit kan leiden tot een beperktere keuze tussen producten
tegen een hogere prijs op de consumentenmarkt. Hoewel grensoverschrijdend winkelen
aanzienlijke economische voordelen met zich zou brengen in de zin van een
groter en beter aanbod, winkelt het merendeel van de Europese consumenten
slechts in eigen land. Een belangrijke verklaring voor deze situatie is dat
consumenten vanwege de verschillen in nationale rechtsstelsels vaak onzeker
zijn over hun rechten in grensoverschrijdende situaties. Een van hun
voornaamste zorgen betreft bijvoorbeeld de vraag welke rechtsmiddelen zij
hebben wanneer een in een andere lidstaat gekocht product niet aan de
overeenkomst beantwoordt. Veel consumenten worden er daarom van weerhouden om
buiten hun thuismarkt tot aankopen over te gaan. Zij lopen de door de interne
markt geboden kansen mis, aangezien in een andere lidstaat vaak betere
aanbiedingen kunnen worden gevonden qua kwaliteit en prijs. E-handel maakt het gemakkelijker om ongeacht
de plaats van vestiging van de handelaar te zoeken naar aanbod en prijzen en
andere voorwaarden met elkaar te vergelijken. Wanneer consumenten bij een
onderneming in een andere lidstaat een bestelling proberen te plaatsen, krijgen
zij echter vaak te maken met ondernemingen die als regel weigeren te verkopen
en dat vaak vanwege verschillen in overeenkomstenrecht. De algemene doelstelling van het
voorstel bestaat erin de totstandbrenging en de werking van de interne markt te
verbeteren door de uitbreiding van grensoverschrijdende handel voor
ondernemingen en grensoverschrijdende aankopen voor consumenten te bevorderen.
Deze doelstelling kan worden bereikt door een zelfstandig, uniform geheel van
bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden, waaronder bepalingen
inzake consumentenbescherming: het gemeenschappelijk Europees kooprecht, dat
als een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht in het nationale recht
van elke lidstaat moet worden beschouwd. Handelaren moeten het gemeenschappelijk
Europees kooprecht op al hun grensoverschrijdende zaken in de Europese Unie
kunnen toepassen in plaats van zich te moeten aanpassen aan verschillende
nationale regelingen inzake overeenkomstenrecht, op voorwaarde dat de andere
partij bij de overeenkomst daarmee instemt. Het moet op de gehele levenscyclus
van een overeenkomst van toepassing zijn en derhalve de meeste gebieden
omvatten die relevant zijn bij het sluiten van grensoverschrijdende
overeenkomsten. Als gevolg daarvan zou de informatie die handelaren moeten
verzamelen over de nationale rechtsstelsels van andere lidstaten, beperkt
worden tot sommige, veel minder belangrijke aangelegenheden die niet onder het
gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen. In transacties tussen
ondernemingen en consumenten zou het niet langer nodig zijn om uit te zoeken
welke bepalingen van het consumentenrecht inzake consumentenbescherming
dwingend zijn, aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht volledig
geharmoniseerde bepalingen inzake consumentenbescherming zou bevatten die in de
hele Europese Unie een hoog niveau van bescherming bieden. Bij
grensoverschrijdende transacties tussen handelaren zouden onderhandelingen over
het toepasselijke recht vlotter kunnen verlopen, aangezien de
overeenkomstsluitende partijen de mogelijkheid zouden hebben om in te stemmen
met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht – dat voor hen
beiden even toegankelijk is – op hun contractuele verhouding. Als een direct gevolg daarvan zouden
handelaren kunnen besparen op de extra transactiekosten in verband met
overeenkomstenrecht en kunnen functioneren in een voor grensoverschrijdende
handel minder complexe juridische omgeving op basis van een enkel geheel van
bepalingen in de hele Europese Unie. Handelaren zouden zo in staat zijn om
beter van de interne markt te profiteren door hun handel over de grenzen heen
uit te breiden en bijgevolg zou de mededinging binnen de interne markt
toenemen. Consumenten zouden profiteren van een betere toegang tot aanbod uit
de hele Europese Unie tegen lagere prijzen en minder vaak als klant worden geweigerd.
Op grond van een enkel geheel van bindende bepalingen die een hoog niveau van
consumentenbescherming bieden, zouden zij ook meer zekerheid genieten over hun
rechten wanneer zij grensoverschrijdend winkelen. Algemene context Met haar mededeling van 2001[5] heeft de Commissie een proces
van uitgebreide openbare raadpleging in gang gezet over het gefragmenteerde
rechtskader op het gebied van overeenkomstenrecht en de belemmeringen voor
grensoverschrijdende handel die daar het gevolg van zijn. In juli 2010 entameerde
de Commissie een openbare raadpleging door de publicatie van een
"Groenboek over beleidsopties voor de ontwikkeling van een Europees
contractenrecht voor consumenten en ondernemingen"[6] (hierna "groenboek"
genoemd), waarin de verschillende beleidsopties uiteen werden gezet voor het
versterken van de interne markt door het boeken van vooruitgang op het gebied
van Europees overeenkomstenrecht. Als reactie op het groenboek nam het Europees
Parlement op 8 juni 2011 een resolutie aan waarin het zijn krachtige steun
uitsprak voor een instrument dat de totstandkoming en de goede werking van de
interne markt verbetert en dat voordelen biedt voor handelaren, consumenten en
de justitiële stelsels van de lidstaten. In de mededeling "Europa 2020"[7] van de Commissie wordt de
noodzaak erkend om het voor handelaren en consumenten eenvoudiger en goedkoper
te maken om overeenkomsten te sluiten met partners in andere lidstaten, met
name door verder te werken aan een facultatief Europees overeenkomstenrecht.
Met de mededeling "Een digitale agenda voor Europa"[8] wordt een facultatief
instrument op het gebied van Europees overeenkomstenrecht beoogd dat de
versnippering van het overeenkomstenrecht moet tegengaan en het vertrouwen van
consumenten in e-handel moet vergroten. ·
Bestaande bepalingen op het door het voorstel
bestreken gebied Tussen de regelingen inzake
overeenkomstenrecht van de lidstaten bestaan aanzienlijke verschillen. De Unie
begon aanvankelijk met regulering op het gebied van overeenkomstenrecht door
het vaststellen van richtlijnen voor minimale harmonisatie op het gebied van
consumentenrecht. De benadering waarbij minimale harmonisatie werd beoogd,
hield in dat de lidstaten de mogelijkheid hadden om strengere bindende
voorschriften te handhaven of in te voeren dan die waarin het acquis voorzag.
In de praktijk heeft deze benadering zelfs op terreinen die op het niveau van
de Unie waren geharmoniseerd, geleid tot uiteenlopende oplossingen in de
lidstaten. Daarentegen houdt de onlangs vastgestelde richtlijn "consumentenrechten"
een volledige harmonisatie in op het gebied van precontractuele informatie die
aan consumenten moet worden gegeven, het herroepingsrecht van consumenten in
geval van op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, alsook
bepaalde aspecten inzake de levering van goederen en de overgang van risico's. Ten aanzien van de betrekkingen tussen
handelaren heeft de Unie het punt van het tegengaan van betalingsachterstand
gereguleerd door het invoeren van regels inzake minimumrentetarieven. Op
internationaal niveau is het Verdrag van Wenen inzake internationale
koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (hierna "het verdrag van
Wenen" genoemd) automatisch van toepassing wanneer partijen niet voor de
toepassing van andere wetgeving hebben gekozen. Het Verdrag van Wenen regelt
bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, maar is niet
van toepassing op belangrijke zaken als het ontbreken van overeenstemming,
oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten en verjaring. Omdat niet alle
lidstaten het verdrag van Wenen hebben ondertekend[9] is de toepassing van het
verdrag nog verder beperkt en er is geen mechanisme dat de uniforme uitlegging
van het verdrag zou kunnen waarborgen. Bepaalde wetgeving van de Unie is relevant
voor zowel de betrekkingen tussen ondernemingen en consumenten als die tussen
ondernemingen onderling. De richtlijn inzake elektronische handel[10] bevat bepalingen inzake de
geldigheid van elektronisch gesloten overeenkomsten en inzake bepaalde
precontractuele vereisten. Op het gebied van het internationaal
privaatrecht heeft de Unie instrumenten aangenomen over rechtskeuze, met name
Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni
2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
(Rome I)[11],
en, met betrekking tot precontractuele informatieverplichtingen, Verordening
(EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007
betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen
(Rome II)[12].
Het eerstgenoemde instrument bevat regels om te bepalen welk recht van
toepassing is op het gebied van verbintenissen uit overeenkomst en het
laatstgenoemde op het gebied van niet-contractuele verbintenissen, met inbegrip
van die welke voortvloeien uit vóór het sluiten van een overeenkomst afgelegde
verklaringen. De verordeningen Rome I en Rome II blijven van
toepassing en het onderhavige voorstel doet daaraan geen afbreuk. Het zal nog
steeds noodzakelijk zijn om te bepalen welk recht van toepassing is op
grensoverschrijdende overeenkomsten. Dit zal gebeuren door de normale
toepassing van de verordening Rome I. Het kan door de partijen zelf worden
vastgesteld (artikel 3 van de verordening Rome I) en, wanneer zij dat niet
doen, gebeurt het op grond van de standaardregels van artikel 4 van de
verordening Rome I. Wat consumentenovereenkomsten betreft is, wanneer de
partijen niet hebben gekozen welk recht toepasselijk is, onder de voorwaarden
van artikel 6, lid 1, van de verordening Rome I, het recht van de gewone
verblijfplaats van de consument van toepassing. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zal
een secundaire regeling voor overeenkomstenrecht zijn in het nationale recht
van elke lidstaat. Wanneer partijen zijn overeengekomen het gemeenschappelijk
Europees kooprecht toe te passen, zullen de bepalingen ervan als enige
nationale bepalingen van toepassing zijn op aangelegenheden die binnen de
werkingssfeer ervan vallen. Wanneer een aangelegenheid binnen de werkingssfeer
van het gemeenschappelijk Europees kooprecht valt, is er derhalve geen ruimte
meer voor de toepassing van andere nationale bepalingen. Deze overeenstemming
om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, is een keuze tussen
twee verschillende regelingen inzake kooprecht in hetzelfde nationale recht en
is derhalve niet hetzelfde als en mag niet worden verward met de voorafgaande
keuze inzake het toepasselijke recht in de zin van het internationaal
privaatrecht. Aangezien het gemeenschappelijk Europees
kooprecht niet elk aspect van een overeenkomst zal beslaan (bv. onwettigheid
van overeenkomsten, vertegenwoordiging), zullen de bestaande burgerrechtelijke
bepalingen van de lidstaat die op de overeenkomst van toepassing zijn,
dergelijke overblijvende kwesties blijven beheersen. In het kader van de normale toepassing van de
verordening Rome I zijn er echter beperkingen aan de rechtskeuze voor
transacties tussen ondernemingen en consumenten. Wanneer partijen bij
transacties tussen ondernemingen en consumenten het recht van een andere
lidstaat dan die van de consument kiezen, kan een dergelijke keuze onder de in
artikel 6, lid 1, van de verordening Rome I vermelde voorwaarden, de consument
de bescherming van de dwingende bepalingen van het recht van zijn gewone
verblijfplaats niet ontnemen (artikel 6, lid 2, van de verordening Rome I). De
laatstgenoemde bepaling kan echter geen praktisch belang hebben wanneer de
partijen binnen het toepasselijke nationale recht het gemeenschappelijk
Europees kooprecht hebben gekozen. De reden is dat de bepalingen van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht van het land waarvan het recht werd
gekozen, identiek zijn aan de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht van het land van de consument. Derhalve is het niveau van de dwingende
bepalingen inzake consumentenbescherming in het land van de consument niet
hoger en is de consument niet verstoken van de bescherming van het recht van
zijn gewone verblijfplaats. ·
Samenhang met andere beleidsgebieden en
doelstellingen van de Unie Dit voorstel strookt met de doelstelling een
hoog niveau van consumentenbescherming te bereiken omdat het bindende
voorschriften inzake consumentenbescherming bevat waarvan partijen niet ten
nadele van de consument kunnen afwijken. Voorts is het beschermingsniveau van
deze bindende bepalingen gelijk aan of hoger dan het huidige acquis. Het voorstel strookt eveneens met het beleid
van de Unie om kmo's te helpen de kansen die de interne markt biedt, beter te
benutten. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden gekozen in
overeenkomsten tussen handelaren wanneer ten minste een van hen een kmo is op
grond van Aanbeveling 2003/361/EG[13]
van de Commissie betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen,
en rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen. Tot slot strookt het voorstel met het
internationale-handelsbeleid van de Unie, omdat het partijen uit derde landen
niet discrimineert; deze kunnen ook voor de toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht kiezen zolang als in ieder geval een van
de contractspartijen in een lidstaat is gevestigd. Dit voorstel doet geen afbreuk aan toekomstige
initiatieven van de Commissie betreffende de aansprakelijkheid voor inbreuken
op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijvoorbeeld wat de
mededingingsregels betreft. 2. RESULTATEN VAN HET OVERLEG MET
DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN DE EFFECTBEOORDELINGEN ·
Raadpleging van belanghebbende partijen Met de publicatie van het groenboek is de
Commissie een uitgebreide openbare raadpleging gestart die op 31 januari 2011
werd beëindigd. In reactie op de raadpleging over het groenboek ontving de
Commissie 320 antwoorden van alle categorieën belanghebbenden uit de hele Unie.
Veel respondenten zagen het voordeel in van optie 1 (publicatie van de
resultaten van de deskundigengroep) en optie 2 (een instrumentarium voor de Uniewetgever).
Voor optie 4 (een facultatief instrument voor Europees contractenrecht)
afzonderlijk dan wel in samenhang met een instrumentarium kwam steun van de
kant van verschillende lidstaten alsook andere belanghebbenden mits de optie
aan bepaalde voorwaarden voldeed, zoals een hoog niveau van
consumentenbescherming en duidelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de
bepalingen. Een van de voornaamste zorgen die uit de antwoorden van de
belanghebbenden op het groenboek naar voren kwamen, betrof het gebrek aan
duidelijkheid over de materiële inhoud van een mogelijk instrument inzake
Europees overeenkomstenrecht. De Commissie kwam aan deze zorg tegemoet door de
belanghebbenden de mogelijkheid te bieden commentaar te leveren op de door de
deskundigengroep inzake Europees overeenkomstenrecht ontwikkelde
haalbaarheidsstudie. Uit de reacties op het groenboek kwamen ook
voorkeuren naar voren met betrekking tot de materiële werkingssfeer van het
instrument. Als gevolg daarvan legt het voorstel de nadruk op overeenkomsten
voor de verkoop van goederen. Bij een besluit van 26 april 2010[14] heeft de Commissie de
deskundigengroep inzake Europees overeenkomstenrecht opgericht. Deze groep
kreeg als taak een haalbaarheidsstudie te verrichten inzake een mogelijk
toekomstig instrument voor Europees overeenkomstenrecht dat de belangrijkste
aspecten omvat die zich in de praktijk bij grensoverschrijdende transacties
voordoen. In september 2010 werd een groep van
voornaamste belanghebbenden (verenigingen van ondernemingen en consumenten,
vertegenwoordigers van de bank- en verzekeringssector en van de juridische
beroepsgroepen advocaten en notarissen) gevormd teneinde de deskundigengroep
praktische informatie te geven over de gebruiksvriendelijkheid van de voor de
haalbaarheidsstudie ontwikkelde regels. De haalbaarheidsstudie werd op 3 mei
2011 gepubliceerd en tot 1 juli 2011 vond er een informele raadpleging plaats. ·
Effectbeoordeling In de effectbeoordeling werden de zeven
beleidsopties geanalyseerd die in het groenboek waren uiteengezet. Het
effectbeoordelingsverslag bevat de volledige beschrijving en analyse van deze
opties. Deze opties waren: het basisscenario (geen
beleidswijziging), een instrumentarium voor de wetgever, een aanbeveling inzake
een gemeenschappelijk Europees kooprecht, een verordening tot vaststelling van
een facultatief gemeenschappelijk Europees kooprecht, een richtlijn (volledige
of minimale harmonisatie) inzake dwingend gemeenschappelijk Europees kooprecht,
een verordening tot vaststelling van een Europees overeenkomstenrecht en een
verordening tot vaststelling van een Europees burgerlijk wetboek. Op grond van een vergelijkende analyse van de
effecten van deze opties werd in het effectbeoordelingsverslag de conclusie
getrokken dat de opties van een facultatieve uniforme regeling inzake
overeenkomstenrecht, een richtlijn ter volledige harmonisatie en een
verordening tot vaststelling van een dwingende uniforme regeling inzake overeenkomstenrecht,
aan de beleidsdoelstellingen zouden beantwoorden. Hoewel de twee laatstgenoemde
opties de transactiekosten voor handelaren aanzienlijk zouden verminderen en
een minder complexe juridische omgeving zouden bieden voor diegenen die grensoverschrijdend
handel willen drijven, zouden zij voor handelaren echter ook een aanzienlijke
last creëren aangezien diegenen die alleen binnenlands handel drijven zich ook
aan een nieuw wetgevingskader zouden moeten aanpassen. De kosten om zich met
een dergelijke nieuwe dwingende wetgeving vertrouwd te maken, zouden vergeleken
met een facultatieve uniforme regeling inzake overeenkomstenrecht erg hoog zijn
omdat zij op alle handelaren zouden wegen. Een facultatieve uniforme regeling
inzake overeenkomstenrecht zou daarentegen slechts eenmalig kosten met zich
brengen voor handelaren die deze voor hun grensoverschrijdende handel wensen te
gebruiken. Het vaststellen van een facultatieve uniforme regeling inzake
overeenkomstenrecht werd daarom de meest geschikte aanpak geacht omdat het de
transactiekosten zou verminderen waar handelaren die naar verscheidene
lidstaten uitvoeren, mee te maken hebben en consumenten een grotere
productkeuze tegen lagere prijzen zou bieden. Tegelijkertijd zou het voor
consumenten die grensoverschrijdend winkelen, het niveau van
consumentenbescherming verhogen en zo vertrouwen scheppen aangezien zij in de
hele Unie hetzelfde geheel van rechten zouden genieten. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL ·
Samenvatting van de voorgestelde maatregel Het voorstel voorziet in de vaststelling van
een gemeenschappelijk Europees kooprecht. Het harmoniseert het nationale
overeenkomstenrecht van de lidstaten niet door wijzigingen van reeds bestaand
nationaal overeenkomstenrecht voor te schrijven, maar door binnen het nationale
recht van elke lidstaat een secundaire regeling inzake overeenkomstenrecht te
creëren voor overeenkomsten die binnen de werkingssfeer ervan vallen, die in de
hele Europese Unie identiek is en naast de reeds bestaande nationale regels
inzake overeenkomstenrecht zal bestaan. Het gemeenschappelijk Europees
kooprecht zal op vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van
toepassing zijn wanneer partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. ·
Rechtsgrondslag Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het voorstel voorziet in een uniform geheel
van volledig geharmoniseerde bepalingen van overeenkomstenrecht, inclusief
bepalingen inzake consumentenbescherming, in de vorm van een gemeenschappelijk
Europees kooprecht, dat moet worden beschouwd als een secundaire regeling
inzake overeenkomstenrecht in het nationale recht van elke lidstaat, die kan
worden toegepast op grensoverschrijdende transacties wanneer partijen daarover
geldig overeenstemming hebben bereikt. Deze overeenstemming komt niet neer op
en mag niet worden verward met het kiezen van het toepasselijke recht in de zin
van de regels van internationaal privaatrecht. Deze keuze wordt juist gemaakt
binnen het nationale recht dat volgens de regels van internationaal
privaatrecht van toepassing is. Deze oplossing heeft de totstandbrenging en de
werking van de interne markt ten doel. Zij zou de belemmeringen wegnemen voor
de uitoefening van de fundamentele vrijheden die het gevolg zijn van de
verschillen in nationale wetgeving, met name de extra transactiekosten en de
vermeende juridische ingewikkeldheid die handelaren ervaren bij
grensoverschrijdende transacties en het gebrek aan vertrouwen bij consumenten
wanneer zij in een ander EU-land tot aankopen overgaan – allemaal belemmeringen
die een direct gevolg hebben voor de totstandbrenging en de werking van de
interne markt en de mededinging beperken. In overeenstemming met artikel 114, lid 3,
VWEU zou het gemeenschappelijk Europees kooprecht een hoog niveau van
consumentenbescherming bieden doordat het een eigen geheel van dwingende
bepalingen invoert die het beschermingsniveau dat consumenten krachtens het
bestaande EU-consumentenrecht genieten, handhaven of verbeteren. ·
Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
subsidiariteitsbeginsel dat is neergelegd in artikel 5 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie (VEU). Het doel van deze verordening – namelijk het
bijdragen tot de goede werking van de interne markt door een uniform geheel van
bepalingen inzake overeenkomstenrecht op basis van vrijwilligheid aan te bieden
– heeft een duidelijk grensoverschrijdende dimensie en kan door de lidstaten in
het kader van hun nationale rechtsstelsels niet voldoende worden verwezenlijkt. Zo lang als verschillen in nationaal
overeenkomstenrecht aanzienlijke extra transactiekosten bij
grensoverschrijdende transacties met zich blijven brengen, kan de doelstelling
de interne markt te voltooien door het bevorderen van de uitbreiding van de
grensoverschrijdende handel voor handelaren en van grensoverschrijdende
aankopen door consumenten, niet volledig worden bereikt. Door het nemen van ongecoördineerde
maatregelen op nationaal niveau zullen de lidstaten niet in staat zijn een
einde te maken aan de extra transactiekosten en de juridische ingewikkeldheid
die het gevolg zijn van de verschillen in nationaal overeenkomstenrecht waar
handelaren bij grensoverschrijdende handel in de EU mee te maken hebben.
Consumenten zullen nog steeds een geringere keuze en beperkte toegang tot
producten uit andere lidstaten hebben. Zij zullen ook het vertrouwen ontberen
dat kennis van hun rechten biedt. De doelstelling van het voorstel zou derhalve,
in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, beter kunnen worden bereikt
door maatregelen op het niveau van de Unie. De Unie is het best in staat om de
problemen van juridische versnippering aan te pakken door het vaststellen van
een maatregel op het gebied van overeenkomstenrecht die de op
grensoverschrijdende transacties toepasselijke bepalingen harmoniseert. Voorts
zullen, naarmate de marktontwikkelingen voortschrijden en lidstaten ertoe nopen
zelfstandig op te treden, bijvoorbeeld door het reguleren van de opkomende
markt voor digitale inhoud, de verschillen in regelgeving die leiden tot hogere
transactiekosten en lacunes in de bescherming van consumenten, waarschijnlijk
toenemen. ·
Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
evenredigheidsbeginsel dat is neergelegd in artikel 5 VEU. De reikwijdte van het voorstel is beperkt tot
de aspecten die bij grensoverschrijdende transacties voor werkelijke problemen
zorgen en strekt zich niet uit tot aspecten die het beste via nationale
wetgeving kunnen worden aangepakt. Wat de materiële werkingssfeer betreft,
bevat het voorstel bepalingen die de rechten en verbintenissen van partijen
regelen gedurende de levenscyclus van de overeenkomst; het raakt echter
bijvoorbeeld niet aan regels inzake vertegenwoordiging, die minder snel omstreden
zullen zijn. Qua territoriale werkingssfeer omvat het voorstel
grensoverschrijdende situaties waarin zich de problemen van extra
transactiekosten en juridische ingewikkeldheid voordoen. Tot slot is de
personele werkingssfeer van het voorstel beperkt tot de transacties waar zich
de problemen inzake de interne markt in hoofdzaak voordoen, te weten
betrekkingen tussen ondernemingen onderling waarbij ten minste een der partijen
een kmo is en betrekkingen tussen ondernemingen enerzijds en consumenten anderzijds.
Het voorstel heeft geen betrekking op tussen privépersonen gesloten
overeenkomsten en overeenkomsten tussen handelaren waarbij een van de
handelaren geen kmo is, aangezien er geen aantoonbare noodzaak is voor
maatregelen voor dit soort grensoverschrijdende overeenkomsten. De verordening
biedt de lidstaten de mogelijkheid om het gemeenschappelijk Europees kooprecht
ook beschikbaar te maken voor toepassing door partijen in een strikt
binnenlands kader en voor overeenkomsten tussen handelaren die geen kmo's zijn.
Vergeleken met andere mogelijke oplossingen
die werden onderzocht, is het voorstel een evenredige maatregel vanwege het
facultatieve en vrijwillige karakter van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht. Dit houdt in dat de toepassing ervan afhankelijk is van een
overeenstemming tussen partijen bij een overeenkomst wanneer zij dit
gezamenlijk gunstig achten voor een bepaalde grensoverschrijdende transactie.
Het feit dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht een facultatief geheel
van bepalingen is dat alleen in grensoverschrijdende zaken van toepassing is,
betekent ook dat het belemmeringen voor grensoverschrijdend handelsverkeer kan
beperken zonder in te grijpen in diep gewortelde nationale rechtsstelsels en
tradities. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht zal een facultatieve
regeling zijn naast de reeds bestaande bepalingen inzake overeenkomstenrecht,
zonder dat deze worden vervangen. De wetgevingsmaatregel zal derhalve slechts
zo ver gaan als nodig is om handelaren en consumenten meer mogelijkheden te
bieden op de eengemaakte markt. ·
Keuze van instrumenten Het voor dit initiatief gekozen instrument is
een verordening betreffende een facultatief gemeenschappelijk Europees
kooprecht. Een niet-bindend instrument, zoals een
instrumentarium voor de EU-wetgever of een aan de lidstaten gerichte
aanbeveling, zou de doelstelling de totstandbrenging en werking van de interne
markt te bevorderen, niet bereiken. Een richtlijn of verordening waarbij
nationale wetgeving wordt vervangen door een niet facultatief Europees
overeenkomstenrecht zou te ver gaan, aangezien dit binnenlandse handelaren die
niet grensoverschrijdend willen verkopen, met kosten zou opzadelen die niet
worden gecompenseerd door de kostenbesparingen die zich slechts bij grensoverschrijdende
transacties voordoen. Bovendien zou een richtlijn waarbij minimumnormen van een
niet-facultatief Europees overeenkomstenrecht worden vastgesteld niet geschikt
zijn, aangezien deze niet zou leiden tot het niveau van rechtszekerheid en de
noodzakelijke mate van uniformiteit waarmee de transactiekosten worden
verminderd. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Na de vaststelling van het voorstel zal de
Commissie een databank opzetten voor de uitwisseling van informatie over
gerechtelijke eindbeslissingen op basis van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht of van andere bepalingen van de verordening, alsook over de relevante
arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De kosten in verband
met deze databank zullen waarschijnlijk toenemen naarmate er meer
eindbeslissingen beschikbaar zijn. Tegelijkertijd zal de Commissie opleidingen
organiseren voor beoefenaars van juridische beroepen die het gemeenschappelijk
Europees kooprecht toepassen[15].
Deze kosten zullen mettertijd vermoedelijk afnemen, naarmate de kennis over de
werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zich verspreidt. 5. AANVULLENDE INFORMATIE ·
Vereenvoudiging Het voorstel voor een facultatieve secundaire
regeling voor overeenkomstenrecht heeft het voordeel dat het partijen, zonder
het nationale overeenkomstenrecht van de lidstaten te vervangen, in staat stelt
een enkel geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht in de hele EU toe te
passen. Dit zelfstandige, uniforme geheel van bepalingen kan partijen een
oplossing bieden voor de meest prangende problemen die zich in
grensoverschrijdende situaties met betrekking tot het overeenkomstenrecht
zouden kunnen voordoen. Voor handelaren zou deze optie dan ook een einde maken
aan de noodzaak verschillende nationale wetgevingen te bestuderen. Om
consumenten te helpen te begrijpen wat hun rechten op grond van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht zijn, zou hun een standaardmededeling
moeten worden aangeboden, die hun over hun rechten informeert. Tot slot kan het voorstel de toekomstige samenhang
van de EU-wetgeving waarborgen op andere beleidsterreinen waar
overeenkomstenrecht relevant wordt. ·
Evaluatieclausule Het voorstel voorziet in een evaluatie van de
toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht of van andere
bepalingen van de verordening 5 jaar nadat deze van toepassing is geworden,
onder meer in het licht van de noodzaak om de werkingssfeer verder uit te
breiden wat overeenkomsten tussen ondernemingen onderling betreft, de markt- en
technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en toekomstige
ontwikkelingen van het acquis van de Unie. Daartoe zal de Commissie bij het
Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een
verslag indienen, zo nodig vergezeld van voorstellen voor wijziging van de
verordening. ·
Europese Economische Ruimte De voorgestelde verordening betreft een
onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid
tot de EER. ·
Toelichting bij het voorstel Het voorstel bestaat uit drie hoofdonderdelen:
een verordening, bijlage I bij de verordening, die de bepalingen van
overeenkomstenrecht (het gemeenschappelijk Europees kooprecht) bevat, en
bijlage II, die de standaardmededeling bevat. A. De verordening Artikel 1
omschrijft de doelstelling en het onderwerp van de verordening. Artikel 2 bevat
een lijst van definities van in de verordening gebruikte begrippen. Terwijl
sommige definities in het relevante acquis reeds bestaan, worden andere
concepten hier voor het eerst gedefinieerd. Artikel 3 zet het
facultatieve karakter uiteen van de bepalingen van overeenkomstenrecht in
grensoverschrijdende overeenkomsten voor de verkoop van goederen, de levering
van digitale inhoud en het verrichten van verbonden diensten. Artikel 4 zet de
territoriale werkingssfeer van de verordening uiteen, die is beperkt tot
grensoverschrijdende overeenkomsten. Artikel 5 vermeldt
de materiële werkingssfeer van overeenkomsten voor de verkoop van goederen en
de levering van digitale inhoud en verbonden diensten, zoals installatie en
reparatie. Artikel 6 sluit gemengde
overeenkomsten en verkoop op afbetaling van de werkingssfeer uit. Artikel 7
beschrijft de personele werkingssfeer die zich uitstrekt tot overeenkomsten
tussen ondernemingen en consumenten en overeenkomsten tussen ondernemingen
onderling waarbij ten minste één partij een kmo is. Artikel 8 bepaalt
dat de keuze voor het gemeenschappelijk Europees kooprecht een overeenstemming
met die strekking tussen partijen vereist. In overeenkomsten tussen een
onderneming en een consument is de keuze voor het gemeenschappelijk Europees
kooprecht slechts geldig wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven
door middel van een expliciete verklaring, lòs van de verklaring waarmee de
instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven. Artikel 9 bevat
verschillende informatievoorschriften inzake het gemeenschappelijk Europees
kooprecht in geval van overeenkomsten tussen een handelaar en een consument.
Met name ontvangt de consument de mededeling in bijlage II. Artikel 10 verplicht
de lidstaten ervoor te zorgen dat inbreuken van handelaren op de verplichting
om de bijzondere voorschriften van de artikelen 8 en 9 na te komen, worden
bestraft. Artikel 11 bepaalt
dat een geldige keuze voor het gemeenschappelijk Europees kooprecht tot gevolg
heeft dat uitsluitend dit recht van toepassing is op de in de bepalingen
daarvan geregelde aspecten en dat andere nationale bepalingen derhalve niet van
toepassing zijn op aspecten die binnen de werkingssfeer ervan vallen. De keuze
voor het gemeenschappelijk Europees kooprecht heeft terugwerkende kracht zodat
ook de naleving en de rechtsmiddelen ingeval van niet-naleving van de
precontractuele informatieverplichtingen daar onder vallen. Artikel 12
verduidelijkt dat de verordening geen afbreuk doet aan de
informatieverplichtingen van Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de
interne markt[16]. Artikel 13 biedt
de lidstaten de mogelijkheid om wetgeving vast te stellen die het
gemeenschappelijk Europees kooprecht beschikbaar maakt voor toepassing door
partijen in een strikt binnenlands kader en voor overeenkomsten tussen
handelaren die geen kmo's zijn. Artikel 14
verplicht de lidstaten tot mededeling van de eindbeslissingen van hun gerechten
die een uitlegging geven van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht of van andere bepalingen van de verordening. De Commissie zal voor
dergelijke uitspraken een databank opzetten. Artikel 15 bevat
een evaluatieclausule. Artikel 16 bepaalt
dat de verordening in werking treedt op de twintigste dag na die van de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. B. Bijlage 1 Bijlage I bevat de tekst van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht. Deel I "Inleidende bepalingen" geeft de algemene beginselen van overeenkomstenrecht die alle partijen
bij hun transacties in acht moeten nemen, zoals de goede trouw en de
redelijkheid en billijkheid. Het beginsel van vrijheid van overeenkomst geeft
partijen ook de garantie dat zij, tenzij bepalingen uitdrukkelijk als dwingend
zijn aangemerkt, zoals bijvoorbeeld bepalingen inzake consumentenbescherming,
van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht kunnen afwijken. Deel II "Het sluiten van een bindende
overeenkomst" bevat bepalingen inzake het recht
van partijen om essentiële precontractuele informatie te verkrijgen en
bepalingen over de wijze waarop overeenkomsten tussen twee partijen worden
gesloten. Dit deel bevat ook specifieke bepalingen waarbij consumenten het
recht wordt gegeven om op afstand en buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomsten te herroepen. Ten slotte bevat het bepalingen over de vernietiging
van overeenkomsten op grond van dwaling, bedrog of misbruik. Deel III "Vaststelling van de inhoud
van een overeenkomst" geeft algemene bepalingen
inzake de wijze waarop voorwaarden van een overeenkomst in geval van twijfel
moeten worden uitgelegd. Het bevat ook bepalingen over de inhoud en de gevolgen
van overeenkomsten en bepaalt welke voorwaarden van overeenkomsten oneerlijk
zijn en derhalve ongeldig zijn. Deel IV "Verbintenissen en
rechtsmiddelen van partijen bij een koopovereenkomst" schenkt gedetailleerd aandacht aan de specifieke bepalingen voor
koopovereenkomsten en overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud die
de verbintenissen van de verkoper en de koper bevatten. Dit deel bevat ook
bepalingen inzake de rechtsmiddelen in geval van niet-nakoming door koper en
verkopers. Deel V "Verbintenissen en
rechtsmiddelen van partijen bij een verbonden dienstenovereenkomst" betreft de gevallen waarin een verkoper, in nauwe samenhang met een
overeenkomst betreffende de verkoop van goederen of de levering van digitale
inhoud, bepaalde diensten verricht, zoals installatie, reparatie of onderhoud.
In dit deel wordt uiteengezet welke specifieke regels in een dergelijke situatie
gelden, met name wat de rechten en verbintenissen van partijen op grond van
dergelijke overeenkomsten zijn. Part VI "Schadevergoeding en rente" bevat aanvullende algemene regels inzake schadevergoeding en
vertragingsrente. Deel VII "Teruggave" bevat de toepasselijke bepalingen over hetgeen moet worden teruggegeven
na de vernietiging of de ontbinding van een overeenkomst. Deel VIII "Verjaring" regelt de gevolgen van tijdsverloop voor de uitoefening van rechten
uit hoofde van een overeenkomst. Aanhangsel 1 bevat
de standaardinstructies inzake herroeping die de handelaar aan de consument
moet verstrekken alvorens een overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimten
te sluiten, terwijl aanhangsel 2 een standaardformulier voor herroeping
bevat. C. Bijlage II Bijlage II bevat de standaardmededeling over
het gemeenschappelijk Europees kooprecht die de handelaar de consument moet
verstrekken alvorens een overeenstemming over de toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht te bereiken. 2011/0284 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende een
gemeenschappelijk Europees kooprecht HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van Europees Economisch en
Sociaal Comité[17],
Gezien het advies van het Comité van de Regio's[18], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Voor grensoverschrijdende economische activiteiten
bestaan nog steeds aanzienlijke knelpunten die verhinderen dat het potentieel
van de interne markt voor groei en het scheppen van arbeidsplaatsen volledig
wordt benut. Op dit moment voert slechts een op de tien handelaren in de Unie
uit binnen de Unie en de meerderheid van degenen die uitvoeren, doet dat
slechts naar een klein aantal lidstaten. Van het hele scala aan belemmeringen
voor grensoverschrijdende handel, waaronder belastingregelingen,
administratieve voorschriften, problemen met betrekking tot levering, taal en
cultuur, rangschikten handelaren de moeilijkheden om duidelijkheid te
verkrijgen over de bepalingen van een buitenlandse regeling inzake
overeenkomstenrecht als een van de voornaamste hindernissen bij transacties
tussen ondernemingen en consumenten en transacties tussen ondernemingen
onderling. Doordat daardoor de toegang tot goederen wordt beperkt, is dit ook
voor consumenten nadelig. De verschillende nationale regelingen inzake
overeenkomstenrecht beletten daarom de uitoefening van fundamentele vrijheiden,
zoals de vrijheid goederen en diensten te leveren, en vormen een hindernis voor
de werking en voortdurende totstandbrenging van de interne markt. Zij hebben
ook de beperking van de mededinging tot gevolg, met name op de markten van
kleinere lidstaten. (2)
Overeenkomsten zijn het onmisbare juridische
instrument voor iedere economische transactie. De noodzaak voor handelaren om
vast te stellen welk recht toepasselijk is of daarover te onderhandelen,
duidelijkheid te verkrijgen over de bepalingen van toepasselijke, buitenlandse
wetgeving, waarvan vaak vertaling nodig is, juridisch advies te verkrijgen om
vertrouwd te worden met de voorschriften daarvan en hun overeenkomsten aan te
passen aan de verschillende nationale rechtsstelsels die op
grensoverschrijdende transacties van toepassing kunnen zijn, maakt
grensoverschrijdende handel ingewikkelder en duurder dan binnenlandse handel. De
bbelemmeringen die verband houden met het overeenkomstenrecht dragen dus in
belangrijke mate ertoe bij dat een aanzienlijk aantal op uitvoer gerichte
handelaren ervan wordt weerhouden grensoverschrijdend handel te gaan drijven of
hun activiteiten tot meer lidstaten uit te breiden. De afschrikkende werking
ervan is met name sterk voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's),
waarvoor de kosten van het betreden van meerdere buitenlandse markten vaak
bijzonder hoog zijn in verhouding tot hun omzet. Bijgevolg lopen de handelaren
kostenbesparingen mis die zij zouden kunnen verwezenlijken wanneer het bij al
hun grensoverschrijdende transacties mogelijk zou zijn goederen en diensten te
verhandelen op basis van één uniform overeenkomstenrecht en, in geval van
online-transacties, op basis van één enkele website. (3)
De met het overeenkomstenrecht verband houdende transactiekosten,
die van aanzienlijke omvang zijn gebleken, en de juridische belemmeringen die
voortvloeien uit verschillen tussen nationale dwingende regels inzake
consumentenbescherming, hebben een direct gevolg voor de werking van de interne
markt voor wat betreft transacties tussen ondernemingen en consumenten. Wanneer
een handelaar zijn activiteiten richt op consumenten in een andere lidstaat
zijn ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees
Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op
verbintenissen uit overeenkomst (hierna "Verordening (EG) nr.
593/2008" genoemd)[19],
de bepalingen inzake consumentenbescherming van de lidstaat waar de consument
zijn gewone verblijfplaats heeft die een hoger beschermingsniveau bieden en
waarvan volgens dat recht niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, van
toepassing, zelfs wanneer partijen een ander toepasselijk recht hebben gekozen.
De handelaren moeten zich er daarom van tevoren van vergewissen of de wetgeving
van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, een betere
bescherming biedt en ervoor zorgen dat hun overeenkomst aan de voorschriften
daarvan voldoet. Daarnaast brengen op het gebied van e-handel aanpassingen van
websites aan de dwingende voorschriften van het toepasselijke buitenlandse
consumentenrecht, verdere kosten mee. De bestaande harmonisatie van het consumentenrecht
op Unie-niveau heeft tot een zekere onderlinge aanpassing op sommige gebieden
geleid. Er blijven echter wezenlijke verschillen tussen de wetgevingen van de
lidstaten bestaan; de bestaande harmonisatie laat de lidstaten een brede reeks
van keuzes met betrekking tot de wijze waarop aan de voorschriften van de
Uniewetgeving wordt voldaan en met betrekking tot het niveau van
consumentenbescherming. (4)
De belemmeringen in verband met het
overeenkomstenrecht die de handelaren verhinderen het potentieel van de interne
markt volledig te benutten, zijn ook in het nadeel van consumenten. Minder
grensoverschrijdende handel heeft ook minder invoer en minder concurrentie tot
gevolg. De consumenten kunnen worden benadeeld door een beperkte keuze van
goederen tegen hogere prijzen, omdat minder buitenlandse handelaren aan hen
direct hun producten en diensten aanbieden en ook indirect als gevolg van de
beperkte grensoverschrijdende handel tussen ondernemingen onderling op
groothandelsniveau. Terwijl grensoverschrijdend winkelen ook substantiële
economische voordelen in de zin van een groter en beter aanbod met zich zou
kunnen meebrengen, aarzelen veel consumenten ook om grensoverschrijdend te gaan
winkelen omdat zij geen zekerheid hebben over hun rechten. Een aantal van de
voornaamste zorgen van de consumenten heeft betrekking op het
overeenkomstenrecht, waarbij het bijvoorbeeld gaat om de vraag of zij passende
bescherming zouden genieten wanneer zij een gebrekkig product kopen. Bijgevolg
geeft een aanzienlijk aantal consumenten er de voorkeur aan in eigen land te
winkelen, ook al is daar minder keuze of zijn de prijzen er hoger. (5)
Bovendien worden consumenten die van de
prijsverschillen tussen de lidstaten willen profiteren door bij een handelaar
uit een andere lidstaat te kopen, vaak gehinderd door de weigering van een
handelaar om te verkopen. Terwijl de e-handel het zoeken naar aanbod en de
vergelijking van prijzen en andere voorwaarden ongeacht de plaats van vestiging
van de handelaar, veel eenvoudiger heeft gemaakt, worden bestellingen van
consumenten uit het buitenland bijzonder vaak geweigerd door handelaren die
ervan afzien om grensoverschrijdende transacties te verrichten. (6)
De verschillen in de nationale wetgevingen inzake
overeenkomstenrecht vormen derhalve belemmeringen die de consumenten en de handelaren
ervan weerhouden de vruchten te plukken van de interne markt. Deze belemmeringen
in verband met het overeenkomstenrecht zouden aanzienlijk worden beperkt
wanneer overeenkomsten, ongeacht de plaats van vestiging van partijen, op een
uniform geheel van bepalingen zouden kunnen worden gebaseerd. Een dergelijk
uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht moet de volledige
levenscyclus van een overeenkomst bestrijken en derhalve ook de
aandachtsgebieden omvatten die zeer belangrijk zijn bij het sluiten van een
overeenkomst. Het moet ook volledig geharmoniseerde bepalingen inzake
consumentenbescherming bevatten. (7)
De verschillen tussen nationale regelingen inzake
overeenkomstenrecht en hun gevolgen voor de grensoverschrijdende handel leiden
ook tot een beperking van de mededinging. Door een beperkte
grensoverschrijdende handel is er minder mededinging en zijn handelaren minder
geneigd om innoverender te worden en om de kwaliteit van hun producten te
verbeteren of de prijzen te verlagen. Met name in kleinere lidstaten met een
beperkt aantal binnenlandse concurrenten kan de beslissing van buitenlandse
handelaren om vanwege de kosten en de ingewikkeldheid deze markten niet te
betreden, de mededinging beperken, met een merkbaar gevolg voor de keuze in en
de prijzen van producten. De belemmeringen voor grensoverschrijdende handel
kunnen bovendien de mededinging tussen kmo's en grotere ondernemingen in gevaar
brengen. Gelet op het aanzienlijke effect van de transactiekosten op de omzet,
zal een kmo veel sneller ervan afzien een buitenlandse markt te betreden dan
een grotere concurrent. (8)
Om deze belemmeringen in verband met het
overeenkomstenrecht te kunnen overwinnen, moeten partijen de mogelijkheid
hebben overeen te komen dat op hun overeenkomsten een uniform geheel van
bepalingen inzake overeenkomstenrecht van toepassing is met dezelfde betekenis
en uitlegging in alle lidstaten: een gemeenschappelijk kooprecht. Het
gemeenschappelijk Europees kooprecht moet een aanvullende optie vormen die de
keuzemogelijkheid van partijen vergroot en steeds kan worden toegepast wanneer
zij dat samen zinvol achten om de grensoverschrijdende handel te bevorderen, en
transactie- en alternatieve kosten alsook andere belemmeringen in verband met
het overeenkomstenrecht voor grensoverschrijdende handel te beperken. Dit recht
moet slechts de basis van een contractuele relatie worden indien partijen
gezamenlijk tot de toepassing ervan besluiten. (9)
Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk
Europees kooprecht vastgesteld. De verordening harmoniseert het overeenkomstenrecht
niet door wijzigingen van het reeds bestaande nationale overeenkomstenrecht
voor te schrijven, maar door binnen elke lidstaat een secundaire regeling
inzake overeenkomstenrecht te creëren voor overeenkomsten die binnen de
werkingssfeer ervan vallen. Deze secundaire regeling moet in de hele Unie
identiek zijn en naast de reeds bestaande nationale bepalingen inzake
overeenkomstenrecht bestaan. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet op
vrijwillige basis op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing zijn indien
partijen dat uitdrukkelijk overeenkomen. (10)
De overeenkomst om het gemeenschappelijk Europees
kooprecht toe te passen, moet een keuze zijn binnen de werkingssfeer van het
respectieve nationale recht dat van toepassing is krachtens Verordening (EG)
nr. 593/2008 en, wanneer het om de precontractuele informatieverplichtingen
gaat, Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van
11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele
verbintenissen (hierna "Verordening (EG) nr. 864/2007" genoemd)[20], of andere relevante
collisieregels. De overeenkomst het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te
passen, mag daarom niet neerkomen op het kiezen van het toepasselijk recht in
de zin van de collisieregels en daarop ook geen inbreuk maken. Deze verordening
zal derhalve geen afbreuk doen aan bestaande collisieregels. (11)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient een
geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake
consumentenbescherming te bevatten. Overeenkomstig artikel 114, lid 3, van het
Verdrag moeten deze bepalingen een hoog niveau van consumentenbescherming
garanderen met het oog op het vergroten van het vertrouwen van de consumenten
in het gemeenschappelijk Europees kooprecht en consumenten dus een stimulans
bieden om op deze basis grensoverschrijdende overeenkomsten te sluiten. De
bepalingen moeten het beschermingsniveau dat consumenten krachtens het consumentenrecht
van de Unie genieten, handhaven of verbeteren. (12)
Aangezien het gemeenschappelijk Europees kooprecht
een geheel van volledig geharmoniseerde dwingende bepalingen inzake
consumentenbescherming bevat, zullen er, wanneer partijen voor toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht hebben gekozen, op dit gebied geen
ongelijkheden meer zijn tussen de rechtsstelsels van de lidstaten. Bijgevolg
kan artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 593/2008, dat uitgaat van het
bestaan van verschillende niveaus van consumentenbescherming in de lidstaten,
geen praktisch belang meer hebben voor onder het gemeenschappelijk Europees
kooprecht vallende kwesties. (13)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet beschikbaar
zijn voor grensoverschrijdende overeenkomsten omdat de verschillen in nationale
wetgeving juist in die context tot ingewikkeldheid en aanvullende kosten leiden
en partijen ontmoedigen overeenkomsten te sluiten. Bij overeenkomsten tussen
ondernemingen moet het grensoverschrijdende karakter van een overeenkomst
worden beoordeeld op basis van de gewone verblijfplaats van partijen. In het geval
van een overeenkomst tussen een onderneming en een consument moet aan het
vereiste inzake grensoverschrijdendheid voldaan zijn wanneer hetzij het door de
consument opgegeven algemene adres, hetzij het adres waar de goederen moeten
worden geleverd, hetzij het door de consument opgegeven factuuradres in een
lidstaat ligt, maar buiten de staat waar de handelaar zijn gewone
verblijfplaats heeft. (14)
De toepassing van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht moet niet beperkt worden tot grensoverschrijdende situaties waarbij
alleen lidstaten zijn betrokken, maar ook mogelijk zijn om de handel tussen de
lidstaten en derde landen te bevorderen. In geval van betrokkenheid van
consumenten uit derde landen moet de overeenstemming het gemeenschappelijk
Europees kooprecht toe te passen, wat voor deze consumenten de keuze voor een
voor hen buitenlands recht zou inhouden, onderworpen zijn aan de toepasselijke
collisieregels. (15)
De handelaren die zowel zuiver binnenlandse als
grensoverschrijdende transacties sluiten, kunnen het nuttig achten een uniforme
overeenkomst te gebruiken voor al hun transacties. De lidstaten moeten derhalve
vrij zijn het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook beschikbaar te maken
voor toepassing door partijen in een volledig binnenlands kader. (16)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet met
name beschikbaar zijn voor de verkoop van roerende goederen, waaronder de
vervaardiging of productie van die goederen, omdat dit economisch gezien het belangrijkste
soort overeenkomst is dat een bijzonder potentieel voor de groei van de
grensoverschrijdende handel kan inhouden, met name ingeval het om e-handel
gaat. (17)
Om het toenemende belang van de digitale economie weer
te geven, moet de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht zich
ook uitstrekken tot overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud. De
overdracht van digitale inhoud om deze op te slaan, te verwerken of er toegang
toe te hebben en herhaald te gebruiken, zoals het downloaden van muziek, heeft
een grote vlucht genomen en heeft een groot potentieel voor verdere groei in
zich, maar wordt nog steeds omgeven door een aanzienlijk mate van juridische
diversiteit en onzekerheid. Derhalve moet het gemeenschappelijk Europees
kooprecht van toepassing zijn op de levering van digitale inhoud, ongeacht of
die inhoud al dan niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. (18)
Digitale inhoud wordt dikwijls niet tegen betaling
van een prijs geleverd, maar in combinatie met afzonderlijk betaalde goederen
of diensten, waarbij niet-geldelijke overwegingen een rol spelen zoals het
verlenen van toegang tot persoonlijke gegevens of gratis toegang in het kader
van een marketingstrategie, gebaseerd op de verwachting dat de consument in een
later stadium aanvullende of meer geavanceerde digitale-inhoudproducten zal
kopen. Met het oog op deze specifieke marktstructuur en het feit dat gebreken
in de verstrekte digitale inhoud de economische belangen van consumenten kunnen
schaden, ongeacht de voorwaarden waaronder die inhoud is verstrekt, mag de
beschikbaarheid van het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet afhangen van
het feit of voor de betrokken specifieke digitale inhoud een prijs is betaald. (19)
Teneinde de toegevoegde waarde van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht zo groot mogelijk te maken, moet de
materiële werkingssfeer ervan ook bepaalde door de verkoper verstrekte diensten
omvatten die rechtstreeks en nauw met de op grond van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht geleverde specifieke goederen of digitale inhoud zijn
verbonden en in de praktijk dikwijls in dezelfde of tegelijkertijd in een daarmee
verbonden overeenkomst zijn gecombineerd; daarbij gaat het met name om
reparatie, onderhoud en installatie van de goederen of digitale inhoud. (20)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient niet
van toepassing te zijn op verbonden overeenkomsten waarbij de koper goederen
verkrijgt van of een dienst wordt geleverd door een derde partij. Dit zou niet
juist zijn omdat de derde partij geen deel heeft aan de overeenstemming tussen
de overeenkomstsluitende partijen om het gemeenschappelijk Europees kooprecht
toe te passen. Op een verbonden overeenkomst met een derde partij moet het
respectieve nationale recht worden toegepast dat volgens Verordeningen (EG)
nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of een andere toepasselijke collisieregel
van toepassing is. (21)
Om de bestaande problemen inzake de interne markt
en de mededinging op een doelgerichte en evenwichtige wijze aan te pakken, moet
de personele werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht met
name gericht zijn op partijen die nu nog door het uiteenlopen van de nationale
regelingen inzake overeenkomstenrecht worden afgehouden van het doen van zaken
in het buitenland, met een aanzienlijk negatief effect op de
grensoverschrijdende handel als gevolg. Dit recht moet daarom van toepassing
zijn op alle transacties tussen ondernemingen en consumenten en op
overeenkomsten tussen handelaren waarbij ten minste een van de partijen een kmo
is op grond van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van
6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen[21]. Dit moet echter de
mogelijkheid onverlet laten dat de lidstaten wetgeving vaststellen op grond
waarvan het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden toegepast op
overeenkomsten tussen handelaren die geen van beiden een kmo zijn. In elk geval
genieten handelaren bij transacties tussen ondernemingen onderling de volledige
vrijheid van overeenkomst en worden zij aangemoedigd bij de opstelling van de voorwaarden
van hun overeenkomsten inspiratie te putten uit het gemeenschappelijk Europees kooprecht. (22)
Voor de toepassing van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht is overeenstemming daarover van de partijen bij een
overeenkomst onmisbaar. Die overeenstemming moet in geval van transacties
tussen ondernemingen en consumenten aan strenge vereisten zijn onderworpen.
Aangezien het in de praktijk doorgaans de handelaar zal zijn die de toepassing van
het gemeenschappelijk Europees kooprecht voorstelt, moeten de consumenten zich
ten volle ervan bewust zijn dat zij instemmen met de toepassing van regels die
verschillen van die van hun reeds bestaande nationale wetgeving. De instemming
van de consument om het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen, mag
dus alleen worden aanvaard in de vorm van een uitdrukkelijke verklaring, die
gescheiden is van de verklaring inzake de instemming met het sluiten van de
overeenkomst. Het mag daarom niet mogelijk zijn de toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht aan te bieden als een bepaling van de te
sluiten overeenkomst, met name niet als een onderdeel van de standaardbepalingen
en -voorwaarden van de handelaar. De handelaar dient de consument op een
duurzame gegevensdrager een bevestiging te verstrekken van de overeenstemming over
de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. (23)
Behalve een bewuste keuze moet de instemming van de
consument met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht ook
een op informatie gebaseerde keuze zijn. De handelaar dient daarom niet alleen
de aandacht van de consument te vestigen op de voorgenomen toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht, maar ook informatie te verstrekken over
de aard en de belangrijkste kenmerken ervan. Om de handelaren deze taak te
vergemakkelijken, daarbij onnodige administratieve lasten te voorkomen en ter
verzekering van samenhang in het niveau en de kwaliteit van die informatie,
moeten de handelaren de consumenten de in deze verordening opgenomen en dus in
alle officiële talen van de Unie eenvoudig beschikbare standaardmededeling
verstrekken. Wanneer het niet mogelijk is om de consument de mededeling te
verstrekken, bijvoorbeeld in het kader van een telefonisch onderhoud, of
wanneer de handelaar heeft verzuimd de mededeling te verstrekken, dient de
instemming met de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht de
consument niet te binden totdat deze de mededeling samen met de bevestiging van
de overeenstemming heeft ontvangen en vervolgens zijn instemming hiermee heeft
betuigd. (24)
Ter vermijding van een selectieve toepassing van
bepaalde onderdelen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, waardoor het
evenwicht tussen de rechten en verbintenissen van de partijen zou kunnen worden
verstoord en het niveau van de consumentenbescherming negatief zou kunnen
worden beïnvloed, moet de keuze betrekking hebben op het gemeenschappelijk
Europees kooprecht als geheel en niet slechts op bepaalde delen daarvan. (25)
Wanneer anders het Verdrag der Verenigde Naties
inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken op de
betrokken overeenkomst van toepassing zou zijn, moet de keuze voor het
gemeenschappelijk Europees kooprecht een overeenstemming van de partijen bij de
overeenkomst inhouden om dat Verdrag uit te sluiten. (26)
De regels van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht moeten van toepassing zijn op kwesties van overeenkomstenrecht die
van praktisch belang zijn tijdens de levenscyclus van de soorten overeenkomsten
die binnen de materiële en de persoonlijke werkingssfeer vallen, met name online
gesloten overeenkomsten. Afgezien van de rechten en verbintenissen van partijen
en de rechtsmiddelen in geval van niet-nakoming, moet het gemeenschappelijk
Europees kooprecht daarom van toepassing zijn op precontractuele
informatieverplichtingen, het sluiten van een overeenkomst, met inbegrip van de
formele vereisten, het herroepingsrecht en de gevolgen daarvan, de vernietiging
van een overeenkomst als gevolg van dwaling, bedrog, bedreiging of misbruik en
de gevolgen van deze vernietiging, de uitlegging, de inhoud en de gevolgen van
een overeenkomst, de beoordeling en de gevolgen van oneerlijke voorwaarden van
een overeenkomst, de teruggave na vernietiging en de ontbinding en verjaring en
de uitsluiting van rechten. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient de
sancties te bevatten die kunnen worden opgelegd in geval de krachtens dit recht
geldende verbintenissen en verplichtingen niet worden nagekomen. (27)
Alle onderwerpen van contractuele of
niet-contractuele aard die het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet
behandelt, worden beheerst door het bestaande nationale recht dat ingevolge de
Verordeningen (EG) nr. 593/2008 en (EG) nr. 864/2007 of andere toepasselijke collisieregels
van toepassing is. Deze onderwerpen omvatten de rechtspersoonlijkheid, de
ongeldigheid van een overeenkomst als gevolg van onbekwaamheid, onwettigheid of
strijd met de goede zeden, de bepaling van de taal van de overeenkomst, kwesties
inzake non-discriminatie, vertegenwoordiging, pluraliteit van schuldeisers en
schuldenaren, de wijziging van partijen met inbegrip van cessie, verrekening en
fusie, het recht van eigendom, met inbegrip van de eigendomsoverdracht, het intellectuele-eigendomsrecht
en de onrechtmatige daad. Voorts valt de kwestie of samenlopende contractuele
en niet-contractuele aansprakelijkheidsvorderingen samen kunnen worden
ingeleid, buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk Europees kooprecht.
(28)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient niet
te gelden voor onderwerpen die buiten het terrein van het overeenkomstenrecht
vallen. Deze verordening dient het Unierecht of het nationale recht ten aanzien
van die onderwerpen onverlet te laten. Bijvoorbeeld dienen de ter bescherming
van de gezondheid en veiligheid of het milieu opgelegde
informatieverplichtingen buiten de werkingssfeer van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht te blijven. Deze verordening dient voorts de
informatievereisten van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, onverlet te
laten[22].
(29)
Zodra er een geldige overeenstemming is over de
toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, mag alleen het
gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn op de onderwerpen die
onder zijn werkingssfeer vallen. De bepalingen van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht moeten autonoom worden uitgelegd en in overeenstemming met
de vaststaande beginselen inzake de uitlegging van de Uniewetgeving. Kwesties
betreffende onderwerpen die binnen de werkingssfeer van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht vallen, maar er niet uitdrukkelijk door worden geregeld, moeten
slechts worden opgelost door uitlegging van de bepalingen van dat recht zonder
dat een beroep wordt gedaan op ander recht. De bepalingen van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht moeten worden uitgelegd aan de hand van de
doelstellingen en beginselen die eraan ten grondslag liggen en al zijn
bepalingen. (30)
De vrijheid van overeenkomst dient het leidende
beginsel te zijn dat aan het gemeenschappelijk Europees kooprecht ten grondslag
ligt. De partijautonomie moet alleen worden beperkt wanneer en voor zover dit
onontbeerlijk is, met name om redenen van consumentenbescherming. Wanneer deze noodzaak
bestaat, dient het dwingende karakter van de betrokken bepalingen duidelijk te
worden aangegeven. (31)
Het beginsel van goede trouw en redelijkheid en
billijkheid moet richtinggevend zijn voor de wijze waarop partijen samen dienen
te werken. Daar in sommige bepalingen het algemene beginsel van de goede trouw
en redelijkheid en billijkheid specifiek tot uiting komt, dienen deze
bepalingen voorgang te hebben boven het algemene beginsel. Het algemene
beginsel moet daarom niet worden toegepast als een instrument tot wijziging van
de bijzondere rechten en verbintenissen van partijen die in de bijzondere
bepalingen zijn neergelegd. De concrete eisen die uit het beginsel van goede
trouw en redelijkheid en billijkheid voortvloeien, dienen onder meer af te
hangen van het betrokken deskundigheidsniveau van de partijen en moeten daarom
verschillen al naar gelang het om transacties tussen ondernemingen en
consumenten of transacties tussen ondernemingen gaat. Bij transacties tussen
handelaren dient de goede handelspraktijk in de betrokken specifieke situatie in
dit verband een relevante factor te zijn. (32)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient de
instandhouding te beogen van een geldige overeenkomst indien dat mogelijk en
passend is, gelet op de gerechtvaardigde belangen van partijen. (33)
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht dient
evenwichtige oplossingen vast te stellen, gelet op de gerechtvaardigde belangen
van partijen bij het kiezen en aanwenden van de rechtsmiddelen die beschikbaar
zijn in geval van niet-nakoming van de overeenkomst. In overeenkomsten tussen
ondernemingen en consumenten moet het stelsel van rechtsmiddelen uitdrukking
geven aan het feit dat het ontbreken van conformiteit van goederen of diensten binnen
het verantwoordelijkheidsgebied van de handelaar valt. (34)
Ter vergroting van de rechtszekerheid door het voor
het publiek toegankelijk maken van de jurisprudentie van het Hof van Justitie
van de Europese Unie en de nationale gerechten aangaande de uitlegging van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht of andere bepalingen van deze verordening,
dient de Commissie een databank op te zetten, waarin relevante eindbeslissingen
worden opgenomen. Om deze taak mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te
zorgen dat de Commissie deze nationale uitspraken snel worden meegedeeld. (35)
Het is ook passend het functioneren van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht of van andere bepalingen van deze
verordening na zeven jaar toepassing te beoordelen. De beoordeling dient onder
meer rekening te houden met de noodzaak de werkingssfeer verder uit te breiden ten
aanzien van overeenkomsten tussen ondernemingen, de markt- en technologische
ontwikkelingen met betrekking tot digitale inhoud en de toekomstige
ontwikkelingen van het acquis van de Unie. (36)
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk
het bijdragen tot de goede werking van de interne markt door een uniform geheel
van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden die kunnen worden
toegepast voor grensoverschrijdende transacties in de hele Unie, niet voldoende
door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan
worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het
Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel,
maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze
doelstelling te verwezenlijken. (37)
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en
neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder de artikelen 16, 38 en
47 daarvan, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1
Doel en onderwerp 1.
Deze verordening heeft als doel de voorwaarden te
verbeteren voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt door een
uniform geheel van bepalingen inzake overeenkomstenrecht aan te bieden, dat is
opgenomen in bijlage I (hierna "het gemeenschappelijk Europees kooprecht"
genoemd). Deze bepalingen kunnen worden toegepast op grensoverschrijdende
transacties voor de verkoop van goederen, voor de levering van digitale inhoud
en voor verbonden diensten wanneer de partijen bij een overeenkomst daarmee
instemmen. 2.
Op grond van deze verordening kunnen handelaren
zich verlaten op een gemeenschappelijk geheel van bepalingen en dezelfde
voorwaarden van overeenkomsten op al hun grensoverschrijdende transacties
toepassen, waardoor onnodige kosten worden beperkt en tevens een grote mate van
rechtszekerheid wordt gewaarborgd. 3.
Wat overeenkomsten tussen handelaren en consumenten
betreft, bevat deze verordening een omvattend geheel van bepalingen ter
bescherming van consumenten om een hoog niveau van consumentenbescherming te
waarborgen, het vertrouwen van de consument in de interne markt te vergroten en
consumenten aan te moedigen om in het buitenland aankopen te doen. Artikel 2
Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt
verstaan onder: (a)
"overeenkomst": de wilsovereenstemming
die gericht is op de totstandbrenging van verbintenissen of andere
rechtsgevolgen; (b)
"goede trouw en redelijkheid en billijkheid":
de gedragsnorm die gekenmerkt wordt door eerlijkheid, openheid en inachtneming
van de belangen van de wederpartij bij de betrokken transactie of rechtsverhouding;
(c)
"schade": economische schade en
niet-economische schade, in de vorm van pijn en leed, met uitsluiting van
andere vormen van niet-economische schade, zoals verminderde levenskwaliteit en
gederfd genot; (d)
"standaardvoorwaarden van een
overeenkomst": de voorwaarden van een overeenkomst die vooraf zijn
opgesteld ten behoeve van verscheidene transacties waarbij verschillende
partijen zijn betrokken en waarover partijen niet afzonderlijk hebben
onderhandeld, zoals bedoeld in artikel 7 van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht; (e)
"handelaar": een natuurlijke persoon of een
rechtspersoon die handelt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-,
bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; (f)
"consument": een natuurlijke persoon die
handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs-,
ambachts- of beroepsactiviteit; (g)
"schadevergoeding": een geldsom waarop
een persoon aanspraak kan maken als vergoeding van verliezen, letsel of schade; (h)
"goederen": alle roerende lichamelijke
zaken; daaronder vallen niet: (i) elektriciteit en aardgas; en (ii) water en andere soorten gas, tenzij zij
marktklaar zijn gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde hoeveelheid; (i)
"prijs": geld dat verschuldigd is voor
verkochte goederen, voor geleverde digitale inhoud of voor een verrichte verbonden
dienst; (j)
"digitale inhoud": gegevens die, al dan
niet volgens de specificaties van de koper, in digitale vorm geproduceerd en
geleverd worden, inclusief video, audio, afbeeldingen of schriftelijke digitale
inhoud, digitale spellen, software en digitale inhoud waarmee bestaande
hardware of software kan worden gepersonaliseerd; daaronder vallen niet: (i) financiële diensten, inclusief diensten inzake
online-bankieren; (ii) in elektronische vorm verstrekt juridisch of
financieel advies; (iii) elektronische diensten in de
gezondheidszorg; (iv) elektronische communicatiediensten en
-netwerken, en bijbehorende faciliteiten en diensten; (v) gokken; (vi) het creëren van nieuwe digitale inhoud en het
wijzigen van bestaande digitale inhoud door consumenten of andere interacties
met de creaties van andere gebruikers; (k)
"koopovereenkomst": een overeenkomst
waarbij de handelaar ("de verkoper") de eigendom van goederen aan een
andere persoon ("de koper") overdraagt of zich ertoe verbindt deze
over te dragen en de koper de prijs van deze goederen betaalt of zich ertoe
verbindt deze te betalen; daaronder wordt ook de overeenkomst tot levering van
te vervaardigen of te produceren goederen verstaan, maar niet overeenkomsten
betreffende gedwongen verkoop of die op een andere manier de uitoefening van
het openbare gezag betreffen; (l)
"consumentenkoopovereenkomst": een
koopovereenkomst waarbij de verkoper een handelaar en de koper een consument
is; (m)
"verbonden dienst": elke dienst die betrekking
heeft op goederen of digitale inhoud, zoals installatie, onderhoud, reparatie,
of een andere bewerking die door de verkoper van de goederen of digitale inhoud
wordt geleverd op grond van de koopovereenkomst, de overeenkomst betreffende het
leveren van digitale inhoud of een afzonderlijke, tegelijk met de
koopovereenkomst of de overeenkomst betreffende het leveren van digitale inhoud
gesloten, verbonden dienstenovereenkomst; daaronder vallen niet: (i) vervoersdiensten; (ii) opleidingsdiensten; (iii) ondersteunende telecommunicatiediensten, en (iv) financiële diensten; (n)
"dienstverlener": een verkoper van
goederen of een leverancier van digitale inhoud die zich ertoe verbindt een
klant een dienst te verlenen die met deze goederen of digitale inhoud verbonden
is; (o)
"klant": elke persoon die een verbonden
dienst koopt; (p)
"overeenkomst op afstand": een
overeenkomst die tussen een handelaar en een consument wordt gesloten in het
kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige
fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een
rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en
de consument, en waarbij tot op en met inbegrip van het moment waarop de
overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer
technieken voor communicatie op afstand; (q)
"buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomst": een overeenkomst tussen een handelaar en een consument die: (i) wordt gesloten in gelijktijdige fysieke
aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is,
een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en de consument op
een andere plaats dan de verkoopruimten van de handelaar, of wordt gesloten op
basis van een in dezelfde omstandigheden door de consument gedaan aanbod, of (ii) wordt gesloten in de verkoopruimten van de
handelaar of met behulp van een middel voor communicatie op afstand
onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op
een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is, in gelijktijdige
fysieke aanwezigheid van de handelaar, of, ingeval de handelaar een
rechtspersoon is, een natuurlijke persoon die de handelaar vertegenwoordigt, en
de consument, of (iii) wordt gesloten tijdens een excursie die door
de handelaar of, ingeval de handelaar een rechtspersoon is, een natuurlijke
persoon die de handelaar vertegenwoordigt, is georganiseerd met als doel of
effect de promotie en de verkoop van goederen of verbonden diensten aan de
consument; (r)
"verkoopruimten": (i) elke onverplaatsbare ruimte voor detailhandel
waar een handelaar op permanente basis zijn activiteiten uitoefent, of (ii) elke verplaatsbare ruimte voor detailhandel
waar een handelaar gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent; (s)
"commerciële garantie": iedere verbintenis
van de handelaar of een producent om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is
uit hoofde van het recht op conformiteit onder artikel 106, aan de consument de
betaalde prijs terug te betalen, of de goederen of digitale inhoud op enigerlei
wijze te vervangen, repareren of onderhouden, wanneer die niet voldoen aan
specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit,
die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen
ten tijde van of voor het sluiten van de overeenkomst; (t)
"duurzame gegevensdrager": elk hulpmiddel
dat een partij in staat stelt om persoonlijk aan haar gerichte informatie op te
slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig
gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de
informatie is bestemd, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen
informatie mogelijk maakt; (u)
"openbare veiling": een verkoopmethode
waarbij goederen of digitale inhoud door de handelaar worden aangeboden aan de
consument, die persoonlijk aanwezig is of de mogelijkheid krijgt persoonlijk
aanwezig te zijn op de veiling, door middel van een transparante competitieve
biedprocedure, onder leiding van een veilingmeester, en waarbij de succesvolle
bieder verplicht is de goederen of digitale inhoud af te nemen; (v)
"dwingende bepaling": elke bepaling
waarvan de partijen de toepassing niet kunnen uitsluiten, waarvan zij niet
kunnen afwijken of waarvan zij de gevolgen niet kunnen wijzigen; (w)
"schuldeiser": een persoon die een recht
heeft op nakoming van een al dan niet geldelijke verbintenis door een andere
persoon, de schuldenaar; (x)
"schuldenaar": een persoon die een al dan
niet geldelijke verbintenis heeft ten gunste van een andere persoon, de
schuldeiser; (y)
"verbintenis": een verplichting tot
nakoming die een partij bij een rechtsbetrekking heeft tegenover een andere
partij. Artikel 3
Facultatieve karakter van het gemeenschappelijk Europees kooprecht Partijen kunnen overeenkomen het gemeenschappelijk
Europees kooprecht toe te passen op hun grensoverschrijdende overeenkomsten
betreffende de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en het
verrichten van verbonden diensten, binnen de in de artikelen 4 tot en met 7
vastgestelde territoriale, materiële en personele werkingssfeer. Artikel 4
Grensoverschrijdende overeenkomsten 1.
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden
toegepast op grensoverschrijdende overeenkomsten. 2.
Voor de toepassing van deze verordening is een
overeenkomst tussen handelaren een grensoverschrijdende overeenkomst wanneer de
partijen hun gewone verblijfplaats in verschillende landen hebben, waarvan er
ten minste één een lidstaat is. 3.
Voor de toepassing van deze verordening is een
overeenkomst tussen een handelaar en een consument een grensoverschrijdende
overeenkomst wanneer: (a)
hetzij het door de consument opgegeven adres,
hetzij het adres waar de goederen moeten worden geleverd, hetzij het
factuuradres in een ander land ligt dan dat waar de handelaar zijn gewone
verblijfplaats heeft, en (b)
ten minste een van deze staten een lidstaat is. 4.
Voor de toepassing van deze verordening is de
gewone verblijfplaats van ondernemingen en andere instellingen, met of zonder
rechtspersoonlijkheid, de plaats waar deze hun hoofdvestiging hebben. De gewone
verblijfplaats van een handelaar die een natuurlijke persoon is, is de plaats
waar hij zijn belangrijkste handelsactiviteit heeft. 5.
Wanneer de overeenkomst is gesloten in het kader
van de uitoefening van de activiteiten van een filiaal, agentschap of een
andere vestiging van een handelaar, wordt de plaats waar het filiaal, het
agentschap of de vestiging is gelegen, als de gewone verblijfplaats van de
handelaar beschouwd. 6.
Om na te gaan of een overeenkomst een
grensoverschrijdende overeenkomst is, is het relevante tijdstip, het tijdstip
waarop overeenstemming is bereikt over de toepassing van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht. Artikel 5
Overeenkomsten waarop het gemeenschappelijk Europees kooprecht
kan worden toegepast Het gemeenschappelijk Europees kooprecht kan
worden toegepast op: (a) koopovereenkomsten; (b) overeenkomsten voor de levering van
digitale inhoud, al dan niet op een materiële gegevensdrager, die door de
gebruiker kan worden opgeslagen, verwerkt en hergebruikt, en waartoe hij
toegang kan hebben, ongeacht of tegenover die levering de betaling van een
prijs staat. (c) overeenkomsten betreffende verbonden
diensten, ongeacht of voor die verbonden dienst een afzonderlijke prijs is
overeengekomen. Artikel 6
Uitsluiting van gemengde overeenkomsten en van overeenkomsten die verband
houden met een consumentenkrediet 1.
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet
worden toegepast op gemengde overeenkomsten die andere onderdelen bevatten dan
de verkoop van goederen, de levering van digitale inhoud en de levering van verbonden
diensten, zoals bedoeld in artikel 5. 2.
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet
worden toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument
waarbij de handelaar de consument krediet verleent of toezegt in de vorm van
uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke
financieringsregeling. Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag niet worden
toegepast op overeenkomsten tussen een handelaar en een consument waarbij
goederen, digitale inhoud of verbonden diensten doorlopend worden geleverd en
de consument voor die goederen, digitale inhoud of verbonden diensten voor de
duur van de levering betaalt in termijnen. Artikel 7
Partijen bij de overeenkomst 1.
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht mag alleen
worden toegepast wanneer de verkoper van goederen of de leverancier van
digitale inhoud een handelaar is. Wanneer alle partijen bij een overeenkomst
handelaren zijn, kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht worden toegepast
wanneer ten minste een van die partijen een kleine of middelgrote onderneming
is ("kmo"). 2.
Voor de toepassing van deze verordening is een kmo
een handelaar die (a)
minder dan 250 personen in dienst heeft, en (b)
een jaaromzet heeft die niet meer bedraagt dan 50
miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal dat niet meer bedraagt dan 43
miljoen euro, of voor een kmo die haar gewone verblijfplaats heeft in een
lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft of in een derde land, de
equivalente bedragen in de munteenheid van die lidstaat of dat derde land. Artikel 8
Overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht 1.
De toepassing van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht vereist overeenstemming daarover tussen de partijen. Het bestaan van
een dergelijke overeenstemming en de geldigheid ervan worden beoordeeld op
grond van de leden 2 en 3 van dit artikel, artikel 9 en de relevante bepalingen
van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. 2.
In betrekkingen tussen een handelaar en een consument
is de overeenstemming over de toepassing van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht slechts geldig wanneer de consument zijn instemming heeft gegeven
door middel van een expliciete verklaring, die gescheiden is van de verklaring
waarmee de instemming met het sluiten van de overeenkomst wordt gegeven. De
handelaar verstrekt de consument een bevestiging van die instemming op een
duurzame gegevensdrager. 3.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument kan het gemeenschappelijk Europees kooprecht niet gedeeltelijk worden
gekozen, maar uitsluitend in zijn geheel. Artikel 9
Standaardmededeling in overeenkomsten tussen een handelaar en een consument
1.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument dient de handelaar niet alleen de in het gemeenschappelijk Europees
kooprecht vastgestelde precontractuele informatieverplichtingen na te komen,
maar de consument ook te wijzen op de voorgenomen toepassing van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht, door hem op een in het oog springende
manier de in bijlage 2 opgenomen mededeling af te geven voordat overeenstemming
wordt bereikt over de toepassing daarvan. Wanneer telefonisch of op een andere
manier waarbij de mededeling niet vooraf aan de consument kan worden afgegeven,
overeenstemming wordt bereikt over de toepassing van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht, of wanneer de handelaar de mededeling niet heeft verstrekt,
is de consument hierdoor niet gebonden totdat de consument de in artikel 8, lid
2, bedoelde bevestiging en de mededeling heeft ontvangen en vervolgens
uitdrukkelijk zijn instemming heeft gegeven om het gemeenschappelijk Europees
kooprecht toe te passen. 2.
De in lid 1 bedoelde mededeling bevat, wanneer zij
in elektronische vorm wordt afgegeven, een hyperlink of, in alle andere omstandigheden,
een verwijzing naar een website, waarop kosteloos de tekst van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht kan worden verkregen. Artikel 10
Straffen voor inbreuken op specifieke voorschriften De lidstaten voorzien in straffen voor
inbreuken van handelaren in betrekkingen met consumenten op de in de artikelen
8 en 9 vastgestelde voorschriften en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te
zorgen dat die straffen worden opgelegd. De aldus vastgestelde straffen moeten
doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie
uiterlijk [1 jaar na de datum van toepassing van deze verordening] van
de getroffen maatregelen in kennis en delen haar alle latere wijzigingen daarop
zo spoedig mogelijk mee. Artikel 11
Gevolgen van de toepassing van het gemeenschappelijk Europees kooprecht Wanneer partijen geldig zijn overeengekomen om
het gemeenschappelijk Europees kooprecht toe te passen op een overeenkomst, is op
de aspecten van de overeenkomst die daarin geregeld worden, uitsluitend het gemeenschappelijk
Europees kooprecht van toepassing. Op voorwaarde dat de overeenkomst
daadwerkelijk wordt gesloten, vallen onder het gemeenschappelijk Europees
kooprecht ook de naleving van de precontractuele informatieverplichtingen en de
rechtsmiddelen ingeval van niet-naleving ervan. Artikel 12
Uit de dienstenrichtlijn voortvloeiende informatieverplichtingen Deze verordening doet geen afbreuk aan de
informatieverplichtingen die zijn vastgesteld in nationale wetgeving tot
omzetting van de bepalingen van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne
markt en die de in het gemeenschappelijk Europees kooprecht vastgestelde
informatieverplichtingen aanvullen. Artikel 13 Opties
van de lidstaten Een lidstaat kan besluiten het
gemeenschappelijk Europees kooprecht beschikbaar te maken voor: (a) overeenkomsten waarbij de gewone
verblijfplaats van de handelaren of, in het geval van een overeenkomst tussen
een handelaar en een consument, de gewone verblijfplaats van de handelaar, het
door de consument opgegeven adres, het adres waar de goederen moeten worden
geleverd en het factuuradres, in die lidstaat liggen, en/of (b) overeenkomsten waarvan alle partijen
handelaren zijn, maar geen kmo's in de zin van artikel 7, lid 2. Artikel 14
Mededeling van rechterlijke beslissingen waarin deze verordening wordt
toegepast 1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de eindbeslissingen
van hun gerechten waarin de bepalingen van deze verordening worden toegepast,
onverwijld aan de Commissie worden meegedeeld. 2.
De Commissie zal een systeem opzetten waarmee de
informatie over de in lid 1 bedoelde beslissingen en de relevante arresten van
het Hof van Justitie van de Europese Unie kunnen worden geraadpleegd. Dat
systeem zal openbaar zijn. Artikel 15
Evaluatie 1.
Uiterlijk … [4 jaar na het in toepassing brengen
van deze verordening] verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over
de toepassing van deze verordening, met name over de acceptatiegraad van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht, de mate waarin de bepalingen ervan
aanleiding hebben gegeven tot rechtszaken en de stand van zaken betreffende de
verschillen tussen het gemeenschappelijk Europees kooprecht en het nationale
recht wat het niveau van consumentenbescherming betreft. Deze gegevens bevatten
een uitgebreid overzicht van de rechtspraak van de nationale gerechten over de
uitlegging van de bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht. 2.
Uiterlijk … [5 jaar na het in toepassing brengen
van deze verordening] dient de Commissie bij het Europees Parlement, de
Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een uitvoerig verslag in over
de werking van deze verordening, onder meer in het licht van de noodzaak om de
werkingssfeer uit te breiden wat overeenkomsten tussen ondernemingen onderling
betreft, de markt- en technologische ontwikkelingen met betrekking tot digitale
inhoud en toekomstige ontwikkelingen van het acquis van de Unie. Artikel 16
Inwerkingtreding en toepassing 1.
Deze verordening treedt in werking op de twintigste
dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie. 2.
Zij is van toepassing vanaf [6 maanden nadat zij
in werking is getreden]. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter BIJLAGE I
GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES KOOPRECHT INHOUDSOPGAVE Deel I.... Inleidende bepalingen...................................................................................................... 6 Hoofdstuk 1 Algemene beginselen en toepassing........................................................................ 6 Afdeling 1 Algemene beginselen................................................................................................ 6 Afdeling 2 Toepassing.............................................................................................................. 6 Deel II... Het sluiten van een bindende overeenkomst..................................................................... 6 Hoofdstuk 2 Precontractuele informatie..................................................................................... 6 Afdeling 1 Precontractuele informatie te verstrekken door een handelaar die
onderhandelt met een consument 6 Afdeling 2 Precontractuele informatie te verstrekken door een handelaar die
onderhandelt met een andere handelaar 6 Afdeling 3: Elektronisch gesloten overeenkomsten.......................................................................... 6 Afdeling 4 Verplichting tot het verstrekken van juiste informatie................................................. 6 Afdeling 5 Rechtsmiddelen tegen niet-naleving van informatieverplichtingen................................ 6 Hoofdstuk 3 Het sluiten van een overeenkomst.......................................................................... 6 Hoofdstuk 4 Herroepingsrecht voor op afstand en buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomsten tussen handelaren en consumenten................................................................................................................... 6 Hoofdstuk 5 Gebrekkige toestemming....................................................................................... 6 Deel III.. Vaststelling van de inhoud van de overeenkomst.............................................................. 6 Hoofdstuk 6 Uitlegging.............................................................................................................. 6 Hoofdstuk 7 Inhoud en gevolgen............................................................................................... 6 Hoofdstuk 8 Oneerlijke voorwaarden van overeenkomsten........................................................ 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument. 6 Afdeling 3 Oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten tussen handelaren.................................. 6 Deel IV. Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen bij een koopovereenkomst
of overeenkomst voor de levering van digitale inhoud................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 9 Algemene bepalingen............................................................................................ 6 Hoofdstuk 10 De verbintenissen van de verkoper...................................................................... 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Aflevering................................................................................................................ 6 Afdeling 3 Conformiteit van de goederen en de digitale inhoud................................................... 6 Hoofdstuk 11 Rechtsmiddelen van de koper.............................................................................. 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Herstel van verzuim door verkoper........................................................................... 6 Afdeling 3 Vordering tot nakoming........................................................................................... 6 Afdeling 4 Opschorting van de nakoming van de verbintenissen van de verkoper....................... 6 Afdeling 5 Ontbinding............................................................................................................... 6 Afdeling 6 Prijsvermindering..................................................................................................... 6 Afdeling 7 Vereisten van onderzoek en kennisgeving in geval van een overeenkomst
tussen handelaren 6 Hoofdstuk 12 De verbintenissen van de koper........................................................................... 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Betaling van de prijs................................................................................................. 6 Afdeling 3 Inontvangstneming................................................................................................... 6 Hoofdstuk 13 Rechtsmiddelen van de verkoper......................................................................... 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Vordering tot nakoming........................................................................................... 6 Afdeling 3 Opschorting van de nakoming van de verbintenissen van de verkoper....................... 6 Afdeling 4 Ontbinding............................................................................................................... 6 Hoofdstuk 14 Risico-overgang.................................................................................................. 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen............................................................................................... 6 Afdeling 2 Risico-overgang bij consumentenkoopovereenkomsten............................................. 6 Afdeling 3 Risico-overgang bij geval van overeenkomsten tussen handelaren.............................. 6 Deel V... Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen bij een verbonden
dienstenovereenkomst... 6 Hoofdstuk 15 Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen...................................................... 6 Afdeling 2 Verbintenissen van de dienstverlener........................................................................ 6 Afdeling 3 Verbintenissen van de klant...................................................................................... 6 Afdeling 4 Rechtsmiddelen....................................................................................................... 6 Deel VI Schadevergoeding en rente............................................................................................... 6 Hoofdstuk 16 Schadevergoeding en rente.................................................................................. 6 Afdeling 1 Schadevergoeding................................................................................................... 6 Afdeling 2: Vertragingsrente: algemene
bepalingen.......................................................................... 6 Afdeling 3 Vertraging in betaling door
handelaren........................................................................... 6 Deel VII Teruggave................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 17 Teruggave............................................................................................................... 6 Deel VIII Verjaring................................................................................................................... 6 Hoofdstuk 18 Verjaring............................................................................................................ 6 Afdeling 1 Algemene bepalingen.................................................................................................... 6 Afdeling 2 Verjaringstermijnen en hun aanvang............................................................................... 6 Afdeling 3 Verlenging van verjaringstermijnen................................................................................ 6 Afdeling 4 Hernieuwing van verjaringstermijnen.............................................................................. 6 Afdeling 5 Gevolgen van verjaring................................................................................................. 6 Afdeling 6 Wijziging bij overeenkomst........................................................................................... 6 Aanhangsel 1............................................................................................................................ 125 Aanhangsel 2............................................................................................................................ 125 Deel I Inleidende
bepalingen Hoofdstuk 1 Algemene beginselen en toepassing Afdeling
1 Algemene beginselen Artikel 1
Vrijheid van overeenkomst 1.
Het staat partijen vrij een overeenkomst te sluiten
en de inhoud ervan te bepalen, met inachtneming van de toepasselijke dwingende
bepalingen. 2.
Partijen kunnen de toepassing van de bepalingen van
het gemeenschappelijk Europees kooprecht uitsluiten, van deze bepalingen
afwijken of de gevolgen ervan wijzigen, tenzij in deze bepalingen anders is
bepaald. Artikel 2
Goede trouw en redelijkheid en billijkheid 1.
Elke partij moet handelen in overeenstemming met de
goede trouw en de redelijkheid en billijkheid. 2.
Het niet-nakomen van deze verplichting door een
partij kan ertoe leiden dat deze partij een recht, rechtsmiddel of verweermiddel
waarover zij normaal zou beschikken, niet kan inroepen of dat deze partij
aansprakelijk is voor enige schade die de wederpartij daardoor lijdt. 3.
Het is partijen niet toegestaan de toepassing van
dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan
te wijzigen. Artikel 3
Samenwerking Partijen zijn verplicht met elkaar samen te
werken voor zover dit met het oog op de uitvoering van hun verbintenissen uit
overeenkomst kan worden verwacht. Afdeling
2 Toepassing Artikel 4
Uitlegging 1.
Het gemeenschappelijk Europees kooprecht moet
autonoom en in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen die eraan
ten grondslag liggen worden uitgelegd. 2.
Geschilpunten die binnen de werkingssfeer van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht vallen, maar er niet uitdrukkelijk door
worden beslecht, worden beslecht overeenkomstig de doelstellingen en beginselen
die eraan ten grondslag liggen en alle bepalingen ervan, zonder dat een beroep
wordt gedaan op het nationale recht dat van toepassing zou zijn als geen
overeenstemming was bereikt over de toepassing van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht of op enig ander recht. 3.
Wanneer een algemene bepaling en een bijzondere
bepaling van toepassing zijn op een bepaalde situatie die binnen de werkingssfeer
van de algemene bepaling valt, heeft in geval van strijdigheid de bijzondere
bepaling voorrang. Artikel 5
Redelijkheid 1.
Redelijkheid moet objectief worden vastgesteld,
rekening houdend met de aard en het doel van de overeenkomst, met de
omstandigheden van de zaak en met de gewoonten en handelwijzen van de betrokken
bedrijfstakken of beroepen. 2.
Elke verwijzing naar hetgeen door of van een
persoon, of in een specifieke situatie kan worden verwacht, is een verwijzing
naar hetgeen redelijkerwijs kan worden verwacht. Artikel 6
Geen vormvereiste Tenzij in het gemeenschappelijk Europees
kooprecht anders is bepaald, hoeft een overeenkomst, verklaring of andere
handeling die onder dat recht valt, niet in een bepaalde vorm te zijn opgesteld
of aan de hand daarvan te worden bewezen. Artikel 7
Voorwaarden van overeenkomsten waarover niet afzonderlijk is onderhandeld 1.
Over een voorwaarde van een overeenkomst is niet
afzonderlijk onderhandeld wanneer deze door een partij is bedongen en de
wederpartij de inhoud ervan niet heeft kunnen beïnvloeden. 2.
Wanneer een partij de wederpartij een selectie van
voorwaarden van de overeenkomst aanbiedt, wordt er niet van uitgegaan dat over
een voorwaarde afzonderlijk is onderhandeld door het enkele feit dat de
wederpartij deze voorwaarde kiest uit deze selectie. 3.
Een partij die beweert dat over een voorwaarde van
de overeenkomst die deel uitmaakt van de standaardvoorwaarden van de
overeenkomst, afzonderlijk is onderhandeld, draagt daarvan de bewijslast. 4.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument, ligt de bewijslast dat over een door de handelaar bedongen
voorwaarde van de overeenkomst afzonderlijk is onderhandeld, bij de handelaar. 5.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument, wordt ervan uitgegaan dat door een derde opgestelde voorwaarden van
de overeenkomst door de handelaar zijn bedongen, tenzij de consument deze in de
overeenkomst heeft ingevoegd. Artikel 8
Ontbinding van een overeenkomst 1.
Een "overeenkomst ontbinden" betekent een
einde maken aan de rechten en verbintenissen van de partijen uit de
overeenkomst, behalve die welke voortvloeien uit een voorwaarde van de
overeenkomst inzake geschillenbeslechting of een voorwaarde van de overeenkomst
die bestemd is om ook na de beëindiging te blijven gelden. 2.
Verschuldigde bedragen en schadevergoeding voor
niet-nakoming vóór het tijdstip van de ontbinding, blijven verschuldigd.
Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden wegens niet-nakoming of wegens voorziene
niet-nakoming, heeft de ontbindende partij ook recht op schadevergoeding ter
vervanging van de toekomstige uitvoering door de wederpartij. 3.
De gevolgen van de ontbinding voor de terugbetaling
van de prijs en de teruggave van de goederen of digitale inhoud en de andere
gevolgen inzake teruggave, worden beheerst door de bepalingen inzake teruggave van
hoofdstuk 17. Artikel 9
Gemengde overeenkomsten 1.
Wanneer een overeenkomst zowel de verkoop van
goederen of de levering van digitale inhoud als het verlenen van een verbonden
dienst betreft, zijn de bepalingen van deel IV van toepassing op de
verbintenissen en rechtsmiddelen van de partijen als koper en verkoper van
goederen of digitale inhoud en de bepalingen van deel V op de verbintenissen en
rechtsmiddelen van de partijen als dienstverlener en klant. 2.
Wanneer, in een onder lid 1 vallende overeenkomst,
de verbintenissen van de verkoper en de dienstverlener krachtens de
overeenkomst in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of anderszins
kunnen worden gesplitst, kunnen de koper en de klant, wanneer er een grond is voor
ontbinding wegens niet-nakoming van een deel waaraan een deel van de prijs kan
worden toegewezen, alleen opzeggen met betrekking tot dat deel. 3.
Lid 2 is niet van toepassing wanneer van de
verkoper en de klant niet kan worden verwacht dat zij de nakoming van de andere
delen aanvaarden of de niet-nakoming van dien aard is dat de ontbinding van de
volledige overeenkomst gerechtvaardigd is. 4.
Wanneer de verbintenissen van de verkoper en de
dienstverlener krachtens de overeenkomst niet kunnen worden gesplitst of niet
een deel van de prijs kan worden toegewezen, kunnen de koper en de klant de
overeenkomst slechts ontbinden wanneer de niet-nakoming van dien aard is dat de
ontbinding van de volledige overeenkomst gerechtvaardigd is. Artikel 10
Kennisgeving 1.
Dit artikel is van toepassing op elke vorm van
kennisgeving ingevolge het gemeenschappelijk Europees kooprecht en de
overeenkomst. "Kennisgeving" is de mededeling van elke verklaring
waarmee rechtsgevolgen worden beoogd of waarmee wordt beoogd voor een juridisch
doel informatie te verstrekken. 2.
Kennisgeving kan worden gedaan met alle middelen
die passend zijn voor de omstandigheden. 3.
Een kennisgeving heeft gevolgen wanneer zij de
persoon bereikt tot wie zij is gericht, tenzij daarin is bepaald dat dit op een
later tijstip gebeurt. 4.
Een kennisgeving bereikt de persoon tot wie zij is
gericht: (a)
wanneer zij aan die persoon wordt afgegeven; (b)
wanneer zij wordt afgeleverd op de vestigingsplaats
van die persoon of, wanneer er niet een dergelijke plaats is, of de
kennisgeving tot een consument is gericht, op de gewone verblijfplaats van die
persoon; (c)
ingeval zij per e-mail of met een ander individueel
elektronisch communicatiemiddel plaatsvindt, op het tijdstip waarop die persoon
daartoe toegang heeft, of (d)
wanneer zij op een andere manier ter beschikking
van deze persoon wordt gesteld op een plaats en op een manier waarvan kan
worden verwacht dat deze persoon daartoe onverwijld toegang kan krijgen. De kennisgeving heeft de persoon tot wie zij is
gericht, bereikt zodra aan een van de in de punten a), b), c) of d),
vastgestelde vereisten is voldaan, ongeacht om welk vereiste het gaat. 5.
Een kennisgeving heeft geen gevolgen wanneer de
intrekking ervan de persoon tot wie zij is gericht, eerder dan of gelijktijdig
met de kennisgeving bereikt. 6.
In de betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van de leden 3 en 4 uit te sluiten of van die leden af te wijken of
de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 11
Berekening van termijnen 1.
Dit artikel is van toepassing op de berekening van
de termijnen voor alle doeleinden waarin het gemeenschappelijk Europees
kooprecht voorziet. 2.
Onverminderd de leden 3 tot en met 7, (a)
gaat een in dagen omschreven termijn in bij de
aanvang van het eerste uur van de eerste dag en eindigt deze termijn bij het
verstrijken van het laatste uur van de laatste dag ervan; (b)
gaat een in weken, maanden of jaren omschreven
termijn in bij de aanvang van het eerste uur van de eerste dag van de termijn
en eindigt deze termijn bij het verstrijken van het laatste uur van de dag die
- in de laatste week, de laatste maand of het laatste jaar - dezelfde naam of
cijferaanduiding heeft als de dag waarop de termijn ingaat; met dien verstande
dat wanneer, in een in maanden of jaren omschreven termijn, de dag waarop de
termijn zou moeten verstrijken, niet in de laatste maand valt, de termijn eindigt
bij het verstrijken van het laatste uur van de laatste dag van die maand. 3.
Wanneer een in dagen, weken, maanden of jaren
omschreven termijn moet worden berekend vanaf een bepaalde gebeurtenis of
handeling of een bepaald tijdstip, valt de dag waarop de gebeurtenis of
handeling plaatsvindt of het bepaalde tijdstip verstrijkt, niet binnen de
betrokken termijn. 4.
De betrokken termijnen omvatten zaterdagen,
zondagen en feestdagen, behalve wanneer deze uitdrukkelijk zijn uitgesloten of
wanneer de termijnen in werkdagen zijn uitgedrukt. 5.
Wanneer de laatste dag van een termijn een
zaterdag, zondag of feestdag is op de plaats waar een voorgeschreven handeling
moet worden verricht, eindigt de termijn bij het verstrijken van het laatste
uur van de volgende werkdag. Deze bepaling is niet van toepassing op termijnen
die met terugwerkende kracht vanaf een bepaalde datum of gebeurtenis worden
berekend. 6.
Wanneer een persoon een andere persoon een document
zendt waarin een termijn wordt vastgesteld waarbinnen de ontvanger moet
antwoorden of een andere handeling moet verrichten, maar niet wordt vermeld
wanneer deze termijn ingaat, wordt, tenzij anders is bepaald, de termijn
berekend vanaf het tijdstip waarop het document de ontvanger bereikt. 7.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan
onder: (a)
"feestdag" met betrekking tot een
lidstaat of een deel van een lidstaat van de Europese Unie: elke voor die lidstaat
of voor dat deel van een lidstaat als zodanig aangewezen dag in een in het
Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte lijst, en (b)
"werkdagen": alle andere dagen dan
zaterdagen, zondagen en feestdagen. Artikel 12
Eenzijdige verklaringen of gedragingen 1.
Een eenzijdige wilsverklaring moet worden uitgelegd
zoals de persoon tot wie zij is gericht, deze verklaring naar verwachting zou
begrijpen. 2.
Wanneer de persoon die de verklaring doet, de bedoeling
had aan een daarin gebruikte uitdrukking een bepaalde betekenis te geven en de
wederpartij deze kende of had behoren te kennen, moet deze uitdrukking worden
uitgelegd overeenkomstig de bedoeling van de persoon die de verklaring aflegt. 3.
De artikelen 59 tot en met 65 zijn van
overeenkomstige toepassing op de uitlegging van eenzijdige wilsverklaringen. 4.
De bepalingen betreffende gebrekkige toestemming in
hoofdstuk 5 zijn van overeenkomstige toepassing op eenzijdige wilsverklaringen. 5.
Elke verwijzing naar een in dit artikel bedoelde
verklaring is tevens een verwijzing naar een gedraging die als gelijkwaardig aan
een verklaring kan worden beschouwd. Deel II Het sluiten van een bindende overeenkomst Hoofdstuk 2 Precontractuele informatie Afdeling
1 Precontractuele informatie te verstrekken door een handelaar die onderhandelt
met een consument Artikel 13
Verplichting tot het verstrekken van informatie bij het sluiten van een
overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimten 1.
Een handelaar die een overeenkomst op afstand of
buiten verkoopruimten sluit, verstrekt de consument, alvorens de overeenkomst
wordt gesloten of de consument door een aanbod gebonden wordt, op duidelijke en
begrijpelijke wijze de volgende informatie: (a)
de voornaamste kenmerken van de te leveren
goederen, digitale inhoud of verbonden diensten, in de mate waarin zulks gezien
het communicatiemedium en de goederen, digitale inhoud of verbonden diensten
passend is; (b)
de totale prijs en extra lasten en kosten,
overeenkomstig artikel 14; (c)
de identiteit en het adres van de handelaar,
overeenkomstig artikel 15; (d)
de voorwaarden van de overeenkomst, overeenkomstig
artikel 16; (e)
het herroepingsrecht, overeenkomstig
artikel 17; (f)
voor zover van toepassing, het bestaan en de
voorwaarden van klantenhulp, klantenservice, commerciële garanties en beleid
inzake klachtenbehandeling van de handelaar; (g)
voor zover van toepassing, de mogelijkheid van
toegang tot een alternatief mechanisme voor geschillenbeslechting waaraan de
handelaar is onderworpen, en de voorwaarden voor toegang daartoe; (h)
voor zover van toepassing, de functionaliteit van
digitale inhoud met inbegrip van toepasselijke technische
beveiligingsvoorzieningen, en (i)
voor zover van toepassing, de relevante
interoperabiliteit van digitale inhoud met hardware en software waarvan de
handelaar op de hoogte is of had behoren te zijn. 2.
De verstrekte informatie, met uitzondering van het
in lid 1, onder c), bedoelde adres, vormt een integrerend onderdeel van de
overeenkomst en wordt niet gewijzigd, tenzij partijen uitdrukkelijk anders
overeenkomen. 3.
Voor een overeenkomst op afstand moet de krachtens
dit artikel vereiste informatie: (a)
aan de consument worden verstrekt of beschikbaar
gemaakt op een wijze die passend is voor de gebruikte techniek voor
communicatie op afstand; (b)
in duidelijke en begrijpelijke taal zijn gesteld,
en (c)
voor zover zij op een duurzame gegevensdrager wordt
verstrekt, in leesbare vorm zijn gesteld. 4.
Voor een buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomst moet de krachtens dit artikel vereiste informatie: (a)
op papier worden verstrekt of, indien de consument
hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager, en (b)
leesbaar zijn en in duidelijke en begrijpelijke
taal worden verstrekt. 5.
Dit artikel is niet van toepassing wanneer het gaat
om: (a)
een overeenkomst betreffende de levering van
levensmiddelen, dranken of andere goederen die bestemd zijn voor dagelijkse
huishoudelijke consumptie en die fysiek bij de woning of arbeidsplaats van de
consument worden afgeleverd door een handelaar die frequente en regelmatige
rondes maakt; (b)
een overeenkomst die wordt gesloten door middel van
een distributieautomaat of geautomatiseerde handelsruimte; (c)
een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst,
mits de prijs of, wanneer meerdere overeenkomsten gelijktijdig zijn gesloten,
de totale prijs van de overeenkomsten niet meer bedraagt dan 50 euro of het
gelijkwaardig bedrag in de munteenheid die voor de prijs van de overeenkomst is
overeengekomen. Artikel 14
Informatie over prijs en extra lasten en kosten 1.
De krachtens artikel 13, lid 1, onder b), te
verstrekken informatie moet de volgende elementen bevatten: (a)
de totale prijs van de goederen, digitale inhoud of
verbonden diensten, inclusief heffingen, of, als het om een soort goed,
digitale inhoud of verbonden dienst gaat waarvan de prijs redelijkerwijs niet
vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs moet worden berekend, en (b)
in voorkomend geval, alle extra vracht-, leverings-
of portokosten en eventuele andere kosten of, indien deze kosten redelijkerwijs
niet vooraf kunnen worden berekend, vermelding van het feit dat er eventueel
dergelijke extra kosten moeten worden betaald. 2.
In geval van een overeenkomst van onbepaalde duur
of een overeenkomst waaraan een abonnement is gekoppeld, heeft de totale prijs
betrekking op de totale prijs per factureringsperiode. Indien voor dergelijke
overeenkomsten een vast tarief van toepassing is, moet de totale prijs de
totale maandelijkse prijs bevatten. Indien de totale prijs niet redelijkerwijze
vooraf kan worden berekend, wordt de berekeningswijze meegedeeld. 3.
Voor zover van toepassing, deelt de handelaar de
consument de kosten mee voor het gebruik van de techniek voor communicatie op
afstand voor het sluiten van de overeenkomst wanneer deze kosten op een andere
grondslag dan het basistarief worden berekend. Artikel 15
Informatie over het adres en de identiteit van de handelaar De krachtens artikel 13, lid 1, onder c), te
verstrekken informatie moet het volgende bevatten: (a) de identiteit van de handelaar,
bijvoorbeeld zijn handelsnaam; (b) het geografisch adres waar de
handelaar is gevestigd; (c) het telefoonnummer, faxnummer en
e-mailadres van de handelaar, indien beschikbaar, zodat de consument snel
contact met de handelaar kan opnemen en efficiënt met hem kan communiceren; (d) voor zover van toepassing, het
geografische adres en de identiteit van elke andere handelaar namens wie de
handelaar optreedt, en (e) wanneer dat verschilt van het
overeenkomstig onder b) en d) verstrekte adres, het geografische adres van de
handelaar en voor zover van toepassing, dat van de handelaar namens wie hij
optreedt, waaraan de consument eventuele klachten kan richten. Artikel 16
Informatie over de voorwaarden van de overeenkomst De krachtens artikel 13, lid 1, onder d), te
verstrekken informatie moet het volgende bevatten: (a) de wijze van betaling, levering van
de goederen of digitale inhoud, of verrichting van verbonden diensten, en de
termijn waarbinnen de handelaar zich ertoe verbindt de goederen of digitale
inhoud te leveren of de verbonden diensten te verrichten; (b) indien van toepassing, de duur van
de overeenkomst, de minimumduur van de verbintenissen van de consument of,
wanneer de overeenkomst van onbepaalde duur of automatisch verlengbaar is, de
voorwaarden voor het ontbinden van de overeenkomst; (c) voor zover van toepassing, het
bestaan van en de voorwaarden betreffende aanbetalingen of andere financiële
waarborgen die de consument op verzoek van de handelaar moet betalen of bieden,
en (d) voor zover van toepassing, het
bestaan van relevante gedragscodes en de manier waarop daarvan kopieën kunnen
worden verkregen. Artikel 17
Informatie over het herroepingsrecht bij een op afstand of buiten
verkoopruimten gesloten overeenkomst 1.
Wanneer de consument op grond van hoofdstuk 4 een
herroepingsrecht heeft, moet de krachtens artikel 13, lid 1, onder e), te
verstrekken informatie de voorwaarden, de termijn en de procedures voor de
uitoefening van dat recht bevatten overeenkomstig aanhangsel 1 alsook het in
aanhangsel 2 opgenomen standaardformulier voor herroeping. 2.
Voor zover van toepassing, moet in de krachtens
artikel 13, lid 1, onder e), te verstrekken informatie melding worden gemaakt
van het feit dat de consument de kosten van het terugzenden van de goederen zal
moeten dragen in het geval van herroeping en, voor op afstand gesloten
overeenkomsten, dat de consument de kosten van het terugzenden van de goederen
zal moeten dragen in het geval van herroeping indien de goederen door hun aard
niet per gewone post kunnen worden teruggezonden. 3.
Wanneer de consument het herroepingsrecht kan
uitoefenen na een verzoek te hebben gedaan om de verbonden dienstverlening te
laten beginnen tijdens de herroepingstermijn, moet in de krachtens artikel 13,
lid 1, onder e), te verstrekken informatie melding worden gemaakt van het feit
dat de consument dan aansprakelijk zou zijn om de handelaar het in artikel 45,
lid 5, bedoelde bedrag te betalen. 4.
De verplichting om de in leden 1, 2 en 3 bedoelde
informatie te verstrekken, kan worden nagekomen door de consument de standaardinstructies
voor herroeping uit aanhangsel 1 te verstrekken. De handelaar die deze
instructies juist ingevuld aan de consument heeft verstrekt, wordt geacht te
hebben voldaan aan deze informatievoorschriften. 5.
Wanneer er niet is voorzien in een herroepingsrecht
overeenkomstig artikel 40, lid 2, onder c) tot en met i), en artikel 40, lid 3,
moet de krachtens artikel 13, lid 1, onder e), te verstrekken informatie een
verklaring bevatten dat de consument zijn herroepingsrecht niet zal kunnen
gebruiken of, indien van toepassing, de omstandigheden vermelden waarin de
consument het herroepingsrecht verliest. Artikel 18
Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten: aanvullende
informatievoorschriften en bevestiging 1.
De handelaar verstrekt de consument een kopie van
de ondertekende overeenkomst of de bevestiging van de overeenkomst op papier
of, indien de consument hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager,
met inbegrip van, in voorkomend geval, de bevestiging van de instemming en het
akkoord van de consument overeenkomstig artikel 40, lid 3, onder d). 2.
Indien de consument wenst dat de verbonden dienstverlening
aanvangt tijdens de in artikel 42, lid 2, bedoelde herroepingstermijn, moet de
handelaar van de consument eisen dat hij uitdrukkelijk een verzoek daarom doet
op een duurzame gegevensdrager. Artikel 19
Overeenkomsten op afstand: aanvullende informatie- en andere voorschriften 1.
Wanneer een handelaar een consument opbelt met het
oogmerk een overeenkomst op afstand te sluiten, moet hij aan het begin van het
telefoongesprek met de consument zijn identiteit en, indien van toepassing, de
identiteit van de persoon namens wie hij opbelt, alsmede het commerciële doel
van het gesprek meedelen. 2.
Wanneer de overeenkomst op afstand gesloten wordt
door middel van een techniek voor communicatie op afstand die maar weinig
ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, verstrekt de handelaar
via die techniek en voordat de overeenkomst gesloten wordt, ten minste de
krachtens lid 3 vereiste informatie. De overige in artikel 13 bedoelde
informatie wordt door de handelaar op passende wijze aan de consument
verstrekt, overeenkomstig artikel 13, lid 3. 3.
De krachtens lid 2 vereiste informatie bevat: (a)
de voornaamste kenmerken van de goederen, digitale
inhoud of verbonden diensten, zoals vereist krachtens artikel 13, lid 1, onder
a); (b)
de identiteit van de handelaar, zoals vereist
krachtens artikel 15, onder a); (c)
de totale prijs, inclusief alle in artikel 13,
lid 1, onder b), en artikel 14, leden 1 en 2, vermelde gegevens; (d)
het herroepingsrecht, en (e)
in voorkomend geval de duur van de overeenkomst, en
in geval van een overeenkomst voor onbepaalde duur, de in artikel 16, onder b),
bedoelde vereisten voor ontbinding van de overeenkomst. 4.
Een per telefoon gesloten overeenkomst op afstand
is slechts geldig wanneer de consument het aanbod heeft ondertekend of een
schriftelijke bevestiging heeft gezonden waaruit blijkt dat hij ermee instemt
een overeenkomst te sluiten. De handelaar verstrekt de consument een
bevestiging van die instemming op een duurzame gegevensdrager. 5.
De verkoper verstrekt de consument op een duurzame gegevensdrager
een bevestiging van de gesloten overeenkomst, met inbegrip van, in voorkomend
geval, de instemming en het akkoord van de consument overeenkomstig artikel 40,
lid 3, onder d), en van alle in artikel 13 bedoelde informatie. De handelaar
verstrekt deze informatie binnen een redelijke termijn na het sluiten van de
overeenkomst op afstand, en uiterlijk bij de levering van de goederen of
voordat de levering van digitale inhoud of de verbonden dienstverlening begint,
tenzij die informatie al voor het sluiten van de overeenkomst op afstand op een
duurzame gegevensdrager aan de consument is verstrekt. 6.
Indien de consument wenst dat de verbonden dienstverlening
aanvangt tijdens de in artikel 42, lid 2, bedoelde herroepingstermijn, moet de handelaar
van de consument eisen dat hij daartoe een uitdrukkelijk verzoek doet op een
duurzame gegevensdrager. Artikel 20
Informatieverplichtingen voor andere dan buiten verkoopruimten en op afstand
gesloten overeenkomsten 1.
Wat andere dan buiten verkoopruimten of op afstand
gesloten overeenkomsten betreft, verstrekt de handelaar de consument, alvorens
de overeenkomst wordt gesloten of de consument door een aanbod is gebonden, op
duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie, voor zover die nog niet
uit de context blijkt: (a)
de voornaamste kenmerken van de te leveren
goederen, digitale inhoud of verbonden diensten, in de mate waarin zulks gezien
het communicatiemedium en de goederen, digitale inhoud of verbonden diensten
passend is; (b)
de totale prijs en extra lasten en kosten,
overeenkomstig artikel 14, lid 1; (c)
de identiteit van de handelaar, in het bijzonder de
handelsnaam van de handelaar, het geografische adres waar hij gevestigd is en
zijn telefoonnummer; (d)
de voorwaarden van de overeenkomst overeenkomstig
artikel 16, onder a) en b); (e)
voor zover van toepassing, het bestaan van en de
voorwaarden betreffende klantenservice, commerciële garanties en beleid inzake
klachtenbehandeling van de handelaar; (f)
voor zover van toepassing, de functionaliteit van
digitale inhoud met inbegrip van toepasselijke technische
beveiligingsvoorzieningen, en (g)
voor zover van toepassing, de relevante
interoperabiliteit van digitale inhoud met hardware en software waarvan de
handelaar op de hoogte is of had behoren te zijn. 2.
Dit artikel is niet van toepassing wanneer de
overeenkomst betrekking heeft op dagelijkse transacties die onmiddellijk na het
sluiten van de overeenkomst worden verricht. Artikel 21
Bewijslast De handelaar draagt de bewijslast dat hij de
informatie heeft verstrekt die deze afdeling voorschrijft. Artikel 22
Dwingend karakter Het is partijen niet toegestaan ten nadele van
de consument de toepassing van deze afdeling uit te sluiten, van deze afdeling
af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Afdeling
2 Precontractuele informatie te verstrekken door een handelaar die
onderhandelt met een andere handelaar Artikel 23
Informatieverplichtingen betreffende goederen en verbonden diensten 1.
Voor het sluiten van een overeenkomst betreffende
de verkoop van goederen of de levering van digitale inhoud of verbonden diensten
door een handelaar aan een andere handelaar, is de leverancier verplicht met
passende middelen de andere handelaar alle informatie betreffende de
voornaamste kenmerken van de te leveren goederen, digitale inhoud of verbonden
diensten mee te delen waarover hij beschikt of had behoren te beschikken en
waarvan het in strijd met de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid zou
zijn deze niet aan de wederpartij mee te delen. 2.
Om te bepalen of een leverancier op grond van lid 1
informatie moet meedelen, moet met alle omstandigheden rekening worden
gehouden, onder meer: (a)
de aanwezigheid van een bijzondere deskundigheid
bij de leverancier; (b)
de kosten voor de leverancier om de relevante
informatie te verkrijgen; (c)
het gemak waarmee de andere handelaar op een andere
manier de informatie had kunnen verkrijgen; (d)
de aard van de informatie; (e)
het belang dat de informatie voor de andere
handelaar kan hebben, en (f)
de goede handelspraktijken in de betrokken
situatie. Afdeling
3: Elektronisch gesloten overeenkomsten Artikel 24
Aanvullende informatieverplichtingen voor op afstand gesloten elektronische overeenkomsten 1.
Dit artikel is van toepassing wanneer een handelaar
het middel om een overeenkomst te sluiten, ter beschikking stelt en dat een
elektronisch middel is dat niet de exclusieve uitwisseling van elektronische
post of andere individuele communicatie betreft. 2.
De handelaar stelt de wederpartij passende,
doeltreffende en toegankelijke technische middelen ter beschikking waarmee hij
invoerfouten kan opsporen en corrigeren, voordat de wederpartij een aanbod doet
of aanvaardt. 3.
Alvorens de wederpartij een aanbod doet of
aanvaardt, verstrekt de handelaar informatie over: (a)
de technische stappen om tot het sluiten van de
overeenkomst te komen; (b)
de vraag of een schriftelijke overeenkomst door de
handelaar zal worden gearchiveerd en of deze toegankelijk zal zijn; (c)
de technische middelen waarmee invoerfouten kunnen
worden opgespoord en gecorrigeerd, alvorens de wederpartij een aanbod doet of aanvaardt; (d)
de talen waarin de overeenkomst kan worden
gesloten; (e)
de voorwaarden van de overeenkomst. 4.
De handelaar zorgt ervoor, dat de in lid 3, onder
e), bedoelde voorwaarden van de overeenkomst beschikbaar zijn in alfabetische
of andere begrijpelijke tekens en op een duurzame gegevensdrager die het lezen
en opnemen van de in de tekst opgenomen informatie alsook de reproductie ervan
in tastbare vorm mogelijk maakt. 5.
De handelaar bevestigt zo spoedig mogelijk langs
elektronische weg de ontvangst van het aanbod of de aanvaarding van de
wederpartij. Artikel 25
Aanvullende voorschriften voor op afstand elektronisch gesloten
overeenkomsten 1.
Wanneer een elektronisch gesloten overeenkomst op
afstand een verbintenis tot betaling voor de consument inhoudt, wijst de handelaar
de consument op duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk
voordat de consument zijn bestelling plaatst, op de in artikel 13, lid 1, onder
a), artikel 14, leden 1 en 2, en artikel 16, onder b), genoemde informatie. 2.
De handelaar zorgt ervoor, dat de consument bij het
plaatsen van de bestelling uitdrukkelijk erkent dat de bestelling een
verbintenis tot betaling inhoudt. Indien het plaatsen van een bestelling
inhoudt dat een knop of een soortgelijke functie moet worden aangeklikt, wordt
de knop of soortgelijke functie op een goed leesbare wijze aangemerkt met
alleen de woorden "bestelling met verbintenis tot betaling" of een
soortgelijke ondubbelzinnige bewoording waaruit blijkt dat het plaatsen van de
bestelling een verbintenis inhoudt de verkoper te betalen. Wanneer de handelaar
de bepalingen van dit lid niet nakomt, is de consument niet door de
overeenkomst of de bestelling gebonden. 3.
De handelaar geeft op zijn handelswebsite uiterlijk
aan het begin van het bestelproces duidelijk en leesbaar aan of er restricties
gelden voor de levering en welke betaalmiddelen worden aanvaard. Artikel 26
Bewijslast In de betrekkingen tussen een handelaar en een
consument draagt de handelaar de bewijslast dat hij de informatie heeft
verstrekt die deze afdeling voorschrijft. Artikel 27
Dwingend karakter In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van deze afdeling uit te sluiten, van deze afdeling af te wijken of
de gevolgen ervan te wijzigen. Afdeling
4 Verplichting tot het verstrekken van juiste informatie Artikel 28
Verplichting tot het verstrekken van juiste informatie 1.
Een partij die vóór of ten tijde van het sluiten
van een overeenkomst informatie verstrekt, hetzij ter nakoming van de
verplichtingen van dit hoofdstuk, hetzij anderszins, is verplicht al het
redelijke te doen om ervoor te zorgen dat de verstrekte informatie juist en
niet misleidend is. 2.
Een partij waaraan in strijd met lid 1 onjuiste of
misleidende informatie werd verstrekt en die redelijkerwijs op die informatie
vertrouwt bij het sluiten van een overeenkomst met de partij die deze
informatie heeft verstrekt, beschikt over de in artikel 29 genoemde
rechtsmiddelen. 3.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Afdeling
5 Rechtsmiddelen tegen niet-naleving van informatieverplichtingen Artikel 29
Rechtsmiddelen tegen niet-nakoming van informatieverplichtingen 1.
Een partij die een krachtens dit hoofdstuk op haar
rustende verplichting niet is nagekomen, is aansprakelijk voor de schade die de
wederpartij door de niet-nakoming lijdt. 2.
Wanneer de handelaar niet voldaan heeft aan de
informatievoorschriften betreffende extra lasten of andere kosten zoals bedoeld
in artikel 14 of betreffende de kosten van het terugzenden van de goederen
zoals bedoeld in artikel 17, lid 2, is de consument niet aansprakelijk voor de
betaling van de extra lasten en andere kosten. 3.
De in dit artikel bedoelde rechtsmiddelen doen geen
afbreuk aan de rechtsmiddelen die krachtens artikel 42, lid 2, artikel 48 of
artikel 49 openstaan. 4.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Hoofdstuk 3 Het sluiten van een overeenkomst Artikel 30
Vereisten voor het sluiten van een overeenkomst 1.
Een overeenkomst is gesloten indien: (a)
partijen overeenstemming bereiken; (b)
zij willen dat deze overeenstemming rechtsgevolgen
heeft, en (c)
de overeenstemming, indien nodig aangevuld met
bepalingen van het gemeenschappelijk Europees kooprecht, voldoende inhoud en
zekerheid heeft om rechtsgevolgen te kunnen hebben. 2.
Overeenstemming kan worden bereikt door de aanvaarding
van een aanbod. De aanvaarding kan uitdrukkelijk gebeuren of door andere
verklaringen of gedragingen. 3.
Of de partijen met de overeenstemming
rechtsgevolgen willen teweegbrengen, moet worden vastgesteld op grond van hun
verklaringen en gedragingen. 4.
Wanneer een van de partijen de overeenstemming over
een bepaalde aangelegenheid een vereiste voor het sluiten van de overeenkomst maakt,
is er geen overeenkomst tenzij er overeenstemming over deze aangelegenheid is bereikt. Artikel 31
Aanbod 1.
Een voorstel is een aanbod indien: (a)
het bedoeld is om tot een overeenkomst te leiden
wanneer het wordt aanvaard, en (b)
het voldoende inhoud en zekerheid heeft voor de
totstandkoming van een overeenkomst. 2.
Een aanbod kan worden gedaan aan een of meer bepaalde
personen. 3.
Een aan het publiek gedaan voorstel is geen aanbod,
tenzij uit de omstandigheden anders blijkt. Artikel 32
Herroeping van een aanbod 1.
Een aanbod kan worden herroepen indien de
herroeping de ontvanger van het aanbod bereikt voordat deze een aanvaarding
heeft verzonden of, in geval van aanvaarding door een gedraging, voordat de
overeenkomst is gesloten. 2.
Wanneer een aan het publiek gedaan voorstel een
aanbod is, kan het worden herroepen met dezelfde middelen als die welke zijn
gebruikt om het aanbod te doen. 3.
Een herroeping van een aanbod is niet geldig
indien: (a)
het aangeeft dat het onherroepelijk is; (b)
in het aanbod een vaste termijn voor de aanvaarding
ervan is bepaald, of (c)
de ontvanger van het aanbod er redelijkerwijs op
kon vertrouwen dat het aanbod onherroepelijk was en hij vertrouwend op het
aanbod heeft gehandeld. Artikel 33
Afwijzing van een aanbod Wanneer de afwijzing van een aanbod de
aanbieder bereikt, vervalt het aanbod. Artikel 34
Aanvaarding 1.
Een verklaring door of een andere gedraging van de
wederpartij waaruit de instemming met een aanbod blijkt, is een aanvaarding. 2.
Stilzwijgen of stilzitten geldt op zich niet als
aanvaarding. Artikel 35
Tijdstip van het sluiten van de overeenkomst 1.
Wanneer de ontvanger van het aanbod een aanvaarding
heeft verzonden, is de overeenkomst gesloten wanneer deze aanvaarding de
aanbieder bereikt. 2.
Wanneer een aanbod is aanvaard door gedraging, is de
overeenkomst gesloten wanneer de aanbieder kennis krijgt van de gedraging. 3.
Onverminderd lid 2, is, wanneer de ontvanger van
het aanbod krachtens het aanbod, de tussen partijen gebruikelijk geworden
handelwijzen of een gewoonte, het aanbod kan aanvaarden door een gedraging zonder
de aanbieder daarvan in kennis te stellen, de overeenkomst gesloten wanneer de
ontvanger van het aanbod begint te handelen. Artikel 36
Termijn voor aanvaarding 1.
Een aanvaarding van een aanbod is slechts geldig
wanneer zij de aanbieder bereikt binnen de door de aanbieder in dat aanbod
vastgestelde termijn. 2.
Wanneer de aanbieder geen termijn heeft
vastgesteld, is de aanvaarding slechts geldig wanneer zij de aanbieder bereikt
binnen een redelijke termijn nadat het aanbod is gedaan. 3.
Wanneer een aanbod kan worden aanvaard door een
handeling te verrichten zonder de aanbieder daarvan in kennis te stellen, is de
aanvaarding slechts geldig wanneer de handeling is verricht binnen de door de
aanbieder vastgestelde termijn voor aanvaarding of, bij gebreke van een
dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn. Artikel 37
Te late aanvaarding 1.
Een te late aanvaarding geldt als aanvaarding
indien de aanbieder de ontvanger van het aanbod zonder onnodige vertraging
meedeelt dat hij de aanvaarding als een geldige aanvaarding beschouwt. 2.
Wanneer uit een brief of een ander bericht die/dat
een te late aanvaarding bevat, blijkt dat de verzending onder zodanige
omstandigheden heeft plaatsgevonden dat bij normale overbrenging deze/dit de
aanbieder tijdig zou hebben bereikt, dan geldt de te late aanvaarding als
aanvaarding, tenzij de aanbieder de ontvanger van het aanbod zonder onnodige
vertraging meedeelt dat het aanbod is vervallen. Artikel 38
Gewijzigde aanvaarding 1.
Een antwoord door de ontvanger van het aanbod dat
aanvullende of afwijkende voorwaarden van de overeenkomst vaststelt of inhoudt
die de voorwaarden van het aanbod materieel wijzigen, geldt als een afwijzing
en als een nieuw aanbod. 2.
Aanvullende of afwijkende voorwaarden van de
overeenkomst betreffende onder meer de prijs, betaling, kwaliteit en
hoeveelheid van de goederen, plaats en tijdstip van levering, omvang van de
aansprakelijkheid van een van de partijen jegens de andere of de beslechting
van geschillen worden geacht de voorwaarden van het aanbod materieel te
wijzigen. 3.
Een antwoord dat een definitieve instemming met een
aanbod inhoudt, geldt als aanvaarding, zelfs indien het aanvullende of
afwijkende voorwaarden van de overeenkomst vaststelt of inhoudt, voor zover
deze de voorwaarden van het aanbod niet materieel wijzigen. De aanvullende of
afwijkende voorwaarden maken dan deel uit van de overeenkomst. 4.
Een antwoord dat aanvullende of afwijkende
voorwaarden van de overeenkomst vaststelt of inhoudt, geldt altijd als een
afwijzing van het aanbod indien: (a)
het aanbod de aanvaarding uitdrukkelijk beperkt tot
de bepalingen van het aanbod; (b)
de aanbieder onverwijld bezwaar maakt tegen de
aanvullingen of afwijkingen, of (c)
de ontvanger van het aanbod zijn aanvaarding
afhankelijk maakt van de instemming van de aanbieder met de aanvullende of
afwijkende voorwaarden, en deze instemming de ontvanger van het aanbod niet
binnen een redelijke termijn bereikt. Artikel 39
Tegenstrijdige standaardvoorwaarden van een overeenkomst 1.
Wanneer partijen overeenstemming hebben bereikt,
maar er in het aanbod en de aanvaarding naar tegenstrijdige
standaardvoorwaarden wordt verwezen, is er toch een overeenkomst gesloten. De
standaardvoorwaarden van een overeenkomst maken deel uit van de overeenkomst
voor zover zij in wezen overeenstemmen. 2.
Onverminderd lid 1, is er geen overeenkomst
gesloten indien een partij: (a)
vooraf uitdrukkelijk, en niet door middel van
standaardvoorwaarden, aangeeft dat zij niet gebonden wil zijn door een
overeenkomst op grond van lid 1, of (b)
de wederpartij zonder onnodige vertraging in kennis
stelt van een dergelijke intentie. Hoofdstuk 4 Herroepingsrecht voor op afstand en
buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten tussen handelaren en consumenten Artikel 40
Herroepingsrecht 1.
Tijdens de in artikel 42 bedoelde termijn heeft de
consument het recht, zonder opgave van redenen en zonder andere kosten dan die
welke in artikel 45 zijn vastgesteld, de volgende overeenkomsten te herroepen: (a)
een overeenkomst op afstand; (b)
een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst,
mits de prijs of, wanneer meer overeenkomsten gelijktijdig zijn gesloten, de
totale prijs van de overeenkomsten meer bedraagt dan 50 euro of het
gelijkwaardige bedrag in de munteenheid die bij het sluiten van de overeenkomst
voor de prijs van de overeenkomst is overeengekomen. 2.
Lid 1 is niet van toepassing op: (a)
een overeenkomst die is gesloten door middel van
een distributieautomaat of een geautomatiseerde handelsruimte; (b)
een overeenkomst betreffende de levering van
levensmiddelen, dranken of andere goederen die bestemd zijn voor dagelijkse
huishoudelijke consumptie en die materieel bij de woning of arbeidsplaats van
de consument worden afgeleverd door de handelaar die frequente en regelmatige
rondes maakt; (c)
een overeenkomst betreffende de levering van
goederen of verbonden diensten waarvan de prijs gebonden is aan schommelingen
op de financiële markt waarop de handelaar geen invloed heeft en die zich
binnen de herroepingstermijn kunnen voordoen; (d)
een overeenkomst betreffende de levering van
goederen of digitale inhoud die zijn vervaardigd volgens specificaties van de
consument, of die duidelijk voor een bepaalde persoon bestemd zijn; (e)
een overeenkomst betreffende de levering van
goederen die snel bederven of waarvan de houdbaarheid snel afloopt; (f)
een overeenkomst betreffende de levering van
alcoholische dranken waarvan de prijs is overeengekomen bij het sluiten van de
koopovereenkomst, maar waarvan de levering pas na 30 dagen na het sluiten van
de overeenkomst kan gebeuren, en waarvan de feitelijke waarde afhankelijk is
van schommelingen van de markt waarop de handelaar geen invloed heeft; (g)
een overeenkomst betreffende de verkoop van een
krant, periodiek of tijdschrift, met uitzondering van overeenkomsten inzake een
abonnement op dergelijke publicaties; (h)
een overeenkomst die wordt gesloten bij een
openbare veiling, en (i)
een overeenkomst betreffende het restaurantbedrijf
en diensten met betrekking tot vrijetijdsbesteding, indien in de overeenkomst
een bepaalde datum of periode van uitvoering is vastgesteld. 3.
Lid 1 is niet van toepassing in de volgende
situaties: (a)
wanneer de geleverde goederen verzegeld waren, de
verzegeling door de consument is verbroken en de betrokken goederen vervolgens
niet kunnen worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of
hygiëne; (b)
wanneer de geleverde goederen na de levering overeenkomstig
hun aard onherroepelijk vermengd zijn met andere producten; (c)
wanneer de geleverde goederen verzegelde
audio-opnamen, verzegelde video-opnamen of verzegelde computerprogrammatuur
waren, waarvan de verzegeling na levering is verbroken; (d)
wanneer de levering van digitale inhoud, anders dan
op een materiële gegevensdrager, is begonnen met uitdrukkelijke voorafgaande
instemming van de consument en mits de consument ermee akkoord is gegaan dat de
hij zijn herroepingsrecht daarmee verliest, en (e)
wanneer de consument de handelaar uitdrukkelijk
heeft verzocht ter plaatse te komen om aldaar dringende reparaties of onderhoud
te verrichten. Wanneer de handelaar echter bij een dergelijk bezoek aanvullende
verbonden diensten verleent waarom de consument niet uitdrukkelijk heeft verzocht,
of goederen levert die niet strikt noodzakelijk zijn om het onderhoud of de
reparaties uit te voeren, is het herroepingsrecht op die aanvullende verbonden
diensten of goederen van toepassing. 4.
Wanneer de consument een aanbod heeft gedaan dat,
wanneer het wordt aanvaard, zou leiden tot het sluiten van een overeenkomst
waarvoor krachtens dit hoofdstuk een herroepingsrecht zou gelden, kan de
consument het aanbod intrekken, zelfs al zou dit anders onherroepelijk zijn. Artikel 41
Uitoefening van het herroepingsrecht 1.
De consument kan zijn herroepingsrecht uitoefenen
vóór het einde van de in artikel 42 bedoelde herroepingstermijn. 2.
De consument oefent zijn herroepingsrecht uit door
kennisgeving aan de handelaar. Daartoe kan de consument het in aanhangsel 2
opgenomen standaardformulier voor herroeping gebruiken of een andere
ondubbelzinnige verklaring waarin zijn besluit de overeenkomst te herroepen is
uiteengezet. 3.
Wanneer de handelaar de consument de mogelijkheid
biedt de overeenkomst langs elektronische weg te herroepen op zijn handelswebsite
en de consument daarvan gebruik maakt, deelt de handelaar de consument
onverwijld door middel van een duurzame gegevensdrager een bevestiging van de
ontvangst van die herroeping mee. De handelaar is aansprakelijk voor de schade
die de wederpartij als gevolg van de niet-nakoming van deze verplichting lijdt.
4.
De kennisgeving van herroeping geschiedt tijdig wanneer
zij vóór het einde van de herroepingstermijn wordt verzonden. 5.
De bewijslast ten aanzien van de uitoefening van
het herroepingsrecht overeenkomstig dit artikel rust op de consument. Artikel 42
Herroepingstermijn 1.
De herroepingstermijn verstrijkt veertien dagen na: (a)
de dag waarop de consument de goederen in ontvangst
heeft genomen, in geval van een koopovereenkomst, met inbegrip van een
koopovereenkomst waarin de verkoper ook ermee instemt verbonden diensten te verrichten;
(b)
de dag waarop de consument het laatste goed in
ontvangst heeft genomen, in geval van een overeenkomst betreffende de verkoop
van meer goederen die de consument in één bestelling heeft besteld en die
afzonderlijk worden geleverd, met inbegrip van een overeenkomst waarin de
verkoper ook ermee instemt verbonden diensten aan te bieden; (c)
de dag waarop de consument de laatste zending of
het laatste onderdeel in ontvangst heeft genomen, wanneer de goederen bestaan
uit verschillende zendingen of onderdelen, met inbegrip van een overeenkomst
waarin de verkoper ook ermee instemt verbonden diensten aan te bieden; (d)
de dag waarop de consument het eerste item in
ontvangst heeft genomen, in geval van een overeenkomst betreffende regelmatige
levering van goederen gedurende een bepaalde periode, met inbegrip van een
koopovereenkomst waarin de verkoper ook ermee instemt verbonden diensten aan te
bieden; (e)
de dag waarop de overeenkomst is gesloten, in geval
van een na de levering van de goederen gesloten overeenkomst inzake verbonden
diensten; (f)
de dag waarop de consument de materiële gegevensdrager
in ontvangst heeft genomen overeenkomstig het bepaalde onder a), in geval van
een overeenkomst betreffende de levering van digitale inhoud waarbij de
digitale inhoud op een materiële gegevensdrager wordt geleverd; (g)
de dag waarop de overeenkomst werd gesloten wanneer
de digitale inhoud niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd. 2.
Wanneer de handelaar de consument de in
artikel 17, lid 1, bedoelde informatie niet heeft verstrekt, verstrijkt de
herroepingstermijn: (a)
een jaar na de oorspronkelijke, overeenkomstig lid
1, vastgestelde, herroepingstermijn, of (b)
wanneer de handelaar de consument de vereiste
informatie verstrekt binnen een jaar na het einde van de overeenkomstig lid 1
vastgestelde herroepingstermijn, veertien dagen na de dag waarop de consument
de informatie heeft gekregen. Artikel 43
Gevolgen van herroeping De herroeping beëindigt de krachtens de overeenkomst
op beide partijen rustende verbintenissen om: (a) de overeenkomst uit te voeren, of (b) de overeenkomst te sluiten ingeval
de consument een aanbod had gedaan. Artikel 44
Verbintenissen van de handelaar in geval van herroeping 1.
De handelaar betaalt alle van de consument
ontvangen betalingen, hieronder begrepen, indien van toepassing, de
leveringskosten, onverwijld terug en in elk geval uiterlijk 14 dagen na de dag
waarop de handelaar door de consument in kennis is gesteld van zijn besluit om
de overeenkomst overeenkomstig artikel 41 te herroepen. De handelaar verricht deze
terugbetaling onder gebruikmaking van hetzelfde betaalmiddel als de consument
tijdens de oorspronkelijke transactie, tenzij de consument uitdrukkelijk met
een ander betaalmiddel heeft ingestemd en onder voorwaarde dat de consument als
gevolg van deze terugbetaling geen extra kosten behoeft te maken. 2.
Onverminderd lid 1 is de handelaar niet verplicht
bijkomende kosten terug te betalen ingeval de consument uitdrukkelijk een
andere wijze van levering heeft gekozen dan de door de handelaar aangeboden
goedkoopste standaardlevering. 3.
In het geval van een overeenkomst betreffende de
verkoop van goederen kan de handelaar met de terugbetaling wachten totdat hij
alle goederen heeft teruggekregen, of, wanneer dat eerder is, totdat de
consument het bewijs heeft geleverd dat hij de goederen heeft teruggezonden,
tenzij de handelaar heeft aangeboden de goederen zelf af te halen. 4.
In het geval van een buiten verkoopruimten gesloten
overeenkomst haalt de verkoper, indien de goederen ten tijde van het sluiten
van de overeenkomst bij de consument thuis zijn afgeleverd, deze op eigen
kosten af indien de goederen door hun aard niet op gewone wijze kunnen worden teruggezonden.
Artikel 45
Verbintenissen van de consument in geval van herroeping 1.
De consument zendt de goederen onverwijld terug of
overhandigt die aan de handelaar of aan een door de handelaar gemachtigde
persoon, en doet dit in elk geval binnen 14 dagen na de dag waarop hij zijn
besluit om de overeenkomst te herroepen overeenkomstig artikel 41 aan de
handelaar heeft medegedeeld, tenzij de handelaar aangeboden heeft de goederen
af te halen. Deze termijn wordt in acht genomen wanneer de consument de
goederen terugzendt voordat de termijn van 14 dagen is verstreken. 2.
De consument draagt de directe kosten van het terugzenden
van de goederen, tenzij de handelaar ermee instemt deze kosten te dragen of de
handelaar heeft nagelaten de consument mee te delen dat de consument de kosten
moet dragen. 3.
De consument is alleen aansprakelijk voor de
waardevermindering van de goederen die het gevolg is van hanteren of gebruik
ervan dat verder ging dan nodig was om de aard, de hoedanigheid en het
functioneren van de goederen vast te stellen. De consument is niet
aansprakelijk voor waardevermindering wanneer de handelaar niet alle informatie
over het herroepingsrecht heeft verstrekt overeenkomstig artikel 17, lid 1. 4.
Onverminderd lid 3 is de consument niet
aansprakelijk voor de betaling van een vergoeding voor het gebruik van de
goederen tijdens de herroepingstermijn. 5.
Wanneer de consument het recht van herroeping
uitoefent nadat hij er uitdrukkelijk om heeft verzocht dat de verbonden dienstverlening
zou aanvangen tijdens de herroepingstermijn, betaalt de consument de handelaar
een bedrag dat evenredig is aan hetgeen reeds is geleverd voordat de consument
zijn herroepingsrecht heeft uitgeoefend, in verhouding tot de volledige uitvoering
van de overeenkomst. Het evenredige bedrag dat de consument aan de handelaar
moet betalen, wordt berekend op de grondslag van de totale prijs zoals
vastgelegd in de overeenkomst. Wanneer de totale prijs onevenredig hoog is,
wordt het evenredige bedrag berekend op de grondslag van de marktwaarde van het
geleverde. 6.
De consument is niet aansprakelijk voor de kosten
van: (a)
verbonden diensten die geheel of ten dele tijdens
de herroepingstermijn zijn verleend, wanneer: (i) de handelaar heeft nagelaten de informatie
overeenkomstig artikel 17, leden 1 en 3, te verstrekken, of (ii) de consument er niet overeenkomstig artikel
18, lid 2, en artikel 19, lid 6, uitdrukkelijk om heeft verzocht met de
uitvoering van de dienst te beginnen tijdens de herroepingstermijn; (b)
de levering, volledig of gedeeltelijk, van digitale
inhoud, anders dan op een materiële gegevensdrager, wanneer: (i) de consument er van te voren niet
uitdrukkelijk mee heeft ingestemd dat de levering van de digitale inhoud kan
beginnen voor het einde van de in artikel 42, lid 1, bedoelde
herroepingstermijn; (ii) de consument niet ermee akkoord is gegaan
zijn recht op herroeping te verliezen door in te stemmen, of (iii) de handelaar heeft nagelaten de bevestiging
te verstrekken als bedoeld in artikel 18, lid 1, en artikel 19, lid 5. 7.
Behoudens hetgeen in dit artikel is bepaald, kan de
consument in geen enkel opzicht aansprakelijk worden door het uitoefenen van
zijn herroepingsrecht. Artikel 46
Aanvullende overeenkomsten 1.
Wanneer een consument zijn recht tot herroeping
van een op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst overeenkomstig
de artikelen 41 tot en met 45 uitoefent, worden alle aanvullende overeenkomsten
automatisch eveneens beëindigd, zonder kosten voor de consument, behoudens het
bepaalde in de leden 2 en 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een
aanvullende overeenkomst begrepen: een overeenkomst waarbij een consument
goederen, digitale inhoud of verbonden diensten krijgt in verband met een
overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst en
deze goederen, digitale inhoud of verbonden diensten door de handelaar of een
derde ingevolge een afspraak tussen die derde en de handelaar worden geleverd. 2.
De artikelen 43, 44 en 45 zijn van overeenkomstige
toepassing op aanvullende overeenkomsten voor zover het gemeenschappelijk
Europees kooprecht op deze overeenkomsten van toepassing is. 3.
De aanvullende overeenkomsten waarop het
gemeenschappelijk Europees kooprecht niet van toepassing is, worden beheerst
door het recht dat van toepassing is op de verbintenissen van de partijen in
het geval van herroeping. Artikel 47
Dwingend karakter Het is partijen niet
toegestaan ten nadele van de consument de toepassing van dit hoofdstuk uit te
sluiten, van dit hoofdstuk af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Hoofdstuk 5 Gebrekkige
toestemming Artikel 48
Dwaling 1.
Een partij kan een overeenkomst vernietigen wegens
dwaling ten aanzien van de feiten of het recht bestaande ten tijde van het
sluiten van de overeenkomst wanneer: (a)
de partij de overeenkomst zonder de dwaling niet of
slechts onder wezenlijk andere voorwaarden had gesloten en de wederpartij dit
wist of had behoren te weten, en (b)
de wederpartij: (i) de dwaling heeft veroorzaakt; (ii) het sluiten van de overeenkomst op grond van
een dwaling heeft teweeggebracht door een precontractuele
informatieverplichting op grond van afdelingen 1 tot en met 4 van hoofdstuk 2
niet na te komen; (iii) de dwaling kende of had behoren te kennen en
het sluiten van de overeenkomst op grond van dwaling heeft teweeggebracht door
niet op de relevante informatie te wijzen, mits de goede trouw en de redelijkheid
en billijkheid de partij die de dwaling kende, hadden verplicht daarop te
wijzen, of (iv) dezelfde dwaling heeft begaan. 2.
Een partij kan een overeenkomst niet vernietigen wegens
dwaling wanneer het risico van de dwaling door deze partij was aanvaard of in
de gegeven omstandigheden door haar moet worden gedragen. 3.
Een fout in een verklaring of in de overbrenging
daarvan wordt beschouwd als een dwaling van de partij die de verklaring deed of
verzond. Artikel 49
Bedrog 1.
Een partij kan een overeenkomst vernietigen wanneer
de wederpartij haar heeft aangezet tot het sluiten van de overeenkomst door een
bedrieglijke onjuiste voorstelling, hetzij met woorden, hetzij met gedragingen,
of door het bedrieglijk achterhouden van informatie die deze partij op grond
van de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid of een precontractuele
informatieverplichting had moeten meedelen. 2.
Een onjuiste voorstelling is bedrieglijk wanneer
zij is gegeven in de wetenschap of met de overtuiging dat de voorstelling vals
is of zonder na te gaan of zij waar of vals is, en erop gericht is de ontvanger
te laten dwalen. Het achterhouden van informatie is bedrieglijk wanneer dat
erop gericht is de persoon voor wie de informatie wordt achtergehouden, te
laten dwalen. 3.
Om te bepalen of de goede trouw en de redelijkheid
en billijkheid een partij verplichten bepaalde informatie mee te delen, moet
met alle omstandigheden rekening worden gehouden, waaronder: (a)
of de partij een bijzondere deskundigheid had; (b)
de kosten voor de partij om de relevante informatie
te verkrijgen; (c)
het gemak waarmee de wederpartij op een andere
manier de informatie had kunnen verkrijgen; (d)
de aard van de informatie; (e)
het belang dat de informatie kennelijk voor de
wederpartij heeft, en (f)
in overeenkomsten tussen handelaren, de goede
handelspraktijken in de betrokken situatie. Artikel 50
Bedreiging Een partij kan een overeenkomst vernietigen
wanneer zij door de wederpartij tot het sluiten van de overeenkomst werd
gebracht onder dreiging met een onwettig, dreigend en ernstig kwaad of een
onwettige handeling. Artikel 51
Misbruik Een partij kan een overeenkomst vernietigen
wanneer bij het sluiten van de overeenkomst: (a) die partij afhankelijk was van de
wederpartij of in een vertrouwensrelatie tot de wederpartij stond, zich in een
economische noodtoestand bevond of dringende behoeften had, lichtzinnig,
onwetend of onervaren was, en (b) de wederpartij daarvan kennis had of
had behoren te hebben en, gelet op de omstandigheden en het doel van de
overeenkomst, misbruik maakte van de situatie van de eerste partij door er een
buitensporig en onbillijk voordeel uit te halen. Artikel 52
Kennisgeving van vernietiging 1.
Vernietiging gebeurt door kennisgeving aan de
wederpartij. 2.
Een kennisgeving is slechts werkzaam wanneer zij
plaatsvindt binnen de volgende termijnen nadat de partij die de overeenkomst vernietigt,
kennis heeft gekregen van de relevante omstandigheden of bekwaam wordt om in
vrijheid te handelen: (a)
zes maanden in het geval van dwaling, en (b)
een jaar in het geval van bedrog, bedreiging en
misbruik. Artikel 53
Bevestiging Wanneer de partij die het recht heeft een
overeenkomst te vernietigen op grond van dit hoofdstuk, deze uitdrukkelijk of
stilzwijgend bevestigt nadat zij kennis heeft gekregen van de relevante
omstandigheden of bekwaam is geworden om in vrijheid te handelen, mag zij de
overeenkomst niet langer vernietigen. Artikel 54
Gevolgen van de vernietiging 1.
Een overeenkomst die kan worden vernietigd, is
geldig totdat zij wordt vernietigd, maar zodra zij wordt vernietigd, is zij met
terugwerkende kracht nietig vanaf haar ontstaan. 2.
Wanneer een grond tot vernietiging slechts
betrekking heeft op sommige voorwaarden van de overeenkomst, worden de gevolgen
van de vernietiging beperkt tot deze voorwaarden, tenzij het onredelijk is om
de resterende bepalingen van de overeenkomst te handhaven. 3.
Op de vraag welke partij recht heeft op teruggaaf
van hetgeen is overgedragen of geleverd op grond van een vernietigde
overeenkomst, of op een financiële tegenwaarde, zijn de regels van hoofdstuk 17
over teruggave van toepassing. Artikel 55
Schadevergoeding Een partij die op grond van dit hoofdstuk het
recht heeft om een overeenkomst te vernietigen of over een dergelijk recht
beschikte alvorens het door het verstrijken van een termijn of door bevestiging
teloorging, heeft, ongeacht of de overeenkomst wordt vernietigd, recht op
vergoeding van de wederpartij voor de schade die werd geleden door dwaling,
bedrog, bedreiging of misbruik, voor zover de wederpartij de relevante
omstandigheden kende of had behoren te kennen. Artikel 56
Uitsluiting of beperking van rechtsmiddelen 1.
Rechtsmiddelen tegen bedrog, bedreiging en misbruik
kunnen noch direct, noch indirect worden uitgesloten of beperkt. 2.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument kunnen partijen de rechtsmiddelen tegen dwaling noch direct, noch
indirect uitsluiten of beperken ten nadele van de consument. Artikel 57
Keuze van rechtsmiddel Een partij die krachtens dit hoofdstuk over
een rechtsmiddel beschikt in omstandigheden die haar ook een rechtsmiddel tegen
niet-nakoming toestaan, heeft de keuze tussen deze rechtsmiddelen. Deel III Vaststelling van de inhoud van de overeenkomst Hoofdstuk 6 Uitlegging Artikel 58
Algemene regels inzake uitlegging van overeenkomsten 1.
Een overeenkomst moet worden uitgelegd
overeenkomstig de gemeenschappelijke bedoeling van partijen, ook indien die
uitlegging een afwijking inhoudt van de normale betekenis van de in de
overeenkomst gebruikte uitdrukkingen. 2.
Indien een partij een bepaalde betekenis wilde
geven aan een in de overeenkomst gebruikte uitdrukking en de wederpartij dat ten
tijde van het sluiten van de overeenkomst wist of had behoren te weten, moet deze
uitdrukking worden uitgelegd op de door de eerste partij bedoelde wijze. 3.
Voor zover de leden 1 en 2 niet anders bepalen, moet
de overeenkomst worden uitgelegd overeenkomstig de betekenis die een redelijk
persoon daaraan zou geven. Artikel 59
Relevante aangelegenheden Bij de uitlegging van een overeenkomst kan in
het bijzonder worden gelet op: (a) de omstandigheden waarin zij is
gesloten, met inbegrip van de aan de overeenkomst voorafgaande
onderhandelingen; (b) de gedragingen van partijen, ook na
het sluiten van de overeenkomst; (c) de uitlegging die partijen reeds
hebben gegeven aan uitdrukkingen die lijken op of identiek zijn aan de in de
overeenkomst gebruikte uitdrukkingen; (d) de gewoonte die algemeen van
toepassing zou worden geacht door partijen die zich in dezelfde situatie
bevinden; (e) handelwijzen die tussen partijen
gebruikelijk zijn geworden; (f) de betekenis die in de betrokken
bedrijfstak gewoonlijk aan de uitdrukkingen wordt gegeven; (g) de aard en het doel van de
overeenkomst, en (h) de goede trouw en de redelijkheid en
billijkheid. Artikel 60
Verwijzing naar de overeenkomst in haar geheel De in een overeenkomst gebruikte uitdrukkingen
moeten worden uitgelegd in het licht van de overeenkomst in haar geheel. Artikel 61
Discrepanties tussen taalversies Wanneer een schriftelijke overeenkomst is
opgesteld in twee of meer talen en niet is bepaald welke versie gezaghebbend
is, wordt in het geval van discrepantie tussen de versies, de versie waarin de
overeenkomst oorspronkelijk is opgesteld, als de gezaghebbende beschouwd. Artikel 62
Voorrang voor voorwaarden van overeenkomsten waarover
afzonderlijk is onderhandeld Voor zover er strijdigheid is, hebben
voorwaarden van overeenkomsten waarover afzonderlijk is onderhandeld, voorrang
boven die waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7. Artikel 63
Voorrang voor uitlegging die aan voorwaarden van overeenkomsten werking
verleent Een uitlegging die werking verleent aan de voorwaarden
van een overeenkomst, heeft voorrang boven een uitlegging die dat niet doet. Artikel 64
Uitlegging in het voordeel van de consument 1.
Wanneer er twijfel bestaat over de betekenis van
een voorwaarde van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument,
prevaleert de voor de consument gunstigste uitlegging, tenzij de consument de
voorwaarde heeft bedongen. 2.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 65
Uitlegging ten nadele van de partij die een voorwaarde van een overeenkomst
heeft bedongen Wanneer er in een overeenkomst die niet onder
artikel 64 valt, twijfel bestaat over de betekenis van een voorwaarde
waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, prevaleert
een uitlegging van de voorwaarde ten nadele van de partij die de voorwaarde
heeft bedongen. Hoofdstuk 7 Inhoud en gevolgen Artikel 66
Voorwaarden van overeenkomsten De voorwaarden van een overeenkomst worden
afgeleid uit: (a) de overeenstemming tussen partijen,
behoudens eventuele dwingende bepalingen van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht; (b) elke gewoonte of handelwijze
waardoor partijen zijn gebonden krachtens artikel 67; (c) elke bepaling van het gemeenschappelijk
Europees kooprecht die van toepassing is wanneer partijen niets anders zijn
overeengekomen, en (d) elke impliciete voorwaarde van een
overeenkomst in de zin van artikel 68. Artikel 67
Gewoonten en handelwijzen in overeenkomsten tussen handelaren 1.
In een overeenkomst tussen handelaren zijn partijen
gebonden door elke gewoonte die op grond van onderlinge overeenstemming van
toepassing dient te zijn en door elke handelwijze die tussen hen gebruikelijk
is geworden. 2.
Partijen zijn gebonden door een gewoonte die
algemeen van toepassing zou worden geacht door handelaren die zich in dezelfde
situatie bevinden als de partijen. 3.
Gewoonten en handelwijzen zijn niet bindend voor
partijen wanneer zij in strijd zijn met de voorwaarden van de overeenkomst
waarover afzonderlijk is onderhandeld of met dwingende regels van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht. Artikel 68
Impliciete voorwaarden van overeenkomsten 1.
Wanneer het nodig is een aangelegenheid te regelen
die niet uitdrukkelijk wordt beheerst door de overeenstemming tussen partijen,
gewoonten of handelwijzen of bepalingen van het gemeenschappelijk Europees
kooprecht, kan een impliciete aanvullende voorwaarde van de overeenkomst
gelden, in het bijzonder gelet op: (a)
de aard en het doel van de overeenkomst; (b)
de omstandigheden waarin de overeenkomst is
gesloten, en (c)
de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid. 2.
Elke impliciete voorwaarde van de overeenkomst in
de zin van lid 1 dient, voor zover mogelijk, in de lijn te liggen van
hetgeen partijen, indien zij de aangelegenheid hadden geregeld, waarschijnlijk
zouden zijn overeengekomen. 3.
Lid 1 is niet van toepassing wanneer partijen
een aangelegenheid opzettelijk niet hebben geregeld en dus aanvaarden dat een
der partijen het risico daarvan draagt. Artikel 69
Voorwaarden van overeenkomsten afgeleid uit bepaalde vóór het sluiten van de
overeenkomst afgelegde verklaringen 1.
Indien de handelaar vóór het sluiten van de
overeenkomst aan de wederpartij of in het openbaar een verklaring aflegt over
de kenmerken van hetgeen door die handelaar uit hoofde van de overeenkomst
dient te worden geleverd, wordt deze verklaring als een voorwaarde van de
overeenkomst opgenomen, tenzij: (a)
de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst
ervan op de hoogte was of ervan op de hoogte had behoren te zijn dat de
verklaring onjuist was of daarop anderszins geen beroep kon worden gedaan, of (b)
de beslissing van de wederpartij om de overeenkomst
te sluiten niet door de verklaring kan zijn beïnvloed. 2.
Voor de toepassing van lid 1 wordt een
verklaring van een persoon die voor de handelaar reclame- of
marketingactiviteiten uitvoert, geacht een verklaring van de handelaar te zijn. 3.
Wanneer de wederpartij een consument is, wordt een
verklaring die in het openbaar is afgelegd door of namens een producent of door
een andere persoon in een eerdere schakel van de keten van transacties die tot
de overeenkomst leiden, voor de toepassing van lid 1 geacht te zijn
afgelegd door de handelaar, tenzij de handelaar dat op het tijdstip van het
sluiten van de overeenkomst niet wist en dat ook niet had behoren te weten. 4.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 70
Verplichting om bekendheid te geven aan voorwaarden van overeenkomsten
waarover niet afzonderlijk is onderhandeld 1.
Voorwaarden van een overeenkomst die door een
partij zijn bedongen en waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin
van artikel 7, kunnen alleen tegen de wederpartij worden ingeroepen wanneer die
partij daarvan op de hoogte was of wanneer de partij die de voorwaarden heeft
bedongen, redelijke maatregelen heeft getroffen om deze vóór of bij het sluiten
van de overeenkomst onder de aandacht van de wederpartij te brengen. 2.
Voor de toepassing van dit artikel, is, in
betrekkingen tussen een handelaar en een consument, enkel de verwijzing naar de
voorwaarden van de overeenkomst in een schriftelijke overeenkomst onvoldoende
om deze voorwaarden onder de aandacht van de consument te brengen, zelfs niet
wanneer die consument de overeenkomst ondertekent. 3.
Het is partijen niet toegestaan de toepassing van
dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan
te wijzigen. Artikel 71
Aanvullende betalingen in overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument 1.
Een voorwaarde in een overeenkomst tussen een
handelaar en een consument die een consument verplicht tot een betaling bovenop
de vastgestelde vergoeding voor de hoofdverbintenis van de handelaar, in het
bijzonder wanneer die is opgenomen door toepassing van standaardopties die de
consument moet verwerpen wil hij aanvullende betalingen voorkomen, bindt de
consument niet tenzij hij, alvorens door de overeenkomst gebonden te zijn,
uitdrukkelijk heeft ingestemd met de aanvullende betaling. Wanneer de consument
de aanvullende betaling reeds heeft verricht, kan hij deze terugvorderen. 2.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 72
Vierhoekenbepaling 1.
Wanneer een schriftelijke overeenkomst een bepaling
bevat volgens welke het document alle voorwaarden van de overeenkomst bevat (vierhoekenbepaling),
dan maken eerdere verklaringen, toezeggingen of afspraken die niet in het
document zijn opgenomen, geen deel uit van de overeenkomst. 2.
Tenzij de overeenkomst anders bepaalt, belet een
vierhoekenbepaling niet dat eerdere verklaringen van partijen worden gebruikt
om de overeenkomst uit te leggen. 3.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument, is de consument niet gebonden door een vierhoekenbepaling. 4.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 73
Vaststelling van de prijs Wanneer het bedrag van de uit hoofde van een
overeenkomst te betalen prijs niet anders kan worden vastgesteld, is de te
betalen prijs, tenzij het tegendeel blijkt, de prijs die op het tijdstip van
het sluiten van de overeenkomst gewoonlijk in rekening wordt gebracht onder
vergelijkbare omstandigheden of, wanneer een dergelijke prijs niet beschikbaar
is, een redelijke prijs. Artikel 74
Eenzijdige vaststelling door een partij 1.
Wanneer de prijs of enige andere voorwaarde van een
overeenkomst dient te worden vastgesteld door een van de partijen en de
vaststelling door die partij uiterst onredelijk is, dan treedt de in
vergelijkbare omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst
gevraagde prijs of gewoonlijk gebruikte voorwaarde, en bij gebreke daarvan, een
redelijke prijs of een redelijke voorwaarde daarvoor in de plaats. 2.
Het is partijen niet toegestaan de toepassing van
dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan
te wijzigen. Artikel 75
Vaststelling door een derde 1.
Wanneer een derde de prijs of enige andere
voorwaarde van de overeenkomst dient vast te stellen en dat niet kan of wil
doen, kan een gerecht, tenzij dat in strijd is met de voorwaarden van de
overeenkomst, een andere persoon aanwijzen om dat te doen. 2.
Wanneer een door een derde vastgestelde prijs of
andere voorwaarde van een overeenkomst grovelijk onredelijk is, treedt de in vergelijkbare
omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gevraagde prijs of
gewoonlijk gebruikte voorwaarde, en bij gebreke van een dergelijke prijs, een
redelijke prijs of een redelijke voorwaarde daarvoor in de plaats. 3.
Voor de toepassing van lid 1 wordt onder
"gerecht" ook een arbiter verstaan. 4.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen
ervan te wijzigen. Artikel 76
Taal Wanneer de taal die dient te worden gebruikt
voor mededelingen betreffende de overeenkomst of de daaruit voortvloeiende
rechten en verbintenissen niet anders kan worden vastgesteld, is de te
gebruiken taal de taal die voor het sluiten van de overeenkomst is gebruikt. Artikel 77
Overeenkomsten van onbepaalde duur 1.
Wanneer bij een ononderbroken of herhaalde
uitvoering van een verbintenis uit overeenkomst in de voorwaarden van de
overeenkomst niet is bepaald wanneer de uit de overeenkomst voortvloeiende
betrekking eindigt of dat deze eindigt door een kennisgeving met die strekking,
kan zij door elk van de partijen worden beëindigd met inachtneming van een
redelijke opzegtermijn die niet langer is dan twee maanden. 2.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 78
Voorwaarden van overeenkomsten ten gunste van derden 1.
Partijen bij een overeenkomst kunnen bij de
overeenkomst een recht toekennen aan een derde. Het is niet vereist dat de
derde op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst bestaat of wordt
genoemd, maar hij moet identificeerbaar zijn. 2.
De aard en de inhoud van het recht van de derde
worden bepaald door de overeenkomst. Het recht kan de vorm aannemen van een
uitsluiting of een beperking van de aansprakelijkheid van de derde jegens een
van de partijen bij de overeenkomst. 3.
Wanneer een van de partijen bij een overeenkomst
krachtens de overeenkomst tot uitvoering gehouden is ten gunste van een derde, (a)
heeft de derde dezelfde rechten op uitvoering en
rechtsmiddelen tegen niet-nakoming als wanneer de partij bij de overeenkomst op
grond van een overeenkomst met de derde partij tot uitvoering gehouden zou
zijn, en (b)
kan de partij bij de overeenkomst die tot
uitvoering gehouden is, tegen de derde alle verweermiddelen doen gelden die hij
tegen de wederpartij bij de overeenkomst kan doen gelden. 4.
De derde kan een recht dat te zijner gunste is
bedongen, verwerpen door middel van kennisgeving aan een van de partijen bij de
overeenkomst, mits dat gebeurt voordat het uitdrukkelijk of impliciet is
aanvaard. In het geval van een dergelijke verwerping, wordt het recht behandeld
alsof het nooit door de derde is verworven. 5.
Partijen bij de overeenkomst kunnen de voorwaarde
van de overeenkomst waarbij het recht is toegekend, schrappen of wijzigen,
wanneer dat gebeurt voordat een van hen de derde ervan in kennis heeft gesteld
dat het recht is toegekend. Hoofdstuk 8 Oneerlijke voorwaarden van overeenkomsten Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 79
Gevolgen van oneerlijke voorwaarden van overeenkomsten 1.
Een door een partij in een overeenkomst bedongen
voorwaarde die oneerlijk is op grond van de afdelingen 2 en 3 van dit
hoofdstuk, is niet bindend voor de wederpartij. 2.
Wanneer de overeenkomst zonder de oneerlijke
voorwaarde kan worden gehandhaafd, blijven de andere voorwaarden van de
overeenkomst bindend. Artikel 80
Uitsluiting van de oneerlijkheidstoets 1.
Afdelingen 2 en 3 zijn niet van toepassing op
voorwaarden van overeenkomsten die overeenkomen met bepalingen van het
gemeenschappelijk Europees kooprecht die van toepassing zouden zijn, wanneer de
voorwaarden niet van toepassing zouden zijn. 2.
Afdeling 2 is niet van toepassing op de
omschrijving van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of op de juistheid
van de te betalen prijs, voor zover de handelaar de transparantieverplichting
van artikel 82 is nagekomen. 3.
Afdeling 3 is niet van toepassing op de
omschrijving van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of op de juistheid
van de te betalen prijs. Artikel 81
Dwingend karakter Het is partijen niet toegestaan de toepassing
van dit hoofdstuk uit te sluiten, van dit hoofdstuk af te wijken of de gevolgen
ervan te wijzigen. Afdeling
2 Oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument Artikel 82
Transparantieverplichting voor voorwaarden van overeenkomsten waarover niet
afzonderlijk is onderhandeld Wanneer een handelaar voorwaarden van een
overeenkomst bedingt waarover met de consument niet afzonderlijk is
onderhandeld in de zin van artikel 7, moet hij ervoor zorgen dat deze in
duidelijke en begrijpelijke taal worden gesteld en meegedeeld. Artikel 83
Betekenis van “oneerlijk” in overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument 1.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument is een door de handelaar bedongen voorwaarde van de overeenkomst
waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, voor de
toepassing van deze afdeling oneerlijk wanneer zij in strijd met de goede trouw
en de redelijkheid en billijkheid, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst
voortvloeiende rechten en verbintenissen van partijen aanzienlijk verstoort ten
nadele van de consument. 2.
Voor de toepassing van deze afdeling moet bij de
beoordeling van de oneerlijkheid van een voorwaarde van een overeenkomst
rekening gehouden worden met: (a)
de vraag of de handelaar de
transparantieverplichting van artikel 82 is nagekomen; (b)
de aard van de op grond van de overeenkomst te
leveren prestatie; (c)
de omstandigheden waarin de overeenkomst werd
gesloten; (d)
de andere voorwaarden van de overeenkomst, en (e)
de voorwaarden van eventuele andere overeenkomsten
waar de overeenkomst van afhangt. Artikel 84
Voorwaarden van overeenkomsten die altijd oneerlijk zijn Voor de toepassing van deze afdeling is een
voorwaarde van een overeenkomst altijd oneerlijk wanneer zij erin bestaat of
als doel heeft: (a) de aansprakelijkheid van de
handelaar voor het overlijden of lichamelijk letstel van de consument als
gevolg van handelen of nalaten van de handelaar of van een persoon die namens
de handelaar handelt, uit te sluiten of te beperken; (b) de aansprakelijkheid van de
handelaar voor door de consument geleden verliezen of schade die met opzet of
als gevolg van grove nalatigheid zijn teweeggebracht, uit te sluiten of te
beperken; (c) de verbintenis van de handelaar tot
nakoming van de toezeggingen die door zijn gevolmachtigden zijn gedaan, te
beperken, of diens toezeggingen te laten afhangen van het voldoen aan een
bijzondere voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend van de wil van de
handelaar afhangt; (d) het recht van de consument om
juridische stappen te nemen of van enig ander rechtsmiddel gebruik te maken uit
te sluiten of te beperken, met name door de consument te verplichten om
eventuele geschillen uitsluitend voor te leggen aan een arbitragesysteem waarin
niet algemeen is voorzien in wettelijk bepalingen die van toepassing zijn op
overeenkomsten tussen een handelaar en een consument; (e) de exclusieve bevoegdheid voor de
beslechting van alle uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen toe te
kennen aan een gerecht van de woonplaats van de handelaar, tenzij het gekozen
gerecht ook het gerecht is van de woonplaats van de consument; (f) aan de handelaar het recht toe te
kennen om te bepalen of de geleverde goederen, digitale inhoud of verbonden
diensten conform de overeenkomst zijn, of de handelaar het exclusieve recht toe
te kennen om de voorwaarden van de overeenkomst uit te leggen; (g) te bepalen dat de consument door de
overeenkomst gebonden is maar de handelaar niet; (h) van de consument te eisen dat voor
de ontbinding van de overeenkomst in de zin van artikel 8 een meer formele
methode wordt gebruikt dan die volgens welke de overeenkomst was gesloten; (i) de handelaar een kortere
kennisgevingsperiode toe te kennen om de overeenkomst te ontbinden dan die
welke voor de consument geldt; (j) de consument te verplichten om te
betalen voor goederen, digitale inhoud of verbonden diensten die niet
daadwerkelijk geleverd zijn; (k) te bepalen dat voorwaarden van de
overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7
prevaleren of voorrang hebben boven voorwaarden waarover wel afzonderlijk is
onderhandeld. Artikel 85
Voorwaarden van overeenkomsten die vermoed worden oneerlijk te zijn Voor de toepassing van deze afdeling wordt een
voorwaarde van een overeenkomst vermoed oneerlijk te zijn wanneer zij erin
bestaat of als doel heeft: (a) de bewijsmiddelen waarover de
consument kan beschikken, te beperken, of aan de consument een bewijslast op te
leggen die wettelijk op de handelaar zou moeten rusten; (b) de rechtsmiddelen waarover de
consument jegens de handelaar of een derde beschikt in geval van niet-nakoming
door de handelaar van zijn verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst,
onrechtmatig uit te sluiten of te beperken; (c) het recht om vorderingen die de
consument eventueel heeft tegen de handelaar te verrekenen met wat de consument
eventueel verschuldigd is aan de handelaar, onrechtmatig uit te sluiten of te
beperken; (d) een handelaar toe te staan om door
de consument betaald geld te houden wanneer de laatstgenoemde beslist de
overeenkomst niet te sluiten of verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst
niet uit te voeren, zonder te bepalen dat de handelaar de consument een
equivalent bedrag als vergoeding moet betalen in het omgekeerde geval; (e) van een consument die zijn
verbintenissen op grond van de overeenkomst niet nakomt, te eisen dat hij een
onevenredig hoog bedrag als schadevergoeding of bedongen boete moet betalen; (f) een handelaar het recht te geven om
de overeenkomst op discretionaire grond te herroepen of te ontbinden in de zin
van artikel 8, zonder de consument hetzelfde recht te geven, of een handelaar
het recht te geven om voor nog niet geleverde verbonden diensten betaald geld
te houden ingeval de handelaar de overeenkomst herroept of ontbindt; (g) een handelaar toe te staan een overeenkomst
van onbeperkte duur zonder redelijke kennisgeving te ontbinden, behalve in
geval van gewichtige redenen om dit wel te doen; (h) een overeenkomst van bepaalde duur
automatisch te verlengen tenzij de consument anders aangeeft, in gevallen
waarin de voorwaarden van de overeenkomst voorzien in een onredelijk korte
termijn voor kennisgeving; (i) een handelaar toe te staan de
voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen zonder in de overeenkomst
gespecificeerde geldige reden; dit heeft geen betrekking op voorwaarden van
overeenkomsten waarbij een handelaar zich het recht voorbehoudt om eenzijdig de
voorwaarden van een overeenkomst van onbepaalde duur te wijzigen, mits hij
verplicht is dit binnen een redelijke termijn ter kennis te brengen van de consument
en deze vrij is de overeenkomst kosteloos op te zeggen; (j) een handelaar toe te staan
eenzijdig en zonder geldige reden de kenmerken van de te leveren goederen,
digitale inhoud of verbonden diensten of andere kenmerken van de prestatie te
wijzigen; (k) te bepalen dat de prijs van
goederen, digitale inhoud of verbonden diensten moet worden vastgesteld bij de
levering of een handelaar toe te staan om de prijs te verhogen zonder de
consument een herroepingsrecht te geven wanneer de verhoogde prijs te hoog is
in verhouding tot de bij het sluiten van de overeenkomst overeengekomen prijs;
dit heeft geen betrekking op bedingen inzake prijsindexering, voor zover deze
wettig zijn en de wijze waarop de prijs wordt aangepast hierin expliciet
beschreven is; (l) een consument te verplichten al
zijn verbintenissen op grond van de overeenkomst na te komen, ingeval handelaar
zijn eigen verbintenissen niet nakomt; (m) een handelaar toe te staan zijn
rechten en verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst zonder de instemming
van de consument over te dragen, tenzij dat gebeurt aan een door de handelaar
gecontroleerde dochteronderneming of als gevolg van een fusie of een
soortgelijke wettige transactie tussen ondernemingen, en een dergelijke
overdracht geen negatieve gevolgen kan hebben voor de rechten van de consument; (n) een handelaar toe te staan, wanneer het
bestelde niet beschikbaar is, een equivalent te leveren zonder de consument
uitdrukkelijk te hebben geïnformeerd over deze mogelijkheid en over het feit
dat de handelaar de kosten moet dragen van het terugzenden van wat de consument
op grond van de overeenkomst heeft ontvangen, wanneer de consument zijn recht
uitoefent om de uitvoering te weigeren; (o) een handelaar toe te staan om een
onredelijk lange of onvoldoende gespecificeerde termijn in acht te nemen om een
aanbod te aanvaarden of te weigeren; (p) een handelaar toe te staan om een
onredelijk lange of onvoldoende gespecificeerde termijn in acht te nemen om de
verbintenissen op grond van de overeenkomst uit te voeren; (q) de rechtsmiddelen waarover de
consument jegens de handelaar beschikt of de verweermiddelen waarover de
consument beschikt met betrekking tot vorderingen van de handelaar,
onrechtmatig uit te sluiten of te beperken; (r) de uitvoering van verbintenissen op
grond van de overeenkomst door de handelaar, of andere, voor de consument
gunstige gevolgen van de overeenkomst, te onderwerpen aan bijzondere
formaliteiten die niet wettelijk vereist en onredelijk zijn; (s) van de consument buitensporige voorschotten
of buitensporige waarborgen voor de uitvoering van verbintenissen te eisen; (t) de consument ongerechtvaardigd te
verhinderen om leveringen van derden te ontvangen of bij derden herstellingen
te laten uitvoeren; (u) de overeenkomst ongerechtvaardigd
met een andere overeenkomst met de handelaar, een dochteronderneming van de
handelaar of een derde te verbinden op een manier die niet door de consument
kan worden verwacht; (v) de consument een buitensporige last
op te leggen om een overeenkomst van onbepaalde duur te beëindigen; (w) de oorspronkelijke duur of een
verlenging van een overeenkomst voor de doorlopende levering van goederen,
digitale inhoud of verbonden diensten meer dan een jaar te laten bedragen,
tenzij de consument de overeenkomst te allen tijde kan beëindigen met een
opzeggingstermijn van maximaal 30 dagen. Afdeling
3 Oneerlijke voorwaarden in overeenkomsten tussen handelaren Artikel 86
Betekenis van “oneerlijk” in overeenkomsten tussen handelaren 1.
Voor de toepassing van deze afdeling is een
voorwaarde in een overeenkomst tussen handelaren alleen oneerlijk wanneer: (a)
deze deel uitmaakt van voorwaarden waarover niet
afzonderlijk is onderhandeld in de zin van artikel 7, en (b)
de voorwaarde van dien aard is dat het gebruik
ervan grovelijk afwijkt van de gangbare handelspraktijken en indruist tegen de goede
trouw en de redelijkheid en billijkheid. 2.
Voor de toepassing van deze afdeling moet bij de
beoordeling van de oneerlijkheid van een voorwaarde van een overeenkomst
rekening gehouden worden met: (a)
de aard van de op grond van de overeenkomst te
leveren prestatie; (b)
de omstandigheden waarin de overeenkomst werd
gesloten; (c)
de andere voorwaarden van de overeenkomst, en (d)
de voorwaarden van eventuele andere overeenkomsten
waar de overeenkomst van afhangt. Deel IV Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen bij een
koopovereenkomst of overeenkomst voor de levering van digitale inhoud Hoofdstuk 9 Algemene bepalingen Artikel 87
Niet-nakoming en wezenlijke niet-nakoming 1.
Niet-nakoming van een verbintenis is ieder nalaten
die verbintenis uit te voeren, ongeacht of het nalaten kan worden toegerekend
en omvat: (a)
de niet-levering of vertraagde levering van de
goederen; (b)
de niet-levering of vertraagde levering van de
digitale inhoud; (c)
de levering van goederen die niet conform de
overeenkomst zijn; (d)
de levering van digitale inhoud die niet conform de
overeenkomst is; (e)
de niet-betaling of te late betaling van de prijs,
en (f)
elke andere beweerde uitvoering die niet conform de
overeenkomst is. 2.
Niet-nakoming van een verbintenis door een partij
is wezenlijk wanneer: (a)
zij de wederpartij wezenlijk datgene onthoudt wat
die partij op grond van de overeenkomst mocht verwachten, tenzij de partij die
niet nakomt dit resultaat op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst
niet voorzag noch behoorde te voorzien, of (b)
deze van dien aard is dat daardoor duidelijk is dat
er niet op kan worden vertrouwd dat de partij die niet nakomt in de toekomst
alsnog zal nakomen. Artikel 88
Niet-toerekenbare niet-nakoming 1.
De niet-nakoming door een partij van een
verbintenis wordt deze niet toegerekend wanneer zij is veroorzaakt door een
belemmering buiten de macht van die partij en die partij op het tijdstip van
het sluiten van de overeenkomst met die belemmering geen rekening had behoren
te houden of de belemmering of de gevolgen daarvan niet had behoren te
vermijden of ondervangen. 2.
Wanneer de belemmering slechts tijdelijk is, wordt
de niet-nakoming niet toegerekend met betrekking tot de periode waarin de
belemmering zich voordoet. Vormt de vertraging echter een wezenlijke
niet-nakoming, dan mag de wederpartij haar als zodanig behandelen. 3.
De partij die niet kan nakomen, is verplicht ervoor
te zorgen dat de wederpartij van de belemmering en de gevolgen daarvan voor de
mogelijkheid tot nakoming onverwijld nadat eerstgenoemde partij zich van deze
omstandigheden bewust wordt of zich daarvan bewust had behoren te zijn, in
kennis wordt gesteld. De wederpartij heeft recht op vergoeding van de door het
niet nakomen van deze verplichting veroorzaakte schade. Artikel 89
Wijziging van omstandigheden 1.
Een partij is verplicht tot nakoming van haar
verbintenissen, ook indien deze nakoming bezwarender is geworden, hetzij
doordat de kosten van nakoming zijn toegenomen, hetzij doordat de waarde van de
te ontvangen tegenprestatie is verminderd. Wanneer de nakoming buitensporig bezwarend
wordt vanwege een uitzonderlijke wijziging van omstandigheden, zijn partijen
verplicht om met elkaar te onderhandelen over de aanpassing of ontbinding van
de overeenkomst. 2.
Wanneer partijen niet binnen een redelijke termijn
tot overeenstemming komen, kan een gerecht op verzoek van een der partijen: (a)
de overeenkomst aanpassen teneinde deze in
overeenstemming te brengen met dat wat partijen op het tijdstip van het sluiten
van de overeenkomst redelijkerwijze zouden zijn overeengekomen wanneer zij met
de wijziging van omstandigheden rekening hadden gehouden, of (b)
de overeenkomst ontbinden in de zin van artikel 8
op een datum en op voorwaarden die het gerecht bepaalt. 3.
De leden 1 en 2 zijn alleen van toepassing indien: (a)
de wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden
na het sluiten van de overeenkomst; (b)
de partij die zich beroept op de gewijzigde
omstandigheden, op dat moment geen rekening hield en ook geen rekening had
behoren houden met de mogelijkheid of omvang van die wijziging van
omstandigheden; en (c)
de benadeelde partij het risico van die wijziging
van omstandigheden niet vermoedde en ook niet redelijkerwijze had behoren te
vermoeden. 4.
Voor de toepassing van de leden 2 en 3 wordt onder
"gerecht" ook een arbiter verstaan. Artikel 90
Verruimde toepassing van bepalingen inzake betaling en niet in ontvangst
genomen goederen of digitale inhoud 1.
Tenzij anders bepaald zijn de bepalingen inzake de
betaling van de prijs door de koper in hoofdstuk 12, van overeenkomstige
toepassing op andere betalingen. 2.
Artikel 97 is van overeenkomstige toepassing op
andere gevallen waarin een persoon in het bezit van goederen of digitale inhoud
blijft omdat een andere persoon nalaat deze in ontvangst te nemen terwijl hij
daartoe wel verplicht is. Hoofdstuk 10 De verbintenissen van de verkoper Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 91
Hoofdverbintenissen van de verkoper De verkoper van goederen of de leverancier van
digitale inhoud (in dit deel eveneens "de verkoper" genoemd) dient: (a) de goederen of de digitale inhoud te
leveren; (b) de eigendom van de goederen over te
dragen, met inbegrip van de materiële gegevensdrager waarop de digitale inhoud
wordt geleverd; (c) ervoor te zorgen dat de goederen of
de digitale inhoud conform de overeenkomst zijn; (d) ervoor te zorgen dat de koper het
recht heeft om de digitale inhoud te gebruiken in overeenstemming met de
overeenkomst, en (e) de documenten die de goederen
vertegenwoordigen of daarop betrekking hebben dan wel de documenten met
betrekking tot de digitale inhoud, te leveren al naar gelang de overeenkomst
voorschrijft. Artikel 92
Nakoming door een derde 1.
Een verkoper kan de nakoming aan een ander
toevertrouwen, tenzij de voorwaarden van de overeenkomst verplichten tot persoonlijke
nakoming door de verkoper 2.
Een verkoper die de nakoming aan een ander
toevertrouwt, blijft aansprakelijk voor de nakoming. 3.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen
ervan te wijzigen. Afdeling
2 Aflevering Artikel 93
Plaats van aflevering 1.
Wanneer de plaats van aflevering niet anderszins
kan worden bepaald, is dit: (a)
in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een
overeenkomst voor de levering van digitale inhoud die op afstand of buiten
verkoopruimten is gesloten, of waarin de verkoper zich ertoe heeft verplicht
voor het vervoer naar de koper te zorgen, de woonplaats van de consument op het
tijdstip van het sluiten van de overeenkomst; (b)
in ieder ander geval, (i) wanneer de koopovereenkomst ook betrekking
heeft op vervoer van goederen door een vervoerder of een reeks van vervoerders,
het dichtstbijzijnde ophaalpunt van de eerste vervoerder; (ii) wanneer de overeenkomst niet op vervoer
betrekking heeft, de plaats van vestiging van de verkoper op het tijdstip van
het sluiten van de overeenkomst. 2.
Indien de verkoper meer dan één plaats van
vestiging heeft, is de plaats van vestiging in de zin van lid 1, onder b), de
plaats die het nauwst met de leveringsverbintenis is verbonden. Artikel 94
Wijze van aflevering 1.
Tenzij anders overeengekomen voldoet de verkoper
aan de verbintenis tot aflevering: (a)
in geval van een consumentenkoopovereenkomst of een
overeenkomst voor de levering van digitale inhoud die op afstand of buiten
verkoopruimten is gesloten of waarin de verkoper zich ertoe heeft verplicht
voor het vervoer naar de koper te zorgen, door het fysieke bezit van of de
controle over de goederen of de digitale inhoud aan de consument over te
dragen; (b)
in andere gevallen waarin de overeenkomst het
vervoer van de goederen door een vervoerder met zich brengt, door de goederen
te overhandigen aan de eerste vervoerder ter overdracht aan de koper en door
het overhandigen aan de koper van alle documenten die deze nodig heeft om de
goederen over te kunnen nemen van de vervoerder die de goederen onder zich
heeft, of (c)
in niet onder a) en b) bedoelde gevallen, door de
goederen of de digitale inhoud, of wanneer is overeengekomen dat de verkoper
alleen de documenten die de goederen vertegenwoordigen hoeft te leveren, de
documenten aan de koper ter beschikking te stellen. 2.
Wanneer in lid 1, onder a) en c), naar de consument
of de koper wordt verwezen, wordt daaronder mede een derde verstaan, die niet
de vervoerder is en die de consument of de verkoper op grond van de
overeenkomst heeft aangewezen. Artikel 95
Tijdstip van aflevering 1.
Wanneer het tijdstip van aflevering niet anderszins
kan worden bepaald, moeten de goederen of de digitale inhoud na het sluiten van
de overeenkomst onverwijld worden afgeleverd. 2.
In geval van overeenkomsten tussen een handelaar en
een consument dient de handelaar de goederen of de digitale inhoud niet later
dan 30 dagen na het sluiten van de overeenkomst af te leveren, tenzij partijen
anders zijn overeengekomen. Artikel 96
Verbintenissen van de verkoper met betrekking tot het vervoer van de
goederen 1.
Wanneer de verkoper op grond van de overeenkomst
verplicht is voor het vervoer van de goederen zorg te dragen, dient hij die
overeenkomsten te sluiten die nodig zijn voor het vervoer naar de vastgestelde
plaats, zulks met in de omstandigheden passende vervoermiddelen en onder de
voor zodanig vervoer gebruikelijke voorwaarden. 2.
Wanneer de verkoper, in overeenstemming met de
overeenkomst, de goederen aan een vervoerder overhandigt en wanneer de goederen
niet duidelijk zijn bestemd tot uitvoering van de overeenkomst door daarop
aangebrachte merktekens, door vervoersdocumenten of anderszins, moet de
verkoper de koper in kennis stellen van de verzending, onder nauwkeurige
omschrijving van de goederen. 3.
Wanneer de verkoper niet op grond van de
overeenkomst verplicht is een verzekering af te sluiten met betrekking tot het
vervoer van de goederen, moet hij de koper op diens verzoek alle beschikbare
informatie verstrekken die nodig is om de koper in staat te stellen een
dergelijke verzekering af te sluiten. Artikel 97
Door koper niet in ontvangst genomen goederen of digitale inhoud 1.
Een verkoper die in het bezit van de goederen of de
digitale inhoud blijft omdat de koper, ondanks zijn verplichting daartoe, heeft
nagelaten de goederen in ontvangst te nemen, moet redelijke maatregelen treffen
voor de bescherming en het behoud daarvan. 2.
Op de verkoper rust niet langer de verbintenis tot aflevering
wanneer hij: (a)
de goederen of de digitale inhoud op redelijke
voorwaarden in bewaring geeft bij een derde om in opdracht van de koper te
worden gehouden, en hij de koper hiervan in kennis stelt, of (b)
de goederen of de digitale inhoud op redelijke
voorwaarden verkoopt na de koper hiervan in kennis te hebben gesteld en de
netto opbrengst afdraagt aan de koper. 3.
De verkoper is gerechtigd om voor de in
redelijkheid gemaakte kosten schadeloos te worden gesteld of deze kosten uit de
opbrengst van de verkoop te vergoeden. Artikel 98
Gevolgen voor overgang van risico De gevolgen van aflevering voor de overgang
van risico zijn geregeld in hoofdstuk 14 Afdeling
3 Conformiteit van de goederen en de digitale inhoud Artikel 99
Conformiteit met de overeenkomst 1.
Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de
goederen of de digitale inhoud: (a)
van de door de overeenkomst voorgeschreven
hoeveelheid, kwaliteit en beschrijving te zijn; (b)
te zijn verpakt op de door de overeenkomst
voorgeschreven wijze, en (c)
te worden geleverd met de door overeenkomst
voorgeschreven accessoires, installatiehandleidingen of andere handleidingen. 2.
Om conform de overeenkomst te zijn, dienen de
goederen of de digitale inhoud ook te voldoen aan de voorschriften van de
artikelen 100, 101 en 102, voor zover partijen niet anders zijn overeengekomen. 3.
Een bepaling in een consumentenkoopovereenkomst
waarbij ten nadele van de consument wordt afgeweken van de voorschriften van de
artikelen 100, 102 en 103 is alleen geldig wanneer de consument op het tijdstip
van het sluiten van de overeenkomst van de precieze staat van de goederen of de
digitale inhoud op de hoogte was en de goederen of de digitale inhoud op het
tijdstip van het sluiten van de overeenkomst als conform de overeenkomst
aanvaardde. 4.
Het is partijen niet toegestaan in een
consumentenkoopovereenkomst ten nadele van de consument de toepassing van lid 3
uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 100
Criteria voor de conformiteit van de goederen en de digitale inhoud De goederen of de digitale inhoud dienen: (a) geschikt te zijn voor elk bijzonder
doel dat aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten
van de overeenkomst, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de koper niet
vertrouwde of redelijkerwijs niet mocht vertrouwen op de deskundigheid en het
oordeel van de verkoper; (b) geschikt te zijn voor de doeleinden
waarvoor goederen of digitale inhoud van dezelfde omschrijving gewoonlijk
zouden worden gebruikt; (c) de hoedanigheden te bezitten van de goederen
of digitale inhoud die de verkoper als monster of model aan de koper heeft
getoond; (d) te zijn verpakt op de voor
dergelijke goederen gebruikelijke wijze of, indien er hiervoor geen
gebruikelijke handelwijze bestaat, op een met het oog op bescherming en behoud
van de goederen passende wijze; (e) te worden geleverd samen met de
accessoires en installatiehandleidingen en andere handleidingen die de koper
mag verwachten; (f) de hoedanigheden en
prestatievermogens te bezitten die zijn aangegeven in de voor het sluiten van
de overeenkomst afgelegde verklaringen die op grond van artikel 69 deel
uitmaken van de voorwaarden van de overeenkomst, en (g) die hoedanigheden en
prestatievermogens te bezitten die de koper mag verwachten. Bij de vaststelling
van wat de consument van de digitale inhoud mag verwachten, dient in aanmerking
te worden genomen of de digitale inhoud al dan niet tegen betaling van een
prijs is geleverd. Artikel 101
Verkeerde installatie in geval van een consumentenkoopovereenkomst 1.
Wanneer krachtens een consumentenkoopovereenkomst
geleverde goederen of digitale inhoud verkeerd zijn geïnstalleerd, wordt het
door de verkeerde installatie veroorzaakte ontbreken van conformiteit als het
ontbreken van conformiteit van de goederen of de digitale inhoud beschouwd
wanneer: (a)
de goederen of de digitale inhoud zijn
geïnstalleerd door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid, of (b)
de goederen of de digitale inhoud waren bestemd om
door de consument te worden geïnstalleerd en de verkeerde installatie te wijten
was aan een tekortkoming in de installatiehandleiding. 2.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 102
Rechten of vorderingen van derden 1.
De goederen of de digitale inhoud moeten vrij zijn
van rechten of niet kennelijk ongegronde vorderingen van derden. 2.
Voor zover het om op intellectuele eigendom
gebaseerde rechten of vorderingen gaat, dienen, onverminderd de leden 3 en 4,
de goederen of de digitale inhoud vrij te zijn van rechten of niet kennelijk
ongegronde vorderingen van derden: (a)
krachtens de wetgeving van de staat waar de
goederen of de digitale inhoud volgens de overeenkomst zullen worden gebruikt,
of, bij gebreke van een dergelijke overeenstemming, krachtens de wetgeving van
de staat van de plaats van vestiging van de koper dan wel in geval van
overeenkomsten tussen een handelaar en een consument, van de door de consument
op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst aangegeven woonplaats van
de consument, en (b)
waarmee de verkoper op het tijdstip van het sluiten
van de overeenkomst bekend was of bekend had horen te zijn. 3.
In overeenkomsten tussen ondernemingen is lid 2
niet van toepassing wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de
overeenkomst op de hoogte was of had behoren te zijn van de op intellectuele
eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. 4.
In overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument is lid 2 niet van toepassing wanneer de consument op het tijdstip van
het sluiten van de overeenkomst op de hoogte was van de op intellectuele
eigendom gebaseerde rechten of vorderingen. 5.
In overeenkomsten tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Artikel 103
Beperking inzake de conformiteit van digitale inhoud Conformiteit van de digitale inhoud met de
overeenkomst wordt niet geacht te ontbreken op de enkele grond dat bijgewerkte
digitale inhoud beschikbaar is geworden na het sluiten van de overeenkomst. Artikel 104
Kennis van de koper over het ontbreken van conformiteit in geval van een
overeenkomst tussen handelaren In geval van een overeenkomst tussen
handelaren is de verkoper niet aansprakelijk voor het ontbreken van conformiteit
van de goederen wanneer de koper op het tijdstip van het sluiten van de
overeenkomst wist dat de goederen niet conform waren of dat had behoren te
weten. Artikel 105
Relevante tijdstip voor het vaststellen van conformiteit 1.
De verkoper is aansprakelijk voor ieder ontbreken
van conformiteit dat bestaat op het moment waarop het risico krachtens
hoofdstuk 14 op de koper overgaat. 2.
In geval van een consumentenkoopovereenkomst wordt
ieder ontbreken van conformiteit dat zich binnen een termijn van zes maanden
vanaf het tijdstip waarop het risico op de koper overgaat, manifesteert, geacht
op dat tijdstip al te hebben bestaan, tenzij dit onverenigbaar is met de aard
van de goederen of de digitale inhoud of de aard van het ontbreken van conformiteit. 3.
In een geval waarop artikel 101, lid 1, onder a),
van toepassing is, dient elke verwijzing in de leden 1 of 2 van dit artikel
naar het tijdstip waarop het risico op de koper overgaat, te worden gelezen als
een verwijzing naar het tijdstip waarop de installatie is voltooid. In een
geval waarop artikel 101, lid 1, onder b), van toepassing is, dient deze
verwijzing te worden gelezen als een verwijzing naar het tijdstip waarop de
consument een redelijke termijn voor de installatie had. 4.
Wanneer de digitale inhoud naderhand door de
handelaar moet worden bijgewerkt, dient hij ervoor te zorgen dat deze inhoud
gedurende de looptijd van de overeenkomst met de overeenkomst in overstemming
blijft. 5.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Hoofdstuk 11 Rechtsmiddelen van de koper Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 106
Overzicht van de rechtsmiddelen van de koper 1.
Wanneer de verkoper een verbintenis niet nakomt,
kan de koper: (a)
nakoming vorderen, met inbegrip van specifieke
nakoming, reparatie of vervanging van de goederen of digitale inhoud, krachtens
afdeling 3 van dit hoofdstuk; (b)
zijn eigen nakoming opschorten krachtens afdeling 4
van dit hoofdstuk; (c)
de overeenkomst ontbinden krachtens afdeling 5 van
dit hoofdstuk en de teruggave vorderen van de reeds betaalde prijs krachtens
hoofdstuk 17; (d)
de prijs verminderen krachtens afdeling 6 van dit
hoofdstuk, en (e)
schadevergoeding vorderen krachtens hoofdstuk 16. 2.
Wanneer de koper een handelaar is: (a)
heeft het in afdeling 2 van dit hoofdstuk bedoelde
herstel van verzuim door de verkoper voorrang boven het recht van de koper enig
rechtsmiddel aan te wenden, met uitzondering van de opschorting van de
nakoming, en (b)
gelden voor het recht van de koper om zich op het
ontbreken van conformiteit te beroepen de vereisten van onderzoek en
kennisgeving als bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk. 3.
Wanneer de koper een consument is: (a)
heeft het herstel van verzuim door de verkoper geen
voorrang boven de rechten van de koper, en (b)
zijn de vereisten van onderzoek en kennisgeving als
bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk niet van toepassing. 4.
Wanneer de niet-nakoming de verkoper niet kan
worden toegerekend, kan de koper een van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen
aanwenden, met uitzondering van het vorderen van nakoming en schadevergoeding. 5.
De koper kan geen van de in lid 1 bedoelde
rechtsmiddelen aanwenden voor zover hij de niet-nakoming door de verkoper heeft
veroorzaakt. 6.
Rechtsmiddelen die niet onverenigbaar zijn, kunnen
worden gecumuleerd. Artikel 107
Beperking van rechtsmiddelen met betrekking tot digitale inhoud die niet
tegen betaling van een prijs is geleverd Wanneer digitale inhoud niet tegen betaling
van een prijs is geleverd, kan de koper de in artikel 106, lid 1, onder a) tot
en met d), bedoelde rechtsmiddelen niet aanwenden. De koper kan uitsluitend op
grond van artikel 106, lid 1, onder e), schadevergoeding vorderen wegens
verlies van of schade aan zijn eigendom, waaronder hardware, software en data,
als gevolg van het niet overeenstemmen van de geleverde digitale inhoud, met
uitzondering van de winst die de koper als gevolg van die schade heeft gederfd.
Artikel 108
Dwingend karakter In een overeenkomst tussen een handelaar en
een consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit hoofdstuk uit te sluiten of van dit hoofdstuk af te wijken
of de gevolgen ervan te wijzigen voordat de handelaar door de consument op het
ontbreken van conformiteit is gewezen. Afdeling
2 Herstel van verzuim door verkoper Artikel 109
Herstel van verzuim door verkoper 1.
Een verkoper die vroegtijdig nakoming heeft
aangeboden en aan wie is meegedeeld dat de nakoming niet conform de
overeenkomst is, kan een nieuw en met de overeenkomst conform aanbod tot
nakoming doen wanneer dat kan plaatsvinden binnen de voor nakoming toegestane
termijn. 2.
In gevallen waarop lid 1 niet van toepassing is,
kan een verkoper die nakoming heeft aangeboden die niet conform de overeenkomst
is, wanneer hij van het ontbreken van conformiteit in kennis wordt gesteld,
onverwijld aanbieden het verzuim op zijn eigen kosten te herstellen. 3.
Een aanbod tot herstel van verzuim wordt niet
uitgesloten door de kennisgeving dat de overeenkomst is ontbonden. 4.
De koper kan een aanbod tot herstel van het verzuim
alleen weigeren indien: (a)
het verzuim niet onverwijld en zonder de koper
aanzienlijke overlast te bezorgen, kan worden hersteld; (b)
de koper grond heeft te menen dat op de toekomstige
nakoming door de verkoper niet kan worden vertrouwd, of (c)
vertraging in de nakoming een wezenlijke
niet-nakoming zou inhouden. 5.
De verkoper beschikt over een redelijke termijn om
het verzuim te herstellen. 6.
De koper kan de nakoming opschorten voor de duur
van het herstel van het verzuim, maar de rechten van de koper waarmee het
verlenen van een termijn aan de verkoper om het verzuim te herstellen niet
strookt, worden opgeschort totdat deze termijn is verstreken. 7.
Ondanks het herstel van verzuim behoudt de koper
het recht om schadevergoeding te vorderen wegens vertraging alsook voor alle
schade die door het herstel van verzuim is veroorzaakt dan wel daardoor niet is
voorkomen. Afdeling
3 Vordering tot nakoming Artikel 110
Vordering tot nakoming van de verbintenissen van de verkoper 1.
De koper heeft het recht de nakoming van de
verbintenissen van de verkoper te vorderen. 2.
De nakoming die kan worden gevorderd, omvat het
herstel om niet van een nakoming die niet in conform de overeenkomst is. 3.
Nakoming kan niet worden gevorderd wanneer: (a)
nakoming onmogelijk zou zijn of onwettig is
geworden, of (b)
de lasten of kosten van de nakoming niet in
verhouding zouden staan tot het voordeel dat de koper zou verkrijgen. Artikel 111
Keuze van consument tussen herstel en vervanging 1.
Wanneer in geval van een
consumentenkoopovereenkomst de handelaar een ontbreken van conformiteit op
grond van artikel 110, lid 2, moet goedmaken, kan de consument kiezen tussen
herstel en vervanging tenzij de gekozen oplossing onwettig of onmogelijk zou
zijn of, in vergelijking met de andere beschikbare oplossing, voor de verkoper
onevenredige kosten met zich zou brengen gelet op: (a)
de waarde die de goederen zouden hebben wanneer de conformiteit
niet zou ontbreken; (b)
het belang van het ontbreken van conformiteit, en (c)
de vraag of de alternatieve oplossing zou kunnen
worden voltooid zonder aanzienlijke overlast voor de consument. 2.
Wanneer de consument het goedmaken van het
ontbreken van conformiteit door middel van herstel of vervanging heeft
gevorderd op grond van lid 1, kan de consument andere rechtsmiddelen alleen
aanwenden wanneer de handelaar het herstel of de vervanging niet binnen een
redelijke termijn van maximaal 30 dagen heeft voltooid. De consument kan echter
gedurende die termijn de nakoming opschorten. Artikel 112
Teruggave van het vervangen object 1.
Wanneer de verkoper het ontbreken van conformiteit
heeft goedgemaakt door middel van vervanging, heeft de verkoper het recht en de
plicht om het vervangen object op eigen kosten terug te nemen. 2.
De koper hoeft geen vergoeding te betalen voor enig
gebruik dat van het vervangen object in de aan de vervanging voorafgaande
periode is gemaakt. Afdeling
4 Opschorting van de nakoming van de verbintenissen van de verkoper Artikel 113
Recht om nakoming op te schorten 1.
Een koper die tegelijk met de verkoper of daarna moet
nakomen, heeft het recht de nakoming op te schorten totdat de verkoper heeft
aangeboden na te komen of is nagekomen. 2.
Een koper die moet nakomen vóór de verkoper en die
op goede gronden meent dat de verkoper niet zal nakomen op het moment waarop
hij daartoe verplicht is, kan de nakoming opschorten zolang die goede gronden gelden.
3.
De nakoming die krachtens dit artikel mag worden
opgeschort, kan de volledige dan wel de gedeeltelijke nakoming betreffen al
naar gelang gerechtvaardigd door de niet-nakoming. Wanneer de verbintenissen
van de verkoper in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of anderszins
kunnen worden gesplitst, kan de koper de nakoming alleen opschorten met
betrekking tot het deel dat niet is nagekomen, tenzij de niet-nakoming door de
verkoper van dien aard is dat de opschorting van de volledige nakoming door de
koper is gerechtvaardigd. Afdeling
5 Ontbinding Artikel 114
Ontbinding wegens niet-nakoming 1.
Een koper kan de overeenkomst ontbinden in de zin
van artikel 8 wanneer de niet-nakoming door de verkoper op grond van de
overeenkomst wezenlijk is in de zin van artikel 87, lid 2. 2.
Wanneer in geval van een
consumentenkoopovereenkomst en een overeenkomst voor de levering van digitale
inhoud tussen een handelaar en een consument sprake is van niet-nakoming omdat
de goederen niet conform de overeenkomst zijn, kan de consument de overeenkomst
ontbinden, tenzij het ontbreken van conformiteit onbeduidend is. Artikel 115
Ontbinding wegens een vertraging in de levering na kennisgeving waarbij een
aanvullende termijn voor nakoming is gesteld 1.
Een koper kan de overeenkomst ontbinden in geval
van een vertraging in de levering die als zodanig niet wezenlijk is, wanneer de
koper kennis geeft van de vaststelling van een aanvullende termijn van
redelijke duur voor de nakoming en de verkoper niet binnen deze termijn nakomt.
2.
De in lid 1 bedoelde aanvullende termijn wordt
redelijk geacht wanneer de verkoper daartegen niet onverwijld bezwaar maakt. 3.
Wanneer in de kennisgeving wordt bepaald dat de
overeenkomst automatisch wordt ontbonden indien de verkoper niet nakomt binnen
de in de kennisgeving vastgestelde termijn, is de ontbinding na het verstrijken
van die termijn zonder nadere kennisgeving van kracht. Artikel 116
Ontbinding wegens voorziene niet-nakoming Een koper kan de overeenkomst ontbinden vóór
het moment waarop de nakoming moet plaatsvinden, wanneer de verkoper heeft
verklaard of het anderszins duidelijk is dat er niet zal worden nagekomen en de
niet-nakoming van dien aard zou zijn dat deze de ontbinding rechtvaardigt. Artikel 117
Reikwijdte van het recht van ontbinding 1.
Wanneer de verbintenissen van de verkoper uit
hoofde van de overeenkomst in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of
anderszins kunnen worden gesplitst, kan de koper, wanneer er krachtens deze
afdeling een grond voor ontbinding is van een deel waaraan een deel van de
prijs kan worden toegewezen, alleen opzeggen met betrekking tot dat deel. 2.
Lid 1 is niet van toepassing wanneer van de koper
niet kan worden verwacht dat hij de nakoming van de andere delen aanvaardt of
de niet-nakoming van dien aard is dat ontbinding van de volledige overeenkomst
gerechtvaardigd is. 3.
Wanneer de verbintenissen van de verkoper uit
hoofde van de overeenkomst niet kunnen worden gesplitst of niet een deel van de
prijs kan worden toegewezen, kan de koper alleen ontbinden wanneer de niet-nakoming
van dien aard is dat de ontbinding van de volledige overeenkomst is
gerechtvaardigd. Artikel 118
Kennisgeving van ontbinding De uitoefening van het recht van ontbinding
krachtens deze afdeling geschiedt door kennisgeving aan de verkoper. Artikel 119
Verlies van het recht van ontbinding 1.
De koper verliest zijn recht van ontbinding
krachtens deze afdeling wanneer de kennisgeving van de ontbinding niet wordt
gedaan binnen een redelijke termijn nadat het recht is ontstaan of, indien dit
later is, binnen een redelijke termijn nadat hij van de niet-nakoming op de
hoogte was of daarvan op de hoogte had behoren te zijn. 2.
Lid 1 is niet van toepassing: (a)
wanneer de koper een consument is, of (b)
wanneer geen enkele nakoming is aangeboden. Afdeling
6 Prijsvermindering Artikel 120
Recht van prijsvermindering 1.
Een koper die een nakoming aanvaardt die niet conform
de overeenkomst is, kan de prijs verminderen. De vermindering moet in
verhouding staan tot de waardevermindering van dat wat op het tijdstip van
nakoming ter nakoming werd ontvangen in vergelijking met de waarde van dat wat
zou zijn ontvangen wanneer de nakoming conform de overeenkomst was geweest. 2.
Een koper die krachtens lid 1 het recht heeft de
prijs te verminderen en reeds een bedrag heeft betaald dat de verminderde prijs
te boven gaat, kan het te veel betaalde van de verkoper terugvorderen. 3.
Een koper die de prijs vermindert, kan niet tevens
vergoeding krijgen van de schade die daardoor wordt gecompenseerd, maar behoudt
zijn recht op vergoeding van alle verder geleden schade. Afdeling
7 Vereisten van onderzoek en kennisgeving in geval van een overeenkomst
tussen handelaren Artikel 121
Onderzoek van de goederen in geval van overeenkomsten tussen handelaren 1.
In geval van een overeenkomst tussen handelaren wordt
de koper geacht de goederen te onderzoeken of te laten onderzoeken binnen een
termijn die zo kort als redelijkerwijze mogelijk is en niet langer is dan 14
dagen te rekenen vanaf de datum van de levering van de goederen of digitale
inhoud of verrichting van verbonden diensten. 2.
Wanneer de overeenkomst ook op het vervoer van de
goederen betrekking heeft, kan het onderzoek worden uitgesteld tot na de
aankomst van de goederen op hun bestemming. 3.
Wanneer de koper de bestemming van de goederen
onderweg wijzigt of hij deze doorzendt voordat hij redelijkerwijs gelegenheid
heeft gehad deze te onderzoeken en de verkoper ten tijde van het sluiten van de
overeenkomst de mogelijkheid van deze bestemmingswijziging of doorzending kende
of had behoren te kennen, kan het onderzoek worden uitgesteld tot na het
tijdstip waarop de goederen op de nieuwe bestemming zijn aangekomen. Artikel 122
Vereiste van kennisgeving van ontbreken van conformiteit in geval van
koopovereenkomsten tussen handelaren 1.
In geval van een overeenkomst tussen handelaren mag
de koper zich niet op het ontbreken van een conformiteit beroepen wanneer hij
de verkoper daarvan niet binnen redelijke termijn in kennis stelt met
vermelding van de aard van de ontbrekende conformiteit. De termijn begint te lopen op het moment van
levering van de goederen of, indien dit later is, het moment waarop de koper
het ontbreken van conformiteit ontdekt of had behoren te ontdekken. 2.
De koper verliest het recht om zich op het
ontbreken van conformiteit te beroepen wanneer hij de verkoper niet binnen twee
jaar na het moment waarop de goederen feitelijk aan de koper werden overhandigd
overeenkomstig de overeenkomst, in kennis stelt van het ontbreken van conformiteit. 3.
Wanneer partijen zijn overeengekomen dat de
goederen gedurende een vastgestelde termijn geschikt moeten blijven voor een
bijzonder doel of voor hun gewone doel, verstrijkt de in lid 2 bedoelde termijn
voor kennisgeving niet voor het einde van die overeengekomen termijn. 4.
Lid 2 is niet van toepassing met betrekking tot de
in artikel 102 bedoelde vorderingen of rechten van derden. 5.
De koper hoeft de verkoper niet ervan in kennis te
stellen dat niet alle goederen zijn geleverd wanneer de koper grond heeft ervan
uit te gaan dat de resterende goederen zullen worden geleverd. 6.
De verkoper kan zich niet op dit artikel beroepen
wanneer het ontbreken van conformiteit betrekking heeft op feiten die hij kende
of had behoren te kennen en die hij niet aan de koper bekend heeft gemaakt. Hoofdstuk 12 De verbintenissen van de koper Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 123
Hoofdverbintenissen van de koper 1.
De koper heeft de verplichting: (a)
de prijs te betalen; (b)
de goederen of de digitale inhoud in ontvangst te
nemen, en (c)
de documenten die de goederen vertegenwoordigen of
daarop betrekking hebben of de documenten met betrekking tot de digitale inhoud
in ontvangst te nemen, al naar gelang de overeenkomst voorschrijft. 2.
Lid 1, onder a), is niet van toepassing op
overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud wanneer de digitale inhoud
niet tegen betaling van een prijs wordt geleverd. Afdeling
2 Betaling van de prijs Artikel 124
Wijze van betaling 1.
Betaling vindt plaats op de in de voorwaarden van
de overeenkomst aangegeven wijze of, wanneer geen wijze van betaling is
aangegeven, op elke bij gewone bedrijfsvoering op de plaats van betaling
gebruikelijke wijze, met inachtneming van de aard van de transactie. 2.
Een verkoper die een cheque, een andere
betalingsopdracht of een belofte tot betaling aanvaardt, wordt geacht dit
uitsluitend te doen op voorwaarde dat betaling daadwerkelijk plaatsvindt. De
verkoper mag de nakoming van de oorspronkelijke verbintenis tot betaling
afdwingen wanneer de opdracht niet wordt uitgevoerd of de belofte niet wordt
nagekomen. 3.
De oorspronkelijke verbintenis van de koper vervalt
wanneer de verkoper een belofte tot betaling aanvaardt van een derde met wie de
verkoper van tevoren is overeengekomen om de belofte tot betaling van de derde
te aanvaarden als een wijze van betaling. 4.
In geval van een overeenkomst tussen een handelaar
en een consument is de consument niet gehouden tot het betalen van vergoedingen
voor het gebruik van een bepaald betaalmiddel die hoger zijn dan de kosten voor
de handelaar van het gebruik van dit middel. Artikel 125
Plaats van betaling 1.
Wanneer de plaats van betaling niet anderszins kan
worden vastgesteld, is dit de plaats van vestiging van de verkoper op het
tijdstip van het sluiten van de overeenkomst. 2.
Wanneer de verkoper meer dan één plaats van
vestiging heeft, geldt als plaats van betaling, de plaats van vestiging van de
verkoper die het nauwst met de verbintenis tot betaling is verbonden. Artikel 126
Tijdstip van betaling 1.
De prijs dient te worden betaald op het moment van
levering. 2.
De verkoper mag een aanbod tot betaling vóór het
tijdstip waarop deze dient plaats te vinden, weigeren wanneer hij daarbij een
rechtmatig belang heeft. Artikel 127
Betaling door een derde 1.
Een koper mag de betaling toevertrouwen aan een
derde. Een koper die de betaling aan een ander toevertrouwt, blijft voor de
betaling aansprakelijk. 2.
De verkoper kan betaling door een derde niet
weigeren wanneer: (a)
de derde handelt met instemming van de koper, of (b)
de derde een rechtmatig belang heeft bij de
betaling en de koper heeft nagelaten te betalen dan wel duidelijk is dat de
koper niet zal betalen wanneer de betaling dient plaats te vinden. 3.
Door betaling door een derde overeenkomstig lid 1
of lid 2 is de koper niet langer aansprakelijk jegens de verkoper. 4.
Wanneer de verkoper betaling door een derde
aanvaardt in omstandigheden waarop de leden 1 of 2 niet van toepassing zijn, is
de koper niet langer aansprakelijk jegens de verkoper, maar is de verkoper
aansprakelijk ten opzichte van de koper voor alle schade die door die
aanvaarding is veroorzaakt Artikel 128
Toewijzing van betaling 1.
Wanneer een koper de verkoper verschillende
bedragen moet betalen en de verrichte betaling onvoldoende is om al deze
bedragen te dekken, kan de koper op het tijdstip van betaling de verkoper
meedelen aan welke verbintenis de betaling moet worden toegewezen. 2.
Wanneer de koper de in lid 1 bedoelde mededeling
niet verricht, kan de verkoper de betaling aan een van de verbintenissen
toewijzen door de koper daarvan binnen een redelijke termijn in kennis te
stellen. 3.
Een toewijzing krachtens lid 2 is niet geldig wanneer
deze betrekking heeft op een verbintenis die nog niet opeisbaar is of die wordt
bestreden. 4.
Bij gebreke van een geldige toewijzing door een van
partijen wordt de betaling toegewezen aan de verbintenis die aan een van de in
de volgende criteria in de aangegeven volgorde voldoet: (a)
de verbintenis die opeisbaar is of als eerste
opeisbaar zal zijn; (b)
de verbintenis waarvoor de verkoper over geen of de
zwakste zekerheden beschikt; (c)
de verbintenis die voor de koper het meest
bezwarend is; (d)
de oudste verbintenis. Wanneer geen van deze criteria van toepassing is,
wordt de betaling naar evenredigheid aan alle verbintenissen toegewezen. 5.
De betaling kan krachtens de leden 2, 3 of 4 alleen
worden toegewezen aan een verbintenis die niet afdwingbaar is als gevolg van
verjaring wanneer er geen andere verbintenis is waaraan de betaling
overeenkomstig deze leden zou kunnen worden toegewezen. 6.
Bij iedere verbintenis dient de betaling van de
koper eerst te worden toegewezen aan de kosten, vervolgens aan de rente en ten
derde, aan de hoofdsom, tenzij de verkoper de betaling anders toewijst. Afdeling
3 Inontvangstneming Artikel 129
Inontvangstneming De koper voldoet aan de verbintenis tot
inontvangstneming door: (a) het verrichten van alle
handelingen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht ten einde de verkoper in
staat te stellen de verbintenis tot levering na te komen, en (b) de goederen of de documenten die
de goederen vertegenwoordigen dan wel de digitale inhoud aan te nemen, zoals
voorgeschreven door de overeenkomst. Artikel 130
Vroege levering en levering van de verkeerde hoeveelheid 1.
Wanneer de verkoper de goederen of digitale inhoud
levert vóór het vastgestelde tijdstip, moet de koper de goederen in ontvangst
nemen, tenzij hij een rechtmatig belang heeft om dat te weigeren. 2.
Wanneer de verkoper een kleinere hoeveelheid
goederen of digitale inhoud levert dan in de overeenkomst was bepaald, moet de
koper in ontvangst nemen, tenzij de koper een rechtmatig belang heeft om dat te
weigeren. 3.
Wanneer de verkoper een grotere hoeveelheid
goederen of digitale inhoud levert dan in de overeenkomst was bepaald, kan de
koper het overschot houden of weigeren. 4.
Wanneer de koper het overschot houdt, wordt dit
geacht geleverd te zijn op grond van de overeenkomst en moet daarvoor de in de
overeenkomst vastgestelde prijs worden betaald. 5.
Met betrekking tot een consumentenkoopovereenkomst
is lid 4 niet van toepassing wanneer de koper redelijkerwijs meent dat de
verkoper het overschot doelbewust en zonder dwaling heeft afgeleverd, in de
wetenschap dat dit niet was besteld. 6.
Dit artikel is niet van toepassing op
overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud wanneer de digitale inhoud
niet tegen betaling van een prijs is geleverd. Hoofdstuk 13 Rechtsmiddelen van de verkoper Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 131
Overzicht van de rechtsmiddelen van de verkoper 1.
Wanneer de koper een verbintenis niet nakomt, kan
de verkoper: (a)
nakoming vorderen krachtens afdeling 2 van dit
hoofdstuk; (b)
zijn eigen nakoming opschorten krachtens afdeling 3
van dit hoofdstuk; (c)
de overeenkomst ontbinden krachtens afdeling 4 van
dit hoofdstuk, en (d)
de rente over de prijs of schadevergoeding vorderen
krachtens hoofdstuk 16. 2.
Wanneer de niet-nakoming de koper niet kan worden
toegerekend, kan de verkoper elk van de in lid 1 bedoelde rechtsmiddelen
aanwenden, met uitzondering van het vorderen van nakoming en schadevergoeding. 3.
De verkoper kan geen van de in lid 1 bedoelde
rechtsmiddelen aanwenden voor zover hij de niet-nakoming door de koper heeft
veroorzaakt. 4.
Rechtsmiddelen die niet onverenigbaar zijn, kunnen
worden gecumuleerd. Afdeling
2 Vordering tot nakoming Artikel 132
Vordering tot nakoming van de verbintenissen van de koper 1.
De verkoper heeft het recht de betaling van de
prijs te vorderen wanneer deze betaald moet worden en nakoming van elke andere
verbintenis te vorderen die door de koper is aangegaan. 2.
Wanneer de koper de goederen of de digitale inhoud
nog niet in ontvangst heeft genomen en het duidelijk is dat de koper deze niet
in ontvangst zal willen nemen, kan de verkoper niettemin eisen dat de koper de
goederen in ontvangst neemt en kan hij het verschuldigde bedrag vorderen tenzij
de verkoper zonder noemenswaardige inspanning of kosten een redelijke
vervangende overeenkomst kon hebben gesloten. Afdeling
3 Opschorting van de nakoming van de verbintenissen van de verkoper Artikel 133
Recht om nakoming op te schorten 1.
Een verkoper die tegelijk met de verkoper of daarna
dient na te komen, heeft het recht de nakoming op te schorten totdat de koper
heeft aangeboden na te komen of is nagekomen. 2.
Een verkoper die dient na te komen vóór de koper en
die op goede gronden meent dat de koper niet zal nakomen op het moment waarop
hij daartoe verplicht is, kan de nakoming opschorten zolang die goede gronden
gelden. Het recht om de nakoming op te schorten vervalt echter wanneer de koper
passend verzekert dat de nakoming naar behoren zal plaatsvinden of passende
zekerheid stelt. 3.
De nakoming die krachtens dit artikel mag worden
opgeschort, kan de volledige dan wel de gedeeltelijke nakoming betreffen al
naar gelang gerechtvaardigd door de niet-nakoming. Wanneer de verbintenissen
van de koper in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of anderszins
kunnen worden gesplitst, kan de verkoper de nakoming alleen opschorten met
betrekking tot het deel dat niet is nagekomen, tenzij de niet-nakoming door de
koper van dien aard is dat de opschorting van de volledige nakoming door de
verkoper is gerechtvaardigd. Afdeling
4 Ontbinding Artikel 134
Ontbinding wegens wezenlijke niet-nakoming Een verkoper kan de overeenkomst ontbinden in
de zin van artikel 8 wanneer de niet-nakoming door de koper op grond van de
overeenkomst wezenlijk is in de zin van artikel 87, lid 2. Artikel 135
Ontbinding wegens vertraagde nakoming na kennisgeving waarbij een aanvullende
termijn voor nakoming is gesteld 1.
Een verkoper kan de overeenkomst ontbinden in geval
van een vertraging in de nakoming die als zodanig niet wezenlijk is, wanneer de
verkoper kennis geeft van de vaststelling van een aanvullende termijn van
redelijke duur voor de nakoming en de koper niet binnen deze termijn nakomt. 2.
De duur van de periode wordt redelijk geacht
wanneer de koper daartegen niet onverwijld bezwaar maakt. In betrekkingen
tussen een handelaar en een consument mag de aanvullende termijn voor de
nakoming niet eindigen vóór de in artikel 167, lid 2, bedoelde periode van 30
dagen. 3.
Wanneer in de kennisgeving wordt bepaald dat de
overeenkomst automatisch wordt ontbonden indien de koper niet nakomt binnen de
in de kennisgeving vastgestelde termijn, is de ontbinding na het verstrijken
van die termijn zonder nadere kennisgeving van kracht. 4.
Het is partijen niet toegestaan in een
consumentenkoopovereenkomst ten nadele van de consument de toepassing van dit
artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan te
wijzigen. Artikel 136
Ontbinding wegens voorziene niet-nakoming Een verkoper kan de overeenkomst ontbinden
vóór het moment waarop de nakoming moet plaatsvinden, wanneer de koper heeft
verklaard of het anderszins duidelijk is, dat er niet zal worden nagekomen en
de niet-nakoming wezenlijk zou zijn. Artikel 137
Reikwijdte van het recht van ontbinding 1. Wanneer de verbintenissen van de koper uit
hoofde van de overeenkomst in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen of
anderszins kunnen worden gesplitst, kan de verkoper, wanneer er krachtens deze
afdeling een grond voor ontbinding is van een deel dat overeenkomt met een deel
van de verbintenissen van de verkoper dat kan worden afgesplitst, de
overeenkomst alleen met betrekking tot dat deel ontbinden. 2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer de
niet-nakoming wezenlijk is in het licht van de overeenkomst in haar geheel. 3. Wanneer de verbintenissen van de koper uit
hoofde van de overeenkomst niet in afzonderlijke delen moeten worden nagekomen,
kan de verkoper de overeenkomst alleen ontbinden indien de niet-nakoming
wezenlijk is ten aanzien van de overeenkomst in haar geheel. Artikel 138
Kennisgeving van ontbinding Uitoefening van het recht van ontbinding van
de overeenkomst krachtens deze afdeling geschiedt door kennisgeving aan de
koper. Artikel 139
Verlies van het recht van ontbinding 1.
Wanneer te laat is aangeboden om na te komen of een
aangeboden nakoming anderszins niet conform de overeenkomst is, verliest de
verkoper het recht van ontbinding krachtens deze afdeling tenzij de
kennisgeving van de ontbinding plaatsvindt binnen een redelijke termijn nadat
de verkoper van het aanbod of het ontbreken van conformiteit op de hoogte was
of had behoren te zijn. 2.
Een verkoper verliest het recht om de overeenkomst
krachtens artikel 136 te ontbinden door middel van een kennisgeving tenzij de
verkoper kennis geeft van de ontbinding binnen een redelijke termijn nadat het
recht is ontstaan. 3.
Wanneer de koper de prijs niet heeft betaald of
anderszins wezenlijk niet is nagekomen, behoudt de verkoper het recht van
ontbinding. Hoofdstuk 14 Risico-overgang Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 140
Gevolg van risico-overgang Het verlies van of schade aan de goederen of
de digitale inhoud nadat het risico is overgegaan op de koper ontslaat deze
niet van de verbintenis de prijs te betalen, tenzij het verlies of de schade te
wijten is aan een handeling of nalatigheid van de verkoper. Artikel 141
Identificatie van goederen of digitale inhoud waarop de overeenkomst
betrekking heeft Het risico gaat niet over op de koper totdat
de goederen of de digitale inhoud duidelijk zijn geïdentificeerd als de
goederen of de digitale inhoud die krachtens de overeenkomst dienen te worden
geleverd, ongeacht of deze identificatie plaatsvindt in de oorspronkelijke
overeenkomst, door een kennisgeving aan de koper of anderszins. Afdeling
2 Risico-overgang bij consumentenkoopovereenkomsten Artikel 142
Risico-overgang bij een consumentenkoopovereenkomst 1.
In geval van een consumentenkoopovereenkomst gaat
het risico over op het tijdstip waarop de consument of een door de consument
aangewezen derde, die niet de vervoerder is, de goederen of de materiële gegevensdrager
waarop de digitale inhoud wordt geleverd, fysiek in ontvangst heeft genomen. 2.
In geval van een overeenkomst voor de levering van
digitale inhoud die niet op een materiële gegevensdrager wordt geleverd, gaat
het risico over op het tijdstip waarop de consument of een daartoe door de
consument aangewezen derde de beschikking heeft gekregen over de digitale
inhoud. 3.
Tenzij de overeenkomst een op afstand of buiten
verkoopruimten gesloten overeenkomst is, zijn de leden 1 en 2 niet van
toepassing wanneer de consument de verbintenis de goederen of de digitale
inhoud in ontvangst te nemen niet nakomt en de niet-nakoming niet
niet-toerekenbaar is krachtens artikel 88. In dat geval gaat het risico over op
het tijdstip waarop de consument of de door de consument aangewezen derde de
goederen fysiek in ontvangst zou hebben genomen of de beschikking over de
digitale inhoud zou hebben gekregen wanneer de verbintenis om deze in ontvangst
te nemen, zou zijn nagekomen. 4.
Wanneer de consument het vervoer van de goederen of
de op een materiële gegevensdrager geleverde digitale inhoud regelt en de handelaar
deze mogelijkheid niet heeft aangeboden, gaat het risico over op het tijdstip
waarop de goederen of de op een materiële gegevensdrager geleverde digitale
inhoud aan de vervoerder worden overhandigd, onverminderd de rechten van de
consument jegens de vervoerder. 5.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Afdeling
3 Risico-overgang bij geval van overeenkomsten tussen handelaren Artikel 143
Tijdstip waarop risico overgaat 1.
In een overeenkomst tussen handelaren gaat het
risico over wanneer de koper de goederen, de digitale inhoud of de documenten
die de goederen vertegenwoordigen, in ontvangst neemt. 2.
Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen
144, 145 en 146. Artikel 144
Goederen die koper ter beschikking zijn gesteld 1.
Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter
beschikking van de koper zijn gesteld en de koper daarvan op de hoogte is, gaat
het risico op de koper over met ingang van het tijdstip waarop de goederen of
de digitale inhoud in ontvangst genomen hadden moeten zijn, tenzij de koper
gerechtigd was om de inontvangstneming op te schorten krachtens artikel 113. 2.
Wanneer de goederen of de digitale inhoud ter
beschikking van de koper zijn gesteld op een andere plaats dan een plaats van
vestiging van de verkoper, gaat het risico over wanneer de aflevering dient
plaats te vinden en de koper op de hoogte is van het feit dat de goederen of de
digitale inhoud op die plaats te zijner beschikking zijn gesteld. Artikel 145
Vervoer van de goederen 1.
Dit artikel is van toepassing op een
koopovereenkomst die ook betrekking heeft op het vervoer van de goederen. 2.
Wanneer de verkoper niet gehouden is de goederen op
een bepaalde plaats te overhandigen, gaat het risico op de koper over wanneer
de goederen aan de eerste vervoerder worden overhandigd ter overdracht aan de
koper in overeenstemming met de overeenkomst. 3.
Wanneer de verkoper gehouden is de goederen op een
bepaalde plaats aan een vervoerder te overhandigen, gaat het risico pas op de
koper over wanneer de goederen op die plaats aan de vervoerder worden
overhandigd. 4.
Het feit dat de verkoper bevoegd is documenten te
behouden die bepalend zijn voor de beschikking over de goederen, is niet van
invloed op de overgang van het risico. Artikel 146
Tijdens doorvoer verkochte goederen 1.
Dit artikel is van toepassing op een
koopovereenkomst die betrekking heeft op tijdens doorvoer verkochte goederen. 2.
Het risico gaat op de koper over met ingang van het
tijdstip waarop de goederen aan de eerste vervoerder werden overhandigd. Indien
de omstandigheden dit indiceren, gaat het risico echter op de koper over op het
tijdstip van het sluiten van de overeenkomst. 3.
Wanneer de verkoper op het tijdstip van het sluiten
van de overeenkomst wist of had behoren te weten dat de goederen verloren waren
geraakt of waren beschadigd en hij dit niet aan de koper heeft meegedeeld,
draagt de verkoper het risico van verlies of schade. Deel V Verbintenissen en rechtsmiddelen
van partijen bij een verbonden dienstenovereenkomst Hoofdstuk 15 Verbintenissen en rechtsmiddelen van partijen Afdeling 1 Toepassing van bepaalde algemene bepalingen op
koopovereenkomsten Artikel 147
Toepassing van bepaalde algemene bepalingen op koopovereenkomsten 1.
De bepalingen hoofdstuk 9 zijn met het oog op dit
deel van toepassing. 2.
Wanneer een koopovereenkomst of een overeenkomst
voor de levering van digitale inhoud wordt ontbonden, worden ook alle daarmee verbonden
dienstenovereenkomsten ontbonden. Afdeling
2 Verbintenissen van de dienstverlener Artikel 148
Resultaatsverbintenis en zorgvuldigheids- en
deskundigheidsverbintenis 1.
De dienstverlener moet alle door de overeenkomst
voorgeschreven specifieke resultaten bereiken. 2.
Bij gebreke van een expliciete of impliciete
verbintenis uit hoofde van een overeenkomst om een specifiek resultaat te
bereiken, moet de dienstverlener de verbonden dienst verrichten met de
zorgvuldigheid en deskundigheid die een redelijke dienstverlener zou betrachten
en overeenkomstig alle wettelijke of andere bindende rechtsregels die op de verbonden
dienst van toepassing zijn. 3.
Bij de vaststelling van de door de dienstverlener
te betrachten redelijke zorgvuldigheid en deskundigheid moet onder andere
rekening worden gehouden met: (a)
de aard, de omvang, de frequentie en de
voorzienbaarheid van de risico's waarmee de verrichting van de verbonden dienst
voor de klant gepaard gaat; (b)
indien er sprake van schade is, de kosten van alle
voorzorgsmaatregelen die het optreden van die of soortgelijke schade zouden
hebben voorkomen, en (c)
de voor de verrichting van de verbonden dienst
beschikbare tijd. 4.
Wanneer in een overeenkomst tussen een handelaar en
een consument de verbonden dienst de installatie van de goederen omvat, moet de
installatie van dien aard zijn dat de geïnstalleerde goederen conform de
overeenkomst zijn als voorgeschreven door artikel 101. 5.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen
ervan te wijzigen. Artikel 149
Verbintenis om schade te voorkomen De dienstverlener moet redelijke
voorzorgsmaatregelen nemen om schade aan de goederen of de digitale inhoud, of
lichamelijk letsel of elk ander verlies of elke andere schade in de loop van of
als gevolg van de verrichting van de verbonden dienst te voorkomen. Artikel 150
Nakoming door een derde 1.
Een dienstverlener kan de verrichting aan een ander
toevertrouwen, tenzij de persoonlijke verrichting door de dienstverlener is
vereist. 2.
Een dienstverlener die de verrichting aan een ander
toevertrouwt, blijft voor die verrichting aansprakelijk. 3.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van lid 2 uit te sluiten of van dat lid af te wijken of de gevolgen
ervan te wijzigen. Artikel 151
Verbintenis om een factuur te verschaffen Wanneer voor de verbonden dienst een
afzonderlijke prijs moet worden betaald en de prijs geen op het tijdstip van
het sluiten van de overeenkomst overeengekomen forfaitair bedrag is, moet de
dienstverlener de klant een factuur verschaffen waarin op duidelijke en
begrijpelijke wijze wordt uitgelegd hoe de prijs is berekend. Artikel 152
Verbintenis om te waarschuwen voor onverwachte of economisch niet
verantwoorde kosten 1.
De dienstverlener moet de klant waarschuwen en zijn
toestemming vragen om door te gaan wanneer: (a)
de kosten van de verbonden dienst hoger zouden zijn
dan de dienstverlener reeds aan de klant heeft meegedeeld, of (b)
de verbonden dienst meer zou kosten dan de waarde
van de goederen of de digitale inhoud na afloop van de dienstverlening, voor
zover dit de dienstverlener bekend is. 2.
Een dienstverlener die nalaat om overeenkomstig lid
1 de toestemming van de klant te verkrijgen, heeft geen recht op een prijs die
hoger is dan de reeds meegedeelde kosten of, al naar gelang van het geval, de
waarde van de goederen of de digitale inhoud na afloop van de verbonden dienstverlening. Afdeling
3 Verbintenissen van de klant Artikel 153
Betaling van de prijs 1.
De klant dient de prijs te betalen die volgens de
overeenkomst voor de verbonden dienst moet worden betaald. 2.
De prijs moet worden betaald nadat de verbonden
dienst is voltooid en het voorwerp van de verbonden dienst aan de klant ter
beschikking is gesteld. Artikel 154
Verlenen van toegang Wanneer de dienstverlener voor het verrichten
van de verbonden dienst toegang moet verkrijgen tot het erf van de klant, dient
de klant deze toegang op elk redelijk tijdstip toe te staan. Afdeling
4 Rechtsmiddelen Artikel 155
Rechtsmiddelen van de klant 1.
Wanneer een dienstverlener een verbintenis niet
nakomt, beschikt de klant, behoudens de in dit artikel opgenomen aanpassingen,
over dezelfde rechtsmiddelen als die waarin hoofdstuk 11 voor de koper
voorziet, te weten: (a)
het vorderen van specifieke nakoming; (b)
het opschorten van de nakoming door de klant zelf; (c)
het ontbinden van de overeenkomst; (d)
het verminderen van de prijs, en (e)
het vorderen van schadevergoeding. 2.
Onverminderd lid 3, heeft het recht van de
dienstverlener om verzuimen te herstellen voorrang boven de rechtsmiddelen van
de klant, ongeacht of de klant een consument is. 3.
In geval van verkeerde installatie op grond van een
consumentkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 101 heeft het recht van de
dienstverlener om verzuimen te herstellen geen voorrang boven de rechtsmiddelen
van de consument. 4.
Indien de klant een consument is, heeft hij het
recht om de overeenkomst te ontbinden in elk geval waarin de verleende verbonden
dienst niet conform de overeenkomst is, tenzij het ontbreken van conformiteit
onbeduidend is. 5.
Hoofdstuk 11 is van toepassing behoudens de
noodzakelijke aanpassingen, waaronder met name de volgende aanpassingen: (a)
met betrekking tot het recht van de dienstverlener
om verzuimen te herstellen mag in geval van een overeenkomst tussen een
handelaar en een consument de redelijke termijn als vermeld in artikel 109, lid
5, niet langer dan 30 dagen zijn; (b)
met betrekking tot het goedmaken van een prestatie
die niet conform de overeenkomst is, zijn de artikelen 111 en 112 niet van
toepassing, en (c)
artikel 156 is van toepassing in plaats van artikel
122. Artikel 156
Vereiste van kennisgeving van ontbreken van conformiteit in verbonden dienstenovereenkomsten
tussen handelaren 1.
In geval van een verbonden dienstenovereenkomst
tussen handelaren mag de klant zich slechts op het ontbreken van conformiteit
beroepen wanneer hij de dienstverlener daarvan binnen redelijke termijn in
kennis stelt met vermelding van de aard van het ontbreken van conformiteit. De termijn begint te lopen op het moment waarop de
verbonden dienst is voltooid of, wanneer dat later is, het moment waarop de
klant het ontbreken van conformiteit ontdekt of had behoren te ontdekken. 2.
De dienstverlener kan zich niet op dit artikel
beroepen wanneer het ontbreken van conformiteit betrekking heeft op feiten die
hij kende of had behoren te kennen en die hij niet aan de klant heeft bekend
gemaakt. Artikel 157
Rechtsmiddelen van de dienstverlener 1.
Wanneer de klant niet nakomt, beschikt de
dienstverlener, behoudens de in lid 2 vermelde aanpassingen, over dezelfde
rechtsmiddelen als die waarin hoofdstuk 13 voor de koper voorziet, te weten: (a)
het vorderen van nakoming; (b)
het opschorten van de nakoming door de
dienstverlener zelf; (c)
het ontbinden van de overeenkomst, en (d)
het vorderen van de rente over de prijs of
schadevergoeding. 2.
Hoofdstuk 13 is van toepassing behoudens de
noodzakelijke aanpassingen. Met name is artikel 158 van toepassing in plaats
van artikel 132, lid 2. Artikel 158
Recht van de klant om nakoming af te wijzen 1.
De klant kan de dienstverlener te allen tijde
meedelen dat de verrichting, of verdere verrichting van de verbonden dienst
niet langer vereist is. 2.
Wanneer een mededeling overeenkomst lid 1 wordt
gedaan: (a)
heeft de dienstverlener niet langer het recht of de
plicht om de verbonden dienst te verlenen, en (b)
blijft de klant, wanneer er niet krachtens een
andere bepaling grond voor ontbinding is, aansprakelijk voor de betaling van de
prijs, met aftrek van de kosten die de dienstverlener heeft bespaard of had
kunnen besparen doordat hij niet volledig hoeft te presteren. 3.
In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Deel VI Schadevergoeding en rente Hoofdstuk 16 Schadevergoeding en rente Afdeling
1 Schadevergoeding Artikel 159
Recht op schadevergoeding 1.
Een schuldeiser heeft recht op vergoeding van de
schade die is veroorzaakt doordat een schuldenaar een verbintenis niet nakomt,
tenzij de niet-nakoming niet kan worden toegerekend. 2.
De schade waarvan vergoeding kan worden gevorderd,
omvat toekomstige schade die de schuldenaar redelijkerwijs kon verwachten. Artikel 160
Algemene maatstaf voor schadevergoeding Als algemene maatstaf voor de vergoeding van
door de niet-nakoming van een verbintenis veroorzaakte schade geldt de som die
de schuldeiser in de toestand brengt waarin hij zou hebben verkeerd wanneer de
verbintenis behoorlijk was nagekomen, of, wanneer dat niet mogelijk is, zo veel
mogelijk in die toestand brengt. Een dergelijke schadevergoeding omvat zowel
het door de schuldeiser geleden verlies als de door hem gederfde winst. Artikel 161
Voorzienbaarheid van schade De schuldenaar is slechts aansprakelijk voor
de schade die hij op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst voorzag
of had behoren te voorzien als een gevolg van de niet-nakoming. Artikel 162
Aan de schuldeiser toe te rekenen schade De schuldenaar is niet aansprakelijk voor de
door de schuldeiser geleden schade voor zover de schuldeiser heeft bijgedragen
tot de niet-nakoming of de gevolgen daarvan. Artikel 163
Beperking van schade 1.
De schuldenaar is niet aansprakelijk voor de door
de schuldeiser geleden schade voor zover de schuldeiser de schade had kunnen
beperken door het treffen van redelijke maatregelen. 2.
De schuldeiser heeft recht op vergoeding van alle
kosten die in redelijkheid zijn gemaakt om de schade te proberen te beperken. Artikel 164
Vervangende overeenkomst Een schuldeiser die een overeenkomst geheel of
gedeeltelijk heeft ontbonden en binnen een redelijke termijn en op een
redelijke wijze een vervangende overeenkomst heeft gesloten, kan, voor zover
hij recht op schadevergoeding heeft, betaling van het verschil vorderen tussen
de waarde van dat wat op grond van de ontbonden overeenkomst had moeten worden
betaald en de waarde van dat wat moet worden betaald op grond van de
vervangende overeenkomst, alsook vergoeding van alle overige schade vorderen. Artikel 165
Marktprijs Wanneer de schuldeiser de overeenkomst heeft
ontbonden en geen vervangende overeenkomst heeft gesloten, maar voor de
prestatie een marktprijs geldt, kan de schuldeiser, voor zover hij recht op
schadevergoeding heeft, betaling vorderen van het verschil tussen de
overeengekomen prijs en de op het tijdstip van de ontbinding geldende
marktprijs alsook vergoeding van alle overige schade vorderen. Afdeling
2: Vertragingsrente:
algemene bepalingen Artikel 166
Vertragingsrente 1.
Wanneer de betaling van een bedrag is vertraagd,
heeft de schuldeiser, zonder dat daarvan kennisgeving dient plaats te vinden,
recht op rente over dat bedrag vanaf het tijdstip waarop de betaling opeisbaar
is tot het tijdstip waarop de betaling plaatsvindt tegen de in lid 2 bedoelde
rentevoet. 2.
De rentevoet voor vertraagde betaling is: (a)
ingeval de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats
heeft in een lidstaat die de euro als munteenheid heeft of in een derde staat,
de rentevoet die door de Europese Centrale Bank wordt gehanteerd voor haar
meest recente basisherfinancieringstransactie, uitgevoerd vóór de eerste
kalenderdag van het betreffende halfjaar, of de marginale rentevoet die het
gevolg is van variabele-rentetenders voor de meest recente basisherfinancieringsoperaties
van de Europese Centrale Bank, vermeerderd met twee procentpunten; (b)
ingeval de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats
heeft in een lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft, het door de
nationale centrale bank van die lidstaat vastgestelde equivalente rentetarief,
vermeerderd met twee procentpunten. 3.
De schuldeiser kan vergoeding van alle overige
schade vorderen. Artikel 167
Rente wanneer de schuldenaar een consument is 1.
Wanneer de schuldenaar een consument is, is voor
vertraging in de betaling slechts rente verschuldigd tegen het in artikel 166
genoemde tarief wanneer de niet-nakoming toerekenbaar is. 2.
De rente begint niet eerder te lopen dan 30 dagen
na de kennisgeving door de schuldeiser aan de schuldenaar waarbij de verbintenis
tot betaling van rente en de rentevoet zijn aangegeven. De kennisgeving kan
plaatsvinden vóór de datum waarop de betaling plaats dient te vinden. 3.
Een voorwaarde in een overeenkomst waarbij een
hogere rentevoet wordt vastgesteld dan die waarin artikel 166 voorziet, of een
eerder tijdstip waarop de rente gaat lopen dan het in lid 2 van dit artikel
vermelde tijdstip, is niet bindend in zoverre dit overeenkomstig artikel 83
onbillijk zou zijn. 4.
Vertragingsrente kan niet worden gekapitaliseerd
teneinde rente te genereren. 5.
Het is partijen niet toegestaan ten nadele van de
consument de toepassing van dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te
wijken of de gevolgen ervan te wijzigen. Afdeling
3 Vertraging in betaling door handelaren Artikel 168
Rentevoet en tijdstip waarop rente gaat lopen 1.
Wanneer een handelaar de betaling van een op grond
van een overeenkomst voor de levering van goederen, digitale inhoud of de
verrichting van verbonden diensten verschuldigde prijs vertraagt zonder dat dit
op grond van artikel 88 niet toerekenbaar is, is rente verschuldigd tegen het
in lid 5 vermelde tarief. 2.
De rente tegen het in lid 5 vermelde tarief begint
te lopen op de dag volgend op de datum of het einde van de termijn voor
betaling die in de overeenkomst is vastgelegd. Wanneer een dergelijke datum of
termijn ontbreekt, begint de rente te lopen: (a)
30 dagen na de datum van ontvangst door de
schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek, of (b)
30 dagen na de datum van ontvangst van de goederen,
digitale inhoud of verbonden diensten, wanneer de onder a) bedoelde datum
vroeger of onzeker is, of wanneer het onzeker is of de schuldenaar een factuur
of een gelijkwaardig betalingsverzoek heeft ontvangen. 3.
Wanneer de conformiteit van de goederen, digitale
inhoud of verbonden diensten met de overeenkomst moet worden vastgesteld door
middel van aanvaarding of onderzoek, vangt de in lid 2, onder b), bedoelde
periode van 30 dagen aan op de datum van aanvaarding of de datum waarop de
onderzoeksprocedure is voltooid. De onderzoeksprocedure kan niet langer dan 30
dagen duren, te rekenen vanaf de datum van levering van de goederen of digitale
inhoud of de verrichting van verbonden diensten, tenzij partijen nadrukkelijk
iets anders overeenkomen en deze conformiteit niet onbillijk is op grond van
artikel 170. 4.
De op grond van lid 2 vastgestelde betalingstermijn
kan niet langer dan 60 dagen zijn, tenzij partijen nadrukkelijk iets anders
overeenkomen en deze conformiteit niet onbillijk is op grond van artikel 170. 5.
De rentevoet voor vertraagde betaling is: (a)
ingeval de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats
heeft in een lidstaat die de euro als munteenheid heeft of in een derde staat,
de rentevoet die door de Europese Centrale Bank wordt gehanteerd voor haar
meest recente basisherfinancieringstransactie, uitgevoerd vóór de eerste
kalenderdag van het betreffende halfjaar, of de marginale rentevoet die het
gevolg is van variabele-rentetenders voor de meest recente
basisherfinancieringsoperaties van de Europese Centrale Bank, vermeerderd met
acht procentpunten; (b)
ingeval de schuldeiser zijn gewone verblijfplaats
heeft in een lidstaat die niet de euro als munteenheid heeft, het door de
nationale centrale bank van die lidstaat vastgestelde equivalente rentetarief,
vermeerderd met acht procentpunten. 6.
De schuldeiser kan vergoeding van alle overige
schade vorderen. Artikel 169
Vergoeding van invorderingskosten 1.
Wanneer overeenkomstig artikel 168 rente moet
worden betaald, heeft de schuldeiser recht op betaling door de schuldenaar van
minimaal een forfaitair bedrag van 40 euro dan wel een gelijkwaardig bedrag in
de munteenheid die voor de prijs van de overeenkomst is overeengekomen, ter
vergoeding van de invorderingskosten van de schuldeiser. 2.
De schuldeiser heeft recht op betaling door de
schuldenaar van een redelijke vergoeding voor alle invorderingskosten die het
in lid 1 vermelde forfaitair bedrag te boven gaan en die het gevolg zijn van de
vertraagde betaling door de schuldenaar. Artikel 170
Oneerlijke voorwaarden van overeenkomsten inzake vertragingsrente 1.
Een voorwaarde in een overeenkomst met betrekking
tot de datum van betaling of de betalingstermijn, de rentevoet voor vertragingsrente
of de vergoeding voor invorderingskosten is niet bindend wanneer zij oneerlijk
is. Een voorwaarde is oneerlijk wanneer zij gelet op alle omstandigheden van
het geval, waaronder de aard van de goederen, digitale inhoud of verbonden
diensten, grovelijk afwijkt van de gangbare handelspraktijken en indruist tegen
de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid. 2.
Voor de toepassing van lid 1 wordt een voorwaarde
in een overeenkomst waarbij een betalingstermijn of –periode of een rentevoet
is vastgesteld die voor de schuldeiser ongunstiger is dan de in artikel 167 of
artikel 168 vermelde termijn, periode of voet, of een voorwaarde waarbij een
vergoeding voor invorderingskosten is vastgesteld die lager is dan het in
artikel 169 vermelde bedrag, geacht oneerlijk te zijn. 3.
Voor de toepassing van lid 1 is een voorwaarde in
een overeenkomst waarbij vertragingsrente of een vergoeding voor
invorderingskosten wordt uitgesloten altijd oneerlijk. Artikel 171
Dwingend karakter Het is partijen niet toegestaan de toepassing
van deze afdeling uit te sluiten of van deze afdeling af te wijken of de
gevolgen ervan te wijzigen. Deel VII Teruggave Hoofdstuk 17 Teruggave Artikel 172
Teruggave in geval van vernietiging of ontbinding 1.
Wanneer een overeenkomst door een van beide
partijen is vernietigd of ontbonden, is elke partij verplicht hetgeen zij
("de ontvanger") van de wederpartij heeft ontvangen, terug te geven. 2.
De verbintenis tot teruggave van hetgeen is
ontvangen, omvat alle natuurlijke en burgerlijke vruchten die voorvloeien uit hetgeen
is ontvangen. 3.
Bij de ontbinding van een overeenkomst waarbij in
termijnen of delen moet worden nagekomen, bestaat geen verplichting tot teruggave
van hetgeen is ontvangen met betrekking tot die termijnen of delen ten aanzien
waarvan de verbintenissen over en weer volledig zijn nagekomen, of wanneer de
prijs voor hetgeen is gepresteerd op grond van artikel 8, lid 2, verschuldigd
blijft, tenzij de overeenkomst van dien aard is dat gedeeltelijke nakoming voor
geen van de partijen van waarde is. Artikel 173
Betaling van geldswaarde 1.
Wanneer hetgeen is ontvangen, in voorkomend geval
met inbegrip van de vruchten, niet kan worden teruggegeven, of in geval van al
dan niet op een materiële gegevensdrager geleverde digitale inhoud, moet de
ontvanger de waarde daarvan in geld betalen. Wanneer teruggave mogelijk is,
maar tot onredelijke inspanningen of kosten zou leiden, kan de ontvanger ervoor
kiezen de waarde in geld te betalen, mits dit de vermogensbelangen van de
wederpartij niet schaadt. 2.
De geldswaarde van goederen is de waarde die de
goederen zouden hebben gehad op de datum waarop de waarde in geld had moeten
worden betaald wanneer de ontvanger de goederen zonder vernietiging of schade
tot die datum had gehouden. 3.
Wanneer een verbonden dienstenovereenkomst wordt
vernietigd of ontbonden door de klant nadat de verbonden dienst is verricht of
gedeeltelijk is verricht, is de geldswaarde van hetgeen is ontvangen, het
bedrag dat de klant heeft bespaard door het ontvangen van de verbonden dienst. 4.
In geval van digitale inhoud is de geldswaarde van hetgeen
is ontvangen het bedrag dat de klant heeft bespaard door gebruik te maken van
de digitale inhoud. 5.
Wanneer de ontvanger een vervanging voor goederen
of digitale inhoud in geld of natura heeft gekregen terwijl hij de grond voor de
vernietiging of de ontbinding kende of had behoren te kennen, kan de
wederpartij ervoor kiezen ofwel hetgeen ter vervanging is ontvangen ofwel de
geldswaarde van hetgeen ter vervanging is ontvangen, te vorderen. Een ontvanger
die een vervanging voor goederen of digitale inhoud in geld of natura heeft verkregen
terwijl hij de grond voor de vernietiging of de ontbinding niet kende of had
behoren te kennen, kan ervoor kiezen ofwel hetgeen ter vervanging is ontvangen
ofwel de geldswaarde van hetgeen ter vervanging is ontvangen, terug te geven. 6.
In geval van digitale inhoud die niet tegen
betaling van een prijs is geleverd, geschiedt geen teruggave. Artikel 174
Betaling voor gebruik en rente over ontvangen gelden 1.
Een ontvanger die gebruik heeft gemaakt van
goederen moet de wederpartij de geldswaarde van dat gebruik betalen met
betrekking tot elke periode waarin: (a)
de ontvanger de grond voor de vernietiging of de
ontbinding heeft veroorzaakt; (b)
de ontvanger, voor de aanvang van die periode, de
grond voor vernietiging of ontbinding kende, of (c)
het gelet op de aard van de goederen, de aard en
hoeveelheid van het gebruik en de beschikbaarheid van andere rechtsmiddelen dan
ontbinding, onbillijk zou zijn de ontvanger het gebruik om niet van de goederen
voor die periode toe te staan. 2.
Een ontvanger die verplicht is geld terug te geven,
moet rente betalen tegen de in artikel 166 bepaalde rentevoet, wanneer: (a)
de wederpartij verplicht is voor het gebruik te
betalen, of (b)
de ontvanger de aanleiding heeft gegeven tot de vernietiging
van de overeenkomst wegens bedrog, bedreiging en misbruik. 3.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk is een
ontvanger niet verplicht om voor het gebruik van ontvangen goederen te betalen
of om rente over ontvangen gelden te betalen in andere situaties dan die welke
zijn genoemd in de leden 1 en 2. Artikel 175
Vergoeding voor uitgaven 1.
Wanneer een ontvanger uitgaven heeft moeten
verrichten in verband met goederen of digitale inhoud, heeft hij recht op
vergoeding voor zover de uitgaven aan de wederpartij ten goede zijn gekomen
mits de uitgaven zijn verricht op een tijdstip waarop de ontvanger de grond voor
de vernietiging of de ontbinding niet kende of had behoren te kennen. 2.
Een ontvanger die de grond voor de vernietiging of de
ontbinding kende of had behoren te kennen, heeft alleen recht op vergoeding
voor de uitgaven die noodzakelijk waren om de goederen of digitale inhoud voor
verlies of waardevermindering te behoeden, mits de ontvanger geen gelegenheid
had de wederpartij om advies te vragen. Artikel 176
Billijke wijziging Elke verbintenis tot teruggave of betaling op
grond van dit hoofdstuk kan worden gewijzigd voor zover de nakoming daarvan grovelijk
onbillijk zou zijn, met name gelet op de vraag of de partij de grond voor de vernietiging
of de ontbinding niet heeft veroorzaakt of niet heeft gekend. Artikel 177
Dwingend karakter In betrekkingen tussen een handelaar en een
consument is het partijen niet toegestaan ten nadele van de consument de
toepassing van dit hoofdstuk uit te sluiten, van dit hoofdstuk af te wijken of
de gevolgen ervan te wijzigen. Deel VIII Verjaring Hoofdstuk 18 Verjaring Afdeling
1 Algemene bepalingen Artikel 178
Aan verjaring onderworpen rechten Het recht om nakoming van een verbintenis en
alle bijkomende rechten af te dwingen, verjaart door het verloop van een
termijn overeenkomstig dit hoofdstuk. Afdeling
2 Verjaringstermijnen en hun aanvang Artikel 179
Verjaringstermijnen 1.
De korte verjaringstermijn bedraagt twee jaar. 2.
De lange verjaringstermijn bedraagt tien jaar of,
in geval van een recht op schadevergoeding wegens lichamelijk letsel, dertig
jaar. Artikel 180
Aanvang 1.
De korte verjaringstermijn begint te lopen op het
tijdstip waarop de schuldeiser de feiten ten gevolge waarvan het recht kan
worden uitgeoefend kende of had behoren te kennen. 2.
De lange verjaringstermijn begint te lopen op het
tijdstip waarop de schuldenaar moet nakomen dan wel, in geval van een recht op
schadevergoeding, vanaf het tijdstip van de handeling ten gevolge waarvan het
recht ontstaat. 3.
Wanneer de schuldenaar een voortdurende verbintenis
heeft om iets te doen of na te laten, wordt de schuldeiser geacht een
afzonderlijk recht te hebben met betrekking tot elke niet-nakoming van de
verbintenis. Afdeling
3 Verlenging van verjaringstermijnen Artikel 181
Schorsing in geval van gerechtelijke en andere procedures 1.
De loop van beide verjaringstermijnen is geschorst
vanaf het tijdstip waarop de gerechtelijke procedure om het recht geldend te
maken wordt ingeleid. 2.
De schorsing duurt tot het tijdstip waarop een
eindbeslissing is gegeven, dan wel het geschil op een andere wijze is
afgehandeld. Wanneer de procedure eindigt binnen de laatste zes maanden van de
verjaringstermijn zonder dat een beslissing ten gronde wordt genomen, verloopt
de verjaringstermijn niet eerder dan nadat zes maanden zijn verstreken na het
tijdstip waarop de procedure is geëindigd. 3.
De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing
op arbitrage- en bemiddelingsprocedures, op procedures waarbij een geschil
tussen twee partijen is voorgelegd aan een derde voor een bindend besluit, en
op alle andere procedures die zijn ingeleid ter verkrijging van een beslissing
inzake het recht of ter afwending van een faillissement. 4.
Onder bemiddeling wordt een gestructureerde
procedure verstaan, ongeacht de benaming, waarin twee of meer partijen bij een
geschil op vrijwillige basis zelf pogen met de hulp van een bemiddelaar hun
geschil te schikken. Deze procedure kan door partijen worden ingeleid of door
een gerecht worden voorgesteld of gelast, dan wel door het nationale recht zijn
voorgeschreven. De bemiddeling eindigt door een overeenkomst tussen partijen of
door een verklaring van de bemiddelaar of een der partijen. Artikel 182
Verlenging van verjaring in geval van onderhandelingen Wanneer partijen onderhandelen over het recht
dan wel over omstandigheden op grond waarvan een vordering in verband met het
recht kan ontstaan, verloopt geen van beide verjaringstermijnen voor een jaar
is verstreken na de laatste gedane mededeling in het kader van de
onderhandelingen of na de mededeling van een van partijen aan de andere dat zij
de onderhandelingen niet langer wil voortzetten. Artikel 183
Verlenging van verjaring in geval van onbekwaamheid Wanneer een handelingsonbekwame persoon geen
vertegenwoordiger heeft, dan verloopt geen verjaringstermijn van een recht van
die persoon voor een jaar is verstreken sedert het einde van de
handelingsonbekwaamheid of de aanstelling van een vertegenwoordiger. Afdeling
4 Hernieuwing van verjaringstermijnen Artikel 184
Hernieuwing door erkenning Wanneer de schuldenaar het recht jegens de
schuldeiser erkent, door gedeeltelijke betaling, betaling van rente,
zekerheidsstelling, verrekening of op enige andere wijze, begint een nieuwe,
korte verjaringstermijn te lopen. Afdeling
5 Gevolgen van verjaring Artikel 185
Gevolgen van verjaring 1.
Na het verlopen van de betrokken verjaringstermijn
heeft de schuldenaar het recht nakoming van de betrokken verbintenis te
weigeren en verliest de schuldeiser alle rechtsmiddelen in geval van niet-
nakoming met uitzondering van het recht nakoming op te schorten. 2.
Datgene wat door de schuldenaar ter nakoming van de
betrokken verbintenis is betaald of overgedragen, kan niet worden
teruggevorderd enkel omdat de verjaringstermijn is verlopen op het tijdstip van
de nakoming. 3.
De verjaringstermijn voor een recht op betaling van
rente en andere bijkomende rechten verloopt niet later dan de termijn voor het
primaire recht. Afdeling
6 Wijziging bij overeenkomst Artikel 186
Overeenkomsten betreffende verjaring 1.
Partijen kunnen bij overeenkomst de bepalingen van
dit hoofdstuk wijzigen, met name door het inkorten of verlengen van de
verjaringstermijnen. 2.
De korte verjaringstermijn kan niet worden verkort
tot minder dan één jaar of verlengd tot meer dan tien jaar. 3.
De lange verjaringstermijn kan niet worden verkort
tot minder dan één jaar of verlengd tot meer dan dertig jaar. 4.
Het is partijen niet toegestaan de toepassing van
dit artikel uit te sluiten of van dit artikel af te wijken of de gevolgen ervan
te wijzigen. 5.
In een overeenkomst tussen een handelaar en een
consument kan dit artikel niet worden toegepast ten nadele van de consument. Aanhangsel
1 Standaardinstructies inzake herroeping Herroepingsrecht U heeft het recht
binnen een termijn van 14 kalenderdagen zonder opgave van redenen deze
overeenkomst te herroepen. De herroepingstermijn verstrijkt 14 dagen na
dag 1. Om het herroepingsrecht uit te oefenen, dient
u ons door middel van een duidelijke verklaring (bijvoorbeeld een per post, fax
of e-mail verzonden brief) in kennis te stellen (2) van uw besluit deze
overeenkomst te herroepen. U kunt gebruik maken van het bijgevoegde standaardformulier
voor herroeping, maar dit is niet verplicht. 3 Om aan de termijn voor herroeping te voldoen,
volstaat het wanneer u uw mededeling inzake de uitoefening van het
herroepingsrecht toestuurt voordat de herroepingstermijn is verstreken. Gevolgen van
herroeping Wanneer u deze overeenkomst herroept, zullen
wij u onverwijld en in elk geval uiterlijk 14 dagen na de dag waarop wij zijn
geïnformeerd over uw besluit om deze overeenkomst te herroepen, alle betalingen
terugbetalen, met inbegrip van de leveringskosten (maar met uitzondering van de
extra kosten die het gevolg zijn van uw keuze voor een ander type levering dan
het door ons aangeboden goedkoopste type standaardlevering). Wij zullen deze
terugbetaling verrichten met gebruikmaking van hetzelfde betaalmiddel als door
u voor de oorspronkelijke transactie werd gebruikt, tenzij u uitdrukkelijk met
een ander betaalmiddel heeft ingestemd; in geen geval zal een dergelijke
terugbetaling voor u extra kosten met zich brengen. 4 5 6 Aanwijzingen voor het invullen: 1 Voeg hier een van de volgende
formuleringen tussen aanhalingstekens in: a) in geval van een verbonden dienstenovereenkomst
of een overeenkomst voor de levering van water, gas of elektriciteit, dat/die
niet marktklaar is gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde
hoeveelheid, van stadsverwarming en van digitale inhoud die niet op een
materiële gegevensdrager is geleverd: "het tijdstip van het sluiten van de
overeenkomst."; b) in geval van een koopovereenkomst:
"het tijdstip waarop u of een door u aangewezen derde, die niet de
vervoerder is, de goederen fysiek in ontvangst neemt."; c) in geval van een overeenkomst inzake
verschillende door de consument in één bestelling bestelde en afzonderlijk
geleverde goederen: "het tijdstip waarop u of een door u aangewezen derde,
die niet de vervoerder is, het laatste goed fysiek in ontvangst neemt."; d) in geval van een overeenkomst inzake de
levering van een goed dat uit verschillende zendingen of onderdelen bestaat:
"het tijdstip waarop u of een door u aangewezen derde, die niet de
vervoerder is, de laatste zending of het laatste onderdeel fysiek in ontvangst neemt."; e) in geval van een overeenkomst voor de
geregelde levering van goederen gedurende een vastgestelde termijn: "het
tijdstip waarop u of een door u aangewezen derde, die niet de vervoerder is,
het eerste goed fysiek in ontvangst neemt.". 2 Vul uw naam, geografische adres en,
indien beschikbaar, uw telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres in. 3 Wanneer u de consument de
mogelijkheid biedt op uw website elektronisch het formulier in te vullen en
informatie over zijn herroeping van de overeenkomst te overleggen, voeg dan het
volgende in: "Desgewenst kunt u elektronisch het
standaardherroepingsformulier invullen en dit of een andere duidelijke verklaring
indienen op onze website [voeg internetadres in]. Wanneer u van deze
mogelijkheid gebruik maakt, zullen wij u overwijld een ontvangstbevestiging van
deze herroeping toezenden op een materiële gegevensdrager (bijvoorbeld via
e-mail)." 4 In geval van een koopovereenkomst
waarin u niet heeft aangeboden om de goederen af te halen in geval van
herroeping, dient u de volgende tekst in te voegen: "Terugbetaling zal
kunnen worden opgeschort totdat wij de goederen terug ontvangen hebben of,
wanneer dat eerder is, u bewijs heeft overgelegd dat de goederen zijn
teruggezonden". 5 Wanneer de consument in verband met
de overeenkomst goederen heeft ontvangen, dient u het volgende in te voegen: a voeg in: –
"Wij zullen de goederen afhalen.", of –
"U dient onverwijld en in elk geval binnen 14
dagen na de dag waarop wij door u zijn geïnformeerd over uw herroeping van deze
overeenkomst, de goederen aan ons of ____[voeg de naam in en het geografische
adres, indien van toepassing, van de persoon die u heeft gemachtigd om de goederen
in ontvangst te nemen] terug te zenden of te overhandigen. Deze termijn wordt
in acht genomen wanneer de goederen door u worden teruggezonden voordat de
termijn van 14 dagen is verstreken." b voeg ofwel in: –
"De kosten van het terugzenden van de goederen
zullen door ons worden gedragen.", ofwel –
"De kosten van het terugzenden van de goederen
zullen door u dienen te worden gedragen.", ofwel –
Wanneer in geval van een overeenkomst op afstand u
niet aanbiedt om de kosten van het terugzenden van de goederen te dragen en de
goederen, naar hun aard, in principe niet per post kunnen worden teruggezonden:
"De kosten van het terugzenden van de goederen, ten bedrage van ___ EUR
[bedrag invullen] zullen door u dienen te worden gedragen.", of indien de
kosten van het terugzenden van de goederen redelijkerwijs niet vooraf kunnen
worden berekend: "De kosten van het terugzenden van de goederen zullen
door u dienen te worden gedragen. De kosten worden beraamd op een maximum van
ongeveer ___ EUR [bedrag invullen]", ofwel –
Wanneer in geval van een overeenkomst op afstand de
goederen naar hun aard in principe niet per post kunnen worden teruggezonden en
op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst bij de consument thuis zijn
geleverd: "Wij zullen de goederen op eigen kosten afhalen." c "U bent slechts aansprakelijk voor
de waardevermindering van de goederen die het gevolg is van hanteren of gebruik
dat verder ging dan nodig was om de aard, de hoedanigheid en het functioneren
van de goederen vast te stellen." 6 In het geval van een overeenkomst
betreffende het verrichten van verbonden diensten, vul het volgende in:
"Indien u verzocht om tijdens de herroepingstermijn te beginnen met het
verrichten van verbonden diensten, dient u ons een bedrag te betalen dat
evenredig is aan de verhouding tussen datgene wat is geleverd tot het tijdstip
waarop u ons van uw herroeping van de overeenkomst in kennis heeft gesteld en
de volledige uitvoering van de overeenkomst.". Aanhangsel
2 Standaardformulier
voor herroeping (dit
formulier alleen invullen en terugzenden wanneer u de overeenkomst wilt
herroepen) –
Aan [hier dienen door de handelaar de naam, het
geografische adres en, indien beschikbaar, het faxnummer en e-mailadres van de
handelaar te worden ingevuld]: –
Ik/Wij* deel/delen* u hierbij mede, dat ik/wij*
onze overeenkomst betreffende de verkoop van de volgende goederen/levering van
de volgende digitale inhoud/verrichting van de volgende verbonden dienst*
herroep/herroepen* –
Besteld op*/ontvangen op* –
Naam consument(en) –
Adres consument(en) –
Handtekening consument(en) (alleen wanneer dit
formulier op papier wordt ingediend) –
Datum
* Doorhalen wat niet van toepassing is. BIJLAGE II
STANDAARDMEDEDELING Op de overeenkomst die u op het punt staat te
gaan sluiten zal het gemeenschappelijk Europees kooprecht van toepassing zijn;
dit is een alternatieve regeling van nationaal overeenkomstenrecht die
beschikbaar is voor consumenten in grensoverschrijdende situaties. Deze
gemeenschappelijke bepalingen zijn in de hele Europese Unie identiek en zijn zo
opgezet dat zij consumenten een hoog beschermingsniveau bieden. Deze
bepalingen zijn uitsluitend van toepassing wanneer u aangeeft ermee in te
stemmen dat het gemeenschappelijk Europees kooprecht op de overeenkomst van
toepassing is. Wellicht heeft
u met een overeenkomst telefonisch of anderszins (bijvoorbeeld door middel van
een sms) ingestemd zodat u deze mededeling niet op voorhand kon krijgen. In dat
geval zal de overeenkomst pas van kracht zijn nadat u deze mededeling heeft
ontvangen en uw instemming heeft bevestigd. Uw belangrijkste rechten worden hieronder
beschreven. HET GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES
KOOPRECHT: OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE CONSUMENTENRECHTEN Uw rechten voordat u de overeenkomst
ondertekent De handelaar dient u de voornaamste informatie
over de overeenkomst te verstrekken, zoals het product en de prijs, met
inbegrip van alle heffingen en kosten, en zijn contactgegevens. De informatie
dient gedetailleerder te zijn wanneer u iets buiten de winkel van de handelaar
koopt of de handelaar in het geheel niet persoonlijk ontmoet, bijvoorbeeld
wanneer u online of per telefoon koopt. U heeft recht op schadevergoeding
wanneer deze informatie onvolledig of onjuist is. Uw rechten nadat u de overeenkomst heeft
ondertekend In de meeste gevallen heeft u 14 dagen om de
koop te herroepen wanneer u de goederen buiten de winkel van de handelaar heeft
gekocht of de handelaar tot het moment van de koop niet heeft ontmoet
(bijvoorbeeld wanneer u online of per telefoon heeft gekocht). De handelaar
dient u informatie te verstrekken alsook een standaardformulier
voor herroeping[23].
Wanneer de handelaar dit heeft nagelaten, kunt u de overeenkomst binnen een
jaar annuleren. Wat kunt u doen wanneer de producten
gebrekkig zijn of niet worden geleverd zoals is overeengekomen? U heeft dan de keuze tussen: 1) het product laten leveren, 2)
vervangen, of 3) repareren, 4) verzoeken om een prijsvermindering. 5) U kunt de
overeenkomst annuleren, het product terugzenden en uw geld terugkrijgen, tenzij
het gebrek zeer gering is. 6) U kunt schadevergoeding vorderen. U hoeft de
prijs pas te betalen wanneer u het product zonder gebreken krijgt. Wanneer een handelaar een verbonden dienst
niet zoals in de overeenkomst was afgesproken heeft verricht, heeft u
soortgelijke rechten. De handelaar heeft in beginsel echter het recht om nadat
u hem uw klacht heeft meegedeeld, eerst te proberen de kwestie op te lossen.
Slechts wanneer de handelaar ook dan in gebreke blijft, heeft u de keuze tussen
1) opnieuw de handelaar verzoeken de verbonden dienst te verlenen, 2) de prijs
niet betalen voordat de verbonden dienst naar behoren is verricht, 3) een
prijsvermindering vragen of 4) schadevergoeding vorderen. 5) U kunt de
overeenkomst ook annuleren en uw geld terugkrijgen, tenzij de nalatigheid bij
de verbonden dienstverlening erg gering is. Termijn voor het geldend maken
van uw rechten wanneer goederen gebrekkig zijn of niet worden geleverd als
overeengekomen is: u kunt uw rechten gedurende twee jaar geldend maken
nadat u zich ervan bewust geworden bent of had moeten zijn dat de handelaar
heeft nagelaten iets te doen waarover in de overeenkomst een afspraak is
gemaakt. Wanneer zulke problemen pas in een laat stadium duidelijk worden, kunt
u op zijn laatst een dergelijke vordering naar voren brengen 10 jaar na het
moment waarop de handelaar de goederen of de digitale inhoud moest leveren of
de verbonden dienst moest verrichten. Bescherming in geval van oneerlijke
voorwaarden: u wordt niet juridisch gebonden door
oneerlijke standaardvoorwaarden van een handelaar in een overeenkomst. Deze opsomming van rechten vormt slechts
een samenvatting en is daarom niet compleet en bevat evenmin alle
bijzonderheden. De volledige tekst van het gemeenschappelijk Europees kooprecht
kunt u hier raadplegen. Lees de overeenkomst a.u.b. zorgvuldig. In geval van een geschil kan het raadzaam
zijn juridisch advies in te winnen. [1] Eurobarometer 320 van 2011, European contract law in
business-to-business transactions, blz. 15 en Eurobarometer 321 van 2011,
European contract law in consumer transactions, blz. 19. [2] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6. [3] Eurobarometer 320, European contract law in
business-to-business transactions van 2011, blz. 15 en Eurobarometer 321,
European contract law in consumer transactions van 2011, blz. 19. [4] A. Turrini en T. Van Ypersele, Traders, courts and
the border effect puzzle, Regional Science and Urban Economics, 40, 2010,
blz. 82: "Analysing international trade across OECD countries we show that
controlling for countries specific factors, distance, the presence of common
border and common language […], similar legal systems have a significant impact
on trade […]. If two countries share common origins for their legal system, on
average they exhibit trade flows 40% larger." [5] COM(2001) 398 van 11.7.2001. [6] COM(2010) 348 definitief, van
1.7.2010. [7] De Akte voor de interne markt, COM(2011) 206 definitief,
van 13.4.2011, blz. 19, en de Annual Growth Survey, bijlage 1,
voortgangsverslag over Europa 2020, COM(2011) 11 - A1/2, van 12.1.2010, blz. 5
maken ook melding van het initiatief inzake Europees overeenkomstenrecht. [8] COM(2010) 245 definitief, van 26.8.2010, blz. 13. [9] De uitzonderingen betreffen het Verenigd Koninkrijk,
Portugal en Malta. [10] Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt,
PB L 178 van 17.07.2000, blz. 1-16. [11] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6. [12] PB L 199 van 31.7.2007, blz. 40. [13] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36. [14] PB L 105 van 27.4.2010, blz. 109. [15] Mededeling van de Commissie inzake het Opbouwen van
vertrouwen in EU-brede rechtvaardigheid: een nieuwe dimensie aan Europese
gerechtelijke opleiding, COM(2011) 551 definitief, van 13.9.2011. [16] PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36. [17] PB C , , blz. . [18] PB C , , blz. . [19] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6. [20] PB L 199 van 31.7.2007, blz. 40. [21] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36. [22] PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36. [23] Hier dient u een link in te voegen.