EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0467

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité - Voor een versterkte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt

/* COM/2009/0467 def. */

52009DC0467

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité - Voor een versterkte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt /* COM/2009/0467 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 11.9.2009

COM(2009) 467 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Voor een versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt

INHOUDSOPGAVE

1. Handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: omzetting van een langetermijnverbintenis in concrete maatregelen 3

2. Begrijpen wat er op het spel staat en de risico’s reduceren: een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij 5

2.1. De handhaving van IER’s ondersteunen aan de hand van omvattende informatie en uitwisseling van beste praktijken 6

2.2. Het waarnemingscentrum als platform voor belanghebbenden en lidstaten 8

3. Bevordering van Europawijde adminstratieve samenwerking 8

3.1. Transparantere nationale structuren en systemen 9

3.2. Bevordering van grensoverschrijdende samenwerking aan de hand van moderne instrumenten voor informatie-uitwisseling 9

4. Coalities tot stand brengen: Convenanten tussen belanghebbende partijen mogelijk maken 10

4.1. Punten van overeenkomst tussen de belanghebbende partijen benadrukken 10

4.2. Bestrijding van IER-inbreuken via overleg tussen de belanghebbende partijen 10

4.3. De internetverkoop van namaakgoederen aanpakken 11

5. Conclusies 12

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Voor een versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt

1. HANDHAVING VAN INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN: OMZETTING VAN EEN LANGETERMIJNVERBINTENIS IN CONCRETE MAATREGELEN

Een kennismaatschappij als de onze kan onmogelijk goed draaien zonder de motor van de intellectuele-eigendomsrechten (IER’s) die borg staat voor billijke inkomsten uit investeringen en daardoor zowel innovatie als creativiteit aandrijft. Door uitvinders, ontwerpers en kunstenaars te beschermen en mee te laten profiteren van de economische waarde van hun creaties, spelen IER’s een steeds belangrijker rol als aanjager van economische groei. Hierdoor kan de essentiële cyclus van bedrijfsontwikkeling, kennis en verdere innovatie zich volledig ontvouwen. Ook de consument vaart er wel bij: dankzij de garanties die vele handelsmerken bieden op het vlak van kwaliteit, legaliteit, veiligheid en betrouwbaarheid van de betrokken producten, kan hij met vertrouwen zijn keuze maken.

De EU kan bogen op een aantal van de grootste en meest succesvolle bedrijven ter wereld die IER’s als één van hun waardevolste bedrijfsactiva beschouwen. IER’s zijn in de interne markt echter net zo belangrijk voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) die deze rechten gebruiken om hun onroerende activa te beschermen en toegang te krijgen tot opstartfinanciering en risicokapitaal. De bescherming van deze randvoorwaarden aan de hand van een hoogwaardige intellectuele-eigendomscultuur die kansen voor essentieel Europees talent beschermt en creëert, moet een prioriteit voor de Europese Unie blijven.

De toenemende waarde van IER’s wijst niet alleen op het succes van deze rechten, maar maakt deze ook tot een aantrekkelijk doelwit voor namakers en piraten die niet zelden optreden als goed gefinancierde, georganiseerde, hooggekwalificeerde ondernemers en actief zijn op industriële schaal. Bij hun onwettige activiteiten maken zij gebruik van alle mogelijke geavanceerde technologische en commerciële methoden en moderne bedrijfsmodellen om de grens- en continentoverschrijdende productie, distributie en verkoop van illegale goederen te controleren. Een van deze instrumenten is het internet, dat als werkinstrument voor wereldwijde handel in illegale producten de innovatie fnuikt en banen in gevaar brengt.

De dramatische en schadelijke gevolgen van namaak en piraterij[1] op ondernemingen in Europa kan nog problematischer worden vanwege de recente economische achteruitgang en de toename van het aantal namaakproducten dat te koop wordt aangeboden. Naast de traditionele namaak- en piraterijgoederen, zoals luxe-, mode-, muziek- en filmproducten, zijn inmiddels tal van consumptiegoederen, zoals levensmiddelen, cosmetica, hygiëneproducten, auto-onderdelen, speelgoed en verschillende soorten technische en elektrische apparaten[2] , doelwit van deze praktijken geworden. Hierdoor zijn risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de Europese burger ontstaan. Vooral de toename van namaakgeneesmiddelen[3] wordt steeds zorgwekkender[4]. De Commissie heeft in de interne markt een rechtskader ten uitvoer gelegd dat voorziet in de nodige instrumenten voor een billijke, effectieve en evenredige handhaving van IER’s. De richtlijn IER-handhaving[5], waarbij de wetgeving van de lidstaten inzake civielrechtelijke maatregelen ter handhaving van alle IER’s is geharmoniseerd, is een van de hoekstenen in dit verband. Een voorstel inzake strafrechtelijke sancties ligt momenteel ter behandeling voor in de Raad[6].

De douaneverordening van de EU[7], op grond waarvan goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een IER, kunnen worden vastgehouden, is een andere pijler van het rechtskader. Momenteel pleegt de Commissie overleg met de lidstaten en de betrokken partijen over mogelijke verbeteringen van deze verordening.

De Commissie stelt nu voor om dit hoofdcorpus van bestaande wetgeving, overeenkomstig de resolutie van de Raad Concurrentievermogen over een alomvattend Europees plan voor de bestrijding van namaak en piraterij, aan te vullen met andere dan wetgevingsmaatregelen.

Steun voor KMO’s is hiertoe van het allergrootste belang. Een in opdracht van de Commissie uitgevoerd onderzoek heeft in 2007 bevestigd dat inbreuken op IER’s enorme problemen veroorzaken voor Europese KMO’s, die voor een groot deel niet over de (financiële) middelen beschikken om overtreders te vervolgen[8]. Daarom heeft de Commissie, overeenkomstig de sterkere klemtoon op IER’s en kennisbeheer sinds de invoering van de bijgewerkte strategie van Lissabon in 2005, besloten tot omvangrijker steunverlening op dit gebied. In april 2009 heeft de door de Commissie ingestelde raadgevende groep van deskundigen in haar slotverslag aanbevelingen voorgesteld in verband met voor de KMO's vereiste steun[9]. Overeenkomstig de bevindingen in dat verslag gaat de Commissie verder met een aantal daaraan gerelateerde projecten om de KMO’s te helpen IER’s in hun innovatiestrategie en bedrijfsplan te integreren.

Op mondiaal vlak heeft de Commissie een langetermijnstrategie ter versterking van de handhaving van IER’s in derde landen ontwikkeld[10]. In het kader van die strategie is een lijst van “prioritaire landen” opgesteld die geregeld wordt bijgewerkt[11]. Andere belangrijke initiatieven zijn de onderhandelingen over een handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA) en een actieplan EU-China voor meer douanesamenwerking met het oog op de bescherming van IER’s. Bovendien heeft de Commissie een KMO-helpdesk voor IER-kwesties met betrekking tot China opgericht die KMO’s de nodige bedrijfsinstrumenten ter hand stelt voor de ontwikkeling van hun IER-rechten en voor het beheer van daarmee gepaarde gaande risico’s.

Tevens van essentieel belang is de consolidatie van partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector. In mei 2008 is in samenwerking met leden van het Europees Parlement een conferentie op hoog niveau inzake namaak en piraterij gehouden om een duurzame EU-strategie voor een op meer participatie gebaseerde benadering op de rails te zetten[12]. Na deze conferentie heeft de Commissie haar strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa[13] voorgelegd en heeft de Raad Concurrentievermogen zijn resolutie over een alomvattend Europees plan voor de bestrijding van namaak en piraterij[14] aangenomen. In zijn conclusies bevestigde de Raad de noodzaak de handhaving van IER’s in de interne markt te verbeteren door de wetgeving aan te vullen met een reeks niet-wetgevingsmaatregelen. De Raad riep bovendien de Commissie op om, aan de hand van een douaneplan ter bestrijding van namaak voor de periode 2009-2012, de inspanningen op het gebied van grenscontroles vastberaden voort te zetten. De Commissie heeft dit plan in samenwerking met de lidstaten opgesteld[15].

2. BEGRIJPEN WAT ER OP HET SPEL STAAT EN DE RISICO’S REDUCEREN: EEN EUROPEES WAARNEMINGSCENTRUM VOOR NAMAAK EN PIRATERIJ

De grote lijnen van de wijdverspreide schade die door inbreuken op IER’s wordt veroorzaakt, zijn goed gedocumenteerd. Moeilijker te verzamelen is alomvattende informatie die bijdraagt tot betere prioritering, efficiënter gerichte handhaving en, bijgevolg, betere samenwerking en een op bewijsmateriaal gebaseerd beleid.

In 2006 bleek uit een OESO-verslag[16] dat overheden en bedrijven absoluut werk moesten maken van de verzameling van betrouwbare en actuele gegevens over de omvang van namaak- en piraterijactiviteiten en de impact daarvan op de economie, de samenleving en de werkgelegenheid in Europa. Het werk dat bepaalde sectoren hebben geïnvesteerd in de analyse van de omvang en de schaal van het probleem, levert echter onvoldoende vergelijkbare gegevens op omdat het cijfermateriaal aan de hand van verschillende methoden en bronnen tot stand is gekomen.

Bovendien zijn tal van gegevens in handen van nationale handhavingsinstanties, Europese en nationale IE-kantoren en aanverwante professionele bedrijfsorganisaties. Het assimileren van de gegevens verloopt vaak moeilijk. Een van de robuuste informatiebronnen die beschikbaar zijn, wordt bekendgemaakt door de Commissie op basis van de douaneacties inzake vasthouding van goederen aan de EU-grenzen[17]. Vasthoudingen aan de grens betreffen echter alleen maar goederen die het grondgebied van de EU verlaten of binnenkomen, en leveren dus slechts een partieel beeld op. Om de economische en maatschappelijke implicaties van namaak en piraterij volledig te kunnen beoordelen en te kunnen begrijpen waarom bepaalde producten, sectoren en geografische gebieden in de EU kwetsbaarder blijken dan andere, moet de algemene kennisbasis worden uitgebreid. Mede dankzij volledige en vergelijkbare gegevens zal het tevens gemakkelijker worden overeenstemming te bereiken over prioriteiten, programma’s, handhavingsdoelstellingen en gerichtere campagnes voor de bewustmaking van de consument.

Met het oog daarop heeft de Raad Concurrentievermogen verzocht om de oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij als hoofdinstrument om “het mogelijk (te) maken op basis van door de openbare en de particuliere sector vrijwillig aangeleverde gegevens de omvang van namaak en piraterij geregeld te evalueren en het fenomeen nauwkeuriger te analyseren”[18].

2.1. De handhaving van IER’s ondersteunen aan de hand van omvattende informatie en uitwisseling van beste praktijken

De Commissie is bezig met de oprichting van een waarnemingscentrum dat als centraal punt moet fungeren voor het verzamelen, monitoren en rapporteren van informatie en gegevens over alle IER-inbreuken. Uiteindelijk moet het waarnemingscentrum echter een veel breder actieveld bestrijken en gaan fungeren als een platform waar vertegenwoordigers van nationale autoriteiten en belanghebbende partijen ideeën en expertise op het gebied van beste praktijken uitwisselen, waar gemeenschappelijke handhavingsstrategieën worden ontwikkeld en waar aanbevelingen ten aanzien van de beleidmakers worden geformuleerd.

Om te waarborgen dat het waarnemingscentrum daadwerkelijk de pan-Europese bron van kennis en het centrale punt voor belanghebbenden en bij de handhaving van IER’s betrokken overheidsautoriteiten wordt, moeten de Commissie, de lidstaten en de particuliere sector nauw met elkaar samenwerken. Daarom is het de bedoeling om vertegenwoordigers van zowel overheden als bedrijven uit de hele Europese Unie samen te brengen in een partnerschap met de consumenten om zo een breder inzicht in de problematiek te cultiveren. Een dergelijke aanpak moet de uitwerking van praktische oplossingen, beter gerichte bewustmakingsstrategieën en gezamenlijke acties bevorderen. Een belangrijke concrete taak zal erin bestaan jaarlijks een verslag met specifieke informatie over de voornaamste werkterreinen op te stellen dat door de Commissie zal worden gepresenteerd en openbaar ter beschikking wordt gesteld.

Het waarnemingscentrum moet met name:

- de verzameling en het gebruik van onafhankelijke, betrouwbare informatie en gegevens verbeteren:

- door een benchmark-methode voor de verzameling, analyse en rapportage van onafhankelijke gegevens over IER-inbreuken te ontwikkelen die borg staat voor een objectieve en evenwichtige aggregatie van de informatie;

- door nauwkeurige analyses en geregelde evaluaties van de economische en maatschappelijke implicaties uit te voeren, onder meer inzake de impact op de innovatie, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid in Europa, de betrokkenheid van de georganiseerde misdaad en de risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de Europese burger;

- door de omvattende gegevens die door openbare en particuliere organisaties worden aangeleverd, te gebruiken voor een beoordeling van de sterke en de zwakke punten in de handhaving van IER’s in de interne markt;

- door geregeld specifieke verslagen uit te brengen aan de hand waarvan kwetsbare punten in de interne markt worden geïdentificeerd, gevaren en uitdagingen worden belicht en op bewijsmateriaal gebaseerde handhavingsstrategieën worden ondersteund. Deze openbaar ter beschikking gestelde verslagen zullen een solide kennisbasis leveren en essentiële instrumenten vormen in het prioriterings- en metingsproces;

- beste praktijken bevorderen en verspreiden bij de openbare autoriteiten:

- door de coördinatie van de IER-handhaving in de lidstaten in kaart te brengen en te beoordelen;

- door beste praktijken te bevorderen en te verspreiden, met name aan de hand van innovatieve en succesvolle samenwerkingsinitiatieven zowel tussen verschillende handhavingsautoriteiten als tussen andere ter zake relevante nationale autoriteiten;

- door na te gaan welke opleidingsprogramma’s in bepaalde lidstaten op het gebied van handhaving worden uitgevoerd, deze te documenteren en de beste praktijk te verspreiden;

- door de onverkorte naleving van intellectuele-eigendomsrechten in het kader van door de overheid gefinancierde projecten te stimuleren;

- door de samenwerking tussen de openbare en de particuliere sector te bevorderen, met name inzake bewustmaking en inzake opleiding van het in de handhavingsinstanties actieve personeel;

- succesvolle strategieën van de particuliere sector verspreiden:

- door succesvolle strategieën en acties van de particuliere sector op het gebied van de bestrijding van namaak en piraterij in kaart te brengen en te evalueren, en de betrokken beste praktijken te verspreiden;

- door contacten te leggen met een breed spectrum van belanghebbende partijen uit de distributieketen, zoals organisatoren van handelsbeurzen, transport- en logistiekondernemingen en aanbieders van betaaldiensten;

- door, met het oog op een efficiënte handhaving, inspanningen ter verbetering van de kwaliteit van IER's te bevorderen;

- door succesvolle, op het brede publiek gerichte bewustmakingscampagnes te identificeren, strategieën en initiatieven te ontwikkelen en beste praktijken te verspreiden die de grenzen tussen economische sectoren en landen overschrijden;

- door na te gaan hoe ten aanzien van jongeren de bewustmaking en voorlichting over IER’s kan worden bevorderd;

- oplossingen voor essentiële problemen identificeren, rapporteren en voorstellen;

- door problemen in specifieke geografische gebieden en in specifieke sectoren te beoordelen en te belichten, en aanbevelingen te formuleren ten aanzien van beleidsmakers, handhavingsinstanties en belanghebbende partijen.

2.2. Het waarnemingscentrum als platform voor belanghebbenden en lidstaten

In zijn resolutie suggereert de Raad dat het waarnemingscentrum wordt ingebed in bestaande structuren van de Commissie, die licht en flexibel moeten zijn en zo nodig gebruik kunnen maken van externe expertise. De Commissie zal hiertoe de administratieve kerntaken op zich nemen. De vertegenwoordigers van de lidstaten en de belanghebbende partijen zullen echter ten volle deelnemen aan de werkzaamheden van het waarnemingscentrum en aan de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

De lidstaten zal worden verzocht een nationaal vertegenwoordiger aan te wijzen. Wat de deelname van de belanghebbende partijen betreft, moet worden gezorgd voor een brede representatieve vertegenwoordiging van Europese en nationale organen namens de economische sectoren die het meest betrokken zijn bij de strijd tegen namaak en piraterij en over de grootste ervaring op dit gebied beschikken. Voorts moeten ook de Europese consumenten naar behoren vertegenwoordigd zijn en om een actieve bijdrage worden verzocht. Op die manier kan het waarnemingscentrum de consument helpen een actieve en verantwoordelijke partner te worden. Tot slot dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de vertegenwoordiging van de KMO’s.

3. BEVORDERING VAN EUROPAWIJDE ADMINSTRATIEVE SAMENWERKING

De administratieve samenwerking tussen de verschillende handhavingsautoriteiten zal moeten worden bevorderd, wil men de handhaving van IER’s in de hele interne markt coherent en efficiënt gestalte geven. Gezien het internationale karakter van IER-inbreuken is betere grensoverschrijdende samenwerking in de interne markt niet alleen een wettelijke verplichting, maar een specifieke noodzaak. Administratieve samenwerking presteert weliswaar goed op douanegebied, maar vertoont duidelijk nog lacunes op andere vlakken en moet bijgevolg worden uitgebouwd[19].

De uitbreiding van de administratieve samenwerking op het gebied van IER-handhaving moet tevens worden geplaatst in het bredere kader van een partnerschap tussen Commissie en de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van een interne markt zonder grenzen[20]. Een doeltreffend netwerk van over de hele Europese Unie verspreide contactpunten is in dit verband van essentieel belang voor een snellere informatie-uitwisseling over verdachte producten, productielocaties, distributieroutes en belangrijke verkooppunten. Zo ontstaat er een synergie, die op haar beurt de coördinatie van nationaal beleid en wederzijdse bijstandsverlening zal bevorderen.

Ook op lidstaatniveau dringt een betere coördinatie tussen de bij de IER-handhaving betrokken partijen zich op. Met het oog op een efficiëntere informatie-uitwisseling moeten autoriteiten geregeld contact met elkaar en met ter zake relevante organen uit de particuliere sector opnemen. Daarom wordt de lidstaten gevraagd nationale coördinatoren aan te wijzen en deze te belasten met de duidelijk omschreven opdracht voor afstemming van handhavingskwesties in verband met IER’s tussen hun respectieve nationale handhavingsinstanties te zorgen. Deze nationale coördinatoren moeten via een centraal systeem rechtstreeks met elkaar zijn verbonden en moeten fungeren als spilcontactpunt voor organen uit de industriesector, contacten onderhouden met belanghebbenden en grensoverschrijdende samenwerking mogelijk maken.

Als nationale expertisecentra met betrekking tot IER’s wordt van de nationale diensten voor industriële eigendom een grote bijdrage verwacht. Deze kunnen een waardevolle rol spelen in het opzetten van platforms en strategieën ter bevordering van gecoördineerde benaderingen en in het verspreiden van beste praktijken. Deze rol kan worden uitgebreid naar nieuwe taken, zoals bewustmaking, specifieke steun voor KMO’s en coördinatie. Voorts is het denkbaar dat ook andere internationale instanties die zich op IER’s concentreren, zoals het Europees Octrooibureau, hun expertise en beste praktijken ter beschikking zullen stellen. Wat merken, tekeningen en modellen betreft, kan de samenwerking tussen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt en de nationale instanties worden uitgebreid tot EU-samenwerking en tot toekomstige handhavingsprogramma’s en -acties.

3.1. Transparantere nationale structuren en systemen

Er is behoefte aan meer transparantie met betrekking tot de nationale structuren die op grensoverschrijdend niveau steun moeten verlenen aan belanghebbende partijen, en met name aan KMO’s. Na een omvattende overlegronde waartoe alle lidstaten hebben bijgedragen, analyseert de Commissie momenteel welke structuren de lidstaten hebben ingevoerd om IER-inbreuken te bestrijden. Dit werk moet uitmonden in een verslag waarin de bestaande kaders en strategieën in kaart worden gebracht en indicatoren voor beste praktijken ter beschikking worden gesteld. Het verslag zal in het tweede halfjaar van 2009 in het kader van het waarnemingscentrum worden gepresenteerd tijdens bijeenkomsten van belanghebbende partijen en lidstaten.

3.2. Bevordering van grensoverschrijdende samenwerking aan de hand van moderne instrumenten voor informatie-uitwisseling

Met het oog op de bevordering van grensoverschrijdende samenwerking is het absoluut essentieel de uitwisseling van actuele informatie te verbeteren. In zijn resolutie roept de Raad de Commissie op een netwerk voor de snelle uitwisseling van sleutelgegevens op te richten op basis van nationale meldpunten en moderne instrumenten voor de uitwisseling van informatie.

Om deze doelstelling te halen, moet een groot aantal nationale organen, waaronder de verschillende handhavingsinstanties en nationale diensten voor industriële eigendom, toegang hebben tot een elektronisch netwerk voor het delen van informatie over IER-inbreuken in de interne markt. Dit netwerk moet:

- real-time informatie-uitwisseling over goederen en diensten die inbreuk maken op IER’s in de interne markt, ondersteunen;

- de snelle uitwisseling van alarmberichten over specifieke producten, tendensen en potentiële bedreigingen mogelijk maken, en

- de nationale autoriteiten voorzieningen ter beschikking stellen om taalbarrières te slechten.

Op basis van haar ervaring met andere interne-marktsystemen, zoals het informatiesysteem voor de interne markt (IMI)[21] en het informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS)[22] onderzoekt de Commissie momenteel hoe een modern systeem kan worden ontworpen dat aan de hand van een interface voor het delen en uitwisselen van essentiële informatie optimaal voldoet aan de behoeften van de gebruikers, en hoe dat systeem kan voortbouwen op bestaande netwerken zoals het IMI.

4. COALITIES TOT STAND BRENGEN: CONVENANTEN TUSSEN BELANGHEBBENDE PARTIJEN MOGELIJK MAKEN

4.1. Punten van overeenkomst tussen de belanghebbende partijen benadrukken

De bestrijding van namaak en piraterij komt niet alleen de houders van de rechten, maar ook andere belanghebbende partijen ten goede, zoals importeurs, organisatoren van handelsbeurzen, kleinhandelaren en platforms voor elektronische handel.

Namaak en piraterij brengen ernstige schade toe aan het vertrouwen in de handel in goederen en diensten, vooral via het internet en over de grenzen heen. Hierdoor kunnen ondernemingen kansen aan hun neus zien voorbijgaan, terwijl consumenten er wellicht voor terugschrikken optimaal gebruik te maken van nieuwe distributiekanalen of van voordelige aanbiedingen in de interne-marktomgeving.

Bovendien blijkt uit de grote diversiteit aan namaakgoederen die de gezondheid en de veiligheid van de Europese burger in gevaar kunnen brengen (zoals nagemaakte geneesmiddelen, levensmiddelen, cosmetica, hygiëneproducten, elektronische en technische apparaten en auto-onderdelen), dat het algemeen belang van alle betrokkenen gebaat is bij een gezamenlijke strijd tegen dit hand over hand toenemende fenomeen.

Daarom moeten houders van rechten en andere belanghebbenden worden aangemoedigd om, met het oog op de bestrijding van namaak en piraterij in het algemeen belang, de samenwerkingsmogelijkheden ten volle te benutten, de krachten gerichter te bundelen en geschillen waar mogelijk anders te beslechten dan met een gerechtelijke procedure.

4.2. Bestrijding van IER-inbreuken via overleg tussen de belanghebbende partijen

Door het algemeen belang centraal te stellen, wordt ruimte gecreëerd voor convenanten tussen belanghebbenden en bijgevolg voor het vinden van een oplossing. Convenanten ter bestrijding van namaak en piraterij aan de basis kunnen belanghebbende partijen de nodige flexibiliteit bieden om zich snel aan nieuwe technologische ontwikkelingen aan te passen. Bovendien stelt een dergelijke aanpak de belanghebbenden in staat optimale maatregelen, en met name technologische oplossingen, uit te werken. Convenanten kunnen ook gemakkelijker tot buiten de grenzen van de Europese Unie worden uitgebreid en zo de fundamenten vormen voor beste praktijken in de mondiale strijd tegen namaak en piraterij.

Om de fase te bereiken waarin een convenant wordt goedgekeurd en uitgevoerd, is het van het grootste belang dat de belanghebbende partijen constructief overleggen, met bijzondere aandacht voor concrete problemen en uitvoerbare, praktische oplossingen die realistisch, evenwichtig, evenredig en billijk voor alle betrokkenen zijn. Eventuele tussen bedrijfssectoren afgesproken oplossingen moeten in overeenstemming zijn met het bestaande wetskader, mogen geen enkele beperking inhouden op het gebied van de grondrechten van de burgers van de EU, zoals de vrijheid van meningsuiting en van informatie, het recht op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens[23], en mogen wetgevingsonderhandelingen op EU-niveau niet doorkruisen. De Commissie is bereid dergelijke dialogen over concrete onderwerpen mogelijk te maken, door alle betrokken partijen uit te nodigen voor bijeenkomsten, vergaderingen te organiseren, administratieve en logistieke steun te verlenen en, zo nodig, een billijk evenwicht tussen de verschillende belangen, waaronder de legitieme rechten en verwachtingen van de burgers van de EU, te waarborgen. De Commissie zal zorgvuldig toezien op de ontwikkeling en de werking van eventuele convenanten en is bereid om in de toekomst zo nodig alternatieve benaderingen in overweging te nemen.

4.3. De internetverkoop van namaakgoederen aanpakken

Bij wijze van eerste initiatief heeft de Commissie een dialoog met de belanghebbende partijen over de verkoop van namaakgoederen via het internet opgestart. Het internet is weliswaar op zich niet de bron van namaak, maar is niettemin een belangrijk kanaal geworden voor de wereldwijde verkoop van namaakgoederen. De mondiale penetratie en bereikbaarheid, de mogelijkheid voor handelaren om anoniem te blijven en hun aanbiedingen onmiddellijk te plaatsen en in te trekken, hebben van het internet een van de aantrekkelijkste instrumenten voor de verkoop van namaakgoederen gemaakt. Dit fenomeen heeft inmiddels dermate omvangrijke proporties aangenomen dat op dit vlak prioritair moet worden ingegrepen. Convenanten lijken op dit gebied bijzonder veelbelovend, gezien de snelle vooruitgang van de technologische ontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande behoefte aan praktische, op technologie gebaseerde oplossingen.

Zowel merkeigenaars als internetbedrijven zien dit inmiddels in en hebben beloofd in onderlinge samenwerking aan een oplossing te werken. Daarop heeft de Commissie een gestructureerde dialoog tussen de belanghebbende partijen georganiseerd om het wederzijdse begrip te bevorderen en oplossingen te vinden die rekening houden met de belangen van alle betrokkenen. Over specifieke kwesties in verband met de verkoop van namaakgoederen via het internet heeft al een reeks vergaderingen plaatsgevonden. Dit jaar staan nog een aantal vergaderingen op het programma, die wellicht uitmonden in een memorandum van overeenstemming over onderwerpen als het voorkómen, identificeren en verwijderen van aanbiedingen en verkopers die inbreuk maken op IER’s (bijv. via signalerings- en verwijderingsprocedures). Indien geen overeenkomst over convenanten wordt bereikt, zal de Commissie echter wetgevingsoplossingen moeten overwegen, met name in het kader van de richtlijn IER-handhaving[24].

5. CONCLUSIES

Als aanjagers van creatie, innovatie en handel vormen intellectuele-eigendomsrechten een van de hoekstenen van een concurrerende, welvaart genererende kennismaatschappij. Inbreuken op deze rechten kunnen grootschalige economische schade veroorzaken. Bovendien vormt een steeds groter aantal producten momenteel een reële bedreiging voor de gezondheid en de veiligheid van de consument. Daarom hebben zowel de belanghebbende partijen als de consumenten baat bij een slagvaardig handhavingssysteem dat krachtig, evenredig en billijk te werk gaat.

De Commissie streeft via aanvulling van het bestaande regelgevingskader met niet-wetgevingsmaatregelen naar de verwezenlijking van een dergelijk systeem dat geënt is op meer samenwerking en beter gerichte inspanningen. Zij doet dit met name door:

- handhaving via een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij te steunen;

- administratieve samenwerking in de hele interne markt te bevorderen;

- convenanten tussen belanghebbende partijen mogelijk te maken.

De Commissie is ervan overtuigd dat deze maatregelen een forse injectie zullen geven aan de strijd tegen namaak en piraterij in het algemeen belang van de burgers, de bedrijven en de hele economie van Europa.

[1] Het begrip “namaak en piraterij” in deze mededeling dekt inbreuken op alle intellectuele-eigendomsrechten als bedoeld in de Verklaring van de Commissie betreffende artikel 2 van Richtlijn 2004/48/EG; PB L 94 van 13.4.2005, blz. 37.

[2] In haar meest recente douaneverslag waarschuwt de Commissie voor een dramatische toegenomen risico voor de gezondheid en de veiligheid van de consument. Zij wijst op een verdubbeling van het aantal in beslag genomen producten in 2008 tot 178 miljoen, waarvan 11 % (ca. 20 miljoen in beslag genomen producten) een gevaar voor de gezondheid en de veiligheid van de EU-burgers kunnen inhouden; IP/09/1106 van 9.7.2009.

[3] Zie http://www.ip-talk.eu/?p=607 ‘Medi-Fake’ action results (februari 2009) – meer dan 34 miljoen illegale geneesmiddelen in beslag genomen.

[4] http://www.interpol.int/Public/ICPO/PressReleases/PR2008/PR200865.asp en http://www.icc-ccs.co.uk/bascap/article.php?articleid=780.

[5] Richtlijn 2004/48/EG van 29.4.2004; PB L 157 van 30.4.2004, blz. 16.

[6] COM(2006) 168 van 26.4.2006.

[7] Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22.7.2003; PB L 196 van 2.8.2003, blz. 7.

[8] Technopolis, ‘Effects of counterfeiting on EU SMEs‘. http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/industry/doc/Counterfeiting_Main%20Report_Final.pdf

[9] http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/industry/IER_report.htm.

[10] COM(2004) 749 van 8.11.2004; PB C 129 van 26.5.2005, blz. 3.

[11] http://ec.europa.eu/trade/issues/sectoral/intell_property/ipr_epc_countries_en.htm

[12] Persbericht - IP/08/652.

[13] COM(2008) 465 van 16.7.2008.

[14] Resolutie van de Raad van 25.9.2008, PB C 253 van 4.10.2008, blz. 1.

[15] PB C 71 van 25.3.2009, blz. 1.

[16] OESO; ‘The Economic Impact of Counterfeiting and Piracy’ (2006); http://www.oecd.org/sti/counterfeiting.

[17] Report on EU Customs enforcement of intellectual property rights; results at the European border – 2008; http://ec.europa.eu/taxation_customs/.

[18] Cf. voetnoot 14, punt 15.

[19] EG-Verdrag, artikel 10; Richtlijn 2004/48/EG, artikel 19.

[20] Aanbeveling van de Commissie 2009/524/EG van 29.6.2009 over maatregelen ter verbetering van de werking van de interne markt; PB L 176 van 7.7.2009, blz. 17.

[21] http://ec.europa.eu/idabc/en/document/5378/5970.

[22] http://www.icsms.org/icsms/App/index.jsp.

[23] Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikelen, 7, 8 en 11; PB C 303 van 14.12.2007, blz. 4.

[24] Zie boven, voetnoot 5.

Top