EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0266

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Follow-up-methode voor de controle van de uitvoering van het Europees pact inzake immigratie en asiel

/* COM/2009/0266 def. */

52009DC0266

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Follow-up-methode voor de controle van de uitvoering van het Europees pact inzake immigratie en asiel /* COM/2009/0266 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 10.6.2009

COM(2009) 266 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Follow-up-methode voor de controle van de uitvoering van het Europees pact inzake immigratie en asiel

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Follow-up-methode voor de controle van de uitvoering van het Europees pact inzake immigratie en asiel

1. INLEIDING

Het Europees pact inzake immigratie en asiel is aangenomen door de Europese Raad van 15-16 oktober 2008[1], na de Mededeling van de Commissie van juni 2008 "Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten"[2]. Voortbouwend op de vooruitgang die al 10 jaar wordt geboekt, is het pact een volgende stap in de richting van een alomvattend EU-migratiebeleid. De Europese Raad gaat vijf essentiële engagementen aan, die verder zullen worden ontwikkeld en omgezet in concrete acties, met name in het programma dat het Haags Programma moet opvolgen:

- legale immigratie organiseren, rekening houdend met de door iedere lidstaat vastgestelde prioriteiten, behoeften en opvangcapaciteit, en de integratie bevorderen;

- illegale immigratie bestrijden, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich illegaal op het grondgebied bevinden, naar hun land van herkomst of naar een land van doorreis terugkeren;

- de doeltreffendheid van de buitengrenscontroles verbeteren;

- een Europa van het asiel tot stand brengen;

- een alomvattend partnerschap met de landen van herkomst en doorreis tot stand brengen om de synergie tussen migratie en ontwikkeling te bevorderen.

Bij de aanneming van het pact heeft de Europese Raad besloten jaarlijks een debat te houden over het asiel- en immigratiebeleid. Via dit jaarlijkse debat kan de Europese Raad toezicht houden op de uitvoering door de Europese Unie en de lidstaten van het pact en van het volgende meerjarenprogramma op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid dat vanaf 2010 het Haags Programma moet opvolgen.

Met betrekking tot dit debat heeft de Europese Raad in het pact zelf:

- de Commissie verzocht de Raad elk jaar een verslag voor te leggen dat gebaseerd is op de bijdragen van de lidstaten en, indien nodig, vergezeld gaat van voorstellen en aanbevelingen over de uitvoering, door de Unie en haar lidstaten, van dit pact en van het programma dat volgt op het Haags programma;

- verklaard dat dankzij dit debat de Europese Raad op de hoogte kan blijven van de belangrijkste initiatieven die elke lidstaat ontplooit bij de uitvoering van zijn immigratie- en asielbeleid.

Ter voorbereiding van het debat heeft de Europese Raad de Commissie verzocht de Raad een methode voor de follow-up voor te stellen. Deze mededeling is een reactie op dit verzoek.

De follow-up-methode zoals die in deze mededeling wordt beschreven, heeft als doel het eerste jaarlijkse debat van de Europese Raad voor te bereiden, dat in juni 2010 zal worden gehouden.

De follow-up-methode wordt de procedure waarmee de Commissie een jaarlijks verslag aan de Raad zal voorbereiden (hierna “het jaarlijks verslag van de Commissie" genoemd) met gebruikmaking van bijdragen van de lidstaten en feitelijke gegevens uit verscheidene bronnen, op de wijze en volgens het tijdschema zoals hieronder uiteengezet.

2. HET JAARLIJKS VERSLAG VAN DE COMMISSIE ("OUTPUT")

Gelet op de aard van het jaarlijks verslag, zoals beschreven in het pact, zal het jaarlijks verslag van de Commissie bestaan uit twee delen:

- een kort samenvattend politiek verslag, waarin de nadruk wordt gelegd op de belangrijkste ontwikkelingen tijdens de verslagperiode en de belangrijkste geplande ontwikkelingen, zowel op het niveau van de EU als op dat van de lidstaten, en op de aanbevelingen van de Commissie;

- een langer en meer gedetailleerd verslag, waarin voor elk van de engagementen uit het pact de voornaamste ondernomen acties en de belangrijkste geplande ontwikkelingen op het niveau van de EU en op het niveau van de lidstaten worden opgenomen.

Vanaf 2011 moet de follow-up-methode worden uitgebreid tot de engagementen die worden aangegaan in het kader van het programma dat het Haags programma moet opvolgen en in het kader van het bijbehorend actieplan. Voorts zal de follow-up-methode worden verfijnd en verder ontwikkeld in het licht van de ervaring en van de gemeenschappelijke methode die werd voorgesteld in de mededeling van de Commissie van juni 2008 "Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten"[3]. Met name de in het pact en in het vervolgprogramma van het Haags programma aangegane engagementen kunnen, waar passend, in gemeenschappelijke doelstellingen en indicatoren worden vertaald om de vergelijkbaarheid van de ondernomen acties te vergroten en om transparantie en wederzijds vertrouwen te waarborgen. Ook nieuwe engagementen waarover de Europese Raad overeenstemming bereikt, moeten worden opgenomen.

3. INFORMATIEBRONNEN VOOR HET JAARLIJKS VERSLAG VAN DE COMMISSIE ("INPUT")

De voor de follow-up-methode vereiste gegevens moeten ofwel door de lidstaten worden verstrekt, ofwel rechtstreeks ter beschikking van de Commissie staan via mechanismen die als onderdeel van het EU-migratiebeleid zijn ontwikkeld.

3.1. Door de lidstaten te verstrekken informatie

Het vaststellen van de voornaamste ondernomen acties en de belangrijkste geplande ontwikkelingen op het niveau van de lidstaten, zal input van de lidstaten vergen. Derhalve wordt in het Europees pact bepaald dat het jaarlijks verslag van de Commissie op bijdragen van de lidstaten moet zijn gebaseerd. Bijgevolg moeten de bevoegde instanties in de lidstaten een jaarlijkse bijdrage leveren in de vorm van een kort “politiek” verslag en feitelijke gegevens. De lidstaten zal worden gevraagd voor deze bijdragen een gemeenschappelijke structuur te gebruiken. De gemeenschappelijke structuur voor het verslag van de Commissie van 2010 is gebaseerd op de in het pact aangegane engagementen en is als bijlage bij dit document gevoegd. Om de nationale bijdragen beter te kunnen vergelijken, zal de Commissie in september 2009 nadere richtsnoeren aanreiken in een formeel verzoek aan de lidstaten.

De gevolgen van de huidige economische crisis voor migratiestromen zullen in 2009 voelbaar zijn geworden. Zoals in het volgende punt wordt beschreven, zullen de geharmoniseerde communautaire statistieken voor 2009 (anders dan op het gebied van asiel) echter niet op tijd beschikbaar zijn om er rekening mee te houden in het jaarlijks verslag van de Commissie van 2010. Daarom zal de Commissie, zoals in de bijlage is bepaald, de lidstaten verzoeken de passende gegevens voor het eerste deel van 2009 te verschaffen, indien deze beschikbaar zijn. Die gegevens zullen niet overeenkomstig geharmoniseerde normen worden verzameld en zullen daarom niet vergelijkbaar zijn; de gegevens kunnen echter wel op tendensen wijzen.

De bijdragen van de lidstaten moeten aan de behoeften van de follow-up-procedure voldoen zonder excessieve administratieve lasten op te leggen of tot dubbel werk te leiden. In dit verband kunnen de lidstaten, wanneer zij dat bij het opstellen van hun jaarlijkse bijdrage aangewezen vinden om dubbel werk te vermijden, naar de feitelijke gegevens in het jaarlijkse beleidsverslag van het betrokken nationale contactpunt van het Europees migratienetwerk verwijzen. Die verslagen maken deel uit van een aantal informatiebronnen van lidstaten die de Commissie rechtstreeks ter beschikking staan en die in het volgende punt worden behandeld.

3.2. Informatie ter beschikking van de Commissie

Op het gebied van statistische gegevens voorziet de verordening inzake statistieken (862/2007) in het verzamelen van geharmoniseerde en vergelijkbare communautaire statistieken op het gebied van migratie en asiel en daarop betrekking hebbende procedures[4]. Op grond van deze verordening moeten de lidstaten de Commissie (Eurostat) gegevens verstrekken overeenkomstig verschillende tijdschema's, afhankelijk van het soort van gegevens waarover het gaat; bepaalde gegevens over asiel moeten sneller worden verstrekt dan gegevens over migratie[5]. De daaruit voortvloeiende, door de Commissie (Eurostat) vrijgegeven gegevens, die reeds voor andere verslagen zijn gebruikt, zoals de statistische verslagen van het Europees migratienetwerk, zullen een belangrijke informatiebron zijn voor de follow-up-methode.

Op het gebied van asiel zal in het jaarlijks verslag van de Commissie kunnen worden verwezen naar relatief actuele gegevens over asielverzoeken en beslissingen in eerste aanleg; het verslag van 2010 zal ten minste voor de drie eerste kwartalen van 2009 dergelijke gegevens kunnen bevatten. Hoewel de jaargegevens over 2009 inzake eindbeslissingen over asielverzoeken niet beschikbaar zullen zijn voor het verslag van de Commissie van 2010, zullen deze gegevens door de Commissie (Eurostat) ter beschikking worden gesteld vóór het jaarlijks debat op de Europese Raad in juni 2010.

Met andere migratiestatistieken voor 2009 zal in het verslag van de Commissie van 2010 helaas geen rekening kunnen worden gehouden. De jaargegevens over 2009 die de lidstaten de Commissie (Eurostat) op grond van de verordening binnen drie maanden na het einde van het jaar (waaronder gegevens over illegale binnenkomst en verblijf en over terugkeer) moeten verstrekken, zullen vóór het jaarlijks debat op de Europese Raad door de Commissie ter beschikking worden gesteld.

Informatiebronnen over wetgevings- en beleidsinitiatieven omvatten met name:

1. jaarlijkse beleidsverslagen van het Europese migratienetwerk (EMN). Het EMN heeft ten doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen en de autoriteiten en instellingen van de lidstaten door ter ondersteuning van de beleidsvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken[6]. Elk nationaal contactpunt (NCP) levert jaarlijks een verslag over de situatie op het gebied van migratie en asiel in de lidstaat, waarin ook beleidsontwikkelingen worden behandeld[7]. De Commissie zal het EMN verzoeken de specificaties voor en de timing van zijn jaarlijkse beleidsverslagen te herzien om deze nuttiger te maken voor de follow-up-methode;

2. door de lidstaten verstrekte gegevens in het kader van de uitvoering van de vier fondsen van het algemeen programma "Solidariteit en beheer van de migratiestromen": het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Buitengrenzenfonds, het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen en het Europees Terugkeerfonds;

3. het mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie[8]. Dit is een kanaal om gegevens en standpunten uit te wisselen over nationale maatregelen op het gebied van asiel en immigratie die belangrijke gevolgen kunnen hebben op verscheidene lidstaten of op de EU als geheel;

4. bestaande door de Commissie opgestelde verslagen, zoals het jaarverslag over illegale immigratie[9] en verslagen over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt[10];

5. verslagen van agentschappen (met name Frontex) en instanties (bijvoorbeeld Cirefi[11]). Het gebruik van sommige informatiebronnen zal worden beperkt aangezien het jaarlijks verslag van de Commissie een openbaar document is en daarom alleen op publiek toegankelijke informatie wordt gebaseerd;

6. informatie verkregen in het kader van de uitvoering van de Gemeenschappelijke agenda voor integratie[12] (bv. gegevens van de nationale contactpunten voor integratie, handboeken over integratie, Europese website voor integratie);

7. gegevens over omzetting uit externe studies, verslagen van de Commissie en inbreukprocedures.

Er zijn nog andere informatiebronnen waarmee rekening zou kunnen worden gehouden, waaronder werk dat is verricht in internationale fora zoals de OESO en in onderzoeksprojecten, in het bijzonder die welke via communautaire onderzoeksprogramma's zijn gefinancierd.

4. PROCEDURE EN TIMING

Indicatief tijdschema voor het jaarlijks verslag van de Commissie van 2010:

Datum | Lidstaten | Commissie |

begin september 2009 | Formeel verzoek aan de lidstaten om een bijdrage |

vanaf november | Start van de voorbereiding van het jaarlijks verslag wat de uitvoering op EU-niveau betreft. |

half november | De lidstaten leveren hun bijdrage over de uitvoering op nationaal niveau. |

midden januari 2010 | De lidstaten werken indien nodig hun bijdrage bij. |

half april | Vaststelling en voorstelling van het jaarlijks verslag |

april tot half juni | Voorbereidende besprekingen in de Raad. |

derde week van juni | Jaarlijks debat op de bijeenkomst van de Europese Raad. |

juli-september | Evaluatie en beoordeling van de procedure en voorstellen tot verbetering voor de volgende cyclus. |

De jaarlijkse herziening en beoordeling moeten bijdragen tot een geleidelijke verbetering van de procedure. Een eerste belangrijke stap in de ontwikkeling van de follow-up-methode zal erin bestaan het vervolgprogramma van het Haags programma erin op te nemen. De methode zal ook nieuwe verslagleggingsmechanismen kunnen benutten, met name de jaarverslagen over de situatie op het gebied van asiel in de EU die conform het voorstel van de Commissie door het toekomstige Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken[13] zullen worden opgesteld.

Bovendien moeten andere verslagverplichtingen van de Commissie, met name de verslagen over illegale immigratie[14] en de in het kader van het mechanisme voor wederzijdse informatie[15] verkregen gegevens, tijdig worden voltooid en de respectieve verstrekte gegevens in plaats daarvan in het jaarlijks verslag van de Commissie over de uitvoering van het pact worden opgenomen.

5. CONCLUSIE

De follow-up-methode zal een gestructureerde jaarlijkse verslagleggingscyclus en een politiek debat op hoog niveau toevoegen aan het domein van immigratie en asiel. Het jaarlijks verslag zal een belangrijke politieke verklaring van de Commissie zijn over het op EU- en nationaal niveau gevoerde immigratie- en asielbeleid. Het jaarlijks debat in de Europese Raad wijst erop dat immigratie en asiel belangrijke politieke kwesties op het gebied van Europese integratie zijn. De procedure zal er bijgevolg voor zorgen dat de nieuwe stimulans van het Europees pact en van het toekomstige meerjarenprogramma op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid behouden blijft en dat het gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid van de EU verder wordt ontwikkeld, rekening houdend met de specifieke behoeften van elke lidstaat en in het algemeen belang van de Europese Unie.

Bijlage: Gemeenschappelijke structuur voor de bijdragen van de lidstaten

I. Kort “Politiek” verslag

Gelieve met betrekking tot de vijf beleidsterreinen van het pact, de politieke toetsing door uw lidstaat van de vorderingen sinds de aanneming van het pact in oktober 2008 samen te vatten.

I. Legale immigratie – integratie

Belangrijkste engagement: legale immigratie organiseren, rekening houdend met de door iedere lidstaat vastgestelde prioriteiten, behoeften en opvangcapaciteit, en de integratie bevorderen

II. Illegale immigratie

Belangrijkste engagement: illegale immigratie bestrijden, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich illegaal op het grondgebied bevinden, naar hun land van herkomst of naar een land van doorreis terugkeren

III. Buitengrenscontroles

Belangrijkste engagement: de doeltreffendheid van de buitengrenscontroles verbeteren

IV. Asiel

Belangrijkste engagement: een Europa van het asiel tot stand brengen

V. Algehele aanpak van migratie:

Belangrijkste engagement: een alomvattend partnerschap met de landen van herkomst en doorreis tot stand brengen om de synergie tussen migratie en ontwikkeling te bevorderen

II. Feitelijke gegevens

De Commissie zal de belangrijkste op EU-niveau ondernomen acties beschrijven. De lidstaten moeten onderstaande tabel gebruiken om verslag uit te brengen over de belangrijkste op nationaal niveau ondernomen en geplande acties. De hieronder opgenomen engagementen zijn overgenomen uit het Europees pact.

Engagement | Belangrijkste op het niveau van de lidstaten ondernomen acties | Belangrijkste op het niveau van de lidstaten geplande ontwikkelingen |

I. Legale immigratie – integratie |

Belangrijkste engagement: legale immigratie organiseren, rekening houdend met de door iedere lidstaat vastgestelde prioriteiten, behoeften en opvangcapaciteit, en de integratie bevorderen |

a) de lidstaten en de Commissie te verzoeken om, met inachtneming van het communautaire acquis en de communautaire preferentie, en rekening houdend met het menselijk potentieel in de Europese Unie, met de meest geschikte middelen een arbeidsmigratiebeleid te voeren dat rekening houdt met alle behoeften van de arbeidsmarkt van elke lidstaat, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 13 en 14 maart 2008; | Gelieve ook verslag te doen van de wijze waarop uw nationale wetgeving en/of beleid inzake arbeidsmigratie door de economische crisis is beïnvloed. Gelieve gegevens en trends voor arbeidsmigratie in de eerste helft van 2009 te geven, indien beschikbaar. |

b) de Europese Unie aantrekkelijker te maken voor hooggekwalificeerde werknemers | Gelieve ook verslag te doen van de wijze waarop uw nationale wetgeving en/of beleid inzake de binnenkomst van hooggekwalificeerde werknemers door de economische crisis is beïnvloed. Gelieve gegevens en trends op het gebied van hooggekwalificeerde werknemers in de eerste helft van 2009 te geven, indien beschikbaar. |

en nieuwe maatregelen te nemen om de opvang van studenten en onderzoekers en hun vrije verkeer in de Unie nog meer te vergemakkelijken; | Gelieve ook verslag te doen van de wijze waarop uw nationale wetgeving en/of beleid voor de binnenkomst van studenten en onderzoekers door de economische crisis is beïnvloed. Gelieve gegevens en trends voor studenten en onderzoekers in de eerste helft van 2009 te geven, indien beschikbaar. |

c) er, door tijdelijke en circulaire migratie aan te moedigen, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2007, voor te zorgen dat dit beleid de hersenvlucht niet in de hand werkt; |

d) gezinsimmigratie beter te reguleren door de lidstaten te verzoeken om, met uitzondering van specifieke categorieën, in hun nationale wetgeving, met inachtneming van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, rekening te houden met hun eigen opvangcapaciteit en de integratiemogelijkheden van de gezinnen, gemeten aan hun inkomens- en huisvestingssituatie in het land van bestemming, en bijvoorbeeld aan hun kennis van de landstaal; |

e) de wederzijdse informatie over migratie te intensiveren en, waar nodig, de bestaande instrumenten daartoe te verbeteren; |

f) meer informatie te verstrekken over de mogelijkheden en voorwaarden voor legale immigratie, met name door zo spoedig mogelijk de nodige instrumenten in te voeren; | Gelieve ook verslag te doen van de vraag of u als gevolg van de economische crisis uw informatiebeleid heeft gewijzigd. |

g) de lidstaten te verzoeken, overeenkomstig de in 2004 door de Raad vastgestelde gemeenschappelijke beginselen, op de wijze en met de middelen die zij dienstig achten een ambitieus beleid te voeren om de harmonieuze integratie te bevorderen van de migranten die uitzicht hebben op definitieve vestiging in het gastland; | Gelieve ook verslag te doen van de vraag of u als gevolg van de economische crisis uw integratiebeleid heeft gewijzigd. |

dit beleid, dat een reële inspanning van het gastland zal vergen, dient te stoelen op een evenwicht tussen de rechten van migranten (in het bijzonder toegang tot onderwijs, arbeid, veiligheid, en openbare en maatschappelijke dienstverlening) en hun plichten (naleving van de wetten van het gastland). |

Het beleid dient specifieke maatregelen te omvatten om het aanleren van de taal en de toegang tot arbeid, zijnde essentiële integratiefactoren, te bevorderen; |

het beleid dient de nadruk te leggen op de eerbiediging van de identiteit van de lidstaten en van de Europese Unie en van hun fundamentele waarden, zoals de mensenrechten, de vrijheid van mening, democratie, verdraagzaamheid, de gelijkheid van man en vrouw en de plicht om de kinderen naar school te sturen. |

De Europese Raad verzoekt de lidstaten bovendien passende maatregelen te treffen tegen eventuele discriminatie van migranten; |

h) de uitwisseling te bevorderen van informatie over goede praktijken die stroken met de in 2004 door de Raad vastgestelde gemeenschappelijke beginselen inzake opvang en integratie en met de communautaire maatregelen ter ondersteuning van het nationale integratiebeleid. |

II. Illegale immigratie |

Belangrijkste engagement: illegale immigratie bestrijden, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich illegaal op het grondgebied bevinden, naar hun land van herkomst of naar een land van doorreis terugkeren |

a) in het kader van de nationale wetgeving, om humanitaire of economische redenen, individuele gevallen te regulariseren en niet over te gaan tot algemene regularisaties; | Gelieve ook verslag te doen van de vraag of u als gevolg van de economische crisis uw regularisatiebeleid heeft gewijzigd. |

b) met de landen waarvoor dit nodig is, op communautair of bilateraal niveau overnameovereenkomsten te sluiten zodat iedere lidstaat over de juridische instrumenten beschikt om ervoor te zorgen dat vreemdelingen die zich illegaal op hun grondgebied bevinden, worden verwijderd; | Gelieve verslag te doen van door u gesloten bilaterale overeenkomsten. |

de doeltreffendheid van de communautaire overnameovereenkomsten zal worden geëvalueerd; |

de onderhandelingsmandaten die geen resultaat hebben opgeleverd, zullen opnieuw worden bezien; |

de lidstaten en de Commissie zullen bij toekomstige onderhandelingen over communautaire overnameovereenkomsten nauw overleg plegen; |

c) in het kader van de beleidsregels betreffende inreis en verblijf van onderdanen van derde landen of, in voorkomend geval, van andere beleidsregels, waaronder de vrijeverkeersregelingen, erop toe te zien dat er geen risico op illegale immigratie ontstaat; |

d) de samenwerking tussen de lidstaten te ontwikkelen door voor het verwijderen van vreemdelingen die zich illegaal op het grondgebied bevinden, op vrijwillige basis en voor zover nodig, gebruik te maken van gemeenschappelijke voorzieningen (biometrische identificatie van de betrokken personen, gezamenlijke vluchten, enz.); |

e) de samenwerking met de landen van herkomst en doorreis te versterken om illegale immigratie te bestrijden in het kader van de totaalaanpak van migratie en in het bijzonder samen met deze landen een ambitieus beleid van politiële en justitiële samenwerking te voeren om de internationale criminele netwerken van migranten- en mensensmokkelaars te bestrijden; |

en de bedreigde bevolkingsgroepen beter te informeren ter voorkoming van de drama's die zich vooral op zee kunnen voordoen; |

f) de lidstaten te verzoeken om, vooral met behulp van communautaire instrumenten, een regeling in te stellen om de vrijwillige terugkeer te stimuleren door middel van het verlenen van hulp | Gelieve ook verslag te doen van de vraag of uw beleid inzake vrijwillige terugkeer door de economische crisis is beïnvloed. |

en elkaar hierover te informeren om te voorkomen dat diegenen die deze hulp hebben gekregen frauduleus naar de Europese Unie terugkeren; |

g) de lidstaten te verzoeken diegenen die vreemdelingen die zich illegaal op het grondgebied bevinden, uitbuiten (werkgevers, enz.), ook in het belang van de migranten, streng aan te pakken door middel van evenredige en afschrikkende sancties; |

h) de communautaire voorschriften volgens welke een verwijderingsbesluit van een lidstaat overal op het grondgebied van de Europese Unie uitvoerbaar is en in dat verband de desbetreffende signalering in het Schengeninfomatiesysteem (SIS) voor de andere lidstaten de verplichting meebrengt de inreis en het verblijf van de betrokkene op hun grondgebied te beletten, effectief toe te passen. |

III. Buitengrenscontroles |

Belangrijkste engagement: de doeltreffendheid van de buitengrenscontroles verbeteren |

a) de lidstaten en de Commissie te verzoeken al hun beschikbare middelen in te zetten om een doeltreffender controle van de buitengrenzen te land, ter zee en in de lucht te garanderen; |

b) uiterlijk per 1 januari 2012 met behulp van het visuminformatiesysteem (VIS) de afgifte van biometrische visa algemeen toe te passen, |

onverwijld de samenwerking tussen de consulaten van de lidstaten te intensiveren, |

hun middelen zoveel mogelijk te poolen en, wat betreft visa, geleidelijk en op vrijwillige basis te komen tot gemeenschappelijke consulaire diensten; |

c) het Frontex-agentschap - onverminderd de rol en de taken die op de lidstaten rusten - de middelen te geven om zijn coördinatietaak in het beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie volledig te vervullen, crisissituaties het hoofd te bieden en, op verzoek van de lidstaten, de nodige tijdelijke of permanente operaties uit te voeren, zoals met name is bepaald in de conclusies van de Raad van 5 en 6 juni 2008. |

In het licht van de resultaten van de evaluatie van het agentschap en zijn operationele centra zullen de rol en de werkingsmiddelen van het agentschap worden versterkt en kan, rekening houdend met de diversiteit aan situaties, worden overgegaan tot de oprichting van gespecialiseerde afdelingen, in het bijzonder voor de landgrenzen in het oosten en de zeegrenzen in het zuiden: dit mag echter in geen geval afbreuk doen aan het unieke karakter van FRONTEX. |

Op termijn kan de instelling van een Europees systeem van grenswachters worden overwogen; |

d) in een geest van solidariteit beter rekening te houden met de moeilijkheden van de lidstaten die te kampen hebben met een onevenredig grote stroom migranten en de Commissie te verzoeken daartoe voorstellen in te dienen; |

e) moderne technologische middelen in te zetten die de interoperabiliteit van de systemen garanderen en een doeltreffend geïntegreerd beheer van de buitengrenzen mogelijk maken, zoals is bepaald in de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 juni 2008 en van de Raad van 5 en 6 juni 2008. |

Vanaf 2012 zou, naargelang de voorstellen van de Commissie, de nadruk moeten liggen op het installeren van een elektronisch in- en uitreisregistratiesysteem, gekoppeld aan een vereenvoudigde procedure voor EU-burgers en andere reizigers; |

f) de samenwerking met de landen van herkomst en doorreis te intensiveren om de controle aan de buitengrenzen te verscherpen en illegale immigratie te bestrijden door de hulp van de Europese Unie voor de opleiding en uitrusting van het met migratiebeheersing belaste personeel op te voeren; |

g) de werkwijze en de frequentie van de Schengenevaluatie te verbeteren overeenkomstig de conclusies van de Raad van 5 en 6 juni 2008. |

IV. Asiel |

Belangrijkste engagement: een Europa van het asiel tot stand brengen |

a) in 2009 een Europees ondersteuningsbureau op te zetten, dat belast is met het faciliteren van de uitwisseling van informatie, analyses en ervaringen tussen de lidstaten en het tot stand brengen van concrete samenwerking tussen de asieldiensten. Dat bureau, dat niet de bevoegdheid zal hebben om asielaanvragen te behandelen of in dezen beslissingen te nemen, zal op basis van een gedeelde kennis over de herkomstlanden, de samenhang tussen de nationale werkwijzen en procedures en dus ook tussen de beslissingen verbeteren; |

b) de Commissie te verzoeken voorstellen in te dienen om, zo mogelijk in 2010, maar in elk geval uiterlijk in 2012 een eenvormige asielprocedure met gemeenschappelijke waarborgen en een eenvormige status van verdragsvluchteling en van persoon die subsidiaire bescherming geniet, in te voeren; |

c) procedures in te stellen om, in het geval van een crisis in een lidstaat die geconfronteerd wordt met een massale instroom van asielzoekers, de detachering van functionarissen van andere lidstaten mogelijk te maken teneinde die lidstaat te helpen, alsmede het tonen van effectieve solidariteit ten behoeve van die lidstaat door het sneller inzetten van bestaande communautaire programma's. |

Ten aanzien van de lidstaten waarvan het nationale asielstelsel in het bijzonder door geografische of demografische omstandigheden specifiek en onevenredig onder druk staat, moet de solidariteit er tevens op gericht zijn om, op basis van vrijwilligheid en coördinatie, te bevorderen dat personen die internationale bescherming genieten meer over andere lidstaten worden gespreid, met dien verstande dat er geen oneigenlijk gebruik van asielstelsels mag worden gemaakt. Conform deze beginselen zal de Commissie, in overleg met het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen, een dergelijke vrijwillige en gecoördineerde spreiding aanmoedigen. |

Hiervoor zouden, in overeenstemming met de begrotingsprocedure, speciale kredieten beschikbaar moeten worden gesteld uit de bestaande communautaire financieringsinstrumenten; |

d) de samenwerking met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties te versterken om diegenen die om bescherming buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie vragen, beter te beschermen, onder meer door: verder te gaan op de weg naar hervestiging, op vrijwillige basis, op het grondgebied van de Europese Unie van mensen die, in het bijzonder in het kader van een regionaal beschermingsprogramma, onder de bescherming van de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen geplaatst zijn; |

de Commissie te verzoeken, in samenwerking met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen, voorstellen in te dienen voor de samenwerking met derde landen om de capaciteit van hun beschermingsregimes te versterken; |

e) de lidstaten te verzoeken het personeel dat met de controle aan de buitengrens belast is een opleiding te verstrekken betreffende de rechten en plichten op het vlak van internationale bescherming. |

V. Algehele aanpak van migratie |

Belangrijkste engagement: een alomvattend partnerschap met de landen van herkomst en doorreis tot stand brengen om de synergie tussen migratie en ontwikkeling te bevorderen |

a) communautaire of bilaterale overeenkomsten met de landen van herkomst en doorreis te sluiten, die op passende wijze bepalingen bevatten over de op de stand van de arbeidsmarkt in de lidstaten afgestemde mogelijkheden van legale migratie, de bestrijding van illegale immigratie, overname en de ontwikkeling van de landen van herkomst en doorreis; |

de Europese Raad verzoekt de lidstaten en de Commissie elkaar te informeren en overleg te plegen over de doelstellingen en de beperkingen van deze bilaterale overeenkomsten en over hun overnameovereenkomsten; |

b) de lidstaten aan te moedigen, naar vermogen, de onderdanen van de partnerlanden ten oosten en ten zuiden van Europa op de situatie van hun arbeidsmarkt afgestemde mogelijkheden van legale immigratie te bieden zodat zij een opleiding kunnen volgen of beroepservaring kunnen opdoen en een spaartegoed kunnen opbouwen dat zij voor hun land van herkomst kunnen inzetten. |

De Europese Raad verzoekt de lidstaten in dit verband vormen van tijdelijke of circulaire migratie aan te moedigen om hersenvlucht te voorkomen; |

c) een beleid van samenwerking met de landen van herkomst en doorreis te voeren teneinde illegale immigratie te ontmoedigen of te bestrijden, in het bijzonder door het versterken van de capaciteiten van deze landen; |

d) het migratie- en het ontwikkelingsbeleid beter te integreren door na te gaan hoe beide de regio's waar de migranten vandaan komen ten goede kunnen komen op een manier die strookt met de andere aspecten van het ontwikkelingsbeleid en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. |

De Europese Raad verzoekt de lidstaten en de Commissie daarbij, binnen het kader van in overleg met de partnerlanden vastgestelde sectorale prioriteiten, de voorkeur te geven aan projecten van solidaire ontwikkeling die de levensomstandigheden van de bevolking bijvoorbeeld op het stuk van voeding, gezondheidszorg, onderwijs, beroepsopleiding en werkgelegenheid verbeteren; |

e) maatregelen van gezamenlijke ontwikkeling propageren die migranten in staat stellen deel te nemen aan de ontwikkeling van hun herkomstland. |

De Europese Raad beveelt de lidstaten aan hun steun te verlenen aan het aannemen van specifieke financiële instrumenten die de kostenefficiënte, veilige overmaking van het spaargeld van migranten naar hun land met het oog op investering of sociale verzekering bevorderen; |

f) het in december 2007 in Lissabon gesloten partnerschap tussen de Europese Unie en Afrika, de conclusie van de eerste Europees-mediterrane ministeriële bijeenkomst over migratie in Albufeira van november 2007 en het actieplan van Rabat voortvarend uit te voeren en met het oog hierop de tweede Europees-Afrikaanse ministeriële conferentie over migratie en ontwikkeling, die dit najaar in Parijs zal worden gehouden, te verzoeken concrete maatregelen vast te stellen; |

overeenkomstig de conclusies van juni 2007 de totaalaanpak van migratie in Zuid- en Oost-Europa uit te werken en het idee te steunen om in april 2009 in Praag een ministersconferentie over dit thema te beleggen; |

de bestaande sectoriële en beleidsdialogen te blijven voeren, met name met de landen van Latijns-Amerika, de Caraïben en Azië, teneinde meer wederzijds begrip te kweken voor de problematiek rond migratie en de huidige samenwerking te versterken; |

g) spoed te maken met het inzetten van de belangrijkste instrumenten van de totaalaanpak van migratie (migratiebalansen, samenwerkingsplatformen, mobiliteitspartnerschappen en programma's voor circulaire migratie), en daarbij te zorgen voor een evenwicht tussen de zuidelijke en de oostelijke en zuidoostelijke migratieroutes, en rekening te houden met de ervaring die is opgedaan tijdens de onderhandelingen over de communautaire en bilaterale overeenkomsten inzake migratie en overname met de landen van herkomst en doorreis en de proefpartnerschappen voor mobiliteit; |

h) bij de uitvoering van de diverse maatregelen te letten op samenhang met andere aspecten van het ontwikkelingsbeleid, met name de Europese consensus betreffende het ontwikkelingsbeleid van 2005, en andere beleidstakken van de Unie, in het bijzonder het nabuurschapsbeleid. |

[1] Conclusies van het voorzitterschap, document nr. 14368/08. Het pact zelf is opgenomen in document nr. 13440/08.

[2] COM(2008) 359 definitief.

[3] COM(2008) 359 definitief.

[4] Verordening (EG) nr. 862/2007 van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming, PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23.

[5] In verband met asiel moeten de lidstaten de Commissie (Eurostat) statistieken verstrekken die (afhankelijk van de categorie gegevens) betrekking hebben op een maand, een kwartaal of een jaar. Maandelijkse gegevens (asielverzoeken) en kwartaalgegevens (beslissingen in eerste aanleg over asielverzoeken) moeten twee maanden na het einde van de referentieperiode worden verzonden. In verband met migratiestatistieken moeten de lidstaten binnen drie, zes of twaalf maanden na het einde van het referentiejaar (afhankelijk van de categorie gegevens) gegevens verstrekken. Deze tijdschema's zijn in de verordening vastgesteld en stemden overeen met de vroegste data waarop in alle lidstaten vergelijkbare gegevens beschikbaar zouden zijn.

[6] Artikel 1, lid 2, van Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk, PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7.

[7] Artikel 9, lid 1, van de beschikking.

[8] Beschikking 2006/688/EG van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie, PB L 283 van 14.10.2006, blz. 40.

[9] Derde jaarverslag over de ontwikkeling van een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie, mensensmokkel en mensenhandel, buitengrenzen en de terugkeer van illegaal verblijvende personen, SEC(2009) 320 definitief.

[10] Zie bijvoorbeeld het verslag over de werkgelegenheid in Europa van 2008, waarin een hoofdstuk is opgenomen over de situatie op de arbeidsmarkt en de gevolgen van recente migratie van onderdanen van derde landen.

[11] Het centrum voor informatie, beraad en gegevensuitwisseling in zaken van grensoverschrijding en immigratie (CIBGGI) werd in 1992 opgericht bij een besluit van de voor immigratie bevoegde ministers. De activiteiten van het centrum werden uitgebreid in 1994, zodat deze ook betrekking hadden op het verzamelen van gegevens over legale migratie, illegale immigratie en illegaal verblijf, hulp bij illegale immigratie en het gebruik van valse of vervalste reisdocumenten, PB C 274 van 19.9.1996, blz. 50.

[12] COM(2005) 389 definitief.

[13] Artikel 12 van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken, COM(2009) 66 definitief. Met het oog op consistentie tussen de verschillende rechtsinstrumenten op het gebied van asiel, zal de Commissie nagaan of het mogelijk is de beschikking betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk te wijzigen.

[14] Gevraagd door de Europese Raad van Thessaloniki van 2003.

[15] Vereist op grond van artikel 4 van Beschikking 2006/688/EG van de Raad.

Top