EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002PC0010

Voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007 programma)

/* COM/2002/0010 def. - COD 2002/0015 */

OJ C 103E, 30.4.2002, p. 361–365 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002PC0010

Voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007 programma) /* COM/2002/0010 def. - COD 2002/0015 */

Publicatieblad Nr. 103 E van 30/04/2002 blz. 0361 - 0365


Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007 programma)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Inleiding

Artikel 12, lid 3, van de Fiscalis beschikking legt de Commissie de verplichting op het Europees Parlement en de Raad een mededeling te doen over de wenselijkheid van de voortzetting van het Fiscalis programma, zo nodig vergezeld van een passend voorstel.

De Commissie heeft de eerste drie jaren dat het Fiscalis programma van toepassing was, geëvalueerd [1] en concludeert hieruit dat de activiteiten in het kader van dit programma een goede investering zijn gebleken en derhalve dienen te worden voortgezet. De systemen voor gegevensuitwisseling, die thans in het kader van het Fiscalis programma worden beheerd, zijn belangrijk voor de goede werking van de interne markt en zonder doeltreffende systemen zoals dat voor de uitwisseling van gegevens betreffende de BTW (VIES) zouden de lidstaten geen controle kunnen uitoefenen op het intracommunautaire verkeer van vrijgestelde goederen. Hoewel de belangrijkste elementen van het Fiscalis programma van toepassing blijven, is een aantal wijzigingen noodzakelijk. Om deze reden heeft de Commissie besloten een nieuw programma, Fiscalis 2007, voor te stellen.

[1] SEC(2001) 1328.

Het Fiscalis 2007 programma is er op gericht de werking van de belastingstelsels van de interne markt voortdurend te versterken.

Het programma zal de communautaire infrastructuur en de stimulansen verschaffen zonder welke de huidige en de nieuwe lidstaten, indien zij individueel zouden optreden, de goede werking van de belastingstelsels van de interne markt niet kunnen waarborgen. Deze infrastructuur en stimulansen zullen de werking van de belastingstelsels aanmerkelijk verbeteren (bijvoorbeeld door een betere onderlinge samenwerking van de deelnemende landen).

Ter bereiking van deze doelstelling wordt een belastingpolitiek van de Europese Unie ten uitvoer gelegd die gericht is op de opheffing van de fiscale belemmeringen en van de elementen die de uitoefening van de vier vrijheden van de interne markt in de weg staan. Hiertoe dienen de belastingstelsels doeltreffender, eenvoudiger en transparanter te worden gemaakt. Dit geldt niet enkel voor de indirecte belastingen, de belasting over de toegevoegde waarde en de accijnzen, waarop het huidige Fiscalis programma reeds van toepassing is, doch ook, en zelfs nog meer, voor de directe belastingen, aangezien op dit gebied nog nauwelijks enige harmonisatie of coördinatie op het niveau van de Gemeenschap heeft plaatsgevonden.

Het gebruik van informatietechnologie op grote schaal lijkt onontbeerlijk voor het handhaven van de met het Fiscalis programma bereikte resultaten en ter ondersteuning van nieuwe ontwikkelingen.

2. Verschillen tussen Fiscalis 2007 en Fiscalis

De belangrijkste verschillen tussen dit programma en het Fiscalis programma zijn:

(1) Meer gestructureerde doelstellingen, en

(2) Opneming van de directe belastingen in het nieuwe programma.

2.1. Redenen van deze verschillen

Bij de evaluatie van het Fiscalis programma stelden de diensten van de Commissie vast dat alle betrokkenen het er over eens waren dat de activiteiten in het kader van dit programma hebben bijgedragen tot het bereiken van de beoogde resultaten. De gedetailleerde evaluatie van de diverse activiteiten heeft evenwel meer moeilijkheden doen rijzen. Op dit gebied moet nog meer werk worden verricht in het kader van het eindrapport betreffende de tenuitvoerlegging en de gevolgen van het programma als bedoeld in artikel 12, lid 3, onder b), van de Fiscalis-beschikking. Met dit evaluatie-element is rekening gehouden in de doelstellingen van het Fiscalis 2007 programma.

De meer gedetailleerde omschrijving van de doelstellingen in dit programma en de vaststelling van jaarlijkse doelstellingen door het comité van beheer zullen er voor zorgen dat het programma beter aan de wisselende prioriteiten van zowel de Commissie als de lidstaten beantwoordt.

Het voorstel tot opneming van de directe belastingen in dit programma gaat uit van de veronderstelling dat de voor de directe belastingen bevoegde diensten dezelfde behoeften hebben als de diensten van de indirecte belastingen. De Ad Hoc werkgroep belastingfraude van de Raad erkende in zijn verslag van 22 mei 2000 aan de Raad onder meer dat de mechanismen van de administratieve samenwerking en de wederzijdse bijstand op het gebied van de directe belastingen minder werden gebruikt dan wenselijk was, dat er organisatorische problemen waren die een goede werking in de weg stonden en dat de transnationale administratieve cultuur te weinig ontwikkeld is. In dit verslag werd derhalve aanbevolen systemen voor een doeltreffende, bij voorkeur geautomatiseerde, uitwisseling van gegevens in te stellen en de gegevensuitwisseling te intensiveren. De uitbreiding van alle activiteiten van het programma tot de directe belastingen zou de nationale belastingdiensten aanzienlijk voordeel brengen en zou bijdragen tot de oplossing van de in het verslag genoemde problemen. De uitbreiding van het programma tot de directe belastingen heeft een overeenkomstige toename van de toegewezen begrotingsmiddelen tot gevolg.

De voordelen van het programma voor zowel de huidige als de toekomstige lidstaten zijn duidelijk. De deelname van de kandidaat-lidstaten zal deze landen meer inzicht verschaffen in het communautair acquis, zal bevorderlijk zijn voor het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, hetgeen absoluut noodzakelijk is voor lidstaten die samenwerken in het kader van de interne markt, en zal tezelfdertijd er voor zorgen dat deze landen directer bij de vaststelling van de jaarlijkse operationele doelstellingen worden betrokken. Dit zal bijdragen tot een verbetering van het partnerschap tussen de Gemeenschap en de lidstaten wat de monitoring en de evaluatie van de activiteiten van het programma betreft.

3. De uitdaging voor Fiscalis 2007

De verantwoordelijkheid voor de werking van de interne markt en in het bijzonder voor de belastingstelsels berust bij de Gemeenschap, in samenwerking met de lidstaten. Hoewel de lidstaten hierbij de belangrijkste rol vervullen, althans wat de ter beschikking te stellen middelen betreft, heeft de Gemeenschap toch de belangrijke taak ervoor te zorgen dat de belastingstelsels op doeltreffende, uniforme en efficiënte wijze functioneren. Hiertoe dienen de belastingstelsels drie belangrijke taken te vervullen:

- bescherming van de nationale en communautaire financiële belangen door het bestrijden van belastingontwijking en -ontduiking;

- het vermijden van concurrentieverstoring en het bevorderen van een doeltreffende toepassing van het gemeenschapsrecht;

- het verder terugdringen van de problemen die zowel de administraties als de belastingplichtigen ondervinden bij de naleving van de wetgeving.

Het bereiken van deze doelstellingen is grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten. De maatregelen van de Gemeenschap zijn er op gericht de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen door het ter beschikking stellen van de nodige infrastructuur en door stimulerende maatregelen.

4. Doelstellingen van het programma (artikel 3)

Zoals vermeld, heeft het Fiscalis 2007 programma in het algemeen ten doel de werking van de belastingstelsels in de interne markt te verbeteren door de samenwerking tussen de deelnemende landen, hun administraties en ambtenaren te intensiveren en door oplossingen aan te reiken voor problemen met betrekking tot, onder meer, de wetgeving en de administratieve procedures, die deze samenwerking bemoeilijken. Deze algemene doelstelling is onderverdeeld in specifieke doelstellingen voor elk belangrijk element of elke belangrijke activiteit van het programma, namelijk:

* de belasting over de toegevoegde waarde:

- vereenvoudiging en modernisering van het bestaande BTW-stelsel;

- uniforme toepassing van het bestaande BTW-stelsel;

- intensivering van de administratieve samenwerking tussen de nationale overheidsdiensten onderling en tussen deze diensten en de Commissie op het gebied van de BTW.

* de accijnzen:

- uniforme toepassing van de bestaande regels;

- intensivering van de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de accijnzen;

- onderkennen van eventuele juridische en administratieve problemen in verband met de toepassing van de accijnsregelingen.

* de directe belastingen:

- bewustmaking van de communautaire dimensie van de directe belastingen en onderkennen van eventuele moeilijkheden bij de toepassing van de communautaire wetgeving met betrekking tot de directe belastingen;

- stimuleren van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken met betrekking tot de administratieve procedures;

- stimuleren van gegevensuitwisseling door onder meer:

- de oprichting van netwerken van nationale en communautaire actoren;

- het uitwisselen van ervaringen en goede praktijken en

- in voorkomend geval, de invoering van de communautaire elementen van de infrastructuur die noodzakelijk is voor het versterken van de gegevensuitwisseling.

* de landen die om toetreding tot de Europese Unie hebben verzocht:

- verhogen van de kennis van het gemeenschapsrecht bij de functionarissen van de kandidaat-lidstaten;

- verhogen van de kennis van de administratieve procedures bij de ambtenaren van de kandidaat-lidstaten door de uitwisseling van gegevens en goede administratieve praktijken;

- stimuleren van de gegevensuitwisseling tussen de nationale administraties:

- integratie van de kandidaat-lidstaten in de bestaande netwerken;

- uitwisseling van goede praktijken;

- onderkennen van eventuele moeilijkheden bij de gegevensuitwisseling.

Tot slot zal het comité dat verantwoordelijk is voor de meer operationele aspecten van het programma jaarlijkse operationele doelstellingen formuleren die tevens een hulpmiddel zullen zijn bij de aanpassing van het programma aan eventuele wijzigingen in de beleidsdoelstellingen van zowel de Gemeenschap als de lidstaten.

De operationele doelstellingen worden zodanig geformuleerd dat zij bijdragen tot het verwezenlijken van de vorengenoemde specifieke doelstellingen. Wat de gemeenschappelijke elementen van de actieterreinen van de programma's Fiscalis/Fiscalis 2007 (indirecte belastingen en accijnzen) betreft, wordt opgemerkt dat de operationele doelstellingen van het toekomstige programma rekening zullen houden met de activiteiten die daadwerkelijk in 2001 en 2002 zullen plaatsvinden en met de resultaten daarvan. Dit waarborgt de coherentie en de continuïteit van beide programma's.

5. Activiteiten van het programma

De acties die moeten worden ondernomen om deze doelstellingen te verwezenlijken, zijn grotendeels gebaseerd op de ervaringen die tot op heden met het Fiscalis programma zijn opgedaan. Bovendien kan het comité van beheer tot op zekere hoogte zelf beslissen welke andere activiteiten in het kader van het programma noodzakelijk zijn. Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de oprichting van werkgroepen, de voorbereiding van vergaderingen betreffende multilaterale controles en het bijstellen van ramingen.

5.1. Communicatiesystemen en systemen voor de uitwisseling van informatie (artikel 5)

De infrastructuur voor de communicatie en de uitwisseling van informatie speelt een belangrijke rol bij het versterken van de belastingstelsels in de Gemeenschap, in het bijzonder wat de doeltreffendheid en de doelmatigheid van haar administratie diensten betreft.

Het voorstel voorziet in handhaving van de begrotingsmiddelen voor de bestaande infrastructuur en toepassingen. De bestaande of de nieuwe communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling zullen in zoverre mogelijk rekening houden met de generieke diensten van het programma voor internationale gegevensuitwisseling overeenkomstig de Besluiten 1719/1999/EG en 1720/1999/EG, wanneer deze beschikbaar zijn voor alle landen die aan dit programma deelnemen. Het voorstel geeft het comité van beheer de mogelijkheid nieuwe toepassingen in te voeren (bijvoorbeeld op het gebied van de directe belastingen) en omschrijft de taken van de Commissie ten aanzien van de communautaire componenten en de verantwoordelijkheid van de deelnemende landen ten aanzien van de niet communautaire componenten. De met het Fiscalis programma opgedane ervaring heeft geleerd dat de Commissie en de deelnemende landen zich samen moeten inzetten, elk op zijn eigen terrein, dat er behoefte is aan algemene coördinatie en dat een en ander onontbeerlijk is voor de goede werking van de bestaande systemen en voor de ontwikkeling van latere toepassingen. Voorts is de Commissie, als coördinator voor de oprichting en het functioneren van de communicatiesystemen en de systemen voor gegevensuitwisseling, voornemens een enkel subcomité verantwoordelijk te maken voor zowel de activiteiten in het kader van dit programma als het Douane 2007 programma en het Excise Movement Control System (toezicht op het verkeer van accijnsgoederen).

5.2. Multilaterale controles (artikel 6)

De samenwerking van functionarissen van verschillende nationale administraties in het kader van de betrokken activiteiten is een groot succes gebleken. De multilaterale controles krachtens het Fiscalis programma hadden in hoofdzaak betrekking op de BTW en de accijnzen, doch sommige controles eveneens op de directe belastingen (met toestemming van de betrokken lidstaten en wanneer dezelfde dienst bevoegd was voor de directe en de indirecte belastingen), hoewel dit programma daarop niet van toepassing is. De multilaterale controles waren succesvol omdat zij werkelijk resultaat hebben opgeleverd, bevorderlijk waren voor de samenwerking tussen de betrokken administraties en het mogelijk hebben gemaakt de belemmeringen (zowel praktische als wettelijke) voor een succesvolle samenwerking te onderkennen. De Commissie is van mening dat dergelijke controles op het gebied van de directe belastingen bijzonder nuttig zouden kunnen zijn, bijvoorbeeld om tegemoet te komen aan de wensen van de lidstaten met betrekking tot de transferprijzen. Volgens het verslag van de Ad Hoc werkgroep van de Raad betreffende belastingfraude kan de samenwerking met betrekking tot de over- en onderfactureringtransacties door middel van gesynchroniseerde inspecties geïntensiveerd worden.

5.3. Seminars (artikel 7)

De seminars van het Fiscalis programma hebben bijgedragen tot de verwezenlijking van alle doelstellingen van het programma. Deze seminars geven deskundigen op de diverse gebieden van de administratie de gelegenheid elkaar te ontmoeten en met de Commissie van gedachten te wisselen over gemeenschappelijke problemen, ervaringen en mogelijke oplossingen. Dit is nuttig voor de ontwikkeling van optimale administratieve praktijken en het verspreiden van informatie daarover, doch eveneens voor het stimuleren en ontwikkelen van de samenwerking of gewoon als pedagogisch hulpmiddel. De bilaterale contacten tussen functionarissen in het kader van de seminars zijn eveneens nuttig gebleken voor de samenwerking en het opbouwen van wederzijds vertrouwen tussen de nationale belastingdiensten. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van de belastingplichtigen en andere personen met een meer specifieke deskundigheid werden in het verleden uitgenodigd aan deze seminars deel te nemen. Dit zal in zoverre mogelijk ook in de toekomst gebeuren.

5.4. Uitwisseling van ambtenaren en opleidingsactiviteiten (artikelen 8 en 9)

De meest succesvolle uitwisselingen waren die waarbij de uitgewisselde functionaris de mogelijkheid werd gegeven praktische taken te verrichten voor de gastadministratie. Deze uitwisselingen zijn ook nuttig gebleken om bekendheid te geven aan optimale administratieve procedures en dit geldt in het bijzonder voor de doelgerichte uitwisselingen ter bestudering van specifieke administratieve procedures.

Het gemeenschappelijk opleidingsinitiatief in het kader van Fiscalis, waarin alle aspecten van de opleiding, zoals de beroepsopleiding en de talenprogramma's en -opleiding, de taaltraining en de linguistische hulpmiddelen, aan bod kwamen, wordt voortgezet.

6. Financiering van het programma (artikel 11)

6.1. De Gemeenschap

De huishoudelijke kosten ten laste van de Gemeenschap kunnen in twee grote categorieën worden onderverdeeld, namelijk de gezamenlijke acties en de IT-acties. De gezamenlijke acties omvatten de seminars, de uitwisselingen, de multilaterale controles, de opleiding en alle andere activiteiten uit hoofde van artikel 1 paragraaf 2, onder f). De IT-acties hebben twee belangrijke aspecten: het functioneren en de evolutie van de bestaande systemen en de ontwikkeling van nieuwe systemen.

De uitgaven in verband met de gezamenlijke acties zullen gedurende de looptijd van het programma een weinig toenemen. Dit is in hoofdzaak het gevolg van de toevoeging van het onderdeel directe belastingen, dat de activiteiten voor alle beschikbare instrumenten doet toenemen. Het aantal ambtenaren in de lidstaten dat belast is met de directe belastingen is dikwijls groter dan het aantal ambtenaren dat op het gebied van de indirecte belastingen werkzaam is en hiermede is rekening gehouden bij het ramen van de kosten van gezamenlijke acties. De kosten van deze gezamenlijke acties zullen derhalve toenemen van 2,75 miljoen EUR in 2003 tot 4,5 miljoen EUR in 2007, hetgeen neerkomt op 17 miljoen EUR tijdens de volledige duur van het programma.

De kosten van IT-acties in het kader van het programma in verband met het functioneren en de evolutie van bestaande systemen zullen over de periode van vijf jaar oplopen tot 23,9 miljoen EUR.

De kosten van IT-acties in verband met de ontwikkeling van nieuwe systemen zullen over de periode van vijf jaar oplopen tot 11,2 miljoen EUR.

De activiteiten in verband met de interconnectie van de systemen van de kandidaat-lidstaten met die van de Gemeenschap in het kader van de toetreding zullen tijdens de duur van het programma 3,9 miljoen EUR kosten.

6.2. Kandidaat-lidstaten

De deelnemende landen zijn de lidstaten van de Europese Unie en, voor zover de nodige regelingen zijn overeengekomen, de landen die om toetreding tot de Europese Unie hebben verzocht.

De voorwaarden voor de deelname van de kandidaat-lidstaten aan het Fiscalis programma zijn vastgesteld bij besluit van de Associatieraad (of, in het geval van Cyprus, bij bilaterale overeenkomst). Deze internationale rechtsinstrumenten voorzien in de automatische verlenging van het Fiscalis programma indien er geen ingrijpende wijzigingen zijn. Wordt het Fiscalis 2007 programma evenwel niet als een verlenging van het Fiscalis programma, doch als een vervolgprogramma gezien, dan zijn nieuwe besluiten van de Associatieraad (voor de deelnemende landen van Midden- en Oost-Europa) en bilaterale overeenkomsten (voor Cyprus, Malta en Turkije) of andere passende internationale instrumenten vereist. Zolang deze rechtsinstrumenten niet beschikbaar zijn en de bijdragen van de kandidaat-lidstaten niet zijn ontvangen, worden uit hoofde van Fiscalis 2007 geen betalingen gedaan. Voor de kandidaat-lidstaten zijn geen voorzieningen getroffen aangezien de bijdragen van deze landen beschouwd worden als aanvullende fondsen voor het programma ten behoeve van de deelname van de landen die de wens daartoe te kennen hebben gegeven. Er zijn geen voorzieningen voor begrotingswijzigingen ingevolge de uitbreiding van de Europese Unie omdat dergelijke wijzigingen pas op het tijdstip van de uitbreiding kunnen worden vastgesteld.

6.3. Conclusies

Het totale bedrag ten laste van de begroting van de Gemeenschap is derhalve 56 miljoen euro.

7. Beheer van het programma (artikel 13)

Het permanent comité voor de administratieve samenwerking op het gebied van de indirectie belastingen is momenteel bevoegd voor het Fiscalis programma en de administratieve samenwerking, zowel voor de BTW als voor de accijnzen. Dit systeem heeft goed gefunctioneerd omdat de agenda's van de vergaderingen zodanig waren opgesteld dat een maximale deelname van de lidstaten gegarandeerd was en de samenstelling van de delegaties aangepast was aan de te behandelen materie, hetzij administratieve samenwerking op het gebied van de BTW of de accijnzen, hetzij problemen bij het beheer van het Fiscalis programma. Niettemin heeft de Commissie met het oog op de uitbreiding van het Fiscalis 2007 programma tot de directe belastingen besloten een nieuw comité, het zogenaamde Ficalis comité, in te stellen als het comité van beheer dat verantwoordelijk zal zijn voor de tenuitvoerlegging van het nieuwe programma. De kandidaat-lidstaten zullen de vergaderingen van het Comité over onderwerpen die op hen betrekking hebben als waarnemers kunnen bijwonen.

8. Evaluatie (artikelen 14 en 15)

Bij de evaluatie wordt onderzocht of de doelstellingen van het programma nog steeds relevant zijn en of deze doelstellingen werden bereikt, of de kosten/batenverhoudingen van het programma correct zijn en/of alle uitgaven op verantwoorde wijze hebben plaatsgevonden. Te dien einde stelt de Commissie follow up-maatregelen en twee verschillende soorten evaluaties voor, namelijk interimevaluaties en een definitieve evaluatie.

De follow up is een continu proces waarvan de resultaten in beknopte vorm worden opgenomen in een jaarverslag dat de Commissie elk jaar aan het comité van beheer voorlegt. In deze verslagen wordt gebruik gemaakt van financiële indicatoren, outputindicatoren (georganiseerde activiteiten) en resultaatindicatoren (onmiddellijk gevolg). Ter ondersteuning van de Commissie bij de voorbereiding van deze verslagen zal de deelnemende landen worden gevraagd alle ter zake dienende gegevens aan de Commissie toe te zenden.

In het verslag van de tussentijdse evaluatie, halverwege het programma, worden de relevantie van de doelstellingen van het programma en de resultaten van de activiteiten onderzocht en wordt nagegaan of deze activiteiten tot het bereiken van de doelstellingen hebben bijgedragen. Het tussentijds verslag is gebaseerd op de door de deelnemende landen ingediende verslagen, de jaarlijkse follow up-verslagen en alle andere beschikbare gegevens; Het wordt door de Commissie opgesteld en aan het comité van beheer voorgelegd.

De definitieve evaluatie is gebaseerd op de tussentijdse evaluatie, de eindverslagen van de deelnemende landen, de follow up-verslagen en alle andere beschikbare gegevens. Hierbij worden het gebruik van de beschikbare middelen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het programma en het effect daarvan onderzocht.

Voor de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie zal in hoofdzaak gebruik worden gemaakt van outcome- en outreach-indicatoren (effect van de activiteiten op middellange en lange termijn).

Deze twee soorten evaluaties zullen door de Commissie worden verricht volgens de gebruikelijke evaluatiemethoden, met dien verstande dat de voor de evaluatie verantwoordelijke dienst onafhankelijk zal zijn van alle andere bij het programma betrokken diensten die zich bezighouden met het beleid, het beheer en de financiële elementen. De voor de evaluatie verantwoordelijke dienst van de Commissie kan bovendien besluiten een beoordelaar van buiten de Commissie bij het evaluatieproces te betrekken.

2002/0015 (COD)

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007 programma)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB C van , blz. .

Gezien de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De doelmatige, eenvormige en doeltreffende toepassing van het gemeenschapsrecht in de interne markt is van wezenlijk belang voor het functioneren van de belastingstelsels, in het bijzonder ter bescherming van de financiële belangen van de lidstaten en de Gemeenschap door het bestrijden van belastingontwijking en -ontduiking, het vermijden van concurrentieverstorende situaties en het verminderen van administratieve problemen voor de overheidsdiensten en de belastingplichtingen.

(2) Beschikking nr. 888/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 1998 houdende vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van de stelsels van indirecte belastingen van de interne markt (Fiscalis programma) [4] heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot het verwezenlijken van deze algemene doelstellingen in de periode van 1998 tot 2002. Het wordt derhalve dienstig geacht het Fiscalis programma met vijf jaar te verlengen. Beschikking nr. 888/98/EG dient derhalve te worden ingetrokken.

[4] PB L 126 van 26.4.1998, blz. 1.

(3) Een doeltreffende, doelmatige en intensieve samenwerking tussen de huidige en de toekomstige lidstaten en tussen de laatstgenoemde en de Commissie is belangrijk voor de goede werking van de belastingstelsels in de interne markt.

(4) De ervaring die de Gemeenschap heeft opgedaan met het Fiscalis programma heeft geleerd dat uitwisselingen, seminars en multilaterale controleoefeningen een bijdrage kunnen leveren tot het bereiken van de doelstellingen van het programma doordat zij functionarissen van de verschillende nationale administraties bijeenbrengen in beroepsmatige activiteiten. Deze activiteiten dienen derhalve te worden voortgezet, met dien verstande dat zij worden uitgebreid tot de inkomstenbelasting, de vermogensbelasting en de verzekeringen.

(5) De oprichting en het functioneren van een infrastructuur voor communicatie en gegevensuitwisseling zal een cruciale rol spelen bij het versterken van de belastingstelsels in de Gemeenschap. Vooral het systeem voor de uitwisseling van gegevens betreffende de BTW (VIES) als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW) [5], heeft aangetoond dat informatietechnologie een belangrijke rol speelt bij het veilig stellen van de inkomsten, terwijl zij de administratieve werkbelasting tot een minimum terugbrengt.

[5] PB L 24 van 1.2.1992, blz. 1.

(6) Voor een uniforme toepassing van het gemeenschapsrecht is het van wezenlijk belang dat de voor de belastingen verantwoordelijke functionarissen een goed gemeenschappelijk begrip hebben van het gemeenschapsrecht en van de tenuitvoerlegging daarvan in de huidige en de toekomstige lidstaten. Een dergelijk niveau kan enkel worden bereikt door een doeltreffende basis- en vervolgopleiding in de huidige en de toekomstige lidstaten. Aanvullende maatregelen van de Gemeenschap zijn nuttig voor de coördinatie en de begeleiding van dergelijke opleidingsprogramma's.

(7) De met het Fiscalis programma opgedane ervaring heeft geleerd dat door de gecoördineerde ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk opleidingsprogramma de doelstellingen van dit programma bereikt kunnen worden, in het bijzonder wat het verbeteren van de kennis van het gemeenschapsrecht betreft.

(8) Gebleken is dat een goede talenkennis van de belastingambtenaren de samenwerking vereenvoudigt. De deelnemende landen dienen er derhalve voor te zorgen dat hun ambtenaren de nodige taalopleiding ontvangen.

(9) Hoewel de grootste verantwoordelijkheid hiervoor bij de deelnemende landen ligt, zijn aanvullende maatregelen van de Gemeenschap noodzakelijk voor de coördinatie van deze activiteiten, het beschikbaar stellen van de nodige infrastructuur en het geven van de nodige stimulansen. Niettegenstaande het in artikel 5 van het Verdrag vastgestelde beginsel van de subsidiariteit, kunnen de doelstellingen van de in deze beschikking neergelegde maatregelen niet alle in voldoende mate door de deelnemende landen worden bereikt en is het derhalve wenselijk, gezien de omvang en de gevolgen van de maatregelen, dat een en ander op het niveau van de Gemeenschap plaatsvindt. Overeenkomstig het in dat artikel genoemde beginsel van de proportionaliteit blijft deze beschikking beperkt tot het minimum dat noodzakelijk is voor het bereiken van deze doelstellingen vereist is en reikt zij niet verder dan te dien einde noodzakelijk is.

(10) In deze beschikking is voor de volledige looptijd van het programma een financieel kader vastgesteld dat het belangrijkste referentiepunt is in de zin van punt 33 van het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [6].

[6] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(11) Aangezien de voor de tenuitvoerlegging van deze beschikking vereiste maatregelen beheersmaatregelen zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7], dienen zij volgens de in artikel 4 van dat besluit bedoelde beheersprocedure te worden vastgesteld.

[7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Hoofdstuk I

Toepassingsgebied en doelstellingen

Artikel 1

Het Fiscalis 2007 programma

1. Bij deze beschikking wordt voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007 een meerjarig communautair actieprogramma (Fiscalis 2007), hierna "het programma" genoemd, vastgesteld ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels van de interne markt.

2. De activiteiten van het programma bestaan in:

(a) communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling;

(b) multilaterale controles door de lidstaten en de kandidaat-lidstaten die bilaterale of multilaterale overeenkomsten hebben gesloten, hetzij onderling, hetzij met lidstaten van de Europese Unie, die dergelijke activiteiten mogelijk maken;

(c) seminars;

(d) uitwisselingen;

(e) opleidingsactiviteiten

(f) andere activiteiten die per geval worden vastgesteld overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 13, lid 2.

Artikel 2

Definities

In deze beschikking wordt verstaan onder:

(a) "belastingen": de hiernavolgende belastingen die in de deelnemende landen van toepassing zijn:

(i) Belasting over de toegevoegde waarde;

(ii) Accijnzen op alcohol- en tabaksproducten en minerale oliën;

(iii) Belastingen op inkomen en vermogen als omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 77/799/EEG [8] van de Raad;

[8] PB L 336 van 27.12.1977.

(iv) Heffingen op verzekeringspremies als omschreven in artikel 3 van Richtlijn 76/308/EEG [9] van de Raad;

[9] PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18.

(b) "overheidsdiensten": de voor de belastingen verantwoordelijke diensten van de deelnemende landen;

(c) "deelnemende landen": de lidstaten en de in artikel 4 bedoelde landen;

(d) "ambtenaar": een functionaris van een overheidsdienst;

(e) "uitwisseling": een in het kader van het programma georganiseerd werkbezoek van een ambtenaar van een overheidsdienst in een ander deelnemend land;

(f) "multilaterale controle": de gecoördineerde controle van de belastingschulden van een of meer belastingplichtigen door meerdere deelnemende landen die een gemeenschappelijk en complementair belang hebben.

Artikel 3

Doelstellingen

1. Het programma heeft in het algemeen ten doel het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt te verbeteren door de samenwerking tussen de deelnemende landen, hun overheidsdiensten en ambtenaren te intensiveren en problemen met betrekking tot de wetgeving en de administratieve praktijk die deze samenwerking bemoeilijken, te onderkennen en daarvoor een oplossing te vinden.

2. De doelstellingen van het programma zijn:

(a) Voor de belasting over de toegevoegde waarde:

ondersteuning van de BTW-strategie van de Europese Unie zoals deze is omschreven in de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement getiteld "Strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt" [10], of een dergelijke op een later tijdstip door de Commissie vast te stellen strategie.

[10] (COM(2000) 348 def.).

(b) Voor de accijnzen:

intensivering van de samenwerking tussen de lidstaten met het oog op een meer eenvormige toepassing van de bestaande regels en gemeenschappelijke aanpak van de wettelijke en administratieve aspecten van de accijnzen.

(c) Voor de directe belastingen

meer bekendheid geven aan de beleidsmaatregelen van de Gemeenschap op het gebied van de directe belastingen en ondersteuning van pooling-experimenten, gegevensuitwisseling en andere vormen van administratieve samenwerking.

(d) Voor de kandidaat-lidstaten

tegemoet komen aan de bijzondere behoeften van de kandidaat-lidstaten die met het oog op de toetreding maatregelen nemen op het gebied van de belastingwetgeving en de administratieve capaciteit.

3. De operationele doelstellingen van het programma worden jaarlijks vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 4

Deelneming van kandidaat-lidstaten

Kunnen aan het programma deelnemen:

(a) de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in de Europa-overeenkomsten, de aanvullende protocollen bij deze overeenkomsten en de besluiten van de respectieve Associatieraden.

(b) Cyprus, Malta en Turkije, overeenkomstig de bilaterale overeenkomsten ter zake die met deze landen zijn gesloten.

Hoofdstuk II

Activiteiten van het programma

Artikel 5

Communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling

1. De Commissie en de deelnemende landen dragen zorg dat de hiernavolgende communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling operationeel zijn voorzover het gemeenschapsrecht dit vereist:

(a) het gemeenschappelijk communicatienetwerk/de gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) voorzover noodzakelijk ter ondersteuning van de andere in dit lid bedoelde systemen;

(b) het systeem voor de uitwisseling van gegevens over de BTW (VIES) en de berichtensystemen daarvan;

(c) het "excise movement verification system" (systeem van toezicht op het verkeer van accijnsgoederen);

(d) het waarschuwingssysteem voor de accijnzen;

(e) het systeem van de "excise duty tables".

2. Nieuwe communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling kunnen worden ingesteld overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 13, lid 2.

3. De communautaire componenten van de communicatiesystemen en de systemen voor gegevensuitwisseling zijn de hardware, de software en de netwerkverbindingen. Deze dienen in alle deelnemende landen gelijk te zijn met het oog op de interconnectie en de interoperabiliteit van de systemen, ongeacht of deze bij de diensten van de Commissie (of een door haar aangewezen onderaannemer) of bij de diensten van de deelnemende landen (of een door hen aangewezen onderaannemer) zijn geïnstalleerd. De Commissie sluit namens de Gemeenschap de nodige contracten om deze componenten operationeel te maken.

4. De niet-communautaire componenten van de communicatiesystemen en de systemen voor gegevensuitwisseling zijn de nationale databanken die deel uitmaken van deze systemen, de netwerkverbindingen tussen de Gemeenschap en de niet-communautaire componenten, alsmede de software en de hardware die elk deelnemend land noodzakelijk acht voor de goede werking van deze systemen in zijn administratie. De deelnemende landen dragen zorg dat de niet-communautaire componenten operationeel blijven en waarborgen de interoperabiliteit van deze componenten met de communautaire componenten.

5. De Commissie coördineert in samenwerking met de deelnemende landen de in lid 1 bedoelde aspecten van de invoering en het functioneren van de communautaire en niet-communautaire elementen van de systemen en de infrastructuur.

Artikel 6

Multilaterale controles

De deelnemende landen kiezen uit de door hen georganiseerde multilaterale controles die waarvan de kosten overeenkomstig artikel 11 ten laste komen van de Gemeenschap. De deelnemende landen leggen de Commissie jaarlijks verslagen en evaluaties van deze controles voor.

Artikel 7

Seminars

De Commissie en de deelnemende landen organiseren gezamenlijk seminars die worden bijgewoond door ambtenaren van de overheidsdiensten, vertegenwoordigers van de Commissie en, indien nodig, andere deskundigen.

Artikel 8

Uitwisseling van ambtenaren

1. De Commissie en de deelnemende landen wisselen ambtenaren uit. De duur van deze uitwisselingen mag niet meer dan een maand bedragen. Elke uitwisseling is gericht op een specifieke activiteit en wordt terdege voorbereid en vervolgens door de betrokken ambtenaren en overheidsdiensten geëvalueerd.

2. De deelnemende landen zorgen er voor dat uitgewisselde ambtenaren daadwerkelijk kunnen deelnemen aan de activiteiten van de gastoverheid. Te dien einde worden dergelijke ambtenaren gemachtigd de taken te verrichten die hen door de gastoverheid overeenkomstig haar rechtssysteem worden toegewezen.

3. Tijdens de uitwisseling wordt de wettelijke aansprakelijkheid van de uitgewisselde ambtenaar bij de uitoefening van diens taken op dezelfde wijze behandeld als de wettelijke aansprakelijkheid van ambtenaren van de gastoverheid. Uitgewisselde ambtenaren zijn gebonden door dezelfde regels van het beroepsgeheim als nationale ambtenaren.

Artikel 9

Opleiding

1. Ter bevordering van een gestructureerde samenwerking tussen de nationale opleidingsorganen en de overheidsambtenaren die bevoegd zijn voor de opleiding op het gebied van de belastingen zullen de deelnemende landen in samenwerking met de Commissie:

(a) bestaande opleidingsprogramma's verder ontwikkelen en, indien nodig, nieuwe programma's uitwerken die de gemeenschappelijke grondslag vormen voor de opleiding van ambtenaren, teneinde deze de mogelijkheid te geven de noodzakelijke gemeenschappelijke vakbekwaamheid en vakkennis te verwerven;

(b) voor zover dienstig de door elk deelnemend land voor zijn eigen ambtenaren georganiseerde opleidingsprogramma's op het gebied van de belastingen open te stellen voor ambtenaren van alle deelnemende landen;

(c) de noodzakelijke gemeenschappelijke instrumenten voor de opleiding op het gebied van de belastingen ontwikkelen.

2. De deelnemende landen dragen bovendien zorg dat hun ambtenaren de voor het verwerven van gemeenschappelijke beroepsbekwaamheid en vakkennis vereiste basis- en vervolgopleiding ontvangen in samenhang met de gemeenschappelijke opleidingsprogramma's, evenals de taalopleiding die noodzakelijk is om deze ambtenaren in staat te stellen een toereikende talenkennis te verwerven.

Hoofdstuk III

Financiële voorzieningen

Artikel 10

Kredieten

De kredieten voor de tenuitvoerlegging van het programma in de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007 bedragen 56 miljoen euro. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit binnen de grenzen van dit bedrag vastgesteld

Artikel 11

Uitgaven

1. De uitgaven voor de tenuitvoerlegging van dit programma komen ten laste van de Gemeenschap en de deelnemende landen, overeenkomstig het bepaalde in de leden 2, 3 en 4:

2. Komen ten laste van de Gemeenschap:

(a) de kosten van de ontwikkeling, de aankoop, de installatie, het onderhoud en het functioneren van de communautaire componenten van de in artikel 5 omschreven communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling, tenzij de Commissie overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure een andersluidende beslissing neemt;

(b) de reis- en verblijfkosten in verband met de multilaterale controles en de uitwisseling van ambtenaren;

(c) de reis- en verblijfkosten en andere kosten in verband met seminars en opleidingsactiviteiten;

(d) het gedeelte van de kosten van andere activiteiten dat per geval wordt vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 13, lid 2.

3. De Commissie stelt, overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen, de regels voor de terugbetaling van kosten vast en deelt deze aan de deelnemende landen mede.

4. Komen ten laste van de deelnemende landen:

(a) 100% van de kosten van de ontwikkeling, de aankoop, de installatie, het onderhoud en het functioneren van de niet-communautaire componenten van de in artikel 5 omschreven communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling, tenzij de Commissie overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, lid 2, een andersluidende beslissing neemt.

(b) het mogelijke verschil tussen de door de Gemeenschap overeenkomstig het bepaalde in lid 1 betaalde kosten en de werkelijke kosten van de activiteit.

(c) de kosten van de basis- en vervolgopleiding, met inbegrip van de taalopleiding, van hun ambtenaren.

Artikel 12

Financiële controle

De uit deze beschikking voortvloeiende financieringsbesluiten, overeenkomsten of contracten zijn onderworpen aan financiële controle en, indien nodig, accountantscontroles ter plaatse door de Commissie, in voorkomend geval in samenwerking met het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en met het Europees Rekenhof. Voor alle krachtens deze beschikking verleende subsidies dient door de begunstigden vooraf schriftelijk toestemming te worden verleend. Deze toestemming zal het aanvaarden door de begunstigden inhouden van een accountantscontrole door het Europees rekenhof op het gebruik van de financiering die werd verleend.

Hoofdstuk IV

Andere bepalingen

Artikel 13

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, het "Fiscalis comité" genoemd, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en waarvan het voorzitterschap door een vertegenwoordiger van de Commissie wordt waargenomen.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de in artikel 4 van Besluit 1999/468/EG omschreven beheersprocedure van toepassing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 7 en 8 van dit besluit.

3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

Artikel 14

Vervolgcontrole

1. Het toezicht op de tenuitvoerlegging van het programma geschiedt door middel van een permanente vervolgcontrole door de deelnemende landen in samenwerking met de Commissie.

2. De diensten van de Commissie leggen het in artikel 13, lid 1, bedoelde comité jaarlijks een voortgangsrapport voor waarin voor het gehele programma verslag wordt gedaan van de bereikte resultaten.

3. De overheidsdiensten van de deelnemende landen verstrekken de Commissie alle gegevens die deze nodig heeft om de voortgangsrapporten op zo doeltreffend mogelijke wijze te kunnen opstellen.

Artikel 15

Tussentijdse evaluatie en eindevaluatie

1. Het programma wordt beoordeeld door middel van een tussentijdse evaluatie en een evaluatie achteraf onder verantwoordelijkheid van de Commissie op basis van de door de deelnemende landen opgestelde verslagen. De doelmatigheid en de doeltreffendheid van het programma worden aan de in artikel 3 omschreven doelstellingen getoetst. De evaluaties vinden plaats aan de hand van de in lid 2 bedoelde verslagen.

- Bij de tussentijdse evaluatie worden de eerste resultaten en gevolgen van de activiteiten van het programma onderzocht. Voorts wordt aandacht besteed aan het gebruik van de kredieten, het verloop van de vervolgcontrole en de tenuitvoerlegging.

- De evaluatie achteraf heeft ten doel de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de activiteiten van het programma te beoordelen.

2. De deelnemende landen zenden de Commissie

(a) uiterlijk op 31 december 2004 een tussentijds evaluatieverslag over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het programma.

(b) uiterlijk op 31 december 2007 een evaluatieverslag achteraf over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het programma.

3. De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad de volgende documenten voor

(a) uiterlijk op 30 juni 2005 een tussentijds evaluatieverslag over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het programma evenals een mededeling over de wenselijkheid van de voortzetting van het programma, in voorkomend geval vergezeld van een passend voorstel.

(b) uiterlijk op 30 juni 2008 een evaluatieverslag over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het programma.

Deze verslagen worden eveneens ter informatie aan het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's toegezonden.

4. De in lid 3 bedoelde evaluatieverslagen zijn gebaseerd op de in lid 2 bedoelde verslagen, de in artikel 14, lid 2, bedoelde voortgangsrapporten en alle andere ter zake dienende gegevens.

Artikel 16

Intrekking

Beschikking nr. 888/98/EG wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 17

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze beschikking is van toepassing vanaf 1 januari 2003.

Artikel 18

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitster De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

Beleidsterrein(en): Hoofdstuk 04: Belastingpolitiek

Activiteit(en) Artikel 01: Fiscalis 2007 Programma (ex Fiscalis)

Benaming van de actie: Vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007 programma)

1. BEGROTINGSPLAATS(EN) + OMSCHRIJVING(EN)

B5-3050

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1. Totale toewijzing voor de actie (Deel B): 56 miljoen eur voor vastleggingskredieten

2.2. Duur: 2003 - 2007

2.3. Meerjarenraming van de uitgaven:

a) Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiering uit de begroting) (zie punt 6.1.1)

in miljoen eur (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (zie punt 6.1.2)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven (zie punten 7.2 en 7.3)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.4. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

|x| Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering

| | Dit voorstel vereist een herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten

| | Inclusief, in voorkomend geval, een beroep op de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord

2.5. Financiële gevolgen voor de ontvangsten:

|x| Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

OF

| | Financiële gevolgen - het effect op de ontvangsten is als volgt:

Geen

3. BEGROTINGSKENMERKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1. Doel van het communautaire optreden

5.1.1. Doelstellingen

Het programma heeft in het algemeen ten doel het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt te verbeteren door de samenwerking tussen de lidstaten, hun overheidsdiensten en ambtenaren te intensiveren en problemen, bijvoorbeeld op het gebied van de wetgeving en de administratieve praktijk, die deze samenwerking bemoeilijken te onderkennen en daarvoor oplossingen te zoeken. Het programma staat bovendien open voor de kandidaat-lidstaten.

Algemene doelstellingen van het programma:

Belasting over de toegevoegde waarde: Ondersteuning van de BTW-strategie van de Europese Unie zoals deze is uiteengezet in de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, getiteld: "Strategie ter verbetering van de werking van het BTW-stelsel in het kader van de interne markt" of enige andere toekomstige strategie van die strekking die de Commissie vaststelt. De vier belangrijkste doelstellingen op dit gebied zijn de vereenvoudiging en modernisering van de regelgeving, een meer eenvormige toepassing van de regels en een nieuwe aanpak van de administratieve samenwerking.

Accijnzen: Verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten en een meer eenvormige toepassing van de bestaande regels en totstandbrenging van een gemeenschappelijke aanpak van de wettelijke en administratieve aspecten van de accijnzen.

Directe belastingen: Het bevorderen van de kennis van de communautaire beleidsmaatregelen op het gebied van de directe belastingen en ondersteuning van pooling-experimenten, gegevensuitwisseling en andere vormen van administratieve samenwerking.

Kandidaat-lidstaten: Daadwerkelijke toepassing van het belastingacquis door de kandidaat-lidstaten door tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van deze landen, versterking van de administratieve capaciteit van deze landen en het verlenen van steun bij de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke wettelijke en bestuursrechtelijke, organisatorische en technische maatregelen.

De specifieke doelstellingen van het programma worden jaarlijks vastgesteld en herzien door het bij deze beschikking ingestelde comité van beheer.

5.1.2. Maatregelen in verband met de voorafgaande evaluatie

Het Fiscalis programma [11] werd in 1998 door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld als een vijfjaren-actieprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de stelsels van indirecte belastingen van de interne markt. Het werd aan de hand van interimverslagen van de lidstaten betreffende de eerste drie jaren aan een tussentijdse evaluatie onderworpen. Hieruit werd geconcludeerd dat het programma op korte termijn bevredigende resultaten had opgeleverd en als een waardevol en onontbeerlijk hulpmiddel ter ondersteuning van het belastingbeleid van de EU diende te worden beschouwd. Opgemerkt werd evenwel dat moeilijk kon worden bepaald in hoeverre de doelstellingen waren bereikt. Wat dit betreft zullen in het kader van het eindverslag betreffende de tenuitvoerlegging en de gevolgen van het programma overeenkomstig artikel 12, lid 3, onder b), van de Fiscalis-beschikking nog verdere analyses moeten plaatsvinden.

[11] Beschikking Nr. 888/98/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van de stelsels van indirecte belastingen van de interne markt (Fiscalis programma), PB L 126 van 28.4.1998, blz.1.

Dankzij de activiteiten van het Fiscalis programma werd een aanzienlijke hoeveelheid kennis en ervaring over specifieke onderwerpen overgedragen aan de deelnemers, werden de controles en de fraudebestrijding op het gebied van de indirecte belastingen verbeterd en werden functionarissen in de gelegenheid gesteld nieuwe administratieve praktijken voor de samenwerking met andere belastingdiensten te ontwikkelen. Uit dit verslag bleek dat het programma, dat tevens tot grondslag diende voor de financiering van de meeste programma's voor computerondersteuning van de Gemeenschap, het mogelijk heeft gemaakt een beter gebruik en een betere verspreiding van de kennis van bestaande belastingcontrolesystemen aan te moedigen. Dit zijn belangrijke controle-instrumenten voor de intracommunautaire BTW en accijnzen. Het programma heeft ook bijgedragen tot nieuwe automatiseringsprojecten op het gebied van de accijnzen. Door het toegankelijk te maken voor de kandidaat-lidstaten werd deze landen de mogelijkheid gegeven aan de seminars en uitwisselingen deel te nemen.

Rekening houdend met de evaluatie van het Fiscalis programma en de bijdrage die dit heeft geleverd tot het bereiken van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de indirecte belastingen, bouwt het nieuwe programma Fiscalis 2007 voort op deze ervaringen, met dien verstande dat ook rekening wordt gehouden met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de belastingpolitiek en met de algemene ontwikkelingen in Europa. Zo speelt bijvoorbeeld de nieuwe technologie een belangrijke rol bij de modernisering van zowel de belastingstelsels als de belastingdiensten, opent zij nieuwe perspectieven voor een grotere efficiëntie en schept zij de voorwaarden voor een betere samenwerking tussen de lidstaten. Een nieuw programma zou met succes gebruik kunnen maken van deze nieuwe mogelijkheden. Het voorstel bevat te dien einde een sterk gewijzigd en gemoderniseerd programma dat ten doel heeft zo goed mogelijk steun te blijven verlenen aan de belastingwerkzaamheden van de Gemeenschap.

Het voorstel bevat wat dit betreft de hiernavolgende verbeteringen ten opzichte van de Fiscalisbeschikking:

- de doelstellingen van het programma zijn rechstreeks gekoppeld aan de doelstellingen van de belastingpolitiek;

- het wordt uitgebreid tot de directe belastingen;

- het nieuwe programma is er specifiek op gericht beter tegemoet te komen aan de bijzondere behoeften van de kandidaat-lidstaten. Het zal mogelijk zijn te dien einde nieuwe activiteiten in het programma op te nemen.

- de maatregelen met betrekking tot de communicatie en de gegevensuitwisseling op het gebied van de belastingen zijn op elkaar afgestemd omdat deze systemen in het programma gezamenlijk worden behandeld.

- er is voorzien in een meer gestructureerde aanpak van de evaluatie.

5.1.3. Naar aanleiding van de evaluatie achteraf genomen maatregelen

Niet van toepassing.

5.2. Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

Het gaat om de volgende activiteiten :

- Communicatiesystemen en systemen voor gegevensuitwisseling :

De Gemeenschap dient er voor te zorgen dat de bestaande systemen, met name VIES (systeem voor de uitwisseling van gegevens betreffende de BTW), CCN/CSI (gemeenschappelijke communicatienetwerk/gemeenschappelijke systeeminterface), SIPA (Système d'Information Préalable pour Accises) en Excise Duty Tables operationeel blijven, met name wat de onderhoudskosten, de ontwikkeling en het functioneren van de systemen en de onderhoudskosten van het netwerk betreft.

Bij de nieuwe geplande systemen, waaronder het VMA (systeem voor de controle van het verkeer van accijnsgoederen), de elektronische handel en de 8e richtlijn komen de kosten van de ontwikkeling, de aankoop, de installatie, de werking en de evolutie ten laste van de Gemeenschap, in het bijzonder wat het materiaal, de programmatuur en de netwerken betreft, die alle deelnemende landen gemeenschappelijk moeten hebben gezien de noodzaak van interconnectie en interoperabiliteit van de systemen.

De kosten van de haalbaarheidsonderzoeken voor de nieuwe systemen op het gebied van de directe belastingen die zich nog in de ontwerpfase bevinden, komen ten laste van de Gemeenschap.

Voor de kandidaat-lidstaten draagt de Gemeenschap in het kader van de uitbreidingsprocedure de kosten van de bijstand, de overeenstemmingsbeoordeling en de interconnectie van de nationale systemen met de communautaire systemen.

De deelnemende landen zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de nationale databanken die deel uitmaken van deze systemen en voor de netwerkaansluitingen tussen de communautaire en de niet-communautaire elementen van deze systemen, evenals voor de programmatuur en de apparatuur die elke deelnemende staat noodzakelijk acht voor de goede werking van zijn systemen in zijn administratie.

- Uitwisselingen, werkgroepen, seminars en multilaterale controles : reis- en verblijfkosten van functionarissen van de deelnemende landen die bevoegd zijn voor de indirecte belastingen, in verband met hun deelname aan uitwisselingen, seminars of multilaterale controles buiten hun land. Alle reis- en verblijfkosten (in het geval van uitwisselingen, seminars en multilaterale controles) worden berekend op basis van de vergoedingen van de reis- en verblijfkosten die momenteel voor de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn.

- Gemeenschappelijke opleidingsinitiatieven: deze hebben ten doel projectgroepen op te richten voor het ontwikkelen van gemeenschappelijke opleidingsprogramma's voor de lidstaten, in het bijzonder op het gebied van de traditionele en de geïnformatiseerde audittechnieken; de mogelijkheden van het internet bij de opleiding te onderzoeken; informatie betreffende managementtraining te verschaffen; technische hulpmiddelen voor het talenonderwijs te ontwikkelen en de samenwerking tussen de opleidingsinstanties in de lidstaten te bevorderen. Deze activiteiten vereisen financiële middelen ter vergoeding van de reis- en verblijfkosten en eventueel voor de aankoop van het nodige materiaal. Alle reis- en verblijfkosten (voor de uitwisselingen, seminars en multilaterale controles) worden berekend op basis van de reis- en verblijfkostenvergoedingen die de ambtenaren van de Commissie momenteel ontvangen.

5.3. Tenuitvoerlegging

Het streven is gericht op een gecoördineerde benadering van het programma waarbij ervaringen worden uitgewisseld en de beste procedures worden toegepast. Teneinde er voor te zorgen dat de activiteiten op de belangrijkste beleidsterreinen gericht blijven, werd een bepaling opgenomen die voorziet in een jaarlijkse herziening van de specifieke doelstellingen door het Fiscalis 2007 comité. Op basis van deze jaarlijkse herziening wordt een voortschrijdend actieprogramma ontwikkeld met prioritaire doelstellingen en passende maatregelen ter bereiking van deze doelstellingen. De resultaten van deze maatregelen worden van nabij gevolgd en geëvalueerd door het managementcomité en, indien nodig, worden nieuwe maatregelen ontwikkeld en aan het voortschrijdend actieprogramma toegevoegd.

Opdat het programma op zodanige wijze wordt ontwikkeld dat de overeengekomen specifieke doelstellingen worden bereikt, zullen alle verzoeken om maatregelen ingediend moeten worden volgens bepaalde procedures die er voor zorgen dat de maatregelen aan de gestelde prioriteiten voldoen, dat duidelijke doelstellingen worden geformuleerd, dat de instanties die maatregelen voorstellen rekening houden met de voor de uitvoering ervan vereiste middelen, dat door alle betrokkenen passende goedkeuring voor de tenuitvoerlegging van maatregelen wordt gegeven en dat de follow up en de evaluatie als een integrerend onderdeel van het voorstel worden beschouwd.

Deze werkwijze garandeert dat de maatregelen in overeenstemming zijn met de beleidsprioriteiten, dat zij in samenwerking met de lidstaten worden genomen en dat met de bereikte resultaten en de opgedane ervaring rekening wordt gehouden bij andere activiteiten, hetzij binnen, hetzij buiten de werkingssfeer van het programma.

6. FINANCIËLE GEVOLGEN

6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B - (voor de gehele programmeringsperiode)

6.1.1. Financiering

Vastleggingskredieten in miljoen eur (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.1.2. Technische en administratieve bijstand, ondersteuningsuitgaven en IT-uitgaven (vastleggingskredieten)

Tabel 6.1.2 is niet van toepassing.

6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de hele programmeringspediode)

Vastleggingskredieten in miljoen eur (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.3. Andere huishoudelijke uitgaven die uit de actie voortvloeien

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

I. Jaartotaal (7.2 + 7.3)

II. Duur van de actie

III. Totale kosten van de actie (I x II) // EUR2.636.774

5 jaar

EUR13.183.870

De huishoudelijke uitgaven en de personeelsuitgaven worden gefinancierd uit de kredieten die aan het betrokken Directoraat-generaal worden toegekend in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure.

8. FOLLOW-UP EN EVALUATIE

8.1. Follow-up-systeem

Dit is geregeld bij artikel 14 van het voorstel waarin is bepaald dat het programma onder voortdurend toezicht staat en dat dit gezamenlijk door de deelnemende landen en de Commissie wordt uitgeoefend. Dit toezicht vindt plaats aan de hand van financiële indicatoren en resultaat- en productie-indicatoren. De diensten van de Commissie zullen het comité jaarlijks een follow-up verslag voorleggen over de activiteiten van het programma en de resultaten daarvan in het betrokken jaar. De deelnemende landen verschaffen de Commissie alle informatie die deze nodig heeft voor het opstellen van de follow up verslagen.

8.2. Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

Artikel 15 van de beschikking voorziet in de evaluatie van het programma. Het gaat om een tussentijdse evaluatie en een evaluatie achteraf die gezamenlijk door de deelnemende landen en de Commissie worden uitgevoerd met het oog op de toetsing van het effect van de activiteiten van het programma aan de in artikel 3 omschreven specifieke en algemene doelstellingen.

Bij de tussentijdse evaluatie worden de doelmatigheid en de eerste resultaten en effecten van de activiteiten van het programma beoordeeld. Voorts worden het gebruik van de kredieten, het verloop van de follow up en de tenuitvoerlegging onderzocht.

Bij de evaluatie achteraf wordt - rekening houdend met de resultaten van het tussentijdse verslag - verslag gedaan van het gebruik van de ter beschikking gestelde middelen en van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de activiteiten van het programma.

De doelmatigheid en de doeltreffendheid van het programma worden aan de specifieke en algemene doelstellingen getoetst.

De verslagen van de evaluatie achteraf en van de tussentijdse evaluatie zijn gebaseerd op de door de deelnemende landen voorgelegde verslagen, de jaarlijkse follow up verslagen en alle andere ter zake dienende gegevens. De Commissie kan thematisch onderzoek verrichten ter vervollediging van de gegevens betreffende de effecten van het programma.

De diensten van de Commissie zullen ervoor zorgen dat het evaluatieschema van het toekomstige programma beschikbaar is zodra het nieuwe programma in werking treedt. Dit schema zal omvatten:

- Een omschrijving van de actiestructuur van het programma (hiërarchie van de doelstellingen, resultaten en verwachte gevolgen)

- De vermelding van de resultaat- en effectindicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt,

- De instrumenten voor het verzamelen van gegevens aangepast aan de vastgestelde resultaten en gevolgen (gerichte vragenlijst, statistische en andere gegevens).

9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De deelnemende landen zorgen voor de uitbetaling van de reis- en verblijfkosten van hun eigen ambtenaren volgens de overeengekomen regels. De hiervoor vereiste bedragen worden in de loop van het begrotingsjaar aan de deelnemende landen voorgeschoten, naargelang de tenuitvoerlegging van het programma. De deelnemende landen leggen gedetailleerde bewijsstukken van hun uitgaven over en bewaren alle documenten met het oog op een eventuele controle. De reiskosten van functionarissen van andere landen of van vertegenwoordigers van externe organisaties en kosten met betrekking tot de organisatie van seminars worden, hetzij rechtstreeks door de diensten van de Commissie, hetzij door de daartoe gemachtigde deelnemende landen uitbetaald. In elk contract van dit type worden antifraudebepalingen (betreffende controles enz.) opgenomen.

De bedragen in verband met andere activiteiten van het programma worden voor de uitbetaling aan de gebruikelijke verificatieprocedure van de diensten van de Commissie onderworpen. Daarbij wordt rekening gehouden met de contractuele verplichtingen en de beginselen van goed beheer, hetzij financieel, hetzij algemeen. Alle tussen de Commissie en de begunstigden gesloten contracten voorzien in antifraudemaatregelen (controles, verslagen enz.).

Top