EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000DC0285

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap

/* COM/2000/0285 def. */

52000DC0285

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap /* COM/2000/0285 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap

(ingediend door de Commissie)

SAMENVATTING

De mensen hechten grote waarde aan hun gezondheid. Zij verwachten dat zij tegen gezondheidsproblemen en ziekten worden beschermd. Zij eisen dat hun voedsel veilig en gezond is en dat de producten en diensten op de markt aan hoge veiligheidsnormen voldoen. Zij willen hun kinderen in een gezond milieu grootbrengen en verwachten dat de situatie op hun werk veilig en hygiënisch is. Als zij binnen de Europese Gemeenschap reizen, moeten zij kunnen beschikken over goede en betrouwbare adviezen en hulp wat hun gezondheid betreft. Het is de taak van de overheden in de lidstaten om hun beleid op al deze gebieden in overeenstemming te brengen met deze verwachtingen. Ook voor de Gemeenschap is hier op grond van haar verplichtingen krachtens de Verdragen een uiterst belangrijke taak weggelegd.

Deze mededeling schetst de globale gezondheidsstrategie van de Gemeenschap, waarmee zij streeft naar een samenhangende, doeltreffende aanpak van gezondheidsvraagstukken op alle beleidsterreinen. Essentieel hierbij is een nieuw kader voor de volksgezondheid, onder meer bestaande uit het bijgevoegde voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid.

Met dit kader zal de Gemeenschap haar verplichtingen beter kunnen nakomen doordat zij beschikt over duidelijke doelstellingen en beleidsinstrumenten. Dit is van groot belang in verband met de volgende factoren:

* de verwachting van het publiek dat de Gemeenschap zorgt voor de bescherming van ieders gezondheid;

* de grotere verplichtingen op het gebied van de volksgezondheid die de Gemeenschap de afgelopen jaren heeft gekregen door de achtereenvolgende verdragswijzigingen;

* de opkomst van nieuwe problemen en prioriteiten op gezondheidsgebied, met name in verband met de uitbreiding van de EU, het grotere beroep dat op de gezondheidszorg wordt gedaan en de demografische veranderingen;

* de ervaring met de uitvoering van de lopende acties op het gebied van de volksgezondheid binnen het in 1993 opgestelde kader;

* het standpunt van de andere communautaire instellingen, in het bijzonder het Europees Parlement en de Raad, dat er een nieuwe benadering moet komen om toekomstige uitdagingen aan te kunnen.

In deze mededeling zijn de resultaten verwerkt van het uitvoerige overleg dat heeft plaatsgevonden over de mededeling van de Commissie van april 1998 betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap, waaruit de noodzaak voor een ambitieuzere communautaire gezondheidsstrategie naar voren kwam. Centraal in deze strategie staan de doelstellingen voor de volksgezondheid zoals omschreven in artikel 3, onder p), en artikel 152 van het Verdrag.

Het volksgezondheidsprogramma richt zich op drie prioriteiten:

1) Verbeteren van informatie en kennis over de gezondheid

Er zal een veelomvattend gezondheidsinformatiesysteem worden opgezet om besluitvormers, gezondheidswerkers en het publiek de essentiële informatie en gegevens op gezondheidsgebied te verstrekken die zij nodig hebben.

2) Snel reageren op gezondheidsbedreigingen

Er zal een systeem komen om snel en doeltreffend actie te ondernemen in geval van bedreigingen voor de volksgezondheid, bijvoorbeeld door besmettelijke ziekten. In verband met de toenemende integratie van de EU als gevolg van het vrije verkeer is grotere waakzaamheid geboden.

3) Beïnvloeden van gezondheidsdeterminanten

Het programma zal een hulpmiddel zijn om de gezondheidstoestand van de bevolking te verbeteren en de voortijdige sterfte in de EU terug te dringen door de oorzaken van gezondheidsproblemen aan te pakken via doeltreffende maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie.

Het volksgezondheidsprogramma is een uiterst belangrijk initiatief dat een grote toegevoegde waarde zal bieden, met inachtneming van de verdragsbepaling dat bij het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig geëerbiedigd worden.

Het nieuwe kader omvat naast het volksgezondheidsprogramma nog verdere maatregelen op wetgevingsgebied. Een daarvan is de mogelijkheid tot harmonisatie van maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied en op het gebied van kwaliteits- en veiligheidseisen voor organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten.

Ook is het de bedoeling een nieuwe structuur in het leven te roepen, het Europees gezondheidsforum, waardoor de hele volksgezondheidssector moet kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van het gezondheidsbeleid.

De bevoegdheden van de EU ten aanzien van de gezondheid beperken zich niet tot specifieke acties voor de volksgezondheid. Er geldt de uitdrukkelijke eis dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd wordt. Dat betekent dat voorstellen op andere belangrijke actieterreinen van de Gemeenschap (interne markt, sociale zaken, onderzoek en ontwikkeling, landbouw, handel en ontwikkeling, milieu enz.) actief moeten streven naar een betere bescherming van de gezondheid. Daarom bevat de nieuwe gezondheidsstrategie een aantal specifieke maatregelen om deze eis na te komen, bijvoorbeeld door de coördinatie te verbeteren en door te laten zien hoe bij activiteiten de mogelijke gevolgen daarvan voor de gezondheid in aanmerking worden genomen.

De communautaire gezondheidsstrategie die in dit document wordt gepresenteerd, is een belangrijk initiatief dat op het juiste moment komt. Het zal de Gemeenschap in staat stellen haar taken op het gebied van de gezondheid volledig te vervullen en aan het optreden van de lidstaten een toegevoegde waarde te verlenen. Daardoor is het een effectief, realistisch antwoord op de legitieme verwachtingen en preoccupaties van het publiek.

INHOUD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap 1

SAMENVATTING 2

1. INLEIDING 5

2. CONTEXT VAN DE GEZONDHEIDSSTRATEGIE 6

2.1 Juridische achtergrond 6

2.2 Trends en uitdagingen 7

3. ONDERDELEN VAN DE GEZONDHEIDSSTRATEGIE 10

3.1 Het kader voor de volksgezondheid: het actieprogramma 10

3.2 Het kader voor de volksgezondheid: andere onderdelen 16

3.3 Kenmerken van het kader voor de volksgezondheid 17

4. TOTSTANDBRENGING VAN EEN GEÏNTEGREERDE GEZONDHEIDS STRATEGIE 18

5. CONCLUSIES 22

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) 25

BIJLAGE 36

1. INLEIDING

De mensen hechten grote waarde aan hun gezondheid.

Hoe lang zij leven, hoe gezond zij zijn en welke ziekten zij krijgen wordt door tal van factoren bepaald. Naast ieders genetische aanleg spelen ook de sociale en economische omstandigheden, het persoonlijk gedrag - roken, drinken, voeding - en de arbeids- en levensomstandigheden een belangrijke rol.

De volksgezondheid houdt zich met deze aspecten bezig. Daarbij gaat de aandacht uit naar de bescherming en verbetering van de gezondheidstoestand van de hele bevolking. Dit ambitieuze doel kan op een aantal manieren worden bereikt. In de eerste plaats door preventieve maatregelen, zoals vaccinatie en bevolkingsonderzoek, en meer in het algemeen door voorzorgsmaatregelen om de mensen tegen risico's en gevaren te beschermen. Voorlichtings- en opvoedingscampagnes zijn een tweede mogelijkheid. Ruimer gezien is er verder gezondheidsbevordering, wat inhoudt dat mensen en gemeenschappen in staat gesteld worden gezonde keuzen te maken om hun gezondheid te verbeteren. De volksgezondheid moet ook nagaan hoe de gezondheidszorgstelsels functioneren en ernaar streven dat dit zo goed mogelijk gebeurt. Het gaat dus om het aanpakken van de oorzaken van een slechte gezondheid. Aangezien hierbij vele factoren een rol spelen, moeten ook andere beleidsterreinen een bijdrage leveren om de doelstellingen van de volksgezondheid te ondersteunen.

De instandhouding en verbetering van de volksgezondheid vereist dus een totaalaanpak. Daarbij is de positie van de Gemeenschap anders dan die van de lidstaten. Zij heeft zelf geen gezondheidsdiensten of medische zorgverstrekking onder haar beheer; dat is volgens het Verdrag immers de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Waar het gaat om de volksgezondheid heeft de Gemeenschap tot taak de activiteiten van de lidstaten aan te vullen en daar een meerwaarde aan te verlenen, en in het bijzonder problemen aan te pakken die de lidstaten alleen niet kunnen oplossen. Een voorbeeld hiervan zijn infectieziekten, die zich niets van landsgrenzen aantrekken, en hetzelfde geldt voor water- en luchtverontreiniging. Daarom heeft het Verdrag de Gemeenschap een grote verantwoordelijkheid gegeven om zich met gezondheidsvraagstukken in de ruimste zin bezig te houden.

Dit sluit aan bij de verwachting van het Europese publiek. De mensen verlangen terecht dat zij tegen gezondheidsproblemen en ziekten worden beschermd. Zij eisen dat hun voedsel veilig en gezond is en dat de producten en diensten op de markt aan hoge veiligheidsnormen voldoen. Zij willen hun kinderen in een gezond milieu grootbrengen en verwachten dat de situatie op hun werk veilig en hygiënisch is. Als zij binnen de Europese Gemeenschap reizen, moeten zij kunnen beschikken over goede en betrouwbare adviezen en hulp wat hun gezondheid betreft.

Op al deze gebieden heeft de Gemeenschap een essentiële taak.

De in dit document aangekondigde voorstellen zijn bijzonder ambitieus. Het nieuwe volksgezondheidsprogramma is een belangrijk nieuw initiatief, zowel gezien de reikwijdte ervan als vanwege de wijze waarop het de nodige middelen bijeenbrengt. Maar het is slechts één onderdeel, zij het een belangrijk, van de globale communautaire gezondheidsstrategie van de Gemeenschap, die erop gericht is dat alle communautaire beleidsmaatregelen en acties een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van een hoog niveau van gezondheidsbescherming.

Deze mededeling laat zien dat de Gemeenschap nu al een wezenlijke bijdrage aan de gezondheid van de bevolking levert. Maar zij wil verder gaan en is vastbesloten om in de toekomst een nog grotere bijdrage te leveren om de kwaliteit van ieders leven in de Gemeenschap op een hoger peil te brengen.

2. CONTEXT VAN DE GEZONDHEIDSSTRATEGIE

De snelle veranderingen die zich in Europa voltrekken hebben verreikende gevolgen voor het leven en de gezondheid van de mensen. Daardoor is er op dit moment behoefte aan een communautaire gezondheidsstrategie die niet alleen de huidige omstandigheden, maar ook de opkomende trends in aanmerking neemt. Deze strategie moet aansluiten bij de nieuwe bevoegdheden op volksgezondheidsgebied van het Verdrag, maar ook grote uitdagingen voor de gezondheid van de bevolking aankunnen.

2.1. Juridische achtergrond

Verscheidene artikelen van het Verdrag hebben betrekking op de gezondheid. Zij zijn in tabel 1 aangegeven. De hoofddoelstellingen voor de volksgezondheid worden genoemd in de artikelen 3 en 152. Dit omvat:

* bijdragen tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid;

* verbetering van de volksgezondheid;

* preventie van ziekten en aandoeningen;

* het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid.

Deze doelstellingen komen aan bod in tal van communautaire beleidsterreinen, waaronder interne markt, milieu, consumentenbescherming, sociale zaken (inclusief gezondheid en veiligheid op het werk), landbouw, onderzoek, handel en ontwikkeling enz. Bij de bepaling en uitvoering van communautair beleid op deze en andere gebieden moet een hoog beschermingsniveau voor de menselijke gezondheid worden gewaarborgd.

Artikel 152 bevat specifieke bepalingen waardoor de Gemeenschap actie kan ondernemen met directe gevolgen voor de gezondheidsbescherming, waarbij de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig moeten worden geëerbiedigd.

Dit omvat:

Maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid. Deze vormen al de grondslag van een omvangrijke hoeveelheid EU-wetgeving, die belangrijke gevolgen voor de gezondheid heeft. Het verschil is dat voorstellen op dit gebied nu onder het terrein volksgezondheid vallen.

Maatregelen met betrekking tot de kwaliteit en veiligheid van organen en stoffen van menselijke oorsprong, bloed en bloedderivaten. De reikwijdte en mogelijkheden van deze nieuwe bepaling zijn nog niet volledig uitgediept. Gezien echter het belang voor de gezondheidsbescherming van een veilige bloedvoorziening en de snel toenemende behoefte aan menselijke organen en stoffen van menselijke oorsprong, biedt deze bepaling, met inachtneming van de nationale bepalingen inzake de donatie en het gebruik van organen en bloed in de geneeskunde, tal van mogelijkheden.

Stimuleringsmaatregelen ter bescherming en verbetering van de volksgezondheid. Deze bepalingen, die geen harmonisatie inhouden, dienden als grondslag voor de huidige acht volksgezondheidsprogramma's en voor de beschikking betreffende een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten; ook vormen zij de grondslag van het nieuwe programma.

Het Verdrag voorziet ook in aanbevelingen van de Raad met het oog op de bescherming van de volksgezondheid. Hoewel die niet bindend zijn, is van deze mogelijkheid gebruikgemaakt voor initiatieven op het gebied van bijvoorbeeld elektromagnetische straling [1].

[1] De volledige lijst van programma's en andere acties is in tabel 2 opgenomen.

2.2. Trends en uitdagingen

Gezondheidstrends

Algemeen gesproken is de bevolking van de Gemeenschap nog nooit zo gezond geweest. De zuigelingensterfte is de afgelopen jaren sterk gedaald. De mensen leven langer: de levensverwachting bij de geboorte is in alle lidstaten toegenomen tot 75 à 79 jaar. Vooral de afgelopen decennia is deze levensverwachting opmerkelijk gestegen. Zo nam zij in Frankrijk tussen 1970 en 1996 met zes jaar toe (van 72,9 tot 78,9) en in het Verenigd Koninkrijk met vijf jaar (van 71,8 tot 77,1).

Desondanks kent de volksgezondheid nog steeds ernstige problemen, waarvoor wij de ogen niet mogen sluiten:

* een grote voortijdige sterfte (een vijfde van alle mensen sterft voortijdig, dat wil zeggen vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd) als gevolg van ziekten die samenhangen met de leefwijze, met name hart- en vaatziekten en kanker, en als gevolg van ongelukken [2]. Roken is een kritieke factor. Hierdoor sterft per jaar in de Europese Unie meer dan een half miljoen mensen, van wie ongeveer de helft in de leeftijdsgroep 35-69 jaar [3];

[2] Voor de bevolking in haar geheel zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in afnemende volgorde: ischemische hartziekte en cerebrovasculaire aandoeningen, gevolgd door kanker, chronische leveraandoeningen, verkeersongevallen en zelfdoding (sterftestatistieken van Eurostat).

[3] Peto R, Lopez AD, Boreham J, Thun M, Heath C, Mortality From Tobacco in Developed Countries, 1950-2000, Oxford, OUP, 1998. Ischemische hartziekte, cerebrovasculaire aandoeningen, chronische obstructieve longaandoeningen en longkanker, die alle verband houden met roken, staan allevier in de top tien van doodsoorzaken van de wereld, aldus The Global Burden of Disease Study van Murray en Lopez (geciteerd in een hoofdartikel van The Lancet, Vol. 349, No 9061).

* aanzienlijke ziekte en handicaps als gevolg van geesteszieken, aandoeningen van het bewegingsapparaat en diabetes;

* nieuwe risico's voor de gezondheid, bijvoorbeeld door het ontstaan van nieuwe ziekten, zoals de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en door via het voedsel overgedragen ziekten;

* het weer opkomen van ernstige infectieziekten, bijvoorbeeld tuberculose, een probleem dat nog verergerd wordt door de toenemende resistentie tegen antibiotica;

* een stijgende incidentie van ouderdomsziekten, zoals kanker, hart- en vaatziekten, beroertes en functiebeperkingen door lichamelijke handicaps en geestelijke stoornissen, als gevolg van de toegenomen levensverwachting; zo lijdt naar schatting ongeveer een kwart van de mensen van 85 jaar en ouder aan een of andere vorm van dementie [4];

[4] 'The Prevalence of Dementia in Europe: A Collaborative Study of 1980 - 1990 Findings', International Journal of Epidemiology, 20, 1991, A. Hoffman e.a.

* grote verschillen en ongelijkheden in de gezondheidstoestand (zowel ziekte als sterfte), waarbij duidelijk blijkt dat armere mensen, achterstandsgroepen en sociaal uitgeslotenen grotere risico's lopen en eerder overlijden.

Uitdagingen voor de gezondheidszorg

De kosten van de gezondheidszorg vormen een zware last voor de nationale begrotingen, die maar blijft stijgen doordat de toenemende vraag steeds meer middelen vergt. De afgelopen dertig jaar zijn de uitgaven voor de gezondheidszorg in de Gemeenschap als percentage van het bbp in alle lidstaten sterk gestegen. In Italië maakten deze uitgaven in 1977 5,7% van het bbp uit, in 1997 was dat 7,4%. In Spanje was er in dezelfde periode een stijging van 5,6 tot 7,3%. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen hebben de lidstaten tal van structurele hervormingen en kostenbeheersingsmaatregelen doorgevoerd om de efficiëntie en effectiviteit van hun gezondheidszorgstelsels te verbeteren. Verscheidene factoren hebben zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde aan deze kostenstijging van de gezondheidszorg bijgedragen.

De demografische trends spelen een belangrijke rol. De bevolking van de Gemeenschap vergrijst als gevolg van het dalende geboortecijfer en de langere levensverwachting. De groep mensen van 75 jaar en ouder zal in 2020 ten opzichte van 1990 gestegen zijn met 40%. Dit zal de vraag naar gezondheidszorg waarschijnlijk nog verder doen toenemen, zodat de opzet en structuur daarvan moet worden gewijzigd. Naarmate er meer mensen ouder dan 80 of zelfs 90 worden, zullen er ook steeds meer komen die langdurige zorg en speciale sociale dienstverlening nodig hebben. Bovendien kunnen deze trends de kosten sterk doen toenemen. De uitgaven voor gezondheidszorg per persoon zijn voor ouderen groter dan voor mensen van de werkende leeftijd. Het zal steeds moeilijker worden om die stijgende kosten op te brengen, omdat de totale afhankelijkheidsgraad (de verhouding tussen het afhankelijke deel van de bevolking en de beroepsbevolking) toeneemt.

De ontwikkeling van de medische technologie in de komende decennia zal steeds grotere gevolgen hebben voor de gezondheidszorg. Belangrijke innovaties zijn het gebruik van computers en robots, toepassingen van de informatie- en communicatietechnologie, nieuwe diagnostische technieken, genetische manipulatie, klonen, de productie van nieuwe klassen geneesmiddelen en het in opkomst zijnde kweken van vervangende weefsels en organen. Deze ontwikkelingen kunnen in belangrijke mate bijdragen tot een verbetering van de gezondheidstoestand. Los van de grote ethische vragen die zij oproepen, kunnen zij gevolgen hebben voor de kosten, bijvoorbeeld doordat het verblijf in het ziekenhuis wordt verkort of gecompliceerde operaties niet meer nodig zijn. Maar zij kunnen ook tot hogere kosten leiden doordat er juist meer aandoeningen kunnen worden behandeld. Onvermijdelijk rijst hierbij de vraag of het gebruik van nieuwe technieken en producten gerechtvaardigd en economisch verantwoord is. Ondanks het belang van deze vraag voor de toewijzing van de middelen is slechts bij relatief weinig technologieën of behandelingen de kosteneffectiviteit deugdelijk nagegaan.

De gezondheidszorg moet beantwoorden aan de verwachtingen en preoccupaties van de mensen. Het is bemoedigend dat in de lidstaten bij de planning en verstrekking van zorg en het stellen van prioriteiten een toenemende aandacht valt te constateren voor de publieke opinie. Deze positieve ontwikkeling oefent echter ook druk uit op de diensten en de budgetten, aangezien de mensen ongaarne een rantsoenering of beperking van de dienstverlening aanvaarden. Uit een Eurobarometer-enquête [5] blijkt dat maar 5% van de bevolking van de Gemeenschap akkoord zou gaan met lagere overheidsuitgaven voor de gezondheidszorg, terwijl 50% wil dat hiervoor meer wordt uitgegeven.

[5] Eurobarometer 44.3, begin 1996 gehouden.

Nu er, met name dankzij internet, steeds meer informatie over gezondheidsrisico's, ziekten en behandelingen beschikbaar komt, is de situatie complexer geworden. De verwachtingen en de vraag naar gezondheidszorg worden hierdoor echter wel aangewakkerd.

Uit het initiatief "Dialoog met de burger" van de Commissie is gebleken dat de sociale zekerheid en grensoverschrijdende gezondheidskwesties onderwerpen zijn die de mensen in hoge mate bezighouden. Het betreft hier onder meer problemen met de socialezekerheidsvoorschriften en de erkenning van diploma's of de toegang tot werk in de zorgsector. Wil de interne markt naar behoren functioneren, dan moet aan deze zaken de nodige aandacht worden besteed.

3. ONDERDELEN VAN DE GEZONDHEIDSSTRATEGIE

De globale gezondheidsstrategie van de Gemeenschap sluit aan bij haar wettelijke verplichtingen en houdt volledig rekening met de bovengeschetste ontwikkelingen op gezondheidsgebied. Deze strategie omvat het volgende.

Om te beginnen een kader voor de volksgezondheid, bestaande uit een actieprogramma en bijbehorende beleidsmaatregelen en wetgeving op het gebied van de volksgezondheid. Dit kader wordt hierna beschreven.

Ten tweede de bijdrage die andere beleidsterreinen en activiteiten van de Gemeenschap leveren tot het bereiken van een hoog niveau van gezondheidsbescherming, en de mechanismen die een geïntegreerde aanpak moeten waarborgen. Dit wordt in hoofdstuk 4 besproken [6].

[6] De verslagen van de Commissie over de integratie van de eisen voor de bescherming van de gezondheid in de communautaire beleidsmaatregelen bevatten nadere gegevens over de betrokken activiteiten. Zie COM(95) 196 def. van 29.5.1995, COM(96) 407 def. van 4.9.1996, COM(1998) 34 def. van 27.1.1998 en COM(1999) 587 def. van 16.11.1999.

3.1. Het kader voor de volksgezondheid: het actieprogramma

In 1998 heeft de Commissie een mededeling goedgekeurd betreffende de ontwikkeling van beleid op volksgezondheidsgebied in de Europese Gemeenschap [7]. Hoewel deze mededeling benadrukte dat er binnen het huidige kader veel waardevol en belangrijk werk werd gedaan, legde zij ook de vinger op een aantal knelpunten. De Commissie stelde voor om een nieuw volksgezondheidsprogramma op te stellen ter uitvoering van de nieuwe bepalingen van het Verdrag, om de ontwikkeling van juridische instrumenten en beleid te ondersteunen, de nieuwe ontwikkelingen het hoofd te bieden en de tot dusver opgedane ervaring te benutten. Er werden drie actie-elementen aangegeven: verbeteren van de informatie, snel reageren op bedreigingen en het aanpakken van gezondheidsdeterminanten. Deze globale strategie kreeg de steun van de overige communautaire instellingen.

[7] COM(98) 230 def. van 15 april 1998.

Motivering en doelstellingen van het programma

Het bijgevoegde voorstel voor een nieuw volksgezondheidsprogramma bouwt voort op die consensus en geeft hier als volgt gestalte aan: het wil voor de mensen zichtbaarder zijn en ingaan op hun preoccupaties, nauw samenwerken met de lidstaten om hun inspanningen ter verbetering van de gezondheid van de bevolking en de doeltreffendheid van hun gezondheidsstelsels te ondersteunen, en duurzame mechanismen creëren waardoor zij hun activiteiten op gezondheidsgebied kunnen coördineren. Voorts zal het programma de Gemeenschap in staat stellen om haar essentiële verantwoordelijkheid als vastgelegd in het Verdrag - bijdragen tot een hoog niveau van bescherming van de gezondheid - na te komen.

De lidstaten besteden een groot deel van hun bbp aan gezondheid (het gemiddelde in de Gemeenschap ligt nu rond de 8%). De uitgaven voor de gezondheid vertonen een stijgende lijn en die trend zal zich in de toekomst voortzetten, onder meer door de vergrijzing, de technologische ontwikkeling en de toenemende vraag van de bevolking. Daarom trachten de lidstaten hun gezondheidsstelsels kosteneffectiever te maken om binnen de budgettaire beperkingen aandacht te schenken aan nieuwe prioriteiten. Om dit te kunnen doen, hebben zij betere, vergelijkbare gegevens en informatie nodig, bijvoorbeeld over de gezondheidstoestand en de effectiviteit van bepaalde maatregelen. De Gemeenschap kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren.

Een volgend probleem is dat de lidstaten geconfronteerd worden met grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid die zij niet in hun eentje kunnen oplossen, omdat ze niet allemaal beschikken over de nodige middelen, infrastructuur en expertise. Voorbeelden hiervan zijn nvCJD, HIV en met milieuverontreiniging samenhangende aandoeningen. De Gemeenschap kan de lidstaten helpen om hun actie naar aanleiding van die bedreigingen te coördineren.

Steeds meer wordt ingezien dat om de ziekte en sterfte terug te dringen de hieraan ten grondslag liggende gezondheidsdeterminanten moeten worden aangepakt. Zo vergt de strijd tegen het roken - de voornaamste doodsoorzaak in de Gemeenschap - een geïntegreerde strategie met maatregelen op zowel lidstaat- als Gemeenschapsniveau. Meer in het algemeen kan de Gemeenschap ook nagaan wat de beste aanpak is en ijkpunten vastleggen om de kwaliteit en de standaarden in de hele Europese Unie te verhogen.

Door zich te concentreren op gebieden waar de Gemeenschap een zinvolle bijdrage kan leveren waartoe de lidstaten afzonderlijk niet in staat zijn, kan het programma met zijn bescheiden budget een positieve invloed hebben op de gezondheid van de burgers van de Gemeenschap en helpen de effectiviteit van de gezondheidsstelsels in de lidstaten te verbeteren. Zo biedt het echte communautaire meerwaarde.

De algemene doelstellingen van het programma zijn:

* het verbeteren van informatie en kennis ten behoeve van de volksgezondheid en de versterking en instandhouding van doeltreffende gezondheidsinterventies en doelmatige gezondheidszorgstelsels;

* het vergroten van het vermogen om snel en gecoördineerd te reageren op bedreigingen voor de gezondheid door de ontwikkeling, versterking en ondersteuning van de mogelijkheden, het functioneren en de onderlinge koppeling van systemen voor surveillance, vroegtijdige waarschuwing en snelle maatregelen;

* het beïnvloeden van gezondheidsdeterminanten door middel van maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, ondersteuning en ontwikkeling van breedgerichte activiteiten voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie alsmede specifieke instrumenten voor het beperken en wegnemen van risico's.

Producten van het programma

De te ondernemen acties zijn in de bijlage bij het programmavoorstel opgenomen. Wij zullen hier alvast een paar producten van het programma nader beschouwen om te laten zien hoe die voor de Gemeenschap van nut zullen zijn.

Ten eerste zal er een veelomvattend gezondheidsinformatiesysteem worden opgezet, dat is toegesneden op het grote publiek, de gezondheidswerkers en andere betrokkenen, en de gezondheidsautoriteiten. Hierdoor zal in de hele Gemeenschap betrouwbare, actuele informatie toegankelijk zijn over essentiële onderwerpen die verband houden met de gezondheid. Voor dit systeem zullen alle mogelijkheden van internet worden benut, waaronder links naar nationale websites; ook zal worden voortgebouwd op de stimulans die het initiatief e-Europa biedt voor de invoering van informatietechnologieën in de gezondheidssector. Het statistische gedeelte van het gezondheidsinformatiesysteem wordt opgezet als onderdeel van het communautair statistisch programma.

Het systeem zal uitgaan van onderling afgesproken communautaire indicatoren voor de gezondheidstoestand, ziekten en determinanten, die betrekking hebben op demografische en sociale factoren, leefstijlfactoren, levens- en arbeidsomstandigheden, alsmede maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie en waar mogelijk de kosten daarvan. Er zal informatie worden verzameld over trends in de gezondheidsstelsels en de doeltreffendheid daarvan, technologieën op het gebied van de gezondheid, kwaliteitsnormen en criteria voor de beste praktijken. Verder zullen er gemeenschappelijke gegevensbanken en systemen voor het overdragen en het gezamenlijk gebruik van informatie worden opgezet.

Met het systeem kan dan informatie van uiteenlopende aard worden geproduceerd, die voorziet in de behoeften van de verschillende doelgroepen, namelijk:

* het grote publiek - er zal informatie worden verstrekt om mensen in staat te stellen belangrijke keuzes te maken wat betreft hun leefstijl en gezondheidsrisico's en hen te adviseren over ondersteuning en deskundige hulp, bijvoorbeeld steungroepen voor bepaalde ziekten. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan het verstrekken van de nodige gezondheidsinformatie aan mensen als zij zich binnen de EU verplaatsen, zoals ziekteverzekering en sociale zekerheid en hoe zij toegang kunnen krijgen tot specifieke gezondheidsvoorzieningen;

* gezondheidswerkers en andere betrokkenen - dankzij de verstrekte informatie kunnen zij hun kennis en vaardigheden vergroten. Het betreft hier onder meer repertoria en gidsen, resultaten van studies, evaluaties van interventies en technologieën op gezondheidsgebied, analyses van goede praktijken, en richtsnoeren, adviezen en aanbevelingen;

* nationale, regionale en lokale gezondheidsautoriteiten - de beschikbare informatie zal hen helpen bij de beleidsontwikkeling en de besluitvorming door actuele, vergelijkende gegevens te bieden over trends en ontwikkelingen op gezondheidsgebied en door het vastleggen van ijkpunten om de vorderingen en de effectiviteit te meten.

Aldus zal het systeem de nodige gegevens en informatie bieden voor de ontwikkeling van gezondheidsbeleid en -initiatieven op communautair niveau en in de lidstaten. Ook zal het systeem gemakkelijk toegankelijke informatie bieden ten behoeve van de gezondheidswerkers en het publiek.

Ten tweede zullen er mechanismen komen om maatregelen te nemen in geval van ernstige bedreigingen voor de gezondheid, waaronder een systeem voor snelle reactie. Deze mechanismen heeft de Gemeenschap nodig om op doeltreffende en gecoördineerde wijze in te kunnen grijpen bij mogelijk grote bedreigingen voor de volksgezondheid als gevolg van ernstige ziekten of opkomende risico's, die de lidstaten in hun eentje niet doeltreffend kunnen aanpakken. Voor het creëren van deze mechanismen zullen niet alleen middelen moeten worden vrijgemaakt bij de gezondheids- en surveillanceautoriteiten en expertisecentra, maar moet ook de nodige capaciteit in de lidstaten en de kandidaat-landen worden opgebouwd. Dit vereist betere communicatie tussen de betrokken nationale instanties, verbindingen met de verschillende waarschuwingssystemen van de Gemeenschap, het invoeren van de nodige voorzieningen voor surveillance en overdracht van informatie en het scheppen van de mogelijkheden om de nodige middelen en expertise in te zetten om snel en doeltreffend te reageren zodra zich gezondheidsbedreigingen voordoen.

Tegelijkertijd zullen er acties komen voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid ten behoeve van andere onderdelen van het kader voor de volksgezondheid, zoals de veiligheid en kwaliteit van bloed, organen en stoffen van menselijke oorsprong en de surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten. Ook zal aandacht worden besteed aan het aanpakken van bedreigingen voor de gezondheid als gevolg van niet-overdraagbare ziekten, illegale drugs en fysische agentia die in verband gebracht kunnen worden met specifieke aandoeningen, alsmede aan de preventie van letsel en ongelukken. Op deze gebieden zullen er verbindingen komen met de bestaande surveillance-, meldings- en waarschuwingsmechanismen.

Bij elke nieuwe bedreiging voor de gezondheid neemt de verontrusting van de mensen over de wijze waarop hun gezondheid beschermd wordt onvermijdelijk toe. Dankzij het systeem voor snelle reactie kan aan deze verontrusting worden tegemoetgekomen doordat doortastend kan worden opgetreden als de lidstaten de zaak niet alleen afkunnen.

Ten slotte zal het programma zich richten op gezondheidsdeterminanten, dat wil zeggen de factoren die van invloed zijn op de gezondheid van de mensen. Belangrijkste prioriteit daarbij is te trachten iets te doen aan de voortijdige sterfte en ziekte in de EU als gevolg van ernstige ziekten, kanker en hart- en vaatziekten, alsmede geestesziekten. Dit zal gebeuren door aandacht te schenken aan de voornaamste leefstijlfactoren, zoals roken, alcohol, voeding, lichaamsbeweging, stress en drugsmisbruik (met inbegrip van doping in de sport), alsmede de belangrijkste sociaal-economische en milieufactoren. De acties zullen in het bijzonder gericht worden op jongeren, aangezien de leefstijl en attitude ten aanzien van de gezondheid hoofdzakelijk op jongere leeftijd worden gevormd. Voor al deze factoren zal het programma mechanismen instellen om de doeltreffendheid van gezondheidsinterventies te verbeteren door de gezondheidsautoriteiten, de gezondheidwerkers en het publiek exacte informatie voor de hele Gemeenschap te verstrekken over de belangrijkste trends, innoverende projecten te ondersteunen, nieuwe technologieën te evalueren, maatregelen te nemen voor kwaliteitsverbetering en richtsnoeren op te stellen voor goede praktijken. Ook zal het programma mogelijkheden ontwikkelen om beleidsmaatregelen te vergelijken en te analyseren, zodat de beleidsmakers en de verdere betrokkenen kunnen zien welke benaderingen de lidstaten volgen en uit kunnen maken wat het best functioneert en waarom.

Deze acties zullen de lidstaten en de Gemeenschap helpen om beleid te ontwikkelen dat de gezondheidsdeterminanten gunstig beïnvloedt. De gezondheidswerkers en het publiek zullen kunnen profiteren van de resultaten van de verschillende acties, zoals het bepalen en verspreiden van de beste praktijken. Op die manier zal de Gemeenschap een bijdrage leveren aan de bevordering van doeltreffende acties voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie die de kwaliteit van leven verbeteren en de druk op de gezondheidszorg doen afnemen.

Verder zal het programma van groot belang zijn voor de kandidaat-landen, die specifieke, vaak ernstigere gezondheidsproblemen kennen. Ook hebben zij beperkte middelen voor de gezondheidszorg beschikbaar en ontbreekt op sommige gebieden de nodige infrastructuur. Het programma zal hun waardevolle steun bieden om hun problemen aan te pakken.

Het nieuwe programma zal tevens voortbouwen op die elementen van de bestaande volksgezondheidsprogramma's en activiteiten die doeltreffend gebleken zijn en relevant zijn voor de problemen en uitdagingen die de Gemeenschap de komende jaren het hoofd zal moeten bieden [8]. Dit zijn onder meer de ontwikkeling van gezondheidsindicatoren en de totstandbrenging van een communautair telematicanetwerk voor de uitwisseling van gezondheidsgegevens tussen de lidstaten, alsmede netwerken op een aantal gebieden met betrekking tot ziektepreventie en gezondheidsbevordering, waaronder de bevordering van de geestelijke gezondheid.

[8] Hierbij zal gebruikgemaakt worden van de evaluaties van de bestaande programma's; vgl. het verslag over de evaluatie van het tweede actieplan van "Europa tegen kanker", COM(99) 408 def. van 8.9.1999 en het tussentijds verslag over de tenuitvoerlegging van de programma's inzake kankerpreventie, aids en drugsverslaving, COM(99) 463 def. van 14.10.1999.

Evaluatie

Er is de Commissie veel aan gelegen dat het volksgezondheidsprogramma efficiënt en doeltreffend wordt uitgevoerd. De algemene doelstellingen van het nieuwe programma en de hiermee te bereiken streefdoelen heeft zij vastgesteld op grond van de ervaring met de eerdere volksgezondheidsprogramma's. Specifiekere doelstellingen en gedetailleerde te bereiken resultaten zullen in de jaarlijkse werkprogramma's een belangrijke plaats innemen.

Ook zal de Commissie zorgen voor onafhankelijke, externe evaluatie halverwege en na afloop van het volksgezondheidsprogramma, aan de hand van de in de jaarlijkse werkprogramma's vastgestelde indicatoren en resultaten. De evaluaties zullen het effect en de doelmatigheid van de ingezette middelen nagaan; met behulp hiervan kan het beheer van het programma worden bijgesteld en duidelijk worden welke veranderingen nodig zijn. De evaluatieverslagen en de resultaten van de ondernomen acties zullen openbaar gemaakt worden.

Opzet van het nieuwe programma

De opzet van het nieuwe programma wordt uiteengezet in het bijgevoegde voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad.

Het programma zal een looptijd van zes jaar hebben, zodat er voldoende tijd is om duurzame acties op te zetten en uit te voeren (artikel 1). Doel van het programma is bij te dragen aan een hoog niveau van gezondheidsbescherming. Daartoe heeft het de volgende algemene doelstellingen: het verbeteren van de informatie en kennis ten behoeve van de volksgezondheid, het vergroten van het vermogen om snel en gecoördineerd te reageren op bedreigingen voor de gezondheid en het beïnvloeden van gezondheidsdeterminanten door middel van maatregelen voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie (artikel 2). De in het programma te ondernemen acties en de soorten maatregelen om die uit te voeren, worden in artikel 3 aangegeven. De maatregelen van het programma kunnen worden uitgevoerd in de vorm van gezamenlijke acties met aanverwante communautaire programma's en activiteiten (artikel 4). Artikel 5 beschrijft hoe de maatregelen ter uitvoering van de acties van het programma worden genomen, onder meer met behulp van een jaarlijks werkprogramma en het invoeren van de nodige mechanismen op communautair en nationaal niveau. Artikel 6 geeft aan hoe de samenhang en complementariteit met andere beleidsonderdelen en activiteiten van de Gemeenschap wordt gewaarborgd. Het totale budget voor het programma bedraagt 300 miljoen euro (artikel 7). Er wordt een comité opgericht om de Commissie bij de uitvoering van het programma terzijde te staan (artikel 8). Aan het programma kan worden deelgenomen door de EVA/EER-landen, de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, Cyprus, Malta en Turkije (artikel 9) en er wordt aandacht besteed aan samenwerking met derde landen en ter zake bevoegde internationale organisaties (artikel 10). Met het oog op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de ondernomen acties zijn er uitvoerige regelingen voor evaluatie en follow-up (artikel 11). De bestaande volksgezondheidsprogramma's worden door het besluit ingetrokken (artikel 12). Het besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (artikel 13). De specifieke doelstellingen en acties van het programma worden in een bijlage gepreciseerd.

Verlenging van de bestaande volksgezondheidsprogramma's

Vier van de bestaande programma's lopen eind dit jaar af, en twee eind volgend jaar. Het is van belang dat de essentiële acties van die programma's die in het nieuwe programma worden voortgezet, geen vertraging oplopen of worden onderbroken. Wellicht moeten die programma's daarom met het oog op de continuïteit voor korte tijd worden verlengd totdat het nieuwe programma van start gaat.

De Commissie zal daar een voorstel over indienen.

3.2. Het kader voor de volksgezondheid: andere onderdelen

Binnen het kader voor de volksgezondheid wordt gewerkt aan de ontwikkeling van beleid en wetgeving op een aantal belangrijke gebieden. Het volksgezondheidsprogramma zal steun bieden voor ontwikkelingswerk ten behoeve van deze werkzaamheden.

In 1999 is een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap opgezet [9]. Dat netwerk bestaat uit twee onderdelen: vroegtijdige waarschuwing en maatregelen, en epidemiologische surveillance. Beide hangen nauw samen en zullen de basis vormen voor de preventie- en beheersingsstrategieën voor overdraagbare ziekten in de Gemeenschap. Deze werkzaamheden hebben ook een internationale dimensie; zo wordt samengewerkt met de WHO en de Verenigde Staten. Binnenkort zal een mededeling over de toekomstige strategie van dit netwerk worden gepubliceerd.

[9] Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

Op het gebied van drugsbestrijding zal het programma het werk van het EU-actieplan inzake drugsbestrijding voor de periode 2000-2004 ondersteunen. Dat actieplan omvat verscheidene initiatieven om de vraag naar drugs en de gezondheidsschade door drugsgebruik te beperken. Het programma zal ook een voortzetting bieden voor acties met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, met name op het gebied van gegevens en informatie met betrekking tot drugs; ook zal het steun verlenen voor de uitwisseling van informatie over het drugsbeleid op nationaal niveau.

Op het gebied van roken en de bestrijding van het tabaksgebruik zijn een aantal belangrijke initiatieven ontplooid. In november 1999 keurde de Commissie een voorstel goed voor een nieuwe richtlijn om de maatregelen ter bestrijding van het tabaksgebruik aan te scherpen en te actualiseren [10]. Het bevat herziene bepalingen over het teergehalte van sigaretten en de etikettering van tabaksproducten, stelt een grens aan het nicotine- en koolmonoxidegehalte van sigaretten en beoogt de productbeschrijvingen aan banden te leggen en vermelding van de ingrediënten verplicht te stellen. Ook het volksgezondheidsprogramma zal zich richten op het roken, dat een van de belangrijkste gezondheidsdeterminanten is, en steun bieden voor preventieve maatregelen op dit gebied.

[10] COM(99) 594 def. van 16.11.1999.

Er zijn al voorbereidende werkzaamheden verricht betreffende de kwaliteit en veiligheid van organen en stoffen van menselijke oorsprong. Nu wordt een globale strategie opgezet die de richting zal bepalen voor wetgeving op basis van artikel 152 en betreffende het gebruik van stoffen van menselijke oorsprong in medische hulpmiddelen.

Ook op het gebied van bloed en bloedderivaten zijn vorderingen geboekt. Een voorstel voor een richtlijn betreffende kwaliteits- en veiligheidsnormen is in voorbereiding. Verder wordt gewerkt aan de eventuele oprichting van een communautair hemovigilantienetwerk en de bevordering van optimaal gebruik van bloed en bloedderivaten.

Artikel 152 voorziet ook in maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied. Het witboek over voedselveiligheid dat de Commissie in januari 2000 heeft goedgekeurd [11], bevat een uitvoerig wetgevingsprogramma om tot hoge voedselveiligheidsnormen "van boer tot bord" te komen. Ook stelt het witboek voor een Voedselautoriteit op te richten die zich bezighoudt met de wetenschappelijke advisering, de toepassing van de systemen voor snelle waarschuwing, de communicatie met de consument en netwerken met de nationale instanties en wetenschappelijke organen. Alle drie de actieonderdelen van het volksgezondheidsprogramma, en met name de acties op het gebied van de voeding, bieden ruimte voor aanzienlijke synergieën met deze werkzaamheden.

[11] COM(99) 719 def. van 12.1.2000.

3.3. Kenmerken van het kader voor de volksgezondheid

Zichtbaarheid en reactievermogen

Openheid en transparantie staan bij de aanpak van de Gemeenschap centraal. Alleen zo kan zij volledig aan de preoccupaties en verwachtingen van het publiek tegemoetkomen. Daarom is de Commissie van plan als adviesstructuur een Europees gezondheidsforum op te richten, zodat het publiek inzicht krijgt in de doelen van de communautaire gezondheidsstrategie en de manier waarop die worden nagestreefd, en die doelen bij de behoeften aansluiten. Representatieve organisaties van patiënten, gezondheidswerkers en andere betrokkenen kunnen zo hun inbreng leveren in het volksgezondheidsbeleid en de prioriteitenstelling. Het forum biedt een mogelijkheid om raadplegingen te houden en standpunten over tal van onderwerpen naar voren te brengen. De Commissie zal later dit jaar overleg plegen over de precieze werkwijze, organisatie en samenstelling van het forum.

Ook zal de Commissie voortbouwen op de informele netwerken die al in het kader van de huidige volksgezondheidsprogramma's zijn ondersteund, bijvoorbeeld op het gebied van kankerregistratie en -screening en gezondheidsbevordering. Deze netwerken zullen aangevuld worden met nieuwe netwerken voor de vastgestelde prioriteitsgebieden, zoals gegevensverzameling, evaluatie van gezondheidstechnologieën en de bestrijding van roken en drugsmisbruik, alsmede de vele netwerken die door de onderzoeksprogramma's van de Gemeenschap worden gesteund. Verder zal zij de rol van overkoepelende Europese organisaties op volksgezondheidsgebied versterken.

De grote hoeveelheid onderzoek op gezondheids- en aanverwante gebieden in het kader van de OTO-programma's van de Gemeenschap zal hierbij een waardevolle input zijn.

Medewerking van de lidstaten

Overeenkomstig het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel mogen communautaire acties op het gebied van de volksgezondheid alleen worden ondernomen als hun doel door de Gemeenschap beter kan worden bereikt. Dit wordt nog versterkt door artikel 152, dat bepaalt dat bij het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig geëerbiedigd moeten worden.

De acties moeten dus toegevoegde waarde bieden en de werkzaamheden van de lidstaten aanvullen. Zij moeten zich bezighouden met onderwerpen die een transnationale dimensie hebben, een gemeenschappelijke aanpak vergen of doeltreffende samenwerking en coördinatie vereisen. Om de doelstellingen van het programma te bereiken is dan ook de actieve medewerking en volledige inzet van alle lidstaten vereist. Willen de acties immers tastbare, meetbare resultaten hebben waar de lidstaten wat aan hebben, dan moeten zij daar zelf volledig en actief aan meewerken.

De internationale dimensie

Het ontwerp-besluit voor het programma voorziet in de deelname van de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, Cyprus, Malta en Turkije, alsmede de EVA/EER-landen. Het is van groot belang dat de kandidaat-lidstaten zo spoedig mogelijk aan het programma gaan deelnemen, zodat zij volledig worden betrokken bij het opzetten van acties die hen zullen helpen om hun grote gezondheidsproblemen het hoofd te bieden [12]. Bovendien zal er in de periode voordat het programma in werking treedt voortdurend contact met de kandidaat-landen zijn om de globale gezondheidsstrategie van de Gemeenschap zo veel mogelijk af te stemmen op hun behoeften en problemen.

[12] Deze problemen worden uitvoerig beschreven in het werkdocument van de diensten van de Commissie over gezondheid en uitbreiding, SEC(99) 713 van 18.5.1999.

Ook de bevordering van samenwerking met andere landen krijgt de nodige aandacht. Daartoe zal maximaal gebruikgemaakt worden van mechanismen als het Europees-mediterrane Partnerschap, de Transatlantische Agenda, de noordelijke dimensie van het beleid van de Unie en het partnerschap en de samenwerking met Rusland.

Artikel 152 van het Verdrag roept op tot samenwerking met de inzake volksgezondheid bevoegde internationale organisaties. De WHO, die een centrale plaats inneemt bij het optreden tegen bedreigingen van de gezondheid over de hele wereld, is een onontbeerlijke partner. De samenwerking bestrijkt tal van communautaire beleidsgebieden. Er is een politiek akkoord bereikt om de betrekkingen met de WHO aan te halen op basis van een nieuwe briefwisseling. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels in een vergevorderd stadium.

Ook de betrekkingen van de Gemeenschap met de Raad van Europa op grond van artikel 303 van het Verdrag, met de OESO op grond van artikel 304, en met de betrokken organisaties van de Verenigde Naties zullen worden verdiept.

4. TOTSTANDBRENGING VAN EEN GEÏNTEGREERDE GEZONDHEIDS- STRATEGIE

Met het oog op de samenhang van de globale gezondheidsstrategie van de Gemeenschap moeten de acties in het kader voor de volksgezondheid aansluiten bij initiatieven op andere beleidsterreinen die betrekking hebben op de gezondheid.

Allereerst heeft de interne markt belangrijke gevolgen voor de gezondheid en de gezondheidsstelsels. Bij de goedkeuring van de nieuwe strategie voor de Europese interne markt (COM(99) 624 van 24 november 1999) benadrukte de Commissie dat de levenskwaliteit in de Gemeenschap verhoogd moet worden en moet worden voldaan aan de steeds grotere verwachtingen van de bevolking, en dat een hoog beschermingsniveau en een goede handhaving van de regels van essentieel belang zijn voor de goede werking van de interne markt. Een aantal gerichte acties in deze strategie zullen zowel bijdragen aan de verwezenlijking van het verwachte hoge beschermingsniveau als aan de harmonisatie van de wetgeving in de hele Europese Unie. Het vrije verkeer van gezondheidswerkers wordt geregeld door wetgeving voor de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. Ook regelt de communautaire wetgeving de verstrekking van medische zorg bij verblijf in een andere lidstaat. De wetgeving inzake het vrije verkeer van goederen en diensten is mede van toepassing op producten die verband houden met de gezondheid, zoals geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, ziekteverzekeringen, en ook op voedsel, alcohol en tabak.

Ter aanvulling van het communautaire beleid betreffende de toelating, het in de handel brengen en het vrije verkeer van geneesmiddelen zal het volksgezondheidsprogramma zich bezighouden met aspecten als de kosten, het gebruik en de kosteneffectiviteit daarvan. Dit is bedoeld om de lidstaten te helpen bij het vinden en verspreiden van goede praktijken. Mogelijkheden voor actie op dit gebied zijn het opzetten van informatiesystemen over patronen in de voorschrijving en het gebruik, en het bevorderen van de evaluatie van de therapeutische waarde van geneesmiddelen. Verder zullen de mogelijkheden worden onderzocht om te komen tot intensievere samenwerking tussen de lidstaten op het vlak van de kostenbeheersing, richtsnoeren voor gezondheidswerkers en het regelen van de reclame en verkoopbevordering. Een volgend aandachtspunt is het verbeteren van geneesmiddeleninformatie voor het grote publiek. Internet biedt grote mogelijkheden om gezaghebbende en begrijpelijke informatie te verstrekken over de instandhouding en bevordering van de gezondheid en over geneesmiddelen.

Uit het initiatief "Dialoog met de burgers" is naar voren gekomen dat als geneesmiddelen alleen in andere lidstaten verkrijgbaar zijn, de consument bereid is om ze over de grens te kopen. Wellicht zijn er wat dit betreft lacunes in de communautaire wetgeving.

In het kader van de consumentenbescherming zullen werkzaamheden worden gestart op het gebied van gezondheidsclaims, "nutraceuticals" [13] en zonder recept verkrijgbare geneesmiddelen. Naast de in het witboek over voedselveiligheid aangekondigde initiatieven zullen aanvullende acties worden ondernomen op het gebied van voedsel en voeding. De Gemeenschap kan informatie verstrekken over goede voeding, de voedingswaarde van levensmiddelen, ingrediënten en additieven, om de mensen ertoe aan te zetten gezonde keuzes te maken. Ook kan zij in samenwerking met de fabrikanten trachten de voedingswaarde van verwerkte voedingsmiddelen te verhogen. Verder zou het nuttig zijn om te kijken of de systemen voor snelle waarschuwing aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

[13] Producten zoals functionele voedingsmiddelen, die ontwikkeld zijn met het oog op specifieke gezondheidsproblemen, zoals een te hoog cholesterolgehalte.

In haar mededeling Modernisering en verbetering van de sociale bescherming [14] stelde de Commissie een strategie voor betreffende samenwerking en coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels; dit zal ook bepaalde aspecten van de gezondheidsstelsels betreffen, zoals de onderlinge vergoeding van uitgaven voor de gezondheid tussen de stelsels en vraagstukken betreffende de kosten en de financiering. Dit zal een aanvulling zijn op de acties van het volksgezondheidsprogramma met betrekking tot de gezondheidsstelsels over thema's als de kosteneffectiviteit en wenselijkheid van gezondheidsinterventies, kwaliteit en normen, de relaties tussen bevordering, preventie, behandeling en zorgverstrekking en het vinden en verspreiden van de beste praktijken.

[14] COM(1997) 102 def. van 12.3.1997.

Het communautaire beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk is van groot belang voor de volksgezondheid en voor het verwezenlijken van een hoog niveau van gezondheidsbescherming. Het volgt een preventieve benadering om de mensen te beschermen tegen risico's op het werk, arbeidsongevallen en beroepsziekten.

Een volgend aandachtsveld in het nieuwe programma zijn technologische ontwikkelingen op gezondheidsgebied. De Commissie is van plan de structuren en mechanismen voor technology assessment op het gebied van de gezondheid te versterken door het ondersteunen van de samenwerking tussen de betrokken instanties, om zo de gevolgde methoden te verfijnen, gezamenlijke actie te bevorderen en bij te dragen aan een doeltreffende verspreiding van de resultaten van studies. Ook zullen nieuwe technologieën worden gebruikt om gevalideerde informatie te verzamelen en te verspreiden.

Het milieubeleid van de Gemeenschap is rechtstreeks gericht op de bescherming van de menselijke gezondheid en gaat uit van het voorzorgsbeginsel. De basiselementen zijn preventieve actie, het herstellen van milieuschade aan de bron en het principe dat de vervuiler betaalt. Hieruit zijn tal van doeltreffende beleidsinstrumenten en maatregelen voortgekomen betreffende emissies, praktijken en concentraties van stoffen en agentia. De integratie van de eisen inzake milieubescherming in alle beleidsmaatregelen van de Gemeenschap, zoals voorgeschreven door artikel 6 van het Verdrag, zou in belangrijke mate toe moeten bijdrage tot de verwezenlijking van een hoog niveau van gezondheidsbescherming. Het voorgestelde programma en activiteiten op internationaal niveau, zoals de WHO-ministersconferentie over gezondheid en milieu, zullen de banden tussen de terreinen gezondheid en milieu nog verder aanhalen.

Het vijfde kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie [15] van de Gemeenschap omvat een specifiek programma "kwaliteit van het bestaan en beheer van de biologische hulpbronnen" [16], dat nauw verband houdt met het gezondheidsbeleid. Vijf van de zes kernactiviteiten, namelijk "voeding, voedingswetenschap en gezondheid", "beheersing van infectieziekten", "de cel als fabriek", "milieu en gezondheid" en "vergrijzing van de bevolking en handicaps" zijn gericht op essentiële gezondheidsvraagstukken. Bovendien hebben de meeste generieke activiteiten betrekking op gebieden die voor de gezondheid van strategisch belang zijn, bijvoorbeeld chronische en degeneratieve ziekten, genomen en genetisch bepaalde ziekten, neurowetenschappen, volksgezondheid en de gezondheidszorg, gehandicapten en bio-ethiek. Ook het specifieke programma voor milieu en duurzame ontwikkeling draagt bij tot de ondersteuning van gezondheidsgerelateerde activiteiten.

[15] Besluit nr. 1999/182/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1.

[16] Beschikking 1999/167/EG van de Raad, PB L 64 van 12.3.1999, blz. 1.

Verder bevordert het INCO-programma internationale samenwerking op onderzoeksgebied met tal van landen, waaronder de landen van Midden- en Oost-Europa en de Nieuwe Onafhankelijke Staten (INCO-Copernicus), de partnerlanden in het Middellandse-Zeegebied (INCO-Med), en vooral de ontwikkelingslanden (INCO-Dev). Ook het programma "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" [17] ten slotte omvat werkzaamheden die van belang zijn voor de gezondheidsstelsels en de volksgezondheid, met name op het gebied van telematica ten behoeve van de gezondheid.

[17] Beschikking 1999/168/EG van de Raad, PB L 64 van 12.3.1999, blz. 20.

Bij al deze onderzoeksprogramma's wordt benadrukt dat de resultaten van de projecten op grote schaal verspreid moeten worden en bij de beleidsontwikkeling en besluitvorming in aanmerking genomen moeten worden, en een bijdrage moeten leveren tot een hoog niveau van gezondheidsbescherming.

In het kader van het communautair statistisch programma 1998-2002 is het Europees Statistisch Systeem (ESS) grote projecten gestart op het gebied van gezondheids- en sociale statistieken, met name over de gezondheidstoestand, de gezondheidszorg en de daarvoor beschikbare middelen, en gezondheidsdeterminanten. Uitgaande van deze initiatieven zullen de voor gezondheidsinformatie benodigde statistieken verder worden ontwikkeld.

Ten slotte is het thema gezondheid ook een essentieel aandachtspunt in het communautaire beleid voor de uitbreiding en op het gebied van ontwikkeling, buitenlandse betrekkingen en handel. De Gemeenschap heeft overeenkomsten met derde landen, die een kader bieden om die landen te helpen ziekten te bestrijden, de sociale en economische voorwaarden te creëren die het gezondheidspeil verhogen en gezondheidsstelsels op te zetten om de bevolking de benodigde zorg te verstrekken. Op die manier wordt ook de bevolking van de Gemeenschap beter beschermd. Krachtens artikel 177 van het Verdrag moet de Gemeenschap de armoede in de ontwikkelingslanden bestrijden. Gezondheid is voor de armoedebestrijding van bijzonder belang en dit is dan ook een essentieel onderdeel van het algehele ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap.

Mechanismen om te waarborgen dat de beleidsmaatregelen en acties bijdragen tot de gezondheidsbescherming

Het leggen van banden tussen het kader voor de volksgezondheid en de overige beleidsterreinen is belangrijk, maar garandeert nog niet dat de communautaire gezondheidsstrategie volledig samenhangend is met de primaire doelstellingen van andere beleidslijnen. Daarvoor is ook essentieel dat alle activiteiten van de Gemeenschap die gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid, tot de globale strategie bijdragen. Wat dit betreft zijn er twee manco's aan te wijzen in de manier waarop gezondheidsvraagstukken tot dusver op communautair niveau worden behandeld:

* ten eerste worden de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van afzonderlijke beleidsinitiatieven niet altijd volledig nagegaan als die initiatieven niet rechtstreeks betrekking hebben op de gezondheid;

* ten tweede ontbreekt het wel eens aan samenhang en coördinatie tussen de verschillende activiteiten op gezondheidsgebied.

Deze twee tekortkomingen moeten worden verholpen. Daarom worden verschillende instrumenten ingevoerd die ervoor moeten zorgen dat het gezondheidsaspect bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de acties van de Gemeenschap de nodige aandacht krijgt.

Ten eerste moeten voorstellen die voor de gezondheid van bijzonder belang zijn met ingang van 2001 aangeven hoe met de gezondheidseisen rekening gehouden is; dit zal normaliter in de toelichting op het voorstel uiteengezet worden. De bedoeling hiervan is dat duidelijk wordt aangegeven hoe en waarom de gezondheidsaspecten in aanmerking zijn genomen en wat de verwachte effecten op gezondheidsgebied zijn.

Ten tweede wordt in het volksgezondheidsprogramma prioriteit toegekend aan het ontwikkelen van criteria en methoden, zoals beoordelingsrichtsnoeren en checklists, om beleidsvoorstellen en de uitvoering daarvan te evalueren. Daarnaast kunnen bepaalde communautaire acties en beleidsonderdelen worden geselecteerd met het oog op een diepgaande effectbeoordeling. Het is de bedoeling om op dit gebied proefprojecten te starten, die zich ook bezig kunnen houden met aspecten van de uitvoering van het communautaire beleid in de lidstaten. Ten derde biedt het volksgezondheidsprogramma een mogelijkheid tot gezamenlijke acties met andere communautaire programma's en organen; zo kunnen intersectorale benaderingen tot stand komen voor belangrijke factoren die de gezondheid beïnvloeden.

Ten slotte zullen de mechanismen voor de coördinatie van gezondheidsgerelateerde activiteiten binnen de Commissie worden verbeterd.

Met deze maatregelen zal de Gemeenschap ervoor kunnen zorgen dat haar gezondheidsstrategie consistent en samenhangend is. Maar ook de lidstaten zijn aan de verplichtingen van het Verdrag gebonden; de uitvoering van de strategie vereist dan ook een gezamenlijke inspanning om haar tot een succes te maken.

5. CONCLUSIES

De mensen in Europa verwachten dat het overheidsbeleid hun gezondheid bevordert en beschermt. Deze verwachting beperkt zich niet tot maatregelen die direct relevant zijn voor de gezondheid, maar strekt zich uit tot alle beleidsterreinen. Deze mededeling geeft aan hoe de doelstelling om een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid te verwezenlijken door het beleid van de Gemeenschap wordt ingevuld. Dit zal de mensen het vertrouwen geven dat een van hun belangrijkste aandachtspunten - hun gezondheid - de hoogste prioriteit krijgt bij de steeds verdergaande Europese integratie.

Het nieuwe kader voor de volksgezondheid, waarin een ambitieus actieprogramma centraal staat, getuigt van een groot engagement en laat zien dat de Commissie de volksgezondheid hoog op de beleidsagenda van de Gemeenschap plaatst.

De Commissie zal de nodige stappen ondernemen om haar globale gezondheidsstrategie de komende jaren op een toekomstgerichte, innoverende manier te ontwikkelen. Zij hoopt dat de overige instellingen en de lidstaten zich bij haar zullen aansluiten om deze belangrijke taak, het beschermen en verbeteren van de gezondheid van de bevolking, ter hand te nemen. De geloofwaardigheid van een Europees project heeft te lijden als wij ons daar niet allen gezamenlijk voor inzetten.

TABEL 1

Belangrijkste verdragsbepalingen met betrekking tot gezondheidsbescherming

artikel 43-48 (recht van vestiging, onder andere van toepassing op artsen en andere gezondheidswerkers)

artikel 49-50 (diensten, waaronder medische en andere gezondheidszorg)

artikel 71 (veiligheid van het vervoer)

artikel 95 (onderlinge aanpassing van de wetgeving, onder meer inzake voedselveiligheid, tabak, farmaceutische producten, medische hulpmiddelen, chemische producten en andere gevaarlijke stoffen, toepassingen van biotechnologie)

artikel 131-133 (gemeenschappelijke handelspolitiek, bv. voor levensmiddelen en farmaceutische producten)

artikel 137 (sociale zekerheid en sociale bescherming van werknemers)

artikel 149 (onderwijs en beroepsopleiding, waaronder uitwisselingen in de gezondheidszorgsector)

artikel 158 en 161 (economische en sociale samenhang, d.w.z. de structuurfondsen en het Cohesiefonds, die onder andere projecten op gezondheidsgebied steunen)

artikel 163-173 (onderzoek en technologische ontwikkeling, mede op het gebied van de gezondheid)

artikel 177 (ontwikkelingssamenwerking, ook op het gebied van de gezondheid)

artikel 300 en 302 (sluiting van overeenkomsten met derde landen en internationale organisaties, onder andere op het gebied van de gezondheid en aanverwante zaken)

TABEL 2

Acties uit hoofde van het kader voor de volksgezondheid van 1993

communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding [18]

[18] Besluit nr. 645/96/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 95 van 16.4.1996, blz. 1.

actieplan voor kankerbestrijding [19]

[19] Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 95 van 16.4.1996, blz. 9.

communautair actieprogramma in verband met de preventie van aids en van bepaalde andere besmettelijke ziekten [20]

[20] Besluit nr. 647/96/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 95 van 16.4.1996, blz. 16.

communautair actieprogramma inzake de preventie van drugsverslaving [21]

[21] Besluit nr. 102/97/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 19 van 22.1.1997, blz. 25.

communautair actieprogramma voor gezondheidsmonitoring [22]

[22] Besluit nr. 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 193 van 22.7.1997, blz. 1.

communautair actieprogramma inzake de voorkoming van letsel [23]

[23] Besluit nr. 372/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 46 van 20.2.1999, blz. 1.

communautair actieprogramma inzake zeldzame ziekten [24]

[24] Besluit nr. 1295/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 155 van 22.6.1999, blz. 1.

communautair actieprogramma inzake met de milieuverontreiniging samenhangende ziekten [25]

[25] Besluit nr. 1296/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 155 van 22.6.1999, blz. 7.

Andere activiteiten

een strategie inzake het tabaksgebruik [26], een richtlijn betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten [27], een verslag over de bestrijding van het tabaksgebruik [28] en een voorstel voor een richtlijn over tabaksproducten [29];

[26] Mededeling van de Commissie betreffende de huidige en voorgestelde rol van de Gemeenschap bij de bestrijding van het tabaksgebruik, COM(96) 609 def. van 18.12.1996.

[27] Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 213 van 20.7.1998, blz. 8.

[28] COM(99) 407 def. van 8.9.99.

[29] COM(99) 594 def. van 16.11.1999.

een strategie over veiligheid van en zelfvoorziening in bloed [30] en een aanbeveling van de Raad inzake de geschiktheid van bloed- en plasmadonors en de screening van donorbloed [31];

[30] COM(94) 652 def. van 21.12.1994.

[31] PB L 203 van 21.7.1998, blz. 14.

verslagen van de Commissie over de gezondheidstoestand in de Gemeenschap [32] en over de integratie van de eisen voor de bescherming van de gezondheid in de communautaire beleidsmaatregelen [33];

[32] COM(95) 357 def. van 19.7.1995 en COM(97) 224 def. van 22.5.1997.

[33] COM(95) 196 def. van 29.5.1995, COM(96) 407 def. van 4.9.1996, COM(1998) 34 def. van 27.1.1998 en COM(1999) 587 def. van 16.11.1999.

werkdocumenten van de diensten van de Commissie over de epidemiologie en surveillance van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en andere overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

een communautair netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Gemeenschap [34], en

[34] Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

een aanbeveling van de Raad betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz-300 GHz [35].

[35] Aanbeveling van de Raad van 12 juli 1999, PB L 199 van 30.7.1999, blz. 59.

Top