EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1260

Verordening (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende de Europese bevolkingsstatistieken Voor de EER relevante tekst

OJ L 330, 10.12.2013, p. 39–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1260/oj

10.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/39


VERORDENING (EU) Nr. 1260/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 november 2013

betreffende de Europese bevolkingsstatistieken

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt met ingang van 1 november 2014 een gekwalificeerde meerderheid van de leden van de Raad vastgesteld, onder meer op basis van de bevolking van de lidstaten.

(2)

De Raad Economische en Financiële Zaken geeft het Comité voor de economische politiek regelmatig een mandaat om de duurzaamheid op lange termijn en de kwaliteit van de openbare financiën te beoordelen op basis van de bevolkingsprognoses van Eurostat.

(3)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2), moet voor alle statistieken die de lidstaten aan de Commissie toezenden en die in territoriale eenheden zijn ingedeeld, de gemeenschappelijke nomenclatuur voor territoriale eenheden (NUTS) worden gebruikt. Met het oog op de opstelling van vergelijkbare regionale statistieken moeten de territoriale eenheden daarom worden gedefinieerd overeenkomstig de NUTS-nomenclatuur.

(4)

Overeenkomstig artikel 175, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) brengt de Commissie om de drie jaar aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de economische, sociale en territoriale samenhang. Er is behoefte aan jaarlijkse regionale gegevens op NUTS 3-niveau voor de voorbereiding van die verslagen en voor het regelmatige toezicht op de demografische ontwikkelingen en op mogelijke toekomstige demografische uitdagingen in de regio’s van de Unie, waaronder ook soorten regio’s zoals grensregio’s, grootstedelijke regio’s, plattelandsregio’s en gebergte- en eilandregio’s. Aangezien de vergrijzing sterk verschilt per regio, wordt Eurostat verzocht regelmatig regionale prognoses op te stellen om het demografische beeld van de NUTS 2-regio’s in de Unie aan te vullen.

(5)

Overeenkomstig artikel 159 VWEU moet de Commissie elk jaar een verslag opstellen over de stand van de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 151 VWEU, met inbegrip van de demografische situatie in de Unie.

(6)

In haar mededeling van 20 oktober 2009 getiteld „Solidariteit in de gezondheidszorg: verkleining van de ongelijkheid op gezondheidsgebied in de EU” ondersteunde de Commissie de verdere ontwikkeling met betrekking tot het verzamelen van gegevens en gezondheidsindicatoren naar leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status en geografische dimensies.

(7)

De strategie van de Unie voor duurzame ontwikkeling, die in 2001 door de Europese Raad in Gotenburg is gelanceerd en in juni 2006 is vernieuwd, streeft naar een voortdurende verbetering van de levenskwaliteit voor huidige en toekomstige generaties. Het toezichtsverslag van de Commissie (Eurostat), dat elke twee jaar wordt gepubliceerd, verschaft op basis van de reeks van duurzame ontwikkelingsindicatoren van de Unie een objectief statistisch beeld van de vooruitgang.

(8)

Jaarlijkse bevolkingsstatistieken zijn van fundamenteel belang voor de bestudering en vaststelling van allerlei nationaal en regionaal beleid, met name op sociaal en economisch gebied. Statistieken over de bevolking zijn een belangrijke basis voor een groot aantal beleidsindicatoren.

(9)

De strategische doelstelling H.3 van hoofdstuk IV van het Actieprogramma van Peking (1995) biedt een referentiekader voor het opstellen en verspreiden van naar gender uitgesplitste gegevens en informatie met het oog op planning en beleidsevaluatie.

(10)

Bevolkingsstatistieken vormen een belangrijke component voor de schatting van de totale bevolking in het kader van het Europees Systeem van rekeningen. Het bijwerken en corrigeren van de gegevens is van belang wanneer er statistieken op Europees niveau worden opgesteld.

(11)

Om de kwaliteit — en vooral de vergelijkbaarheid — van de door de lidstaten verschafte gegevens te garanderen en om ervoor te zorgen dat er op Unieniveau betrouwbare totaalbeelden worden opgesteld, moeten de gegevens op dezelfde begrippen worden gebaseerd en dezelfde referentiedatum of -periode betreffen.

(12)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) vormt een referentiekader voor de Europese bevolkingsstatistieken. Het vereist vooral inachtneming van de beginselen van professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, betrouwbaarheid, statistische geheimhouding en kosteneffectiviteit.

(13)

De demografische informatie moet in overeenstemming zijn met de relevante informatie die is verzameld uit hoofde van Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5). Hiertoe moet er een beoordeling plaatsvinden van wetenschappelijk gefundeerde en goed gedocumenteerde statistische ramingsmethoden, waarvan het gebruik moet worden aangemoedigd.

(14)

Bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken moeten de nationale en Europese statistische instanties, en, voor zover van toepassing, andere relevante nationale en regionale instanties, rekening houden met de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, zoals herzien en bijgewerkt door het Comité voor het Europees statistisch systeem op 28 september 2011.

(15)

Deze verordening garandeert het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens, die zijn neergelegd in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(16)

Wat de verwerking van persoonsgegevens in de context van deze verordening betreft, zijn Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (7) van toepassing.

(17)

Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk rechtskader voor de systematische productie van Europese bevolkingsstatistieken in de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(18)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp

Deze verordening stelt een gemeenschappelijk rechtskader vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken over de bevolking en levensgebeurtenissen.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „nationaal”: het grondgebied van een lidstaat zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van toepassing op het referentietijdstip;

b)   „regionaal”: NUTS 1-niveau, NUTS 2-niveau of NUTS 3-niveau zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van toepassing op het referentietijdstip; wanneer deze term gebruikt wordt in verband met landen die geen lid van de Unie zijn, gaat het om de statistische regio’s op niveau 1, 2 of 3 zoals overeengekomen tussen die landen en de Commissie (Eurostat), op het referentietijdstip;

c)   „gewoonlijk verblijvende bevolking”: alle personen die op het referentietijdstip hun gewone verblijfplaats in een lidstaat hebben;

d)   „gewone verblijfplaats”: de plaats waar iemand gewoonlijk zijn dagelijkse rustperiode doorbrengt, afgezien van tijdelijke afwezigheid in verband met recreatie, vakantie, vrienden- en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten. Alleen de volgende personen worden als inwoners van een specifiek geografisch gebied beschouwd:

i)

degenen die voorafgaand aan het referentietijdstip ten minste twaalf maanden onafgebroken in hun gewone verblijfplaats hebben gewoond; of

ii)

degenen die zich in de twaalf maanden voorafgaand aan het referentietijdstip in hun gewone verblijfplaats hebben gevestigd met het voornemen daar ten minste een jaar te blijven.

Indien de onder i) of ii) omschreven omstandigheden niet kunnen worden vastgesteld, kan de „gewone verblijfplaats” worden begrepen als de wettige of geregistreerde woonplaats, behalve voor artikel 4.

Bij toepassing van de definitie van „gewone verblijfplaats” behandelen de lidstaten bijzondere gevallen in overeenstemming met de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1201/2009 van de Commissie (9);

e)   „levendgeboorte”: de geboorte van een kind dat ademt of andere tekenen van leven vertoont, zoals hartslag, pulseren van de navelstreng of manifeste beweging van willekeurige spieren, ongeacht de zwangerschapsduur;

f)   „overlijden”: het blijvend verdwijnen van alle tekenen van leven op enig moment na een levendgeboorte (postnatale uitval van vitale functies zonder mogelijkheid tot reanimatie);

g)   „levensgebeurtenissen”: levendgeboorten en overlijdens zoals gedefinieerd onder e) en f).

Artikel 3

Gegevens over bevolking en over levensgebeurtenissen

1.   De lidstaten verschaffen de Commissie (Eurostat) gegevens over hun gewoonlijk verblijvende bevolking op het referentietijdstip. De verschafte data hebben betrekking op de bevolking ingedeeld naargelang leeftijd, geslacht en regio van de woonplaats.

2.   De lidstaten verschaffen de Commissie (Eurostat) gegevens over levensgebeurtenissen die in de referentieperiode bij hen plaatsvonden. De lidstaten gebruiken dezelfde definitie van bevolking die zij voor de in lid 1 bedoelde gegevens gebruiken. De verstrekte gegevens omvatten de volgende variabelen:

a)

levendgeboorten per geslacht, maand van geboorte, volgorde van de levendgeboorte, leeftijd van de moeder, geboortejaar van de moeder, geboorteland van de moeder, land van nationaliteit van de moeder en regio van de woonplaats van de moeder;

b)

overlijdens per leeftijd, geslacht, geboortejaar, regio van de woonplaats, geboorteland, land van nationaliteit en maand van overlijden.

3.   De lidstaten gebruiken dezelfde definitie van bevolking voor alle nationale en regionale niveaus zoals gedefinieerd in deze verordening.

4.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast die uniforme voorwaarden vastleggen voor de uitsplitsing van de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens en met betrekking tot de termijnen en de herzieningen van gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 4

Totale bevolking voor specifieke doeleinden van de Unie

1.   In verband met de stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad verschaffen de lidstaten de Commissie (Eurostat) binnen acht maanden na afloop van het referentiejaar gegevens over de totale bevolking op nationaal niveau op het referentietijdstip overeenkomstig artikel 2, onder c).

2.   De lidstaten kunnen de in lid 1 bedoelde totale bevolking schatten op basis van de wettig verblijvende of geregistreerde bevolking, met gebruik van wetenschappelijk gefundeerde, goed gedocumenteerde en openbaar toegankelijke statistische ramingsmethoden.

Artikel 5

Frequentie en referentietijdstip

1.   Elk jaar verschaffen de lidstaten de Commissie (Eurostat) de in artikel 3, lid 1, en in artikel 3, lid 2, onder a) en b), bedoelde gegevens over hun bevolking en over levensgebeurtenissen die tijdens het voorgaande jaar bij hen plaatsvonden.

2.   Elk jaar verschaffen de lidstaten de Commissie (Eurostat) gegevens over de in artikel 4 bedoelde totale bevolking op nationaal niveau.

3.   In deze verordening wordt onder „referentietijdstip” hetzij de in lid 4 bedoelde referentiedatum, hetzij de in lid 5 bedoelde referentieperiode verstaan, al naargelang hetgeen van toepassing is.

4.   De referentiedatum voor bevolkingsgegevens is het einde van de referentieperiode (31 december om middernacht). De eerste referentiedatum is in 2013 en de laatste in 2027.

5.   De referentieperiode voor levensgebeurtenissen is het kalenderjaar waarin de gebeurtenissen plaatsvonden. De eerste referentieperiode is 2013 en de laatste referentieperiode is 2027.

Artikel 6

Verschaffing van gegevens en metagegevens

De lidstaten stellen de bij deze verordening voorgeschreven gegevens en metagegevens ter beschikking van de Commissie (Eurostat) overeenkomstig de door de Commissie (Eurostat) gespecificeerde uitwisselingsnormen voor gegevens en metagegevens. Ofwel verstrekken de lidstaten die gegevens en metagegevens via de diensten van het centrale toegangspunt zodat de Commissie (Eurostat) ze via deze faciliteit kan opvragen, ofwel geven zij ze door via de diensten van het centrale toegangspunt.

Artikel 7

Gegevensbronnen

De gegevens worden gebaseerd op de gegevensbronnen die door de lidstaat in overeenstemming met het nationale recht en de nationale praktijk worden gekozen. In voorkomend geval wordt gebruikgemaakt van wetenschappelijk gefundeerde en goed gedocumenteerde statistische ramingsmethoden.

Artikel 8

Haalbaarheidsstudies

1.   De lidstaten voeren haalbaarheidsstudies uit over het gebruik van de definitie van „gewone verblijfplaats” voor de bevolking en voor levensgebeurtenissen zoals bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2.

2.   De resultaten van de in lid 1 bedoelde haalbaarheidsstudies worden uiterlijk op 31 december 2016 doorgezonden aan de Commissie.

3.   Om de uitvoering van de haalbaarheidsstudies waarnaar in lid 1 van dit artikel wordt verwezen, te vereenvoudigen, kan de Unie financiële ondersteuning verlenen aan de nationale instellingen voor statistiek en de andere nationale instanties waarvan sprake is in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 223/2009.

Artikel 9

Kwaliteitseisen

1.   De lidstaten dragen zorg voor de kwaliteit van de verstrekte gegevens.

2.   Voor de toepassing van deze verordening zijn de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van toepassing op de in te dienen gegevens.

3.   De lidstaten brengen bij de Commissie (Eurostat) verslag uit over de referentiemetagegevens, met gebruikmaking van de normen van het Europees statistisch systeem, met name over de gegevensbronnen, definities en ramingsmethoden die worden gebruikt voor het eerste referentiejaar en zij informeren de Commissie (Eurostat) over elke mogelijke wijziging hiervan.

4.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) desgevraagd alle informatie die nodig is om de kwaliteit van de statistische informatie te beoordelen.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 3 van deze verordening voorgeschreven bevolkingsgegevens in overeenstemming zijn met die welke worden voorgeschreven in artikel 3, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 862/2007.

Artikel 10

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 223/2009. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 11

Herzieningsclausule

1.   De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2018 een eerste verslag over de uitvoering van deze richtlijn voor aan het Europees Parlement en de Raad en uiterlijk op 31 december 2023 een tweede verslag. In deze verslagen houdt de Commissie rekening met de relevante door de lidstaten verstrekte informatie, en beoordeelt de Commissie de kwaliteit van de verstrekte gegevens, de gebruikte methoden voor het verzamelen van gegevens, de bijkomende lasten voor de lidstaten en voor de respondenten en de vergelijkbaarheid van de statistieken in kwestie. Die verslagen omvatten eveneens een beoordeling van het gebruik van wetenschappelijk gefundeerde, goed gedocumenteerde statistische ramingsmethoden voor de schatting van de „gewoonlijk verblijvende bevolking” op basis van de wettig verblijvende of geregistreerde bevolking. Het eerste verslag omvat tevens de resultaten van de haalbaarheidsstudies waarnaar wordt verwezen in artikel 8.

2.   Die verslagen gaan zo nodig vergezeld van voorstellen die tot doel hebben het gemeenschappelijke rechtskader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken over de bevolking en levensgebeurtenissen uit hoofde van deze verordening verder te verbeteren.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De toepassing van deze verordening verstrijkt op 31 augustus 2028.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 20 november 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

V. LEŠKEVIČIUS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 oktober 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 november 2013.

(2)  Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(4)  Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23).

(5)  Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende volks- en woningtellingen (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 14).

(6)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(7)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(9)  Verordening (EG) nr. 1201/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende volks- en woningtellingen, wat de technische specificaties voor de thema’s en voor de uitsplitsingen daarvan betreft (PB L 329 van 15.12.2009, blz. 29).


Top