EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0389

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en 1193/2011 van de Commissie Voor de EER relevante tekst

OJ L 122, 3.5.2013, p. 1–59 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 031 P. 190 - 248

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/389/oj

3.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 122/1


VERORDENING (EU) Nr. 389/2013 VAN DE COMMISSIE

van 2 mei 2013

tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nrs. 280/2004/EG en 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en 1193/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 19,

Gezien Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (2), en met name artikel 6, lid 1, eerste alinea, tweede zin,

Gezien Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (3), en met name artikel 11, lid 3,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het registersysteem garandeert een nauwkeurige boekhouding van de transacties in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS), ingesteld bij Richtlijn 2003/87/EG, het Protocol van Kyoto en Beschikking nr. 406/2009/EG. Registers zijn gestandaardiseerde en beveiligde elektronische databases met gemeenschappelijke gegevens om de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering van de betrokken eenheden bij te houden, te zorgen voor de toegankelijkheid ervan voor het publiek en voor de nodige geheimhouding en om ervoor te zorgen dat er geen overdrachten plaatsvinden die onverenigbaar zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit Richtlijn 2003/87/EG, het protocol bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (Protocol van Kyoto) en Beschikking nr. 406/2009/EG.

(2)

Op grond van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG moeten alle met ingang van 1 januari 2012 verleende emissierechten in een EU-register worden geboekt op rekeningen die door de lidstaten worden beheerd. Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) voorzag in een dergelijk EU-register.

(3)

Richtlijn 2003/87/EG is grondig gewijzigd bij Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (5), waardoor aanzienlijke wijzigingen in het registersysteem nodig zijn geworden. De wijzigingen zijn van toepassing vanaf de handelsperiode die in 2013 begint. Tot dusver is er geen internationale overeenkomst van kracht die het Protocol van Kyoto vervangt en na 2012 voor de lidstaten zou gelden. Luchtvaartemissierechten zijn vanaf 2012 geveild op basis van Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG (6), op dezelfde wijze als algemene emissierechten. Daarom is, voor de handelsperiode die op 1 januari 2013 begint en op de daaropvolgende perioden en overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG, Verordening (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie vastgesteld, die van toepassing is op de handelsperiode die op 1 januari 2013 begint en op de daaropvolgende perioden, van de EU-regeling voor de handel in emissierechten krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2216/2004 en (EU) nr. 920/2010 (7) van de Commissie. De verordening geldt ook voor in 2012 geveilde luchtvaartemissierechten.

(4)

Om ervoor te zorgen dat Kyoto-eenheden en emissierechten op dezelfde rekeningen van het EU-register kunnen worden geboekt, moet het EU-register voldoen aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto die zijn aangenomen bij Besluit 12/CMP.1 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC waarin de Partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen (Besluit 12/CMP.1).

(5)

Op grond van artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG moet een onafhankelijk transactielogboek (het "EU-transactielogboek" of EUTL), worden aangelegd waarin de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten worden vastgelegd. Op grond van artikel 6, lid 2, van Beschikking nr. 280/2004/EG moet informatie over verlening, bezit, overdracht, verwerving, annulering en intrekking van toegewezen eenheden, verwijderingseenheden, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties en de overboeking van toegewezen eenheden, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties beschikbaar worden gesteld aan het transactielogboek.

(6)

Het EU-register moet de rekeningen bevatten waarin de processen en verrichtingen moeten worden geregistreerd die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen van Richtlijn 2003/87/EG. Elk van die rekeningen moet volgens gestandaardiseerde procedures worden gecreëerd om de integriteit van het registersysteem en de toegang van het publiek tot de in dat systeem opgeslagen informatie te garanderen. De emissierechten moeten in het EU-register worden verleend.

(7)

Transacties met emissierechten in het EU-register moeten worden verricht via een communicatieverbinding waarop het EUTL is aangesloten, terwijl transacties met Kyoto-eenheden moeten worden verricht via een communicatieverbinding waarop zowel het EUTL als het internationale transactielogboek (ITL) van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is aangesloten.

(8)

Aangezien emissierechten en Kyoto-eenheden slechts in gedematerialiseerde vorm bestaan en fungibel zijn, moet het recht op een emissierecht of Kyoto-eenheid worden vastgesteld door het bestaan ervan in de rekening van het EU-register waarin zij zijn opgenomen. Bovendien moet, ter beperking van de risico's die gepaard gaan met het terugdraaien van een in een register ingevoerde transactie en de systeem- en marktverstoring waartoe die terugdraaiing kan leiden, ervoor worden gezorgd dat de emissierechten en de Kyoto-eenheden volledig fungibel zijn. Met name kunnen transacties na afloop van een in de registervoorschriften vastgestelde termijn niet worden teruggedraaid, herroepen of ongedaan gemaakt, tenzij volgens de voorwaarden die in de registervoorschriften zijn vastgesteld. Niets in deze verordening mag een rekeninghouder of een derde beletten uit de onderliggende transactie voortvloeiende rechten of aanspraken uit te oefenen die zij in rechte kunnen aanvoeren ter terugvordering of restitutie met betrekking tot een transactie die in een systeem ingevoerd is, bijvoorbeeld in geval van fraude of een technische fout, voor zover dit niet leidt tot terugdraaiing, herroeping of ongedaanmaking van de transactie. Voorts moet het te goeder trouw verwerven van een emissierecht of Kyoto-eenheid worden beschermd.

(9)

De centrale administrateur heeft als belangrijkste taken de verstrekking, het beheer en het onderhoud van het EU-register en het EUTL, het beheren van centrale rekeningen, en het uitvoeren van handelingen die centraal moeten geschieden. De nationale administrateurs hebben als belangrijkste taken fungeren als contactpunt met hun respectieve rekeninghouders in het EU-register en alle handelingen uit te voeren waarbij direct contact met die rekeninghouders nodig is, waaronder het openen, schorten en afsluiten van rekeningen.

(10)

Wanneer lidstaten kosteloos emissierechten toewijzen op basis van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG, moeten deze emissierechten worden verleend overeenkomstig artikel 10 quater van die richtlijn en de uit hoofde van die richtlijn aangenomen besluiten van de Commissie. Hiertoe moeten de betreffende nationale toewijzingstabellen rekening houden met de aanvragen van de lidstaten overeenkomstig artikel 10 quater, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG en de desbetreffende besluiten van de Commissie krachtens artikel 10 quater, lid 6, van die richtlijn.

(11)

Indien een lidstaat, rekening houdend met zijn aanvraag overeenkomstig artikel 10 quater, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG en het desbetreffende besluit van de Commissie krachtens artikel 10 quater, lid 6, van die richtlijn, de kosteloze verlening van emissierechten op basis van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG uitstelt (verlening van emissierechten achteraf), moet die lidstaat de kosteloze toewijzing opnemen in zijn nationale toewijzingstabel overeenkomstig artikel 51, lid 1, van deze verordening op basis van investeringen of financiële overdrachten die op het tijdstip van de kennisgeving van de tabel reeds zijn gedaan of hebben plaatsgevonden.

(12)

Indien een lidstaat, rekening houdend met zijn aanvraag overeenkomstig artikel 10 quater, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG en het desbetreffende besluit van de Commissie krachtens artikel 10 quater, lid 6, van die richtlijn, de op basis van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG kosteloos toe te wijzen emissierechten verleent ongeacht reeds gedane investeringen (verlening van emissierechten vooraf), moet de lidstaat de kosteloze toewijzing overeenkomstig artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG voor de periode 2013 tot en met 2019 in de nationale toewijzingstabel opnemen, wanneer hij de nationale toewijzingstabel voorlegt aan de Commissie zoals bepaald in artikel 51, lid 1, van deze verordening.

(13)

Op basis van de bij de Commissie in te dienen rapporten overeenkomstig artikel 10 quater, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de nationale toewijzingstabellen aangepast worden om rekening te houden met de ontwikkeling van investeringen en de status van financiële overdrachten die overeenkomstig artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG en de overeenkomstige besluiten van de Commissie zijn gedaan.

(14)

Artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG bepaalt dat de bevoegde autoriteiten vóór 28 februari van elk jaar de dat jaar toe te wijzen emissierechten moeten verlenen. Waar een exploitant ingevolge artikel 24 van Besluit van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) dat gevolgen heeft voor het aantal aan die exploitant toe te wijzen emissierechten, moet de toewijzing van die exploitant opnieuw worden berekend en ingevolge artikel 24, lid 2, van dat besluit worden bekendgemaakt voordat een overdracht van de emissierechten ingevolge artikel 53, lid 2, van deze verordening aan de exploitant kan plaatsvinden.

(15)

Niets in deze verordening mag verhinderen dat een bevoegde autoriteit eist dat een exploitant een aantal bovenop de aangepaste toewijzing voor het desbetreffende jaar ontvangen emissierechten overdraagt naar de EU-toewijzingsrekening als er teveel emissierechten zijn toegewezen, waaronder als gevolg van een fout in de oorspronkelijke toewijzing of wanneer de exploitant heeft verzuimd om de bevoegde autoriteit tijdig te voorzien van correcte of volledige informatie ingevolge artikel 24 van Besluit 2011/278/EU en voor de daarin genoemde datum, mits de centrale administrateur de nationale toewijzingstabel van de lidstaat volgens artikel 52, lid 2, van deze verordening navenant heeft gewijzigd.

(16)

Artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG verbiedt de verlening van gecertificeerde emissiereducties (CER's) en emissiereductie-eenheden (ERU’s) na 31 december 2012, als dit leidt tot dubbeltelling van de uitstoot van broeikasgassen. Krachtens artikel 5, lid 2, van Beschikking 2006/780/EG van de Commissie van 13 november 2006 inzake het voorkomen van dubbeltellingen van reducties van broeikasgasemissies in het kader de communautaire regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten voor projectactiviteiten uit hoofde van het Protocol van Kyoto overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) kunnen emissierechten in de aanvullende reserves overeenkomstig artikel 3 van die beschikking in "toegewezen hoeveelheid"-eenheden worden omgezet of als rechten voor de periode 2008-2012 verkocht worden. Wat betreft emissiereducties die plaatsvonden tot en met 31 december 2012 moeten lidstaten voorts tot en met 30 april 2013 ERU’s kunnen verlenen uit projecten op het gebied van activiteiten die pas met ingang van 1 januari 2013 binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG vallen.

(17)

De Unie, de lidstaten en een aantal derde landen zijn verbintenissen aangegaan voor de reductie van emissies voor de economie als geheel gedurende de periode 2008-2012. De lidstaten hebben juridisch bindende emissiereductiedoelstellingen voor de gehele economie van 2013 tot en met 2020, zoals vastgesteld in Richtlijn 2003/87/EG en Beschikking nr. 406/2009/EG. Een wijziging van het Protocol van Kyoto moet internationaal juridisch bindende gekwantificeerde emissiedoelstellingen van 2013 tot en met 2020 vaststellen voor de in bijlage B van het Protocol genoemde partijen, zodra het Protocol voor die partijen in werking is getreden. Besluit 13/.1 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC die fungeert als vergadering van de Partijen bij het Protocol van Kyoto (Besluit 13/.1) vereist dat ERU’s alleen worden verleend door de omzetting van "toegewezen hoeveelheid"- of verwijderde eenheden, die een nummer hebben dat de verbintenisperiode omvat waarvoor zij zijn verleend. ERU’s kunnen niet worden verleend als de in het betreffende volgnummer vermelde verbintenisperiode niet overeenkomt met de periode gedurende welke de emissiereducties plaatsvonden. ETS-rekeningen in het EU-register mogen geen ERU’s bevatten die in strijd zijn met deze regels. Te dien einde mogen ERU's die zijn verleend door derde landen die geen juridisch bindende gekwantificeerde emissiedoelstellingen van 2013 tot en met 2020 hebben zoals bepaald in een wijziging van het Protocol van Kyoto volgens artikel 3, paragraaf 9, daarvan, of die geen akte van bekrachtiging met betrekking tot een dergelijke wijziging van het Protocol van Kyoto heeft neergelegd, alleen in het EU-register worden aangehouden als is geverifieerd dat zij betrekking hebben op emmissiereducties die voor 2013 hebben plaatsgevonden. Van dergelijke na 1 mei 2013 naar het EU-register overgedragen ERU's wordt verwacht dat zij worden verleend volgens de controleprocedure van het Toezichtcomité gezamenlijke uitvoering zoals omschreven in Besluit 9/CMP.1 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC die fungeert als vergadering van de partijen bij het Protocol van Kyoto (volgens de zogenoemde "track 2-procedure")

(18)

Artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG voorziet in het gebruik van CER's en ERU's uit projectactiviteiten vóór de inwerkingtreding van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering door toe te staan dat exploitanten dergelijke eenheden omwisselen voor emissierechten.

(19)

Derde landen of hun subfederale of regionale entiteiten moeten rekeningen in het EU-register kunnen openen zodra met het desbetreffende land overeenstemming is bereikt over de manier waarop het ETS moet worden gekoppeld aan een ander verplicht systeem voor de handel in broeikasgasemissies met een absoluut emissiemaximum.

(20)

Artikel 11 van Beschikking nr. 406/2009/EG bepaalt dat de transacties in het kader van die beschikking nauwkeurig in het registersysteem moeten worden bijgehouden.

(21)

Jaarlijkse emissieruimte-eenheden moeten volgens de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen (de ESD) worden verleend in de ESD-nalevingsrekeningen van het EU-register, in de hoeveelheden zoals bepaald in artikel 3, lid 2, en artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG. Jaarlijkse emissieruimte-eenheden mogen alleen in de ESD-nalevingsrekeningen van het EU-register worden bijgehouden.

(22)

Het EU-register moet de tenuitvoerlegging van de jaarlijkse nalevingscyclus krachtens Beschikking nr. 406/2009/EG mogelijk maken door de processen te leveren waarmee de jaarlijkse herziene broeikasgasemissies in de ESD-nalevingsrekening kunnen worden opgetekend, het jaarlijkse nalevingsstatuscijfer van de ESD-nalevingsrekening van elke lidstaat kan worden bepaald, en er in voorkomend geval corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 7 van Beschikking nr. 406/2009/EG kunnen worden genomen.

(23)

Het EU-register moet garanderen dat een nauwkeurige boekhouding wordt gevoerd van de transacties als bedoeld in artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5 van Beschikking nr. 406/2009/EG.

(24)

Om onregelmatigheden te voorkomen, dient het EUTL geautomatiseerde controles te verrichten op alle processen in het registersysteem die betrekking hebben op emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen, jaarlijkse emissieruimtes, kredietrechten en Kyoto-eenheden, en dient het ITL geautomatiseerde controles te verrichten op processen die betrekking hebben op Kyoto-eenheden. Processen die deze controles niet doorstaan, dienen te worden beëindigd om te garanderen dat transacties in het EU-registersysteem voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking nr. 406/2006/EG en de overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto ontwikkelde voorschriften.

(25)

Om de veiligheid van de in het geïntegreerde registersysteem opgeslagen informatie te beschermen en fraude te voorkomen, moeten passende en geharmoniseerde eisen inzake het openen van rekeningen, de authenticering en de toegangsrechten worden toegepast. In de toekomst moet worden overwogen deze eisen te herzien om de doeltreffendheid ervan te garanderen, met inachtneming van de evenredigheid. De gegevens die over alle processen, exploitanten en personen in het registersysteem zijn opgeslagen, moeten worden bewaard.

(26)

De centrale administrateur moet ervoor zorgen dat onderbrekingen in het functioneren van het registersysteem tot een minimum worden beperkt door alle redelijke stappen te nemen om de beschikbaarheid van het EU-register en van het EUTL te garanderen en door robuuste systemen en procedures op te zetten voor de bescherming van de betrokken informatie.

(27)

Aangezien het wenselijk kan zijn te voorzien in extra rekeningtypen of andere middelen die het aanhouden van emissierechten of Kyoto-eenheden namens derden of het nemen van een zekerheidsrecht daarop kunnen vergemakkelijken, moeten deze punten worden onderzocht in de context van een toekomstige herziening van deze verordening.

(28)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (10) en Besluit 13/CMP.1 dienen er regelmatig specifieke verslagen openbaar te worden gemaakt zodat de in het geïntegreerde registersysteem bewaarde informatie, behoudens bepaalde vertrouwelijkheidseisen, voor het publiek toegankelijk is.

(29)

Nationale administrateurs, de centrale administrateur en de Commissie moeten voldoen aan de EU- en nationale wetgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (11) en de nationale uitvoeringsinstrumenten daarvan, en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (12), wanneer deze van toepassing is op krachtens deze verordening bewaarde en verwerkte informatie die aan hun toezicht is onderworpen.

(30)

Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (13) is van toepassing totdat alle met betrekking tot de handelsperiode van 2008 tot en met 2012 vereiste handelingen zijn voltooid. Zij moet zodanig worden gewijzigd dat de tegen het einde van de handelsperiode 2008-2012 op de rekening van een gebruiker staande luchtvaartemissierechten met onmiddellijke ingang worden vervangen door luchtvaartemissierechten die geldig zijn voor de handelsperiode die in 2013 van start gaat. Derhalve moet Verordening (EU) nr. 920/2010 met ingang van 1 oktober 2013 worden ingetrokken.

(31)

Verordening (EU) nr. 1193/2011 moet derhalve worden ingetrokken en met onmiddellijke ingang worden vervangen door een verordening waarin zijn opgenomen de bepalingen die krachtens Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking 280/2004/EG en Beschikking nr. 406/2009/EG zijn vereist.

(32)

Verordening (EU) 1193/2011 stelde termijnen vast voor het overeenkomen van regels voor de samenwerking tussen de centrale administrateur en de nationale administrateurs en voor de kennisgeving van de nationale toewijzingstabellen en nationale luchtvaarttoewijzingstabellen. Hoewel Verordening (EU) 1193/2011 wordt ingetrokken, moeten deze verplichtingen worden gehandhaafd.

(33)

Deze verordening dient met spoed in werking te treden.

(34)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

GEMEENSCHAPPELIJKE ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden algemene, operationele en onderhoudsvoorschriften met betrekking tot het EU-register voor de op 1 januari 2013 beginnende en de daaropvolgende handelsperioden, het onafhankelijke transactielogboek als bedoeld in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG en de registers als bedoeld in artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG vastgesteld.

Voorts wordt bij deze verordening een systeem voor communicatie tussen het EU-register en het ITL opgezet.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de emissierechten die zijn gecreëerd voor de op 1 januari 2013 beginnende handelsperiode en de daaropvolgende perioden van de EU-regeling voor de handel in emissierechten, jaarlijkse emissieruimte-eenheden en Kyoto-eenheden.

Zij is ook van toepassing op de te veilen luchtvaartemissierechten die zijn gecreëerd voor de handelsperiode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

Artikel 3

Definities

Tenzij anders aangegeven, hebben de in Titel II van deze verordening gebruikte begrippen dezelfde betekenis als in Richtlijn 2003/87/EG. Daarnaast gelden de definities die zijn vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 en artikel 3 van Besluit 2011/278/EU van de Commissie. Voorts wordt verstaan onder:

(1)   "rekeninghouder": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een rekening in het registersysteem;

(2)   "centrale administrateur": de persoon die door de Commissie is aangewezen overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG;

(3)   "bevoegde autoriteit": de door een lidstaat overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG aangewezen autoriteit of autoriteiten;

(4)   "extern handelsplatform": elk type multilaterale uitwisseling die meerdere koop- en verkoopintenties van derden samenbrengt of het samenbrengen daarvan vergemakkelijkt, zoals gedefinieerd in artikel 4 van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (14), waarbij de gekochte en verkochte intenties betrekking hebben op emissierechten of Kyoto-eenheden;

(5)   "verificateur": een verificateur als omschreven in artikel 3, lid 3, van Verordening 600/2012/EG van de Commissie (15);

(6)   "toegewezen eenheden" of "AAU's": overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Beschikking nr. 280/2004/EG verleende eenheden;

(7)   "luchtvaartemissierechten": emissierechten die zijn gecreëerd overeenkomstig artikel 3 quater, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG;

(8)   "algemene emissierechten": alle overige emissierechten die zijn gecreëerd overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG;

(9)   "langetermijn-CER’s" of "lCER’s": eenheden die zijn verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het mechanisme voor schone ontwikkeling (Clean Development Mechanism of CDM) die, met inachtneming van Besluit 5/CMP.1 van de Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen, vervallen aan het eind van de periode van emissiereductiecreditering voor de projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM waarvoor zij zijn verleend;

(10)   "verwijderingseenheden" of "RMU’s": eenheden verleend overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de bijlage bij Besluit 13/CMP.1;

(11)   "tijdelijke gecertificeerde emissiereducties" of "tCER's": eenheden die zijn verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, met inachtneming van Besluit 5/CMP.1, vervallen aan het eind van de verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto die volgt op de verbintenisperiode waarin zij zijn verleend;

(12)   "Kyoto-eenheden": AAU’s, emissiereductie-eenheden (ERU’s), gecertificeerde emissiereducties (CER’s), RMU’s, lCER’s en tCER’s;

(13)   "proces": een geautomatiseerd technisch middel om een handeling te verrichten die betrekking heeft op een rekening, een eenheid of een deel van het kredietrecht in een register;

(14)   "transactie": een proces in het EU-register waarbij een emissierecht, een Kyoto-eenheid, een jaarlijkse emissieruimte-eenheid of een gedeelte van het kredietrecht van de ene rekening naar de andere wordt overgedragen;

(15)   "inlevering": de boeking van een emissierecht door een exploitant of vliegtuigexploitant tegen de geverifieerde emissies van zijn installatie of vliegtuig;

(16)   "annulering": de definitieve afstoting van een Kyoto-eenheid door de bezitter ervan zonder deze tegen geverifieerde emissies te boeken;

(17)   "afschrijving": de definitieve afstoting van een emissierecht door de bezitter ervan zonder deze tegen geverifieerde emissies te boeken;

(18)   "afboeking": de boeking van een Kyoto-eenheid door een partij bij het Protocol van Kyoto tegen de gemelde emissies van die partij;

(19)   "witwassen": praktijk als omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (16);

(20)   "ernstige strafbare feiten": feiten als omschreven in artikel 3, punt 5, van Richtlijn 2005/60/EG;

(21)   "financiering van terrorisme": praktijk als omschreven in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2005/60/EG;

(22)   "nationale administrateur": de entiteit die verantwoordelijk is voor de administratie namens een lidstaat van een reeks gebruikersrekeningen in het EU-register die tot het rechtsgebied van een lidstaat behoren, en die is aangewezen overeenkomstig artikel 8;

(23)   "directeur": een persoon die het daadwerkelijke beheer voert van de dagelijkse activiteiten van een rechtspersoon;

(24)   "Midden-Europese tijd": de Midden-Europese zomertijd tijdens de in de artikelen 1, 2 en 3 van Richtlijn 2000/84/EG omschreven zomertijdperiode;

(25)   "nationaal administratief platform": een extern systeem dat wordt beheerd door een nationale administrateur of een bevoegde autoriteit met een beveiligde aansluiting op het EU-register en dat tot doel heeft bepaalde handelingen die verband houden met het beheer van rekeningen en van de nalevingsverplichtingen in het EU-register te automatiseren;

(26)   "internationale kredieten": CER's, ERU's en kredieten uit projecten of andere emissiereducerende activiteiten die kunnen worden gebruikt overeenkomstig artikel 11 bis, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG;

(27)   "jaarlijkse emissieruimte-eenheid" of "AEA": een deel van de jaarlijkse emissieruimte van een lidstaat zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 2, en artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG ter grootte van één ton kooldioxide-equivalent;

(28)   "kredietrecht": het recht van een lidstaat, uitgedrukt als een getal dat overeenkomt met het percentage van zijn broeikasgasemissies in 2005 zoals bepaald in artikel 5, lid 4, van Beschikking nr. 406/2009/EG, om kredieten als bedoeld in artikel 5 van Beschikking nr. 406/2009/EG te gebruiken teneinde te voldoen aan zijn verplichtingen volgens artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG;

(29)   "ongebruikt kredietrecht": het kredietrecht van een lidstaat verminderd met de som van internationale kredieten, tCER's of lCER's die op het moment van vaststelling van de nalevingsstatuscijfers overeenkomstig artikel 79 van deze verordening op de ESD-nalevingsrekening stonden;

(30)   "nalevingsperiode": de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2020 tijdens welke de lidstaten hun broeikasgasemissies beperken overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG.

HOOFDSTUK 2

Het registersysteem

Artikel 4

Het EU-register

1.   Er wordt een EU-register ingesteld voor de op 1 januari 2013 beginnende handelsperiode en de daaropvolgende handelsperioden in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten.

2.   De centrale administrateur beheert het EU-register en houdt het bij, met inbegrip van de technische infrastructuur.

3.   De lidstaten gebruiken het EU-register om hun verplichtingen op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG en artikel 11 van Beschikking nr. 406/2009/EG na te komen en te garanderen dat een nauwkeurige boekhouding wordt gevoerd met betrekking tot de onder het toepassingsgebied van deze verordening vallende emissierechten, AEA's en kredietrechten. Het EU-register voorziet in de in deze verordening omschreven processen ten behoeve van de nationale administrateurs en de rekeninghouders.

4.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register voldoet aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1, en houdt rekening met de hardware-, netwerk-, software- en veiligheidsvoorschriften zoals vastgesteld in de in artikel 105 van deze verordening bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

Artikel 5

PK-registers op nationaal en EU-niveau

1.   Teneinde hun verplichtingen als partijen bij het Protocol van Kyoto en op grond van artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG na te leven en te garanderen dat een nauwkeurige boekhouding van Kyoto-eenheden wordt gevoerd, beheert elke lidstaat en beheert de EU een "Protocol van Kyoto"-register ("PK-register") in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische databank die voldoet aan de eisen van het UNFCCC betreffende registers, en in het bijzonder de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1, alsook aan de hardware-, netwerk-, software- en veiligheidsvoorschriften zoals vastgesteld in de in artikel 105 van deze verordening bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register tevens functioneert als PK-register voor de Unie als partij bij het Protocol van Kyoto. De centrale administrateur fungeert tevens als de administrateur van het PK-register, dat deel uitmaakt van het EU-register.

Artikel 6

Het EU-transactielogboek

1.   Voor transacties die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, wordt overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG een transactielogboek van de Europese Unie (EUTL) aangelegd in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische databank. Het EUTL dient tevens om alle informatie vast te leggen die overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Beschikking nr. 280/2004/EG over de tegoeden en de overdrachten van Kyoto-eenheden beschikbaar wordt gesteld.

2.   De centrale administrateur beheert het EUTL en houdt het bij overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

3.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EUTL alle in deze verordening bedoelde processen kan controleren en vastleggen, rekening houdend met de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1, en dat het voldoet aan de hardware-, netwerk- en softwarevereisten zoals vastgelegd in de in artikel 105 van deze verordening bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

4.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL alle processen kan vastleggen die zijn beschreven in hoofdstuk 3 van titel I en in de titels II, III en IV.

Artikel 7

Communicatieverbindingen tussen de registers, het ITL en het EUTL

1.   De centrale administrateur en de lidstaten zorgen voor de instandhouding van een communicatieverbinding tussen het EU-register en de PK-registers enerzijds en het ITL anderzijds, om transacties met Kyoto-eenheden door te geven.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EUTL een communicatieverbinding in stand houdt met het ITL om de in lid 1 bedoelde overdrachten vast te leggen en te controleren. Alle voorgestelde overdrachten waarbij een PK-register is betrokken, worden door het EUTL verwerkt en gecontroleerd voordat de overdracht wordt vastgelegd.

3.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register een directe communicatieverbinding met het EUTL in stand houdt voor het controleren en vastleggen van transacties met emissierechten, AEA's of delen van de kredietrechten, en de processen inzake rekeningbeheer vastgesteld in hoofdstuk 3 van titel I. Alle transacties betreffende emissierechten, AEA's of delen van de kredietrechten vinden plaats in het EU-register en worden door het EUTL vastgelegd en gecontroleerd. De centrale administrateur kan een beperkte communicatieverbinding tot stand brengen tussen het EUTL en het register van een derde land dat een overeenkomst heeft gesloten inzake toetreding tot de Europese Unie, om deze registers in staat te stellen via het EUTL met het ITL te communiceren en om geverifieerde emissiegegevens van exploitanten in het EUTL vast te leggen. Deze registers moeten met succes alle voor registers vereiste test- en initialisatieprocedures doorlopen alvorens deze communicatieverbinding tot stand wordt gebracht.

Artikel 8

Nationale administrateurs en PK-registeradministrateurs

1.   Elke lidstaat wijst een nationale administrateur aan. Onverminderd artikel 13, lid 2, hebben de lidstaten toegang tot hun eigen rekeningen en de rekeningen in het EU-register die tot hun respectieve rechtsgebieden behoren en beheren zij die overeenkomstig artikel 11 via een nationale administrateur zoals gedefinieerd in bijlage I. De nationale administrateur van iedere lidstaat fungeert tevens als de administrateur van het PK-register van dat land, in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

2.   De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat er geen belangenconflict bestaat tussen de nationale administrateurs, de centrale administrateur en de rekeninghouders.

3.   Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de identiteit en de contactgegevens van zijn nationale administrateur, met inbegrip van een telefoonnummer voor noodgevallen dat bij een veiligheidsincident kan worden gebruikt.

4.   De Commissie coördineert de tenuitvoerlegging van deze verordening met de nationale administrateurs van alle lidstaten en de centrale administrateur. De Commissie raadpleegt met name de werkgroep van administrateurs van het Comité klimaatverandering over kwesties en procedures die verband houden met het beheer van de registers die onder deze verordening vallen en de tenuitvoerlegging van deze verordening. Uiterlijk op 31 maart 2012 stelt de werkgroep van administrateurs regels vast voor de samenwerking tussen de centrale administrateur en de nationale administrateurs, met inbegrip van gemeenschappelijke operationele procedures voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, procedures voor het beheer van wijzigingen en incidenten met betrekking tot het EU-register, en technische specificaties betreffende de functionering en de betrouwbaarheid van het EU-register en het EUTL. De regels voor de samenwerking kunnen mede betrekking hebben op de consolidatie van de externe communicatieverbindingen, de informatietechnologie-infrastructuur, procedures voor de toegang tot gebruikersrekeningen en de mechanismen om de PK-rekeningen van het EU-register samen te brengen met die van andere PK-registers in een geconsolideerd systeem van Europese registers dat door de centrale administrateur wordt bijgehouden. Het reglement van orde van de werkgroep van administrateurs wordt vastgesteld door het Comité klimaatverandering.

5.   De centrale administrateur, de bevoegde autoriteiten en de nationale administrateurs voeren alleen de processen uit die nodig zijn voor het vervullen van hun respectieve functies zoals vastgesteld in Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking 280/2004/EG en Beschikking nr. 406/2009/EG en in de maatregelen die naar aanleiding van het daarin bepaalde zijn genomen.

HOOFDSTUK 3

Rekeningen

Deel 1

Algemene bepalingen die voor alle rekeningen gelden

Artikel 9

Rekeningen

1.   De lidstaten en de centrale administrateur zorgen ervoor dat elk PK-register en het EU-register de in bijlage I genoemde rekeningen bevat.

2.   Elke type rekening mag de in bijlage I aangegeven soorten eenheden bevatten.

Artikel 10

Rekeningstatus

1.   De rekeningen kunnen zich in de volgende status bevinden: open, geblokkeerd, uitgesloten of afgesloten.

2.   Vanaf geblokkeerde rekeningen kunnen geen processen worden geïnitieerd, behalve de processen genoemd in de artikelen 25, 31, 35, 67, 77, 81 en 82.

3.   Vanaf afgesloten rekeningen kunnen geen processen worden geïnitieerd. Een afgesloten rekening kan niet worden heropend en kan geen eenheden verwerven.

4.   Als een installatie op grond van artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG van de EU-regeling wordt uitgesloten, geeft de nationale administrateur de betrokken exploitanttegoedrekening de status "uitgesloten" voor de hele duur van de uitsluiting.

5.   Na kennisgeving door de bevoegde autoriteit dat de vluchten van een vliegtuigexploitant overeenkomstig bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG in een gegeven jaar niet langer onder de EU-regeling vallen, geeft de nationale administrateur de betrokken vliegtuigexploitanttegoedrekening de status "uitgesloten", na de vliegtuigexploitant vooraf hiervan in kennis te hebben gesteld, totdat de bevoegde autoriteit meedeelt dat de vluchten van de vliegtuigexploitant opnieuw onder de EU-regeling vallen.

6.   Vanaf uitgesloten rekeningen kunnen geen processen worden geïnitieerd, met uitzondering van de in de artikelen 25 en 68 omschreven processen en de in de artikelen 35 en 67 bedoelde processen voor zover zij betrekking hebben op de periode waarin de rekening nog niet de status "uitgesloten" had.

Artikel 11

Het beheer van rekeningen

1.   Elke rekening heeft een administrateur die de rekening namens een lidstaat of namens de EU beheert.

2.   De administrateur wordt aangewezen volgens bijlage I, waarin staat welke administrateur welk type rekening beheert.

3.   De administrateur van een rekening opent de rekening, verstrekt, schorst of beperkt toegang tot de rekening, wijzigt de status ervan, keurt gemachtigde vertegenwoordigers goed, keurt wijzigingen in rekeninggegevens waarvoor de goedkeuring van een administrateur nodig is, goed, en initieert transacties als de rekeninghouder daarom overeenkomstig artikel 23, lid 5, verzoekt, overeenkomstig deze Verordening.

4.   De administrateur kan eisen dat de rekeninghouders en hun vertegenwoordigers ermee instemmen redelijke voorwaarden die coherent zijn met deze verordening, in acht te nemen wat betreft de in bijlage II uiteengezette zaken.

5.   De rekeningen vallen onder de wetgeving en behoren tot het rechtsgebied van de lidstaat van hun administrateur en de op die rekeningen staande eenheden worden geacht zich op het grondgebied van die lidstaat te bevinden.

Artikel 12

Kennisgevingen van de centrale administrateur

De centrale administrateur stelt de vertegenwoordigers van de rekeningen en de nationale administrateur in kennis van de initiëring, afronding of beëindiging van elk met de rekening verband houdend proces en van wijzigingen in de rekeningstatus, en wel via een geautomatiseerd mechanisme zoals beschreven in de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

Deel 2

Openen en bijwerken van rekeningen

Artikel 13

Opening van door de centrale administrateur beheerde rekeningen

1.   De centrale administrateur opent, binnen 20 werkdagen na de ontvangst van de in bijlage III vermelde informatie, alle ETS-beheerdersrekeningen in het EU-register, de PK-rekeningen van de EU, de EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's en de ESD-afschrijvingsrekening en een ESD-nalevingsrekening voor iedere lidstaat voor elk jaar van de nalevingsperiode.

2.   De overeenkomstig artikel 8, lid 1, aangewezen nationale administrateur fungeert als gemachtigde vertegenwoordiger van de ESD-nalevingsrekeningen, tenzij de betrokken lidstaat een andere persoon daarvoor benoemt.

3.   Elke lidstaat verstrekt de centrale administrateur de in tabel VIII-I van bijlage VIII vermelde informatie over elk van zijn gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde vertegenwoordigers van de ESD-nalevingsrekeningen.

Artikel 14

Opening van nationale administratieve platformrekeningen in het EU-register

1.   Met ingang van 1 januari 2014 kunnen nationale administrateurs aanvragen indienen voor het openen van een nationale administratieve platformrekening in het EU-register. Die aanvragen worden bij de centrale administrateur ingediend. De nationale administrateur verstrekt de door de centrale administrateur verlangde informatie. Deze informatie omvat ten minste de in bijlage III vermelde gegevens en bewijs dat het nationale administratieve platform ten minste even goed beveiligd is als het EU-register overeenkomstig deze verordening, gelet op de technische eisen en beveiligingseisen die zijn omschreven in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105.

2.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 opent de centrale administrateur een nationale administratieve platformrekening in het EU-register of stelt hij de nationale administrateur op de hoogte van de weigering om een rekening te openen wanneer het veiligheidsniveau van het nationale administratieve platform niet voldoet aan de eisen van lid 1.

3.   De overeenkomstig artikel 8, lid 1, aangewezen nationale administrateur fungeert als de gemachtigde vertegenwoordiger van de nationale administratieve platformrekening.

Artikel 15

Opening van rekeningen voor de levering van geveilde emissierechten in het EU-register

1.   Veilers, clearingsystemen of afwikkelingssystemen als omschreven in Verordening (EU) nr. 1031/2010, alsook krachtens artikel 26 of artikel 30 van die verordening ingestelde veilingsplatforms, kunnen bij een nationale administrateur een rekening aanvragen voor de levering van geveilde emissierechten in het EU-register. De persoon die de rekening aanvraagt, verstrekt de in bijlage IV vermelde gegevens.

2.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur de rekening voor de levering van geveilde emissierechten in het EU-register of stelt hij de persoon die de rekening aanvraagt, in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om de rekening te openen.

Artikel 16

Opening van exploitanttegoedrekeningen in het EU-register

1.   Binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van een broeikasgasemissievergunning verstrekt de betrokken bevoegde autoriteit of de exploitant de betrokken nationale administrateur de in bijlage VI omschreven gegevens en een verzoek tot opening van een exploitanttegoedrekening in het EU-register.

2.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur voor elke installatie een exploitanttegoedrekening in het EU-register of stelt hij de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om een rekening te openen.

Artikel 17

Opening van vliegtuigexploitanttegoedrekeningen in het EU-register

1.   Binnen 20 werkdagen na de goedkeuring van het monitoringplan van een vliegtuigexploitant verstrekt de bevoegde autoriteit of de vliegtuigexploitant de betrokken nationale administrateur de in bijlage VII omschreven gegevens en een verzoek tot opening van een vliegtuigexploitanttegoedrekening in het EU-register.

2.   Elke vliegtuigexploitant krijgt één vliegtuigexploitanttegoedrekening.

3.   Vliegtuigexploitanten met luchtvaartactiviteiten waarvan de totale jaarlijkse uitstoot minder dan 25 000 ton kooldioxide-equivalent per jaar bedraagt, of die gedurende drie opeenvolgende periodes van vier maanden minder dan 243 vluchten per periode uitvoeren, kunnen een natuurlijke persoon of een rechtspersoon machtigen tot de opening van een vliegtuigexploitanttegoedrekening en tot het namens hen inleveren van de emissierechten overeenkomstig artikel 12, lid 2 bis, van Richtlijn 2003/87/EG. De vliegtuigexploitant blijft daarbij verantwoordelijk voor de naleving. Wanneer een vliegtuigexploitant een natuurlijke persoon of rechtspersoon machtigt, moet de vliegtuigexploitant ervoor zorgen dat er geen belangenconflict bestaat tussen de gemachtigde persoon of entiteit en de bevoegde autoriteiten, nationale administrateurs, verificateurs of andere entiteiten die zijn onderworpen aan de bepalingen van Richtlijn 2003/87/EG en de besluiten ter uitvoering daarvan. In dit geval moet de gemachtigde natuurlijke persoon of rechtspersoon zorgen dat de overeenkomstig lid 1 vereiste informatie wordt overlegd.

4.   Binnen 40 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur voor elke vliegtuigexploitant een vliegtuigexploitanttegoedrekening in het EU-register of stelt hij de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om een rekening te openen.

5.   De status van een vliegtuigexploitanttegoedrekening wordt gewijzigd van "geblokkeerd" naar "open" na de invoering van de geverifieerde emissies overeenkomstig artikel 35, leden 1 tot en met 5, en voor zover het overeenkomstig artikel 37, lid 1, berekende nalevingsstatuscijfer groter is dan of gelijk is aan 0. De status van de rekening wordt ook gewijzigd naar "open" op een eerdere datum tussen de datum van opening van de rekening en de datum waarop geverifieerde emissies voor het eerst in het EU-register worden ingevoerd nadat de nationale administrateur van de rekeninghouder een verzoek heeft ontvangen om de rekening te activeren voor handelsdoeleinden, op voorwaarde dat dit verzoek in ieder geval vergezeld gaat van de vereiste elementen zoals bepaald in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105.

Artikel 18

Opening van persoonstegoed- en handelsrekeningen in het EU-register

1.   Om een persoonstegoedrekening of een handelsrekening in het EU-register te openen, moet de aspirant-rekeninghouder zulks bij de nationale administrateur aanvragen. De aspirant-rekeninghouder verstrekt de informatie die door de nationale administrateur wordt verlangd en die minstens de in bijlage IV voorgeschreven gegevens omvat.

2.   De lidstaat van de nationale administrateur kan als voorwaarde voor de opening van een persoonstegoedrekening of een handelsrekening stellen dat de aspirant-rekeninghouders permanent verblijven of inschreven staan in de lidstaat van de nationale administrateur die de rekening beheert.

3.   De lidstaat van de nationale administrateur kan als voorwaarde voor de opening van een persoonstegoedrekening of een handelsrekening stellen dat de aspirant-rekeninghouders voor btw-doeleinden ingeschreven staan in de lidstaat van de nationale administrateur van de rekening.

4.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur een persoonstegoedrekening of handelsrekening in het EU-register of stelt hij de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om een rekening te openen.

Artikel 19

Opening van nationale tegoedrekeningen in het EU-register

De bevoegde autoriteit van een lidstaat geeft de nationale administrateur de opdracht een nationale tegoedrekening in het EU-register te openen binnen 20 werkdagen na de ontvangst van de in bijlage III omschreven gegevens.

Artikel 20

Opening van externhandelsplatformrekeningen in het EU-register

1.   Externe handelsplatforms kunnen de opening van een externhandelsplatformrekening in het EU-register aanvragen. Deze aanvraag wordt ingediend bij de nationale administrateur. De persoon die de rekening aanvraagt, verstrekt de door de nationale administrateur verlangde informatie. Deze informatie omvat ten minste de in bijlage IV vermelde gegevens en bewijs dat het beveiligingsniveau van het externe handelsplatform minstens even hoog is als het door deze verordening voorgeschreven veiligheidsniveau van het EU-register en dat het over beveiliging beschikt die een niveau van bescherming biedt dat gelijkwaardig is aan de goedkeuring van een toegevoegde vertegenwoordiger van de rekening zoals vereist bij artikel 23, lid 3.

2.   De nationale administrateurs zorgen ervoor dat de externe handelsplatforms voldoen aan de technische eisen en beveiligingseisen die zijn omschreven in de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur een externhandelsplatformrekening in het EU-register of stelt hij de centrale administrateur of de persoon die de rekening aanvraagt, in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om een rekening te openen. De betrokken nationale administrateur stelt de Commissie onverwijld in kennis van de opening van dergelijke rekeningen.

4.   Overeenkomstig artikel 23, lid 3, hoeft het initiëren van een transactie niet door een toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger te worden goedgekeurd als de transactie wordt geïnitieerd door een extern handelsplatform.

Artikel 21

Opening van verificateursrekeningen in het EU-register

1.   Een aanvraag voor het openen van een verificateursrekening in het EU-register wordt ingediend bij de nationale administrateur. De persoon die de rekening aanvraagt, verstrekt de door de nationale administrateur verlangde informatie, met inbegrip van de in de bijlagen III en V omschreven gegevens.

2.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set gegevens overeenkomstig lid 1 en artikel 24 opent de nationale administrateur de verificateursrekening in het EU-register of stelt hij de aspirant-rekeninghouder in kennis van de weigering, overeenkomstig artikel 22, om de rekening te openen.

Artikel 22

Weigering om een rekening te openen

1.   De nationale administrateur gaat na of de gegevens en de documenten die met het oog op de opening van een rekening worden verstrekt, volledig, actueel, nauwkeurig en waarheidsgetrouw zijn.

2.   Een nationale administrateur kan weigeren een rekening te openen:

a)

als de verstrekte gegevens en documenten onvolledig, verouderd of anderszins onnauwkeurig of onjuist zijn;

b)

als tegen de aspirant-rekeninghouder of, als het om een rechtspersoon gaat, een van de directeuren van de aspirant-rekeninghouder, een onderzoek loopt of als de persoon in kwestie in de voorbije vijf jaar is veroordeeld wegens fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen;

c)

als de nationale administrateur goede redenen heeft om aan te nemen dat de rekeningen kunnen worden gebruikt voor fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten;

d)

om in de nationale wetgeving genoemde redenen.

3.   Als de nationale administrateur weigert een rekening te openen, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, tegen deze weigering bezwaar maken bij de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, die vervolgens, met inachtneming van de nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig, met deze verordening verenigbaar doel wordt nagestreefd en die evenredig zijn, hetzij de nationale administrateur opdracht geeft de rekening te openen, hetzij de weigering met een met redenen omkleed besluit bekrachtigt.

Artikel 23

Gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Voor elke rekening, met uitzondering van de verificateursrekening, zijn er minstens twee gemachtigde vertegenwoordigers. Voor een verificateursrekening is er minstens één gemachtigde vertegenwoordiger. De gemachtigde vertegenwoordigers initiëren transacties en andere processen namens de rekeninghouder.

2.   Naast de in lid 1 omschreven gemachtigde vertegenwoordigers kunnen er voor de rekeningen ook gemachtigde vertegenwoordigers zijn die over "view only"-toegang tot de rekening beschikken.

3.   De rekeningen kunnen één of meer toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers hebben. Om een transactie te initiëren is naast de goedkeuring van een gemachtigde vertegenwoordiger, ook de goedkeuring van een toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger nodig, behalve als het gaat om:

(a)

overdrachten naar een rekening die voorkomt op de lijst van betrouwbare rekeningen van de rekeninghouder in het EU-register;

(b)

transacties die worden geïnitieerd door externe handelsplatforms, waarvan de rekeningen krachtens artikel 20 zijn geopend; en

(c)

de uitwisseling van emissierechten overeenkomstig artikel 60, de inlevering van emissierechten overeenkomstig artikel 67, de afschrijving van emissierechten overeenkomstig artikel 68 en de annulering van Kyoto-eenheden overeenkomstig artikel 69, indien geen toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger is aangesteld. In zulke gevallen moet de initiëring van de transactie door een andere vertegenwoordiger worden bevestigd.

4.   Rekeninghouders mogen hun rekeningen toegankelijk maken via een extern handelsplatform. Die rekeninghouders dragen als gemachtigde vertegenwoordiger een persoon voor die reeds gemachtigde vertegenwoordiger van een externhandelsplatformrekening is.

5.   Als een gemachtigde vertegenwoordiger om technische of andere redenen geen toegang tot het EU-register heeft, kan de nationale administrateur desgevraagd namens de gemachtigde vertegenwoordiger transacties initiëren, mits de nationale administrateur zulke verzoeken toestaat en de toegang niet is geschorst overeenkomstig deze verordening.

6.   In de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties kan voor elk type rekening een maximum aantal gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers worden aangegeven.

7.   Gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers moeten natuurlijke personen van boven de 18 jaar zijn. Alle gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers van één rekening moeten verschillende personen zijn, maar dezelfde persoon kan wel gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger voor meer dan één rekening zijn. De lidstaat van de nationale administrateur kan, behalve als het om verificateursrekeningen gaat, eisen dat ten minste één van de gemachtigde vertegenwoordigers van een rekening een permanente ingezetene in die lidstaat is.

Artikel 24

Voordracht en goedkeuring van gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Als een aspirant-rekeninghouder de opening van een rekening aanvraagt, draagt hij overeenkomstig artikel 23 een aantal gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers voor.

2.   Als de rekeninghouder een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger voordraagt, verstrekt hij de door de administrateur verlangde informatie. Die informatie omvat minstens de in bijlage VIII voorgeschreven gegevens.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set informatie overeenkomstig lid 2 keurt de nationale administrateur een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger goed of stelt hij de rekeninghouder in kennis van zijn weigering. Als de beoordeling van de informatie over de voorgedragen persoon meer tijd vergt, kan de administrateur het beoordelingsproces met ten hoogste 20 extra werkdagen verlengen en de rekeninghouder van deze verlenging in kennis stellen.

4.   De nationale administrateur gaat na of de gegevens en de documenten die met het oog op de voordracht van een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger worden verstrekt, volledig, actueel, nauwkeurig en waarheidsgetrouw zijn.

5.   Een nationale administrateur kan weigeren een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger goed te keuren:

a)

als de verstrekte gegevens en documenten onvolledig, verouderd of anderszins onnauwkeurig of onjuist zijn;

b)

als tegen de aspirant-vertegenwoordiger een onderzoek loopt of als de aspirant-vertegenwoordiger in de voorbije vijf jaar is veroordeeld wegens fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen;

c)

om in de nationale wetgeving genoemde redenen.

6.   Als de nationale administrateur weigert een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger goed te keuren, kan de rekeninghouder tegen deze weigering bezwaar maken bij de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, die vervolgens, met inachtneming van de nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig, met deze verordening verenigbaar doel wordt nagestreefd en die evenredig zijn, hetzij de nationale administrateur opdracht geeft de vertegenwoordiger goed te keuren, hetzij de weigering met een met redenen omkleed besluit bekrachtigt.

Artikel 25

Bijwerking van rekeninggegevens en van de informatie over gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Alle rekeninghouders stellen de nationale administrateur binnen 10 werkdagen in kennis van wijzigingen in de gegevens die met het oog op de opening van een rekening zijn verstrekt. Voorts bevestigen de rekeninghouders uiterlijk op 31 december van elk jaar bij de nationale administrateur dat de gegevens betreffende hun rekening volledig, actueel, nauwkeurig en waarheidsgetrouw zijn.

2.   Vliegtuigexploitanten die met een of meer vliegtuigexploitanten zijn gefuseerd of in twee of meer vliegtuigexploitanten zijn gesplitst, stellen de administrateur van hun rekening daarvan binnen 10 werkdagen in kennis.

3.   De kennisgeving van de wijziging wordt gestaafd met de informatie die de nationale administrateur overeenkomstig dit deel van de verordening verlangt. Binnen 15 werkdagen na de ontvangst van deze kennisgeving en de ter staving verstrekte gegevens keurt de betrokken nationale administrateur de bijwerking van de informatie goed. De administrateur kan overeenkomstig artikel 24, leden 4 en 5, weigeren de informatie bij te werken. De rekeninghouder wordt van die weigering in kennis gesteld. Overeenkomstig artikel 22 kan bezwaar tegen zulke weigeringen worden aangetekend bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht.

4.   Minstens eenmaal om de drie jaar gaat de nationale administrateur na of de informatie die met het oog op het openen van een rekening is verstrekt, nog steeds volledig, actueel, nauwkeurig en waarheidsgetrouw is; zo nodig verzoekt hij de rekeninghouder hem van wijzigingen in kennis te stellen.

5.   De houder van een exploitanttegoedrekening mag zijn exploitanttegoedrekening uitsluitend verkopen of afstaan samen met de installatie die met de exploitanttegoedrekening is verbonden.

6.   Behoudens lid 5 mag geen enkele rekeninghouder zijn rekening aan een andere persoon verkopen of afstaan.

7.   Een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger mag deze hoedanigheid niet aan een andere persoon overdragen.

8.   Een rekeninghouder kan verzoeken om een gemachtigde vertegenwoordiger van een rekening te verwijderen. Na ontvangst van het verzoek schorst de nationale administrateur de toegang van de gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger. Binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek verwijdert de betrokken administrateur de gemachtigde vertegenwoordiger.

9.   Elke rekeninghouder kan overeenkomstig artikel 24 nieuwe gemachtigde vertegenwoordigers of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers voordragen.

10.   Als een vliegtuigexploitant volgens de in artikel 18 bis van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde procedure of in verband met de uitbreiding van de Europese Unie onder een andere administrerende lidstaat komt te vallen, past de centrale administrateur de informatie betreffende de nationale administrateur van de betrokken vliegtuigexploitanttegoedrekening aan. Als een vliegtuigexploitanttegoedrekening een andere administrateur krijgt, kan de nieuwe administrateur van de vliegtuigexploitant verlangen dat hij de informatie betreffende de opening van de rekening overlegt die de nieuwe administrateur overeenkomstig artikel 17 verlangt, alsook de informatie over gemachtigde vertegenwoordigers die de nieuwe administrateur overeenkomstig artikel 24 verlangt.

11.   Behoudens lid 10 vinden er geen wijzigingen plaats wat betreft de lidstaat die voor het beheer van een rekening verantwoordelijk is.

Artikel 26

Lijst van betrouwbare rekeningen

1.   Voor rekeningen voor de levering van geveilde emissierechten, tegoedrekeningen en handelsrekeningen kan in het EU-register een lijst van betrouwbare rekeningen worden opgenomen.

2.   Rekeningen van eenzelfde rekeninghouder worden automatisch in de lijst van betrouwbare rekeningen opgenomen.

3.   Wijzigingen in de lijst van betrouwbare rekeningen worden geïnitieerd en afgewikkeld volgens de procedure die in artikel 39 is vastgesteld voor de in deel 6 van hoofdstuk 2 van titel II omschreven overdrachten. De wijziging wordt bekrachtigd door een toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger of, als geen toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger is aangesteld, door een andere gemachtigde vertegenwoordiger. De in artikel 39, lid 3, vastgestelde termijn geldt niet voor het schrappen van rekeningen van de lijst van betrouwbare rekeningen; voor alle andere wijzigingen in de lijst van betrouwbare rekeningen geldt een termijn van zeven dagen.

Deel 3

Afsluiten van rekeningen

Artikel 27

Afsluiten van rekeningen

Onverminderd artikel 32, lid 1, sluit de administrateur binnen 10 werkdagen na de ontvangst van een aanvraag van de houder van een rekening anders dan die welke in de artikelen 28, 29, 30 en 31 zijn gespecificeerd, de rekening af.

Artikel 28

Afsluiting van exploitanttegoedrekeningen

1.   De bevoegde autoriteit stelt de nationale administrateur binnen 10 werkdagen in kennis van de herroeping of schorsing van een broeikasgasemissievergunning of van het feit dat zij heeft vernomen dat een installatie gesloten is. Binnen tien werkdagen na die kennisgeving registreert de nationale administrateur de betrokken datum in het EU-register.

2.   De nationale administrateur kan uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op de sluiting van de installatie of de herroeping of schorsing van de broeikasgasemissievergunning, een exploitanttegoedrekening afsluiten als de betrokken installatie een aantal emissierechten heeft ingeleverd dat minstens even groot is als de geverifieerde emissies ervan, en niet krachtens artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EC is uitgesloten.

Artikel 29

Afsluiting van vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

Vliegtuigexploitanttegoedrekeningen worden uitsluitend door de nationale administrateur afgesloten indien de bevoegde autoriteit hem daartoe opdracht heeft gegeven omdat zij heeft ontdekt, via kennisgeving door de rekeninghouder of ander bewijs, dat de vliegtuigexploitant met een andere vliegtuigexploitant is gefuseerd of al zijn onder bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG vallende activiteiten heeft stopgezet.

Artikel 30

Afsluiting van verificateursrekeningen

1.   Binnen tien werkdagen na ontvangst van een aanvraag van een verificateur om zijn rekening af te sluiten, sluit de nationale administrateur de verificateursrekening af.

2.   De bevoegde autoriteit kan de nationale administrateur ook opdracht geven een verificateursrekening af te sluiten wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de accreditatie van de verificateur is verstreken of ingetrokken,

b)

de verificateur heeft zijn werkzaamheden stopgezet.

Artikel 31

Sluiting van de ESD-nalevingsrekening

1.   De centrale administrateur sluit een ESD-nalevingsrekening niet eerder af dan één maand na het vaststellen van het nalevingsstatuscijfer voor die rekening overeenkomstig artikel 79, en dit uiterlijk op 21 december en na voorafgaande kennisgeving aan de rekeninghouder.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register alle overeenkomstig artikel 81 gebruikte internationale kredieten, tCER's en lCER's overdraagt op de relevante PK-afboekingsrekening.

3.   Indien directe overschrijving naar de relevante PK-afboekingsrekening door de bij het Protocol van Kyoto uitgewerkte regels inzake transacties van toepassing op het ITL wordt verboden, worden de internationale kredieten, de tCER’s en de lCER’s die voor naleving zijn gebruikt, eerst naar een speciaal voor dit doel door de nationale administrateur gecreëerde tegoedrekening overgedragen.

4.   Bij het afsluiten van de ESD-nalevingsrekening ziet de centrale administrateur erop toe dat het EU-register de in de ESD-nalevingsrekening resterende AEA's overdraagt naar de ESD-afschrijvingsrekening.

Artikel 32

Positief saldo op af te sluiten rekeningen

1.   Als een rekening die door een administrateur overeenkomstig de artikelen 28, 29 of 27 moet worden afgesloten, een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, verzoekt de administrateur de rekeninghouder een andere rekening aan te geven waarop de betrokken emissierechten of Kyoto-eenheden moeten worden overgedragen. Als de rekeninghouder niet binnen 40 werkdagen op het verzoek van de administrateur heeft gereageerd, draagt de administrateur de emissierechten of Kyoto-eenheden over naar zijn nationale tegoedrekening.

2.   Als een rekening waartoe de toegang overeenkomstig artikel 34 is geschorst, een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, kan de bevoegde autoriteit eisen dat de emissierechten en de Kyoto-eenheden onmiddellijk naar de nationale rekening worden overgedragen.

Artikel 33

Afsluiting van rekeningen en verwijdering van gemachtigde vertegenwoordigers op initiatief van de administrateur

1.   Als er ondanks herhaalde kennisgevingen niet binnen een redelijke termijn een oplossing wordt gevonden voor de situatie die aanleiding geeft tot de schorsing krachtens artikel 34 van de toegang tot de rekeningen kan de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht geven die rekeningen waarvoor de toegang is geschorst, af te sluiten of, als het om exploitanttegoedrekeningen of vliegtuigexploitanttegoedrekeningen gaat, ze te blokkeren totdat de bevoegde autoriteit bepaalt dat de situatie die tot de schorsing aanleiding heeft gegeven, niet langer bestaat.

2.   Als het saldo op een persoonstegoedrekening of een handelsrekening nul bedraagt en er gedurende een jaar geen transacties zijn geregistreerd, kan de nationale administrateur de rekeninghouder ervan in kennis stellen dat de persoonstegoedrekening of handelsrekening binnen 40 werkdagen wordt afgesloten tenzij hij een verzoek ontvangt om de rekening te handhaven. Als de nationale administrateur een dergelijk verzoek niet van de rekeninghouder ontvangt, kan hij de rekening afsluiten.

3.   De nationale administrateur sluit een exploitanttegoedrekening af wanneer de bevoegde autoriteit hem daartoe opdracht heeft gegeven omdat redelijkerwijs geen verdere inlevering van emissierechten te verwachten is.

4.   De nationale administrateur kan een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger verwijderen als hij van mening is dat de goedkeuring van de gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 24, lid 3, had moeten worden geweigerd en met name als hij erachter komt dat de bij de voordracht overgelegde documenten en identificatiegegevens onvolledig, verouderd of anderszins onnauwkeurig of onjuist waren.

5.   De rekeninghouder kan binnen 30 kalenderdagen bij de krachtens het nationale recht bevoegde autoriteit bezwaar maken tegen de wijziging van een rekeningstatus overeenkomstig lid 1 of tegen de verwijdering van een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger overeenkomstig lid 4, waarna die bevoegde autoriteit, met inachtneming van de nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig, met deze verordening verenigbaar doel wordt nagestreefd en die evenredig zijn, hetzij de nationale administrateur opdracht geeft de rekening te heropenen of de gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger weer aan te stellen, hetzij de wijziging van de rekeningstatus of de verwijdering met een met redenen omkleed besluit bekrachtigt.

Deel 4

Schorsing van de toegang tot rekeningen

Artikel 34

Schorsing van de toegang tot rekeningen

1.   Een administrateur kan de toegang van een gemachtigde vertegenwoordiger of een toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger tot een rekening in het register of tot processen waartoe die gemachtigde vertegenwoordiger normaal toegang heeft, schorsen als de administrateur goede redenen heeft om aan te nemen dat de gemachtigde vertegenwoordiger:

a)

heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot rekeningen of processen waarvoor hij geen machtiging bezit;

b)

herhaaldelijk heeft gepoogd toegang tot een rekening of proces te verkrijgen via een niet-correcte gebruikersnaam of een niet-correct wachtwoord; of

c)

heeft gepoogd de veiligheid, beschikbaarheid, integriteit of vertrouwelijkheid van het EU-register of het EUTL, of van de daarin verwerkte of opgeslagen gegevens, te ondermijnen.

2.   Een administrateur kan de toegang van alle gemachtigde vertegenwoordigers of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers tot een specifieke rekening schorsen wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de rekeninghouder is overleden zonder dat er een wettelijke opvolger is, of bestaat niet meer als rechtspersoon;

b)

de rekeninghouder heeft de vergoedingen niet betaald;

c)

de rekeninghouder heeft de op de rekening toepasselijke voorwaarden geschonden;

d)

de rekeninghouder heeft niet ingestemd met de wijzigingen in de voorwaarden die door de nationale administrateur of de centrale administrateur zijn vastgesteld;

e)

de rekeninghouder heeft nagelaten wijzigingen in de rekeninggegevens te melden of heeft geen bewijzen verstrekt met betrekking tot wijzigingen in de rekeninggegevens of tot de voor nieuwe rekeningen vereiste gegevens;

f)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan het vereiste minimumaantal gemachtigde vertegenwoordigers voor de rekening;

g)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat een gemachtigde vertegenwoordiger een permanente verblijfplaats heeft in de lidstaat van de nationale administrateur;

h)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat de rekeninghouder een permanente verblijfplaats of registratie heeft in de lidstaat van de administrateur van de rekening.

3.   Een administrateur kan van alle gemachtigde vertegenwoordigers of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers de toegang tot een specifieke rekening en het vermogen om processen vanaf die rekening te initiëren, schorsen:

a)

voor ten hoogste vier weken als de administrateur goede redenen heeft om aan te nemen dat de rekening werd of zal worden gebruikt voor fraude, witwassen van geld, financiering van terrorisme, corruptie of andere ernstige strafbare feiten, of

b)

op grond van en overeenkomstig nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig doel wordt nagestreefd.

4.   De nationale administrateur kan de toegang tot een rekening schorsen als hij van mening is dat de opening van die rekening overeenkomstig artikel 22 had moeten worden geweigerd of dat de rekeninghouder niet langer aan de voorwaarden voor de opening van de rekening voldoet.

5.   De administrateur van de rekening maakt de schorsing onmiddellijk ongedaan wanneer een oplossing is gevonden voor de situatie die aanleiding gaf tot de schorsing.

6.   De rekeninghouder kan tegen de schorsing van zijn toegang overeenkomstig de leden 1 en 3 binnen 30 kalenderdagen bezwaar maken bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, die vervolgens, met inachtneming van de nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig, met deze verordening verenigbaar doel wordt nagestreefd en die evenredig zijn, hetzij de nationale administrateur opdracht geeft de toegang te herstellen, hetzij de schorsing met een met redenen omkleed besluit bekrachtigt.

7.   De bevoegde autoriteit of de Commissie kan de nationale administrateur of de centrale administrateur ook opdragen tot schorsing over te gaan op grond van een van de in leden 1, 2, 3 en 4 genoemde redenen.

8.   Een nationale rechtshandhavingsautoriteit van de lidstaat van de administrateur kan de administrateur ook verzoeken tot schorsing over te gaan op grond van en overeenkomstig de nationale wetgeving.

9.   Wanneer de toegang tot een externhandelsplatformrekening wordt geschorst, schorst de administrateur ook de toegang tot gebruikersrekeningen die overeenkomstig artikel 23, lid 4, aan het externe handelsplatform was verleend. Wanneer de toegang wordt geschorst voor gemachtigde vertegenwoordigers of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers van een externhandelsplatformrekening, schorst de administrateur ook de toegang van die vertegenwoordigers die door een rekeninghouder overeenkomstig artikel 23, lid 4, aan het externe handelsplatform was verleend.

10.   Wanneer de houder van een exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening wegens een schorsing overeenkomstig dit artikel in de 10 werkdagen vóór de in artikel 12, lid 2 bis en lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde uiterste datum voor inlevering nog niet aan zijn inleveringsverplichtingen heeft kunnen voldoen, levert de nationale administrateur, als de rekeninghouder daarom verzoekt, het door de rekeninghouder opgegeven aantal emissierechten in.

TITEL II

SPECIFIEKE BEPALINGEN INZAKE HET EU-REGISTER MET BETREKKING TOT DE EU-REGELING VOOR DE HANDEL IN EMISSIERECHTEN

HOOFDSTUK 1

Geverifieerde emissies en naleving

Artikel 35

Geverifieerde emissiegegevens voor een installatie of vliegtuigexploitant

1.   Elke exploitant of vliegtuigexploitant selecteert, voor zover door nationale wetgeving vereist, een verificateur van de lijst van verificateurs die geregistreerd zijn bij de nationale administrateur die zijn rekening beheert. Als een exploitant of vliegtuigexploitant ook verificateur is, mag hij zichzelf niet als verificateur selecteren.

2.   De nationale administrateur, de bevoegde autoriteit of, na besluit van de bevoegde autoriteit, de rekeninghouder of de verificateur voert uiterlijk op 31 maart de emissiegegevens over het voorafgaande jaar in.

3.   De jaarlijkse emissiegegevens worden verstrekt in het in bijlage IX omschreven formaat.

4.   Na succesvolle verificatie, overeenkomstig artikel 15, eerste alinea, van Richtlijn 2003/87/EG, van het verslag van een exploitant over de emissies van een installatie in een eerder jaar of van het verslag van een vliegtuigexploitant over de emissies van alle luchtvaartactiviteiten die hij in een eerder jaar heeft verricht, keurt de verificateur of de bevoegde autoriteit de jaarlijkse geverifieerde emissies goed.

5.   De overeenkomstig lid 4 goedgekeurde emissies worden door de nationale administrateur of de bevoegde autoriteit in het EU-register als geverifieerd aangemerkt. De bevoegde autoriteit kan besluiten dat niet de nationale administrateur, maar de verificateur tot taak heeft emissies in het EU-register als geverifieerd aan te merken.

6.   De bevoegde autoriteit kan de nationale administrateur opdracht geven de jaarlijkse geverifieerde emissies voor een installatie of een vliegtuigexploitant met het oog op de naleving van de artikelen 14 en 15 van Richtlijn 2003/87/EG te corrigeren door de gecorrigeerde geverifieerde of geraamde emissies voor die installatie of vliegtuigexploitant voor dat jaar in te voeren in het EU-register.

7.   Als op 1 mei van elk jaar voor een installatie of vliegtuigexploitant geen geverifieerd emissiecijfer voor het voorgaande jaar in het EU-register is opgetekend of als het geverifieerde emissiecijfer aantoonbaar onjuist is, wordt in plaats daarvan een zo nauwkeurig mogelijk overeenkomstig de artikelen 14 en 15 van Richtlijn 2003/87/EG berekend, geraamd emissiecijfer in het EU-register ingevoerd.

Artikel 36

Blokkering van rekeningen omdat geen geverifieerde emissies zijn ingediend

1.   Als de jaarlijkse geverifieerde emissies van een installatie of vliegtuigexploitant voor het voorgaande jaar niet op 1 april in het EU-register zijn opgetekend, zorgt de centrale administrateur ervoor dat de overeenkomstige exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening in het EU-register de status "geblokkeerd" krijgt.

2.   Wanneer alle ontbrekende geverifieerde emissies van de installatie of vliegtuigexploitant voor dat jaar in het EU-register zijn opgetekend, zorgt de centrale administrateur ervoor dat de rekening in het EU-register de status "open" krijgt.

Artikel 37

Berekening van nalevingsstatuscijfers

1.   De centrale administrateur ziet erop toe dat op 1 mei van elk jaar het EU-register het nalevingsstatuscijfer aangeeft voor het voorgaande jaar voor elke installatie en vliegtuigexploitant met een open of geblokkeerde exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening door de som van alle emissierechten die voor de lopende periode zijn ingeleverd te verminderen met de som van alle geverifieerde emissies in de lopende periode tot en met het lopende jaar, en daarop een correctiefactor toe te passen.

2.   De in lid 1 bedoelde correctiefactor bedraagt nul als het nalevingsstatuscijfer van het laatste jaar van de voorgaande periode groter was dan nul, maar wordt gehandhaafd op het niveau van het nalevingsstatuscijfer van het laatste jaar van de voorgaande periode als dit cijfer kleiner was dan of gelijk was aan nul.

3.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het nalevingsstatuscijfer voor elke installatie en vliegtuigexploitant voor elk jaar in het EU-register wordt opgetekend.

HOOFDSTUK 2

Transacties

Deel 1

Algemeen

Artikel 38

Door elk type rekening kunnen alleen transacties worden geïnitieerd die bij deze verordening voor dat type rekening uitdrukkelijk zijn toegestaan.

Artikel 39

Verrichting van overdrachten

1.   Voor alle in deze hoofdstuk omschreven transacties die niet door een extern handelsplatform worden geïnitieerd, vereist het EU-register een bevestiging buiten de band voordat de transactie kan worden geïnitieerd. Een transactie wordt slechts geïnitieerd als een toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger of in voorkomend geval een andere gemachtigde rekeningvertegenwoordiger van wie de goedkeuring is vereist op grond van artikel 23, lid 3, de transactie buiten de band heeft bevestigd.

2.   Voor alle in artikel 64 en deel 8 van dit hoofdstuk omschreven overdrachten geldt dat de overdracht onmiddellijk wordt geïnitieerd als zij van maandag tot en met vrijdag tussen 10:00 en 16:00 uur Midden-Europese tijd wordt bevestigd, behalve op officiële feestdagen in de lidstaten die besluiten overeenkomstig lid 3 het verloop van de termijn op die dagen te schorsen.

Een overdracht op enig andere tijd moet op dezelfde dag worden geïnitieerd, maandag tot vrijdag, met uitzondering van de feestdagen als bedoeld in de eerste alinea, om 10:00 uur Midden-Europese tijd, als deze voor 10:00 uur Midden-Europese tijd wordt bevestigd, of op de volgende dag, maandag tot vrijdag, met uitzondering van de feestdagen als bedoeld in de eerste alinea, om 10:00 uur Midden-Europese tijd, als deze na 16:00 uur Midden-Europese tijd wordt bevestigd,

3.   Voor alle overdrachten van emissierechten en Kyoto-eenheden als omschreven in de artikelen 64 en 65 en voor alle overdrachten als omschreven in artikel 66 naar rekeningen die niet voorkomen op de lijst van betrouwbare rekeningen van de houder van een handelsrekening, geldt een termijn van 26 uur tussen de initiatie en het tijdstip waarop de overdracht wordt meegedeeld met het oog op definitieve afronding overeenkomstig artikel 104. Het verloop van de termijn wordt op zaterdag en zondag geschorst tussen 00:00 en 24:00 uur Midden-Europese tijd. De lidstaten kunnen besluiten het verloop van deze termijn ook te schorsen tussen 00:00 en 24:00 uur Midden-Europese tijd op de nationale officiële feestdagen van een bepaald jaar, mits dat besluit uiterlijk op 1 december van het voorgaande jaar wordt bekendgemaakt.

4.   Als een vertegenwoordiger van een rekening vermoedt dat een overdracht op frauduleuze wijze is geïnitieerd, kan hij, uiterlijk twee uur voordat de in lid 3 vastgestelde termijn afloopt, de nationale administrateur of indien van toepassing de centrale administrateur verzoeken de overdracht namens de vertegenwoordiger van een rekening te annuleren voordat zij met het oog op definitieve afronding wordt meegedeeld. De rekeninghouder rapporteert de vermoedelijke fraude onmiddellijk na dit verzoek aan de bevoegde nationale rechtshandhavingsautoriteit. Dit rapport wordt binnen 7 dagen naar de nationale administrateur of indien van toepassing de centrale administrateur doorgestuurd.

5.   Na initiatie overeenkomstig de leden 1 en 2 wordt aan alle rekeningvertegenwoordigers een kennisgeving gestuurd met vermelding van de voorgenomen initiatie van de overdracht.

Artikel 40

Aard van de emissierechten en definitief karakter van transacties

1.   Een emissierecht of Kyoto-eenheid is een fungibel, gedematerialiseerd instrument dat op de markt kan worden verhandeld.

2.   Wegens de gedematerialiseerde aard van de emissierechten en de Kyoto-eenheden zijn de in het EU-register opgeslagen gegevens een afdoend "prima facie"-bewijs voor het eigendomsrecht op een emissierecht of Kyoto-eenheid en voor alle andere zaken die op grond van deze verordening in het EU-register moeten of mogen worden opgenomen.

3.   De fungibiliteit van de emissierechten en Kyoto-eenheden impliceert dat terugvorderings- of restitutieverplichtingen die met betrekking tot een emissierecht of een Kyoto-eenheid uit de nationale wetgeving kunnen voortvloeien, slechts voor emissierechten of Kyoto-eenheden als soort gelden.

Transacties worden, onverminderd artikel 70 en het afstemmingsproces van artikel 103, definitief en onherroepelijk na definitieve afronding overeenkomstig artikel 104. Onverminderd de bepalingen of rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving voorziet en die kunnen leiden tot de eis of de opdracht om een nieuwe transactie in het EU-register uit te voeren, mogen wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, regels of praktijken betreffende de nietigheid van overeenkomsten en transacties niet leiden tot het ongedaan maken van een transactie die op grond van deze verordening definitief en onherroepelijk is geworden.

Een rekeninghouder of een derde mag niet worden belet de uit de onderliggende transactie voortvloeiende rechten of aanspraken uit te oefenen die zij in rechte kunnen aanvoeren, onder meer ter terugvordering, restitutie of schadeloosstelling met betrekking tot een transactie die in het EU-register definitief is geworden, bijvoorbeeld in geval van fraude of een technische fout, voor zover dit niet leidt tot terugdraaiing, herroeping of ongedaanmaking van de transactie in het EU-register.

4.   Een koper of houder van een emissierecht of Kyoto-eenheid die te goeder trouw handelt, verwerft het eigendomsrecht op een emissierecht of Kyoto-eenheid vrij van de gebreken van het eigendomsrecht van de cedent.

Deel 2

Creatie van emissierechten

Artikel 41

Creatie van emissierechten

1.   De centrale administrateur kan naargelang van het geval een EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten, een EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten, een EU-veilingrekening, een EU-luchtvaartveilingrekening, een EU-kredietuitwisselingsrekening en/of een EU-internationaalkredietrekening creëren en hij creëert of annuleert rekeningen en emissierechten naargelang dit op grond van besluiten van de Unie nodig is, met inbegrip van die welke vereist kunnen zijn krachtens artikel 3 sexies, lid 3, artikel 9, artikel 9 bis, artikel 10 bis, lid 8, en artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG, artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 en artikel 41, lid 1, van Verordening (EU) nr. 920/2010.

2.   Op een passend tijdstip of op passende tijdstippen geeft de Commissie de centrale administrateur de opdracht om op een rekening die is aangemaakt met het oog op de toepassing van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG, of voor overdracht naar die rekening, een aantal algemene emissierechten te creëren voor in totaal het equivalent van het overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Besluit 2010/670/EU van de Commissie (17) vastgestelde aantal.

3.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toekent zodra het emissierecht is gecreëerd.

Deel 3

Overdrachten tussen rekeningen vóór het veilen of toewijzen

Artikel 42

Overdracht van algemene emissierechten die moeten worden geveild

1.   De centrale administrateur draagt namens de betrokken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010 aangestelde veiler tijdig algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-veilingrekening, zulks ten belope van een hoeveelheid die overeenstemt met de jaarlijkse hoeveelheden die op grond van artikel 10 van die verordening worden vastgesteld.

2.   Als overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aanpassingen worden aangebracht in de jaarlijkse hoeveelheden, draagt de centrale administrateur een overeenkomstige hoeveelheid algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-veilingrekening of van de EU-veilingrekening naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten, naargelang van het geval.

Artikel 43

Overdracht van algemene emissierechten die kosteloos moeten worden toegewezen

De centrale administrateur draagt tijdig algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-toewijzingsrekening, zulks ten belope van een hoeveelheid die overeenstemt met de som van de emissierechten die volgens de nationale toewijzingstabel van elke lidstaat kosteloos worden toegewezen.

Artikel 44

Overdracht van algemene emissierechten voor de nieuwkomersreserve

1.   De centrale administrateur draagt tijdig algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve, zulks ten belope van een hoeveelheid die overeenstemt met vijf procent van de hoeveelheid emissierechten voor de hele EU die wordt vastgesteld bij op grond van de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluiten, verminderd met het aantal dat moet worden gecreëerd op grond van artikel 41, lid 2, van deze verordening.

2.   Als de hoeveelheid emissierechten voor de hele EU wordt verhoogd bij een op grond van de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, draagt de centrale administrateur opnieuw algemene emissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten naar de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met vijf procent van de toename van de hoeveelheid emissierechten voor de hele EU.

3.   Als de hoeveelheid emissierechten voor de hele EU wordt verlaagd bij een op grond van de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, schrapt de centrale administrateur algemene emissierechten op de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met vijf procent van de afname van de hoeveelheid emissierechten voor de hele EU.

4.   Bij toewijzing aan nieuwkomers of toewijzing aan nieuwkomers na een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding op grond van de artikelen 19 en 20 van Besluit 2011/278/EU wordt het daaruit voortvloeiende definitieve aantal emissierechten dat voor de hele handelsperiode kosteloos aan de exploitant wordt toegewezen en overeenkomstig artikel 51, lid 2, van deze verordening in het EUTL wordt ingevoerd, door de centrale administrateur overgedragen van de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve naar de EU-toewijzingsrekening.

Artikel 45

Overdracht van luchtvaartemissierechten die moeten worden geveild

1.   De centrale administrateur draagt namens de betrokken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010 aangestelde veiler tijdig luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaartveilingrekening, zulks ten belope van een hoeveelheid die overeenstemt met de jaarlijkse hoeveelheden die op grond van artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 worden vastgesteld.

2.   Als overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aanpassingen worden aangebracht in de jaarlijkse hoeveelheden, draagt de centrale administrateur een overeenkomstige hoeveelheid luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaartveilingrekening of van de EU-luchtvaartveilingrekening naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten, naargelang van het geval.

Artikel 46

Overdracht van luchtvaartemissierechten die kosteloos moeten worden toegewezen

1.   De centrale administrateur draagt tijdig luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening, zulks ten belope van een hoeveelheid die overeenstemt met het kosteloos toe te wijzen aantal luchtvaartemissierechten dat bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit van de Commissie wordt vastgesteld.

2.   Als het aantal kosteloos toe te wijzen luchtvaartemissierechten wordt verhoogd bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, draagt de centrale administrateur opnieuw luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met de toename van het aantal luchtvaartemissierechten dat kosteloos moet worden toegewezen.

3.   Als het aantal kosteloos toe te wijzen luchtvaartemissierechten wordt verlaagd bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, schrapt de centrale administrateur luchtvaartemissierechten op de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met de afname van het aantal luchtvaartemissierechten dat kosteloos moet worden toegewezen.

Artikel 47

Overdracht van luchtvaartemissierechten naar de bijzondere reserve

1.   De centrale administrateur draagt tijdig luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-rekening voor de bijzondere reserve, zulks ten belope van het aantal luchtvaartemissierechten in de bijzondere reserve dat bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit wordt vastgesteld.

2.   Als het aantal luchtvaartemissierechten in de bijzondere reserve wordt verhoogd bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, draagt de centrale administrateur opnieuw luchtvaartemissierechten over van de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten naar de EU-rekening voor de bijzondere reserve, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met de toename van het aantal luchtvaartemissierechten in de bijzondere reserve.

3.   Als het aantal luchtvaartemissierechten in de bijzondere reserve wordt verlaagd bij een op grond van artikel 3 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG aangenomen besluit, schrapt de centrale administrateur luchtvaartemissierechten op de EU-rekening voor de bijzondere reserve, zulks ten belope van de hoeveelheid die overeenstemt met de afname van het aantal luchtvaartemissierechten in de bijzondere reserve.

4.   Bij toewijzing uit de bijzondere reserve op grond van artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG wordt het daaruit voortvloeiende definitieve aantal luchtvaartemissierechten dat voor de hele handelsperiode kosteloos aan de vliegtuigexploitant wordt toegewezen en overeenkomstig artikel 54, lid 2, van deze verordening in het EUTL wordt ingevoerd, automatisch van de EU-rekening voor de bijzondere reserve naar de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening overgedragen.

Artikel 48

Overdracht van algemene emissierechten naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten

Aan het einde van elke handelsperiode draagt de centrale administrateur alle emissierechten die nog op de EU-toewijzingsrekening en de EU-rekening voor de nieuwkomersreserve staan, over naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten.

Artikel 49

Overdracht van luchtvaartemissierechten naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten

Aan het einde van elke handelsperiode draagt de centrale admnistrateur alle nog op de EU-rekening voor de bijzondere reserve staande emissierechten over naar de EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten.

Artikel 50

Afschrijving van luchtvaartemissierechten

De centrale administrateur ziet erop toe dat alle emissierechten die aan het einde van een handelsperiode nog op de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening staan, naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten worden overgedragen.

Deel 4

Toewijzing aan vaste installaties

Artikel 51

Invoer van de nationale toewijzingstabellen in het EUTL

1.   Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk op 31 december 2012 in kennis van zijn nationale toewijzingstabel voor de periode 2013-2020. De lidstaten zien erop toe dat de nationale toewijzingstabellen de in bijlage X omschreven informatie bevatten.

2.   De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de nationale toewijzingstabel in het EUTL in te voeren als zij van mening is dat die tabel in overeenstemming is met Richtlijn 2003/87/EG, Besluit 2011/278/EU en de besluiten van de Commissie krachtens artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG. Zo niet wijst zij de nationale toewijzingstabel binnen een redelijke termijn af en stelt zij de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard. Die lidstaat dient binnen drie maanden een herziene nationale toewijzingstabel bij de Commissie in.

Artikel 52

Wijzigingen in de nationale toewijzingstabellen

1.   De nationale administrateur brengt wijzigingen in de nationale toewijzingstabel in het EUTL aan als:

a)

de vergunning van een installatie is ingetrokken of op andere wijze is vervallen;

b)

een installatie niet meer operationeel is;

c)

een installatie in twee of meer installaties is gesplitst;

d)

twee of meer installaties tot één installatie zijn gefuseerd.

2.   Lidstaten stellen de Commissie in kennis van wijzigingen in hun nationale toewijzingstabel, met betrekking tot:

a)

toewijzingen aan nieuwkomers of toewijzingen aan nieuwkomers na een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding;

b)

gedeeltelijke beëindiging van activiteiten en aanzienlijke capaciteitsverminderingen;

c)

kosteloze toewijzing krachtens artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG die gerechtvaardigd is in het licht van de voortgang van de investeringen die zijn gedaan en waarvan aan de Commissie overeenkomstig artikel 10 quater, lid 1, van die richtlijn verslag is gedaan;

d)

alle niet in lid 1 genoemde wijzigingen.

Bij ontvangst van kennisgevingen krachtens lid 1 geeft de Commissie de centrale administrateur de opdracht de wijzigingen in de nationale toewijzingstabel in het EUTL in te voeren als zij van mening is dat die wijzigingen in overeenstemming zijn met Richtlijn 2003/87/EG, Besluit 2011/278/EU en de besluiten van de Commissie krachtens artikel 10 quater, lid 6, van Richtlijn 2003/87/EG. Zo niet wijst zij de wijzigingen binnen een redelijke termijn af en stelt zij de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.

Artikel 53

Kosteloze toewijzing van algemene emissierechten

1.   De nationale administrateur geeft in de nationale toewijzingstabel voor elke exploitant, elk jaar en elke rechtsgrondslag die in bijlage X is aangegeven, aan of een installatie al dan niet een toewijzing voor dat jaar moet krijgen.

2.   Met ingang van 1 februari 2013 ziet de centrale administrateur erop toe dat het EU-register algemene emissierechten automatisch overdraagt van de EU-toewijzingsrekening naar de betrokken open of geblokkeerde exploitanttegoedrekening, in overeenstemming met de desbetreffende nationale toewijzingstabel, met inachtneming van de in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105 vastgestelde wijzen van automatische overdracht.

3.   Wanneer een uitgesloten vliegtuigexploitanttegoedrekening geen emissierechten overeenkomstig lid 2 ontvangt, dan worden deze emissierechten niet naar de rekening overgedragen mocht deze vervolgens de status "open" krijgen.

4.   De centrale administrateur moet ervoor zorgen dat een exploitant teveel ontvangen emissierechten kan overdragen naar de EU-toewijzingsrekening als de centrale administrateur de nationale toewijzingstabel van een lidstaat krachtens artikel 52, lid 2, heeft gewijzigd om deze te corrigeren voor het feit dat de exploitant teveel emissierechten toegewezen heeft gekregen, en als de bevoegde autoriteit de exploitant heeft verzocht het overschot aan emissierechten terug te boeken.

Deel 5

Toewijzing aan vliegtuigexploitanten

Artikel 54

Invoer van de nationale luchtvaarttoewijzingstabellen in het EUTL

1.   Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk op 30 september 2012 in kennis van zijn nationale luchtvaarttoewijzingstabel voor de periode 2013-2020. De lidstaten zien erop toe dat de nationale luchtvaarttoewijzingstabellen de in bijlage XI omschreven informatie bevatten.

2.   De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de nationale luchtvaarttoewijzingstabel in het EUTL in te voeren als zij van mening is dat die tabel in overeenstemming is met Richtlijn 2003/87/EG, en met name met de toewijzingen die de lidstaten overeenkomstig artikel 3 sexies, lid 4, van die richtlijn hebben berekend en gepubliceerd. Zo niet wijst zij de nationale luchtvaarttoewijzingstabel binnen een redelijke termijn af en stelt zij de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard. Die lidstaat dient binnen drie maanden een herziene nationale luchtvaarttoewijzingstabel bij de Commissie in.

Artikel 55

Wijzigingen in de nationale luchtvaarttoewijzingstabellen

1.   De nationale administrateur brengt wijzigingen in de nationale luchtvaarttoewijzingstabel in het EUTL aan als:

a)

een vliegtuigexploitant alle onder bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG vallende activiteiten heeft gestaakt;

b)

een vliegtuigexploitant in twee of meer vliegtuigexploitanten is gesplitst;

c)

twee of meer vliegtuigexploitanten tot één vliegtuigexploitant zijn gefuseerd.

2.   Lidstaten stellen de Commissie in kennis van wijzigingen in hun nationale luchtvaarttoewijzingstabel, met betrekking tot:

a)

toewijzingen uit de bijzondere reserve op grond van artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG;

b)

elke aanpassing na de vaststelling van maatregelen overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG;

c)

alle niet in lid 1 genoemde wijzigingen.

3.   De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de overeenkomstige wijzigingen in de in het EUTL ingevoerde nationale luchtvaarttoewijzingstabel aan te brengen als zij van mening is dat de wijzigingen in die tabel in overeenstemming zijn met Richtlijn 2003/87/EG, en met name, als het gaat om toewijzingen uit de bijzondere reserve, in overeenstemming zijn met de toewijzingen die overeenkomstig artikel 3 septies, lid 7, van die richtlijn zijn berekend en gepubliceerd. Zo niet wijst zij de wijzigingen binnen een redelijke termijn af en stelt zij de lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.

4.   Als het bij een fusie tussen vliegtuigexploitanten gaat om exploitanten die door verschillende lidstaten worden geadministreerd, wordt de in lid 1, onder c), bedoelde wijziging geïnitieerd door de nationale administrateur die de vliegtuigexploitant administreert van wie de toewijzing moet opgaan in de toewijzing van een andere vliegtuigexploitant. Voordat de wijziging wordt uitgevoerd, moet toestemming worden verkregen van de nationale administrateur die de vliegtuigexploitant administreert die in zijn toewijzing de toewijzing van de gefuseerde vliegtuigexploitant opneemt.

Artikel 56

Kosteloze toewijzing van luchtvaartemissierechten

1.   De nationale administrateur vermeldt voor elke vliegtuigexploitant en voor elk jaar of de vliegtuigexploitant voor dat jaar al dan niet een toewijzing in de nationale luchtvaarttoewijzingstabel moet krijgen.

2.   Met ingang van 1 februari 2013 ziet de centrale administrateur erop toe dat het EU-register luchtvaartemissierechten automatisch overdraagt van de EU-luchtvaarttoewijzingsrekening naar de betrokken open of geblokkeerde vliegtuigexploitanttegoedrekening, in overeenstemming met de desbetreffende toewijzingstabel, met inachtneming van de in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105 vastgestelde wijzen van automatische overdracht.

3.   Wanneer een uitgesloten vliegtuigexploitanttegoedrekening geen emissierechten overeenkomstig lid 2 ontvangt, dan worden deze emissierechten niet naar de rekening overgedragen mocht deze vervolgens de status "open" krijgen.

Artikel 57

Teruggave van luchtvaartemissierechten

Wanneer de nationale luchtvaarttoewijzingstabel overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG wordt gewijzigd na de overdracht van emissierechten aan de vliegtuigexploitanttegoedrekeningen voor een bepaald jaar overeenkomstig artikel 56 van deze verordening, doet de centrale administrateur alle overdrachten die vereist zijn krachtens maatregelen die overeenkomstig artikel 25 bis van Richtlijn 2003/87/EG zijn genomen.

Deel 6

Gebruik van CER's en ERU's

Artikel 58

Internationaalkrediettegoeden in het EU-register

1.   De centrale administrateur ziet erop toe dat CER’s en ERU’s in verband met projecten in de lidstaten alleen in ETS-rekeningen in het EU-register worden aangehouden indien zij niet in strijd met artikel 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG werden verleend.

De centrale administrateur ziet erop toe dat de ERU’s die worden afgegeven voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 plaatsvonden, maar betrekking hebben op projecten in lidstaten waarbij activiteiten gemoeid zijn die niet voorkomen op de lijst van bijlage I van Richtlijn 2003/87/EG zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 219/2009 van het Europees Parlement en de Raad (18), maar wel voorkomen op de lijst van bijlage I van Richtlijn 2003/87/EG zoals gewijzigd bij Richtlijn nr. 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (19) alleen in ETS-rekeningen in het EU-register worden aangehouden indien zij zijn afgegeven vóór 30 april 2013.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat ERU’s die na 31 december 2012 zijn afgegeven voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 plaatsvonden en verband houden met projecten in derde landen die geen juridische bindende gekwantificeerde emissiereductiedoelstellingen hebben voor de jaren 2013 tot en met 2020 zoals bepaald in een wijziging van het Protocol van Kyoto volgens artikel 3, paragraaf 9, daarvan, of die geen akte van bekrachtiging met betrekking tot een dergelijke wijziging van het Protocol van Kyoto heeft neergelegd, alleen in ETS-rekeningen van het EU-register worden aangehouden als zij betrekking hebben op emissiereducties volgens de controleprocedure van het Toezichtcomité gezamenlijke uitvoering zoals omschreven in Besluit 9/CMP.1 (volgens de zogenoemde "track 2-procedure") of, als een dergelijke verificatie niet mogelijk is, als door een onafhankelijke, volgens Besluit 9/CMP.1 erkende entiteit is vastgesteld dat zij zijn uitgegeven met betrekking tot emissiereducties die plaatsvonden tot 31 december 2012.

3.   De centrale administrateur verstrekt de nationale administrateurs een lijst van de ETS-rekeningen waarop internationale kredieten staan die krachtens de leden 1 en 2 na de daarin genoemde data niet kunnen worden aangehouden. Nationale administrateurs vragen rekeninghouders op basis van die lijst om een PK-rekening aan te geven waarop dergelijke internationale kredieten moeten worden overgedragen.

Als de rekeninghouder niet binnen 40 werkdagen op het verzoek van de administrateur heeft gereageerd, draagt de administrateur de internationale kredieten over naar een nationale PK-rekening.

Artikel 59

Invoer van de internationaalkredietrechttabellen in het EUTL

1.   Elke lidstaat stelt de Commissie binnen één maand na de vaststelling van de maatregelen overeenkomstig artikel 11 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG in kennis van zijn internationaalkredietrechttabel. De lidstaten zorgen ervoor dat de internationaalkredietrechttabel het totale initiële internationaalkredietrecht voor de periode 2008-2020 voor elke exploitant en vliegtuigexploitant en de in bijlage XII omschreven informatie bevat.

2.   De Commissie draagt de centrale administrateur op de internationaalkredietrechttabel in te voeren in het EUTL indien zij van mening is dat de internationaalkredietrechttabel in overeenstemming is met Richtlijn 2003/87/EG en met de maatregelen die op grond van artikel 11 bis, lid 8, van die richtlijn zijn vastgesteld. Zo niet wijst de Commissie de internationaalkredietrechttabel binnen een redelijke termijn af en stelt zij de lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard. De lidstaat dient binnen een maand bij de Commissie een herziene internationaalkredietrechttabel in.

3.   Lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen in hun internationaalkredietrechttabel, inclusief de rechten van nieuwkomers. De Commissie draagt de centrale administrateur op, de internationaalkredietrechttabel in het EUTL navenant te wijzigen indien zij van mening is dat de wijzigingen van de internationaalkredietrechttabel in overeenstemming zijn met Richtlijn 2003/87/EG en met de maatregelen die op grond van artikel 11 bis, lid 8, van die richtlijn zijn vastgesteld. Zo niet wijst de Commissie de wijzigingen binnen een redelijke termijn af en stelt zij de lidstaat daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.

Artikel 60

Gebruik van internationale kredieten middels uitwisseling van emissierechten

1.   Een exploitant mag tot en met 31 maart 2015 op grond van artikel 11 bis, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG, en tot en met 31 december 2020 op grond van artikel 11 bis, lid 3 en 4, van die richtlijn verzoeken internationale kredieten in te wisselen voor een algemene emissierechten. De verzoeker stelt in dat geval voor internationale kredieten uit de desbetreffende exploitanttegoedrekening over te dragen naar de EU-internationaalkredietrekening voor exploitanten in het EU-register.

Een vliegtuigexploitant mag tot en met 31 maart 2015 op grond van artikel 11 bis, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG, en tot en met 31 december 2020 op grond van artikel 11 bis, lid 3 en 4, van die richtlijn verzoeken internationale kredieten in te wisselen voor een luchtvaartemissierechten. De verzoeker stelt in dat geval voor internationale kredieten uit de desbetreffende vliegtuigexploitanttegoedrekening over te dragen naar de EU-internationaalkredietrekening voor vliegtuigexploitanten in het EU-register.

2.   De centrale administrateur ziet er desgevraagd op toe dat het EU-register internationale kredieten overdraagt naar de relevante EU-internationaalkredietrekening indien:

a)

de overdracht is toegestaan door de status van de initiërende rekening;

b)

de relevante internationaalkredietrechttabel in het EUTL is ingevoerd en de exploitant of vliegtuigexploitant overeenkomstig artikel 59 in de tabel voorkomt;

c)

het in de overdracht voorgestelde aantal eenheden niet meer bedraagt dan het resterende kredietrecht overeenkomstig artikel 61;

d)

alle voor overdracht voorgestelde eenheden in aanmerking komen voor gebruik overeenkomstig de artikelen 11 bis en 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG, artikel 58 van deze verordening en eventuele maatregelen die op grond van artikel 11 bis, lid 9, van Richtlijn 2003/87/EG zijn vastgesteld.

3.   Na voltooiing van de overdracht volgens de eerste alinea van lid 1 ziet de centrale administrateur erop toe dat in het EU-register een equivalent aantal algemene emissierechten wordt gecreëerd op de EU-krediethandelsrekening voor exploitanten en zorgt hij namens de bevoegde instantie voor de overdracht van een equivalent aantal algemene emissierechten naar de exploitanttegoedrekening die de overdracht heeft geïnitieerd.

Na voltooiing van de overdracht volgens de tweede alinea van lid 1 ziet de centrale administrateur erop toe dat in het EU-register een equivalent aantal luchtvaartemissierechten worden gecreëerd op de EU-krediethandelsrekening voor vliegtuigexploitanten en zorgt hij namens de bevoegde instantie voor de overdracht van een equivalent aantal luchtvaartemissierechten naar de vliegtuigexploitanttegoedrekening die de overdracht heeft geïnitieerd.

Artikel 61

Berekening van het resterende internationaalkredietrecht

1.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register het resterende internationaalkredietrecht voor iedere exploitant of vliegtuigexploitant automatisch berekent door het totale initiële internationaalkredietrecht krachtens artikel 59 te verminderen met:

a)

de som van alle CER’s en ERU’s die zijn ingeleverd door een exploitant of vliegtuigexploitant overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 219/2009;

b)

de som van alle overeenkomstig artikel 60 aan de EU-internationaalkredietrekening overgedragen CER's en ERU's;

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register het resterende internationaalkredietrecht aanpast om rekening te houden met terugdraaiingen krachtens artikel 70.

Deel 7

Veiling

Artikel 62

Invoer van de veilingtabellen in het EUTL

1.   Binnen één maand na de vaststelling en de publicatie van een veilingkalender op grond van artikel 11, lid 1, artikel 13, lid 1, artikel 13, lid 2, of artikel 32, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 verstrekt het betrokken veilingplatform de Commissie de overeenkomstige veilingtabel. Het veilingplatform levert voor elk kalenderjaar vanaf 2012 twee veilingtabellen, één voor de veiling van algemene emissierechten en één voor de veiling van luchtvaartemissierechten, en zorgt ervoor dat de veilingtabellen de in bijlage XIII omschreven informatie omvatten.

2.   De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de veilingtabel in het EUTL in te voeren als zij van mening is dat die tabel in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1031/2010. Zo niet wijst zij de veilingtabel binnen een redelijke termijn af en stelt zij het veilingplatform daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard. Het veilingplatform dient binnen drie maanden een herziene veilingtabel bij de Commissie in.

Artikel 63

Wijzigingen in de veilingtabellen

1.   Het betrokken veilingplatform stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van wijzigingen die in de veilingtabel moeten worden aangebracht.

2.   De Commissie geeft de centrale administrateur de opdracht de herziene veilingtabel in het EUTL in te voeren als zij van mening is dat die tabel in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1031/2010. Zo niet wijst zij de wijzigingen binnen een redelijke termijn af en stelt zij het veilingplatform daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgende kennisgeving moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.

3.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de in een veilingtabel vastgestelde overdracht van emissierechten te schorsen als zij weet krijgt van een noodzakelijke wijziging in de veilingtabel die niet door het veilingplatform is gemeld.

Artikel 64

Veiling van emissierechten

1.   De Commissie geeft de centrale administrateur tijdig de opdracht om, op verzoek van de betrokken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010 aangestelde veiler, algemene emissierechten van de EU-veilingrekening en/of luchtvaartemissierechten van de EU-luchtvaartveilingrekening overeenkomstig de veilingtabellen over te dragen naar de betrokken rekening voor de levering van geveilde emissierechten. Voor emissierechten die zijn gecreëerd met het oog op veiling krachtens artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010, geeft de Commissie de centrale administrateur tijdig de opdracht om op verzoek van de betrokken veiler overeenkomstig de betrokken veilingtabel emissierechten over te dragen van de rekening waarop de emissierechten werden gecreëerd naar de rekening die is aangemaakt voor de levering van geveilde emissierechten. Het verstrekken van de veilingtabel overeenkomstig artikel 62 vormt het genoemde verzoek.

2.   De houder van de betrokken rekening voor de levering van geveilde emissierechten ziet erop toe dat de geveilde emissierechten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010 aan de succesvolle bieders of hun rechtsopvolgers worden overgedragen.

3.   Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010 kan worden geëist dat de gemachtigde vertegenwoordiger van een rekening voor de levering van geveilde emissierechten niet-geleverde emissierechten overdraagt van de rekening voor de levering van geveilde emissierechten naar de EU-veilingrekening.

Deel 8

Handel

Artikel 65

Door een tegoedrekening geïnitieerde overdrachten van emissierechten of Kyoto-eenheden

1.   Op verzoek van een houder van een tegoedrekening zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register, met inachtneming van de lid 2, emissierechten of Kyoto-eenheden overdraagt naar een andere rekening, tenzij een dergelijke overdracht onmogelijk is vanwege de status van de initiërende of de ontvangende rekening.

2.   Exploitanttegoedrekeningen, vliegtuigexploitanttegoedrekeningen en persoonstegoedrekeningen mogen emissierechten of Kyoto-eenheden alleen overdragen naar een rekening die voorkomt op de overeenkomstig artikel 26 opgezette vertrouwenslijst, behalve in geval van:

(a)

de uitwisseling van internationale kredieten overeenkomstig artikel 60,

(b)

de inlevering van emissierechten overeenkomstig artikel 67,

(c)

de afschrijving van emissierechten overeenkomstig artikel 68,

(d)

de annulering van Kyoto-eenheden overeenkomstig artikel 69.

Artikel 66

Door een handelsrekening geïnitieerde overdrachten van emissierechten of Kyoto-eenheden

Op verzoek van een houder van een handelsrekening zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register emissierechten of Kyoto-eenheden overdraagt naar een tegoedrekening of een handelsrekening in het EU-register, tenzij een dergelijke overdracht onmogelijk is vanwege de status van de initiërende rekening.

Deel 9

Inlevering van emissierechten

Artikel 67

Inlevering van emissierechten

1.   Een exploitant of vliegtuigexploitant levert emissierechten in door het EU-register te verzoeken:

a)

een opgegeven aantal emissierechten die met het oog op naleving van de regeling in dezelfde handelsperiode zijn gecreëerd, over te dragen van de betrokken exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten;

b)

het aantal en type overgedragen emissierechten dat is ingeleverd voor de emissies van de installatie van de exploitant of de emissies van de vliegtuigexploitant in de lopende periode, als zodanig te registreren.

2.   Luchtvaartemissierechten kunnen uitsluitend door vliegtuigexploitanten worden ingeleverd.

3.   Een emissierecht dat reeds is ingeleverd, kan niet opnieuw worden ingeleverd.

Deel 10

Afschrijving van emissierechten en annulering van Kyoto-eenheden

Artikel 68

Afschrijving van emissierechten

1.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register elk verzoek van een rekeninghouder overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG tot afschrijving van op diens rekeningen aanwezige emissierechten uitvoert door:

a)

een opgegeven aantal emissierechten over te dragen van de desbetreffende rekening naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten;

b)

het aantal overgedragen emissierechten te registreren als afgeschreven voor het lopende jaar.

2.   Afgeschreven emissierechten worden niet geregistreerd als ingeleverd voor emissies.

Artikel 69

Annulering van Kyoto-eenheden

De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EU-register elk verzoek van een rekeninghouder overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG tot annulering van op diens rekeningen aanwezige Kyoto-eenheden uitvoert door een opgegeven type en aantal Kyoto-eenheden over te dragen van de desbetreffende rekening naar de annuleringsrekening in het PK-register van de administrateur van de rekening of naar de annuleringsrekening in het EU-register.

Deel 11

Terugdraaien van een transactie

Artikel 70

Terugdraaien van definitief afgeronde processen die per vergissing zijn geïnitieerd

1.   Als een rekeninghouder of een nationale administrateur die namens de rekeninghouder optreedt, onopzettelijk of per vergissing een van de in lid 2 genoemde transacties heeft geïnitieerd, kan de rekeninghouder de administrateur van zijn rekening in een schriftelijk verzoek voorstellen de afgeronde transactie terug te draaien. Het verzoek wordt naar behoren ondertekend door de gemachtigde vertegenwoordiger(s) van de rekeninghouder die het terug te draaien type transactie mag (mogen) initiëren, en wordt uiterlijk vijf werkdagen na de definitieve afronding van het proces ingediend. Dit verzoek bevat een verklaring dat de transactie onopzettelijk of per vergissing werd geïnitieerd.

2.   Rekeninghouders kunnen voorstellen de volgende transacties terug te draaien:

a)

inlevering van emissierechten;

b)

afschrijving van emissierechten;

c)

uitwisseling van internationale kredieten.

3.   Als de administrateur van de rekening vaststelt dat het verzoek aan de voorwaarden van lid 1 voldoet en hij met het verzoek instemt, kan hij voorstellen de transactie in het EU-register terug te draaien.

4.   Als een nationale administrateur onopzettelijk of per vergissing een van de in lid 5 genoemde transacties heeft geïnitieerd, kan hij de centrale administrateur in een schriftelijk verzoek voorstellen de afgeronde transactie terug te draaien. Dit verzoek bevat een verklaring dat de transactie onopzettelijk of per vergissing werd geïnitieerd.

5.   Nationale administrateurs kunnen voorstellen de volgende transacties terug te draaien:

a)

toewijzing van algemene emissierechten;

b)

toewijzing van luchtvaartemissierechten.

6.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register de krachtens de leden 1 en 4 ingediende voorstellen tot terugdraaien aanvaardt, de eenheden die door de terugdraaiing moeten worden overgedragen, blokkeert en het voorstel aan de centrale administrateur toestuurt, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de transactie waarbij emissierechten waren ingeleverd of afgeschreven en die moet worden teruggedraaid, is niet meer dan 30 werkdagen voordat het voorstel van de administrateur van de rekening overeenkomstig lid 3 werd ingediend, afgerond;

b)

geen enkele exploitant voldoet als gevolg van de terugdraaiing niet langer aan de eisen voor een eerder jaar;

c)

de bestemmingsrekening van de terug te draaien transactie bevat nog steeds het aantal eenheden van het type waarop de terug te draaien transactie betrekking had;

d)

de terug te draaien toewijzing van algemene emissierechten vond plaats nadat de vergunning van de installatie was vervallen.

7.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register de terugdraaiing voltooit met eenheden van hetzelfde eenheidstype die op de bestemmingsrekening staan van de transactie die wordt teruggedraaid.

HOOFDSTUK 3

Aansluiting met andere regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten

Artikel 71

Tenuitvoerlegging van koppelingsregelingen

De centrale administrateur kan met het oog op de tenuitvoerlegging van op grond van artikel 25, lid 1 ter, van Richtlijn 2003/87/EG getroffen regelingen op passende tijdstippen rekeningen en processen in het leven roepen en transacties en andere verrichtingen uitvoeren.

TITEL 3

SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR PK-REGISTERS

Artikel 72

Opening van persoonstegoedrekeningen in PK-registers

Persoonstegoedrekeningen in een PK-register worden door aspirant-rekeninghouders bij de nationale administrateur aangevraagd. De aspirant-rekeninghouder verstrekt daarbij dezelfde informatie als die welke door de nationale administrateur wordt verlangd op grond van artikel 18.

Artikel 73

Verrichting van overdrachten

Voor alle overdrachten uit rekeningen in PK-registers gelden de bepalingen van de artikelen 38, 39, 65 en 66.

TITEL 4

SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR BOEKHOUDKUNDIGE TRANSACTIES OVEREENKOMSTIG BESCHIKKING NR. 406/2009

Artikel 74

Creatie van AEA's

1.   Aan het begin van de nalevingsperiode creëert de centrale administrateur in de EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's een aantal AEA's gelijk aan de som van de jaarlijkse emissieruimte voor alle lidstaten voor alle jaren van de nalevingsperiode zoals bepaald in de besluiten die overeenkomstig artikel 3, lid 2, en artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG zijn aangenomen.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register aan elke nieuwe AEA een unieke eenheidsidentificatiecode toekent op het moment dat de AEA wordt gecreëerd.

Artikel 75

Jaarlijkse emissieruimte-eenheden

AEA's kunnen alleen worden gebruikt om te voldoen aan de aan lidstaten opgelegde eisen inzake de beperking van broeikasgasemissies overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG en zij zijn alleen overdraagbaar overeenkomstig de voorwaarden van artikel 3, leden 3, 4 en 5, van dat besluit.

Artikel 76

Overdracht van AEA's naar ESD-nalevingsrekeningen

Aan het begin van de nalevingsperiode draagt de centrale administrateur een aantal AEA's gelijk aan de jaarlijkse emissieruimte voor elke lidstaat zoals bepaald in de besluiten die zijn aangenomen op grond van artikel 3, lid 2, en artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG, uit de EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's over naar de relevante ESD-nalevingsrekening.

Artikel 77

Invoering van de relevante broeikasgasemissiegegevens

1.   De centrale administrateur voert de totale hoeveelheid relevante broeikasgasemissies, uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, voor elke lidstaat in de bijbehorende ESD-nalevingsrekening voor dat nalevingsjaar tijdig in, zodra de betrokken broeikasgasemissiegegevens voor een bepaald jaar van de nalevingsperiode voor de meerderheid van de lidstaten beschikbaar zijn.

2.   De centrale administrateur voert tevens de som van de relevante broeikasgasemissiegegevens voor alle lidstaten voor een bepaald jaar in de EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's in.

Artikel 78

Berekening van het saldo van de ESD-nalevingsrekening

1.   Na invoering van de relevante gegevens over broeikasgasemissies overeenkomstig artikel 77 ziet de centrale administrateur erop toe dat het EU-register het saldo van de desbetreffende ESD-nalevingsrekening berekent door de totale hoeveelheid broeikasgasemissies uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent in de desbetreffende ESD-nalevingsrekening af te trekken van de som van alle AEA's in dezelfde ESD-nalevingsrekening.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register het saldo van elke ESD-nalevingsrekening weergeeft.

Artikel 79

Bepaling van nalevingsstatuscijfers

1.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat na de invoering van de relevante gegevens over broeikasgasemissies overeenkomstig artikel 77 en na de in de wetgeving van de Unie vastgelegde termijn voor het gebruik van de flexibele instrumenten overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van Beschikking nr. 406/2009/EG, het EU-register het nalevingsstatuscijfer voor iedere ESD-nalevingsrekening bepaalt door de som te berekenen van alle AEA's, internationale kredieten, tCER's en lCER's en daar de totale hoeveelheid broeikasgasemissies uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent in dezelfde ESD-nalevingsrekening van af te trekken.

2.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register het nalevingsstatuscijfer van elke ESD-nalevingsrekening registreert.

Artikel 80

Toepassing van artikel 7, lid 1, onder a) en c), van Beschikking nr. 406/2009/EG

1.   Indien het overeenkomstig artikel 79 vastgestelde nalevingsstatuscijfer negatief is, ziet de centrale administrateur erop toe dat het EU-register het teveel aan broeikasgasemissies uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, vermenigvuldigd met de in artikel 7, lid 1, onder a), van Beschikking nr. 406/2009/EG aangegeven kortingsfactor, overdraagt van de ESD-nalevingsrekening van de desbetreffende lidstaat voor het gegeven jaar naar de ESD-nalevingsrekening voor het volgende jaar.

2.   Tegelijkertijd blokkeert de centrale administrateur de ESD-nalevingsrekeningen voor de resterende jaren van de nalevingsperiode van de betrokken lidstaat.

3.   De centrale administrateur verandert de status van de ESD-nalevingsrekening van "geblokkeerd" naar "open" voor alle resterende jaren van de nalevingsperiode vanaf het jaar waarvoor het overeenkomstig artikel 79 bepaalde nalevingsstatuscijfer voldoende is.

Artikel 81

Gebruik van internationale kredieten, tCER's en lCER's

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register internationale kredieten, tCER's of lCER's overdraagt naar de ESD-nalevingsrekening van die lidstaat voor een gegeven jaar van de nalevingsperiode. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

het verzoek van de lidstaat is ingediend voordat het saldo van de ESD-nalevingsrekening is berekend, of nadat het nalevingsstatuscijfer voor het gegeven jaar is bepaald; of

b)

niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 5 van Beschikking nr. 406/2009/EG.

Artikel 82

Vervroegd gebruik van AEA's

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register AEA's van de ESD-nalevingsrekening voor het volgende jaar van de nalevingsperiode overdraagt naar de ESD-nalevingsrekening van die lidstaat voor een gegeven jaar van de nalevingsperiode. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

het verzoek van de lidstaat is ingediend voordat het saldo van de ESD-nalevingsrekening is berekend, of nadat het nalevingsstatuscijfer voor het gegeven jaar is bepaald; of

b)

de overgedragen hoeveelheid meer bedraagt dan vijf procent van de jaarlijkse emissieruimte voor het volgende jaar zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking nr. 406/2009/EG of een hoger percentage indien de Commissie ingevolge artikel 3, lid 3, tweede alinea, van Beschikking nr. 406/2009/EG daartoe toestemming heeft verleend.

Artikel 83

Overboeking van AEA's

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register AEA's van de ESD-nalevingsrekening van een lidstaat voor een gegeven jaar van de nalevingsperiode overdraagt naar de ESD-nalevingsrekening van een van de daaropvolgende jaren van de nalevingsperiode. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

het verzoek van de lidstaat is ingediend voordat het saldo van de ESD-nalevingsrekening voor dat jaar is berekend;

b)

de overgedragen hoeveelheid groter is dan het positieve saldo van de rekening zoals berekend overeenkomstig artikel 78; of

c)

de status van de ESD-nalevingsrekening die de overdracht initieert de overdracht niet toestaat.

Artikel 84

Overboeking van het ongebruikte deel van het kredietrecht

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register het gehele ongebruikte kredietrecht of een deel daarvan overdraagt van de ESD-nalevingsrekening van een lidstaat voor een gegeven jaar van de nalevingsperiode naar de ESD-nalevingsrekening voor een van de daaropvolgende jaren van de nalevingsperiode. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als de overdracht wordt geïnitieerd voordat het nalevingsstatuscijfer voor het desbetreffende jaar is bepaald.

Artikel 85

Overdrachten van 5 % of minder van de jaarlijkse emissieruimte van een lidstaat

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register de AEA's van de ESD-nalevingsrekening voor een gegeven jaar van die lidstaat overdraagt naar de ESD-nalevingsrekening van een andere lidstaat. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

de overgedragen hoeveelheid meer bedraagt dan vijf procent van de desbetreffende jaarlijkse emissieruimte van de initiërende lidstaat zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking nr. 406/2009/EG, of meer is dan de resterende beschikbare hoeveelheid;

b)

de lidstaat om overdracht heeft verzocht naar een ESD-nalevingsrekening voor een jaar eerder dan het gegeven jaar, of

c)

de status van de ESD-nalevingsrekening die de overdracht initieert de overdracht niet toestaat.

Artikel 86

Overdrachten na de berekening van het saldo van de ESD-nalevingsrekening

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register AEA's van de ESD-nalevingsrekening voor een gegeven jaar van die lidstaat overdraagt naar de ESD-nalevingsrekening van een andere lidstaat. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

het verzoek van de lidstaat is ingediend voordat het saldo van de rekening overeenkomstig artikel 78 is berekend;

b)

de over te dragen hoeveelheid groter is dan het positieve saldo van de rekening zoals berekend overeenkomstig artikel 78; of

c)

de status van de ESD-nalevingsrekening die de overdracht initieert de overdracht niet toestaat.

Artikel 87

Overdracht van drie procent of minder van een kredietrecht

Indien een lidstaat daarom verzoekt, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register het gehele kredietrecht of een deel daarvan overdraagt van de ESD-nalevingsrekening voor een gegeven jaar van die lidstaat naar de ESD-nalevingsrekening van een andere lidstaat. Een dergelijke overdracht mag niet worden uitgevoerd als:

a)

het verzoek van de lidstaat is ingediend voordat het nalevingsstatuscijfer voor dat jaar is berekend;

b)

de overgedragen hoeveelheid meer bedraagt dan de toegestane hoeveelheid van een lidstaat, die gelijk is aan drie procent als omschreven overeenkomstig artikel 5, lid 6, van Beschikking nr. 406/2009/EG verminderd met de som van de internationale kredieten, tCER's of lCER's die op het moment van vaststelling van de nalevingsstatuscijfers overeenkomstig artikel 79 van deze verordening op de ESD-nalevingsrekening stonden; of

c)

de status van de ESD-nalevingsrekening die de overdracht initieert de overdracht niet toestaat.

Artikel 88

Aanpassingen

1.   In geval van aanpassingen overeenkomstig artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG of van enige andere wijziging van de som als bedoeld in artikel 74 van de onderhavige verordening die zou leiden tot een stijging van de jaarlijkse emissieruimte van een lidstaat tijdens de nalevingsperiode, maakt de centrale administrateur een overeenkomstig aantal AEA's aan in de EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's en draagt hij dat aantal over naar de desbetreffende ESD-nalevingsrekening van de betrokken lidstaat.

2.   In geval van aanpassingen overeenkomstig artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG of van enige andere wijziging van de som als bedoeld in artikel 74 van de onderhavige verordening die zou leiden tot een daling van de jaarlijkse emissieruimte van een lidstaat tijdens de nalevingsperiode, draagt de centrale administrateur een overeenkomstig aantal AEA's over van de ESD-nalevingsrekening van de betrokken lidstaat naar de ESD-afschrijvingsrekening.

Artikel 89

Vervanging van tCER's and lCER's

1.   Als een tCER of lCER die nog in het EU-register staat, vervangen moet worden, verzoekt de betrokken lidstaat op grond van artikel 5, lid 1, onder d), van Beschikking nr. 406/2009/EG om de overdracht van een Kyoto-eenheid van zijn PK-register naar de tegoedrekening in het EU-register van het desbetreffende partij.

2.   Verlopen lCER’s worden niet meegerekend bij de bepaling van het nalevingscijfer overeenkomstig artikel 79.

Artikel 90

Uitvoering en terugdraaiing van overdrachten

1.   Voor alle in deze titel omschreven overdrachten gelden de bepalingen van de artikelen 38, 39, 65 en 66.

2.   Overdrachten naar ESD-nalevingsrekeningen die per vergissing zijn geïnitieerd, kunnen op verzoek van de nationale administrateur worden teruggedraaid. In dit geval zijn de leden 4, 6 en 7 van artikel 70 van toepassing.

TITEL V

GEMEENSCHAPPELIJKE TECHNISCHE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1

Technische vereisten van het registersysteem

Afdeling 1

Beschikbaarheid

Artikel 91

Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het EU-register en het EUTL

1.   De centrale administrateur onderneemt alle redelijke stappen om ervoor te zorgen dat:

a)

de vertegenwoordigers van de rekeningen en de nationale administrateurs 24 uur per dag en 7 dagen per week toegang hebben tot het EU-register;

b)

de in artikel 7 bedoelde communicatieverbindingen tussen het EU-register, het EUTL en het ITL 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel zijn;

c)

de nodige back-uphardware en -software voorhanden is voor het geval zich een storing voordoet bij de primaire hardware of software;

d)

het EU-register en het EUTL prompt reageren op verzoeken van vertegenwoordigers van rekeningen.

2.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat in het EU-register en het EUTL robuuste systemen en procedures worden ingebouwd om alle betrokken gegevens te beschermen en de snelle recuperatie van gegevens en verrichtingen bij storingen of calamiteiten te vergemakkelijken.

3.   De centrale administrateur beperkt onderbrekingen in het functioneren van het EU-register en het EUTL tot een minimum.

Artikel 92

Helpdesks

1.   De nationale administrateurs verlenen via nationale helpdesks bijstand en steun aan de houders en vertegenwoordigers van rekeningen in het EU-register die door hen worden beheerd.

2.   De centrale administrateur ondersteunt de nationale administrateurs via een centrale helpdesk om hen te helpen overeenkomstig lid 1 bijstand te verlenen.

Afdeling 2

Beveiliging en authenticering

Artikel 93

Authenticering van het EU-register en de nationale PK-registers

1.   De identiteit van het EU-register wordt door het EUTL geauthenticeerd, waarbij rekening wordt gehouden met de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

2.   De lidstaten en de EU maken gebruik van de door het secretariaat van het UNFCCC of een daardoor aangewezen lichaam afgegeven digitale certificaten om hun PK-registers bij het ITL te authenticeren met het oog op de totstandbrenging van de in artikel 7 bedoelde communicatieverbinding.

Artikel 94

Toegang tot rekeningen in het EU-register

1.   Vertegenwoordigers van rekeningen kunnen via de beveiligde ruimte van het EU-register toegang verkrijgen tot hun rekeningen in het EU-register. De centrale administrateur zorgt ervoor dat de beveiligde ruimte op de website van het EU-register via het internet toegankelijk is. De website van het EU-register is beschikbaar in alle officiële talen van de Europese Unie.

2.   Na de opening van een platformrekening overeenkomstig artikel 14, lid 1, of artikel 20, lid 1, zorgt de centrale administrateur voor een verbinding tussen het platform en het EU-register. De centrale administrateur zorgt ervoor dat de rekeningen in het EU-register die overeenkomstig artikel 21, lid 4, via een extern handelsplatform toegankelijk zijn gemaakt en waarbij één gemachtigde vertegenwoordiger tevens de gemachtigde vertegenwoordiger van een externhandelsplatformrekening is, toegankelijk zijn voor het externe handelsplatform dat door de houder van die externhandelsplatformrekening wordt geëxploiteerd.

3.   De verbindingen tussen de gemachtigde vertegenwoordigers of platforms en de beveiligde ruimte van het EU-register worden versleuteld, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheidsvoorschriften in de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

4.   De centrale administrateur onderneemt alle nodige stappen om ervoor te zorgen dat onrechtmatige toegang tot de beveiligde ruimte van de website van het EU-register onmogelijk wordt gemaakt.

5.   Als de veiligheid van de inloggegevens van een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger is geschonden, schorst de gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger onmiddellijk de toegang tot de betrokken rekening, stelt hij de administrateur van de rekening daarvan in kennis en vraagt hij vervangende inloggegevens aan.

Artikel 95

Authenticering en machtiging van gemachtigde vertegenwoordigers in het EU-register

1.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EU-register elke gemachtigde vertegenwoordiger en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger een gebruikersnaam en wachtwoord toekent om hen te authenticeren met het oog op de toegang tot het register.

2.   Een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger heeft alleen toegang tot de rekeningen in het EU-register waarvoor hij een machtiging bezit en kan alleen om de initiëring van processen verzoeken waartoe hij krachtens artikel 23 gemachtigd is. Deze toegang wordt verstrekt en deze verzoeken worden ingediend via een beveiligde ruimte op de website van het EU-register.

3.   Om toegang tot het EU-register te verkrijgen moet een gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger naast de in lid 1 bedoelde gebruikersnaam en wachtwoord ook secundaire authenticering gebruiken, waarbij de typen mechanismen voor secundaire authenticering zoals uiteengezet in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105 in aanmerking worden genomen.

4.   De administrateur van een rekening kan ervan uitgaan dat een gebruiker die met succes door het EU-register is geauthenticeerd, de onder de verstrekte authenticeringsinloggegevens geregistreerde gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger is, tenzij de gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger de administrateur van de rekening ervan in kennis stelt dat de veiligheid van zijn inloggegevens is geschonden en hij vervangende inloggegevens aanvraagt.

5.   De gemachtigde vertegenwoordiger neemt alle nodige maatregelen om verlies, diefstal of schending van zijn inloggegevens te voorkomen. De gemachtigde vertegenwoordiger stelt de nationale administrateur onmiddellijk in kennis van verlies, diefstal of schending van zijn inloggegevens.

Artikel 96

Schorsing van elke toegang wegens veiligheidsinbreuken of -risico's

1.   De Commissie kan de centrale administrateur de opdracht geven de toegang tot het EU-register of het EUTL of delen daarvan te schorsen als zij een redelijk vermoeden heeft dat zich een inbreuk op de veiligheid van het EU-register of het EUTL heeft voorgedaan of er een ernstig veiligheidsrisico voor het EU-register of het EUTL bestaat, waardoor de integriteit van het systeem, met inbegrip van de in artikel 91 bedoelde back-upfaciliteiten, wordt bedreigd.

2.   Bij een veiligheidsinbreuk of veiligheidsrisico die/dat tot een schorsing van de toegang kan leiden, stelt de nationale administrateur die van de inbreuk of het risico weet krijgt, de centrale administrateur onverwijld in kennis van de eventuele risico's voor andere onderdelen van het EU-register. De centrale administrateur brengt alle nationale administrateurs op de hoogte.

3.   Als een nationale administrateur constateert dat er sprake is van een situatie waarin elke toegang tot de rekeningen die hij overeenkomstig deze verordening beheert, moet worden geschorst, stelt hij de centrale administrateur en de rekeninghouders zo lang van tevoren als haalbaar is, van die schorsing in kennis. De centrale administrateur brengt alle nationale administrateurs zo snel mogelijk op de hoogte.

4.   De in lid 3 bedoelde voorafgaande kennisgeving vermeldt de vermoedelijke duur van de schorsing en wordt duidelijk weergegeven op de publiek toegankelijke ruimte op de website van het EUTL.

Artikel 97

Schorsing van de toegang tot emissierechten of Kyoto-eenheden bij een vermoeden van frauduleuze transactie

1.   Een nationale administrateur of een op verzoek van de bevoegde autoriteit handelende nationale administrateur kan de toegang tot de emissierechten of Kyoto-eenheden in het deel van het EU-register dat hij beheert, schorsen:

a)

voor ten hoogste vier weken als hij vermoedt dat de emissierechten of Kyoto-eenheden het voorwerp waren van een transactie waarbij fraude werd gepleegd, geld werd witgewassen, terrorisme werd gefinancierd, van corruptie sprake was of andere ernstige strafbare feiten werden gepleegd, of

b)

op grond van en overeenkomstig nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig doel wordt nagestreefd.

2.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de toegang tot de emissierechten of Kyoto-eenheden in het EU-register of het EUTL te schorsen voor ten hoogste vier weken als zij vermoedt dat de emissierechten of Kyoto-eenheden het voorwerp waren van een transactie waarbij fraude werd gepleegd, geld werd witgewassen, terrorisme werd gefinancierd, sprake was van corruptie of andere ernstige strafbare feiten werden gepleegd.

3.   De nationale administrateur of de Commissie stelt de bevoegde rechtshandhavingsautoriteit onmiddellijk in kennis van de schorsing.

4.   Een nationale rechtshandhavingsautoriteit van de lidstaat van de nationale administrateur kan de administrateur ook opdracht geven tot schorsing over te gaan op grond van en overeenkomstig de nationale wetgeving.

Artikel 98

Samenwerking met de bevoegde autoriteiten en kennisgeving van witwassen van geld, financiering van terrorisme of criminele activiteiten

1.   De nationale administrateur, zijn directeuren en zijn werknemers werken ten volle met de betrokken bevoegde autoriteiten samen om adequate en passende procedures in te voeren teneinde verrichtingen die met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme verband houden, te voorkomen en te verhinderen.

2.   De nationale administrateur, zijn directeuren en zijn werknemers werken ten volle met de in artikel 21 van Richtlijn 2005/60/EG bedoelde financiële inlichtingeneenheid (FIE) samen door onmiddellijk:

a)

de FIE uit eigen beweging te informeren wanneer zij weten, vermoeden of goede redenen hebben om te vermoeden dat geld wordt of is witgewassen, terrorisme wordt of is gefinancierd of criminele activiteiten plaatsvinden of hebben plaatsgevonden, of dat een poging daartoe wordt of is ondernomen;

b)

de FIE op haar verzoek alle vereiste informatie te verstrekken overeenkomstig de volgens de geldende wetgeving vastgestelde procedures.

3.   De in lid 2 bedoelde informatie wordt doorgestuurd naar de financiële inlichtingeneenheid (FIE) van de lidstaat van de nationale administrateur. De voor de toezending van informatie uit hoofde van dit artikel verantwoordelijke persoon of personen wordt/worden aangewezen bij de nationale maatregelen ter omzetting van de in artikel 34, lid 1, van Richtlijn 2005/60/EG bedoelde beleidslijnen en procedures op het gebied van het nalevingsbeheer en de communicatie.

4.   De lidstaat van de nationale administrateur zorgt ervoor dat de nationale maatregelen tot omzetting van de artikelen 26 tot en met 29 en de artikelen 32 en 35 van Richtlijn 2005/60/EG van toepassing zijn op de nationale administrateur.

Artikel 99

Schorsing van processen

1.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de aanvaarding door het EUTL van een aantal dan wel alle processen die uitgaan van het EU-register, tijdelijk te schorsen als dat register niet overeenkomstig deze verordening wordt beheerd en bijgehouden. Zij stelt de betrokken nationale administrateurs daarvan onmiddellijk in kennis.

2.   De centrale administrateur kan de initiëring of aanvaarding van een aantal dan wel alle processen in het EU-register tijdelijk schorsen met het oog op de uitvoering van gepland onderhoud of noodonderhoud van het EU-register.

3.   Een nationale administrateur kan de Commissie verzoeken de overeenkomstig lid 1 geschorste processen te hervatten wanneer hij de mening is toegedaan dat de problemen die tot de schorsing hebben geleid, zijn opgelost. Als dit het geval is, geeft de Commissie de centrale administrateur de opdracht deze processen te hervatten. Zo niet wijst zij het verzoek binnen een redelijke termijn af en stelt zij de nationale administrateur daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de redenen en van de criteria waaraan een volgend verzoek moet voldoen om te kunnen worden aanvaard.

Deel 3

Geautomatiseerde controles, registratie en afwikkeling van processen

Artikel 100

Geautomatiseerde controles van processen

1.   Alle processen moeten voldoen aan de algemene IT-vereisten van elektronische berichtgeving die ervoor zorgen dat het EU-register een proces op degelijke wijze kan lezen, controleren en vastleggen. Alle processen moeten voldoen aan de specifieke procesgerelateerde vereisten die in deze verordening zijn beschreven.

2.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL op alle processen geautomatiseerde controles uitvoert en daarbij rekening houdt met de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties, om onregelmatigheden en discrepanties op te sporen waarbij een voorgesteld proces niet in overeenstemming is met de in Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking nr. 406/2009/EG en deze verordening gestelde eisen.

Artikel 101

Opsporing van discrepanties

1.   Wanneer processen worden afgewikkeld via de in artikel 7, lid 3, bedoelde directe communicatieverbinding tussen het EU-register en het EUTL, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EUTL alle processen beëindigt waarbij het na de in artikel 102, lid 2, bedoelde geautomatiseerde controles discrepanties vaststelt, en dat het EU-register en de administrateur van de rekeningen waarop de beëindigde transactie betrekking heeft, daarvan in kennis gesteld worden door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EU-register de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis stelt dat het proces werd stopgezet.

2.   Wanneer transacties worden afgewikkeld via het in artikel 7, lid 1, bedoelde ITL, zet het ITL alle processen stop waarbij het ITL of het EUTL na de in artikel 102, lid 2, bedoelde geautomatiseerde controles discrepanties vaststelt. Wanneer het ITL tot beëindiging overgaat, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EUTL de transactie eveneens beëindigt. Het ITL stelt de administrateurs van de betrokken registers in kennis van de stopzetting van de transactie door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. Als een van de betrokken registers het EU-register is, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EU-register ook de administrateur van de EU-registerrekeningen waarop de stopgezette transactie betrekking heeft, in kennis wordt gesteld door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EU-register de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis stelt dat het proces werd stopgezet.

Artikel 102

Opsporing van discrepanties in het EU-register en de nationale PK-registers

1.   De centrale administrateur en de lidstaten zorgen ervoor dat het EU-register en elk ander PK-register controle-invoercodes en controleresponscodes bevatten om een correcte interpretatie van de tijdens elk proces uitgewisselde gegevens te garanderen. De controlecodes houden rekening met de codes in de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

2.   De centrale administrateur zorgt er voor dat vóór en tijdens de uitvoering van alle processen het EU-register passende geautomatiseerde controles verricht, om ervoor te zorgen dat discrepanties worden opgespoord en onjuiste processen worden stopgezet voordat het EUTL geautomatiseerde controles uitvoert.

Artikel 103

Afstemming - opsporing van afwijkingen door het EUTL

1.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL periodiek een afstemming initieert om te garanderen dat de in het EUTL opgeslagen gegevens met betrekking tot rekeningen, tegoeden van Kyoto-eenheden en emissierechten overeenstemmen met de in het EU-register opgeslagen gegevens met betrekking tot deze tegoeden. De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL alle processen registreert.

2.   Als het EUTL bij het in lid 1 bedoelde afstemmingsproces een afwijking vaststelt, waarbij de gegevens met betrekking tot rekeningen, tegoeden van Kyoto-eenheden en emissierechten die door het EU-register in het kader van het periodieke afstemmingsproces worden verstrekt, verschillen van de gegevens die zijn opgeslagen in het EUTL, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het EUTL alle verdere processen met de rekeningen, emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de afwijking betrekking heeft, verhindert. De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL de centrale administrateur en de administrateurs van de betrokken rekeningen onmiddellijk in kennis stelt van eventuele afwijkingen.

Artikel 104

Definitieve afronding van processen

1.   Alle overeenkomstig artikel 7, lid 1, aan het ITL meegedeelde transacties zijn definitief wanneer het ITL het EUTL meedeelt het proces te hebben afgewikkeld.

2.   Alle overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan het EUTL meegedeelde transacties en andere processen zijn definitief wanneer het EUTL het EU-register meedeelt de processen te hebben afgewikkeld. De centrale administrateur zorgt ervoor dat het EUTL automatisch de afwikkeling van een transactie of proces afbreekt als die/dat niet binnen 24 uur na de mededeling ervan kan worden afgewikkeld.

3.   Het in artikel 103, lid 1, bedoelde afstemmingsproces is definitief wanneer alle afwijkingen tussen de voor een bepaalde datum en een bepaald tijdstip in het EU-register en in het EUTL opgeslagen gegevens zijn opgelost, en het afstemmingsproces met succes opnieuw is geïnitieerd en afgewikkeld.

Deel 4

Specificaties en beheer van nieuwe versies of releases

Artikel 105

Technische en gegevensuitwisselingsspecificaties

1.   De Commissie verstrekt de nationale administrateurs de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties die noodzakelijk zijn voor de uitwisseling van gegevens tussen de registers en de transactielogboeken, met inbegrip van de identificatiecodes, de geautomatiseerde controles, de responscodes en de vereisten inzake gegevensopslag, alsook de testprocedures en veiligheidsvoorschriften die vereist zijn om de gegevensuitwisseling te starten.

2.   De technische en gegevensuitwisselingsspecificaties worden in overleg met de werkgroep van administrateurs van het Comité klimaatverandering opgesteld en stroken met de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1.

Artikel 106

Beheer van nieuwe versies of releases

Als een nieuwe versie of release van de software van het EU-register vereist is, zorgt de centrale administrateur ervoor dat de testprocedures die in de in artikel 105 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties zijn omschreven, worden afgerond voordat een communicatieverbinding tot stand wordt gebracht en geactiveerd tussen de nieuwe versie of release van die software en het EUTL of het ITL.

HOOFDSTUK 2

Opgeslagen gegevens, rapportage, vertrouwelijkheid en vergoedingen

Artikel 107

Verwerking van informatie en persoonsgegevens

1.   De centrale administrateur en de lidstaten zien erop toe dat het EU-register, het EUTL en de andere PK-registers slechts gegevens opslaan en verwerken over de rekeningen, rekeninghouders en vertegenwoordigers van rekeningen zoals aangegeven in tabel III-I van bijlage III, tabellen VI-I en VI-II van bijlage VI, tabel VII-I van bijlage VII, en tabel VIII-I van bijlage VIII.

2.   In het EU-register, het EUTL of de andere PK-registers worden geen bijzondere categorieën van gegevens als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 95/46/EG en artikel 10 van Verordening (EG) nr. 45/2001 opgeslagen.

3.   De centrale administrateur en de lidstaten zien erop toe dat alleen persoonsgegevens die verband houden met de overdracht van Kyoto-eenheden naar het ITL worden overgedragen.

Artikel 108

Opgeslagen gegevens

1.   De centrale administrateur ziet erop toe dat het EU-register gegevens over alle processen, loggegevens en rekeninghouders opslaat en tot vijf jaar na afsluiting van een rekening bewaart.

De centrale administrateur en de lidstaten zien erop toe dat het EU-register en de andere PK-registers gegevens over alle relevante PK-processen, loggegevens en rekeninghouders van de PK-rekeningen opslaan en tot 15 jaar na de afsluiting van de rekening bewaren, of, als dat later is, totdat elke uitvoeringskwestie die zich met betrekking daartoe voordoet in het kader van de UNFCC-instanties is opgelost.

2.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat de nationale administrateurs toegang hebben tot alle gegevens die in het EU-register over de door hen beheerde rekeningen zijn opgeslagen, en dat zij deze gegevens kunnen raadplegen en exporteren.

Artikel 109

Rapportage

1.   De centrale administrateur stelt de in bijlage XIV genoemde informatie op een transparante en georganiseerde wijze via de website van het EUTL ter beschikking aan de in bijlage XIV vermelde ontvangers. De centrale administrateur onderneemt alle redelijke stappen om de in bijlage XIV bedoelde informatie met de in bijlage XIV vermelde frequentie ter beschikking te stellen. De centrale administrateur geeft geen andere in het EUTL of in het EU-register bewaarde informatie vrij tenzij dit krachtens artikel 110 is toegestaan.

2.   Nationale administrateurs kunnen ook het gedeelte van de in bijlage XIV bedoelde informatie waartoe zij overeenkomstig artikel 110 toegang hebben, met de in die bijlage bepaalde frequentie op een transparante en georganiseerde wijze ter beschikking stellen van de in die bijlage vermelde ontvangers op een site die via het internet openbaar toegankelijk is. Nationale administrateurs geven geen andere in het EU-register bewaarde informatie vrij tenzij dit krachtens artikel 110 is toegestaan.

Artikel 110

Vertrouwelijkheid

1.   De gegevens, met inbegrip van de tegoeden van alle rekeningen, alle verrichte transacties, de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten en de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden die worden aangehouden of bij een transactie zijn betrokken, die in het EUTL, het EU-register of elk ander PK-register zijn opgeslagen, worden als vertrouwelijk beschouwd, tenzij anders is voorgeschreven in de EU-wetgeving of nationale rechtsvoorschriften waarmee een rechtmatig, met deze verordening verenigbaar doel wordt nagestreefd en die evenredig zijn.

2.   De centrale administrateur of een nationale administrateur mag in het EU-register en het EUTL opgeslagen gegevens aan de volgende entiteiten verstrekken:

a)

de rechtshandhavingsautoriteiten en de belastingdiensten van een lidstaat,

b)

het Europees Bureau voor fraudebestrijding van de Europese Commissie,

c)

De Europese Rekenkamer,

d)

Eurojust,

e)

de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 11 van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad (20) en artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2005/60/EG,

f)

de bevoegde nationale toezichtsinstanties,

g)

de nationale administrateurs van de lidstaten en de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG.

3.   Gegevens kunnen worden verstrekt aan de in lid 2 genoemde entiteiten die daartoe een verzoek indienen bij de centrale administrateur of een nationale administrateur indien dergelijke verzoeken gerechtvaardigd en noodzakelijk zijn met het oog op onderzoek, opsporing, vervolging, administratie of inning van belastingen, het uitvoeren van audits en financieel toezicht met betrekking tot fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme, andere ernstige strafbare feiten, marktmanipulatie waartoe de rekeningen in het EU-register of de PK-registers kunnen worden aangewend of schendingen van het EU-recht of nationale wetgeving die de werking van de EU-regeling voor de emissiehandel waarborgt.

4.   Een entiteit die overeenkomstig lid 3 gegevens ontvangt, zorgt ervoor dat de ontvangen gegevens uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden die zijn vermeld in het overeenkomstig lid 3 ingediende verzoek en niet opzettelijk of per ongeluk beschikbaar worden gesteld aan personen die niets te maken hebben met het beoogde doel van het gegevensgebruik. Deze bepaling laat onverlet dat deze entiteiten de gegevens beschikbaar mogen stellen aan andere in lid 2 genoemde entiteiten indien dat noodzakelijk is voor de doeleinden die zijn vermeld in het overeenkomstig lid 3 ingediende verzoek.

5.   De centrale administrateur kan de entiteiten bedoeld in lid 2 desgevraagd toegang geven tot transactiegegevens die niet de mogelijkheid bieden om specifieke personen te identificeren, met het oog op het opsporen van verdachte transactiepatronen. Entiteiten met een dergelijke toegang kunnen andere in lid 2 genoemde entiteiten van verdachte transactiepatronen in kennis stellen.

6.   Europol krijgt, met het oog op de uitvoering van zijn taken overeenkomstig Besluit 2009/371/JBZ van de Raad (21), permanente read-only-toegang tot de gegevens die in het EU-register en het EUTL zijn opgeslagen. Europol houdt de Commissie op de hoogte van het gebruik dat het van de gegevens maakt.

7.   Nationale administrateurs maken op beveiligde wijze aan alle andere nationale administrateurs en de centrale administrateur de naam en identiteit bekend van personen voor wie zij overeenkomstig artikel 22, lid 2, onder a), b) en c), geweigerd hebben een rekening te openen of die zij overeenkomstig artikel 24, lid 5, onder a) en b), geweigerd hebben als gemachtigde vertegenwoordiger of aanvullende gemachtigde vertegenwoordiger aan te wijzen, alsmede de naam en identiteit van de rekeninghouder, de gemachtigde vertegenwoordiger of de aanvullende gemachtigde vertegenwoordiger van rekeningen waartoe de toegang overeenkomstig artikel 34 is geschorst of van rekeningen die overeenkomstig artikel 33 zijn gesloten. De nationale administrateurs stellen de betrokken personen op de hoogte.

8.   De nationale administrateurs kunnen ertoe besluiten de nationale rechtshandhavingsautoriteiten en de belastingdiensten in kennis te stellen van alle transacties die een groter aantal eenheden behelzen dan het door de nationale administrateur vastgestelde aantal, en van de rekeningen waarop binnen een bepaalde periode een groter aantal transacties plaatsvindt dan het door de nationale administrateur vastgestelde aantal.

9.   Het EUTL, het EU-register noch de andere PK-registers verlangen van rekeninghouders dat zij prijsinformatie met betrekking tot emissierechten of Kyoto-eenheden overleggen.

10.   De overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1031/2010 aangewezen veilingtoezichthouder heeft toegang tot alle informatie betreffende de rekening voor de levering van geveilde emissierechten in het EU-register.

Artikel 111

Vergoedingen

1.   De centrale administrateur rekent de houders van rekeningen in het EU-register geen vergoeding aan.

2.   De nationale administrateurs kunnen de houders van rekeningen die door hen worden beheerd, een redelijke vergoeding aanrekenen.

3.   De nationale administrateurs stellen de centrale administrateur binnen 10 werkdagen in kennis van de aangerekende vergoedingen en van eventuele wijzigingen in de vergoedingen. De centrale administrateur maakt de vergoedingen bekend op een openbare website.

Artikel 112

Onderbreking van de functionering

De centrale administrateur zorgt ervoor dat onderbrekingen in de functionering van het EU-register tot een minimum worden beperkt door alle redelijke stappen te ondernemen om de beschikbaarheid en de veiligheid van het EU-register en het EUTL te garanderen en door robuuste systemen en procedures op te zetten voor de bescherming van alle informatie.

TITEL IV

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 113

Uitvoering

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om deze verordening ten uitvoer te leggen, en met name opdat de nationale administrateurs voldoen aan hun verplichtingen om de verstrekte gegevens te controleren en te toetsen overeenkomstig artikel 22, lid 1, artikel 24, lid 4, en artikel 25, lid 4.

Artikel 114

Verder gebruik van de rekeningen

De in hoofdstuk 3 van titel I van deze verordening omschreven rekeningen die op grond van Verordening (EU) nr. 920/2010 zijn geopend of worden gebruikt, blijven in gebruik met het oog op de toepassing van deze verordening.

Handelsplatformrekeningen die op grond van Verordening (EU) nr. 920/2010 zijn geopend, blijven met het oog op de toepassing van deze verordening in gebruik als externhandelsplatformrekening.

Artikel 115

Vankrachtwording van gebruiksbeperkingen

De centrale administrateur verstrekt de nationale administrateurs een lijst van de ETS-rekeningen waarop internationale kredieten staan die uit hoofde van overeenkomstig artikel 11 bis, lid 9, van Richtlijn 2003/87/EG genomen maatregelen na de bij die maatregelen vastgestelde datums niet kunnen worden gebruikt. De nationale administrateurs vragen rekeninghouders op basis van die lijst een PK-rekening aan te geven waarop dergelijke internationale kredieten moeten worden overgedragen.

Als de rekeninghouder niet binnen 40 werkdagen op het verzoek van de administrateur heeft gereageerd, draagt de administrateur de internationale kredieten over naar een nationale PK-rekening.

Artikel 116

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 920/2010

Verordening (EU) nr. 920/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

de artikelen 3 tot en met 28 worden geschrapt;

2)

artikel 32 wordt vervangen door:

‧Artikel 32

Uitgesloten vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

1.   Indien binnen de termijn als bedoeld in artikel 12, lid 2 bis, van Richtlijn 2003/87/EG voor de inlevering van emissierechten een geverifieerde emissiewaarde van 0 in het EU-register wordt ingevoerd voor een vliegtuigexploitant voor het voorgaande jaar overeenkomstig artikel 29, zet het EU-register de bijbehorende vliegtuigexploitanttegoedrekening in de status "uitgesloten".

2.   Het EU-register zet de rekening in de status "open" wanneer de geverifieerde emissiewaarde voor het jaar voorafgaand aan het lopende jaar niet 0 is.‧

3)

in artikel 41 wordt lid 4 vervangen door:

‧4.   Wanneer een uitgesloten vliegtuigexploitanttegoedrekening overeenkomstig lid 1 geen emissierechten ontvangt, dan worden deze emissierechten niet op de rekening gecreëerd mocht deze vervolgens de status "open" krijgen.‧

4)

artikel 57 wordt vervangen door:

‧Artikel 57

Sparen naar een volgende periode

Binnen tien werkdagen na de afsluiting van de in artikel 56 bedoelde aanzuiveringstransacties, schrijft het EU-register de hoofdstuk II-emissierechten die op gebruikersrekeningen in het EU-register staan en in de periode 2008-2012 geldig zijn, af en schrijft het op dezelfde rekeningen een even groot aantal hoofdstuk II-emissierechten die voor de periode 2013-2020 geldig zijn, bij, en schrijft het hoofdstuk III-emissierechten die op gebruikersrekeningen in het EU-register staan en in de periode 2008-2012 geldig zijn, af en schrijft het op dezelfde rekeningen een even groot aantal hoofdstuk III-emissierechten die voor de periode 2013-2020 geldig zijn, bij.‧

5)

in artikel 52 wordt lid 4 vervangen door:

‧4.   De centrale administrateur brengt een hoeveelheid in mindering op de in het EUTL geregistreerde minimale gedeponeerde hoeveelheid nadat de aanzuiveringstransacties overeenkomstig artikel 56 hebben plaatsgevonden. De mindering is gelijk aan het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten dat is ingeleverd door de exploitanttegoedrekeningen die voor de periode 2008-12 door de nationale administrateur van de lidstaat worden beheerd; plus de aanzuiveringswaarde die overeenkomstig artikel 56, lid 3, is berekend.‧

6)

de artikelen 59 tot en met 79 worden geschrapt.

Artikel 117

Intrekking

Verordening (EU) nr. 1193/2011 wordt ingetrokken.

Verordening (EU) nr. 920/2010 wordt ingetrokken met ingang van 1 oktober 2013.

Artikel 118

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 mei 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.

(3)  PB L 140 van 5.6.2009; blz. 136.

(4)  PB L 270 van 14.10.2010, blz. 1.

(5)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63.

(6)  PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1.

(7)  PB L 315 van 29.11.2011, blz. 1.

(8)  PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1.

(9)  PB L 316 van 16.11.2006, blz. 12.

(10)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(11)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(12)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(13)  PB L 270 van 14.10.2010, blz. 1.

(14)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(15)  PB L 181 van 12.7.2012, blz. 1.

(16)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

(17)  PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39.

(18)  PB L 87 van 31.3.2009, blz. 109.

(19)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63.

(20)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

(21)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.


BIJLAGE I

Tabel I-I

Typen rekeningen en typen eenheden die op de verschillende typen rekening kunnen staan (artikel 9)

Naam type rekening

Rekeninghouder

Administrateur van de rekening

Aantal rekeningen van dit type

Andere dan Kyoto-eenheden

Kyoto-eenheden

Emissierechten

AEA's

AAU’s

CER's

ERU's

lCER's / tCER's

RMU's/ ERU's uit RMU's

Algemene emissierechten

Luchtvaartemissierechten

I.   

ETS-beheerdersrekeningen in het EU-register

EU-rekening voor de totale hoeveelheid emissierechten

EU

centrale administrateur

1

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-rekening voor de totale hoeveelheid luchtvaartemissierechten

EU

centrale administrateur

1

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-veilingrekening

EU

centrale administrateur

1

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-toewijzingsrekening

EU

centrale administrateur

1

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-rekening voor de nieuwkomersreserve

EU

centrale administrateur

1

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-luchtvaartveilingrekening

EU

centrale administrateur

1

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-rekening voor de bijzondere reserve

EU

centrale administrateur

1

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-luchtvaarttoewijzingsrekening

EU

centrale administrateur

1

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten

EU

centrale administrateur

1

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Rekening voor de levering van geveilde emissierechten

Veiler, veilingplatform, clearingsysteem of afwikkelingssysteem

nationale administrateur die de rekening heeft geopend

één of meer voor elk veilingplatform

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

EU-internationaalkredietrekening

EU

centrale administrateur

2

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

EU-kredietuitwisselingsrekening

EU

centrale administrateur

2

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

II.   

ETS-tegoedrekeningen in het EU-register

Exploitanttegoedrekening

Exploitant

nationale administrateur van de lidstaat waar de installatie zich bevindt

één voor elke installatie

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

Vliegtuigexploitanttegoedrekening

Vliegtuigexploitant

nationale administrateur van de lidstaat die de vliegtuigexploitant administreert

één voor elke vliegtuigexploitant

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

Persoonstegoedrekening

Persoon

nationale administrateur of centrale administrateur die de rekening heeft geopend

als goedgekeurd

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

Nationale tegoedrekening

Lidstaat

nationale administrateur van de lidstaat die houder is van de rekening

één of meer voor elke lidstaat

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

III.   

ETS-handelsrekeningen in het EU-register

Handelsrekening

Persoon

nationale administrateur of centrale administrateur die de rekening heeft geopend

als goedgekeurd

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja  (2)

Ja  (2)

Nee

Nee

IV.   

Andere ETS-rekeningen in het EU-register

Externhandelsplatformrekening

Extern handelsplatform

nationale administrateur die de rekening heeft geopend

één per lidstaat voor elk extern handelsplatform

Dit type rekening bevat geen enkele eenheid.

Verificateursrekening

Verificateur

nationale administrateur die de rekening heeft geopend

één per lidstaat voor elke verificateur

Dit type rekening bevat geen enkele eenheid.

Nationale administratieve platformrekening

Lidstaat

centrale administrateur

maximaal één per lidstaat

Dit type rekening bevat geen enkele eenheid.

V.   

PK-rekeningen in het geconsolideerd systeem van Europese registers

Partijtegoedrekening

Partij bij het Protocol van Kyoto

PK-registeradministrateur (in het EU-register: de centrale administrateur)

minstens 1

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Annuleringsrekening

1

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Afboekingsrekening

1

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

ETS-AAU-depotrekening

1

Nee

Nee

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

tCER-vervangingsrekening

EU

centrale administrateur

1

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

lCER-vervangingsrekening

EU

centrale administrateur

1

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Persoonstegoedrekening (3)

Persoon

nationale administrateur of centrale administrateur die de rekening heeft geopend

1

Nee

Nee

Nee

per lidstaat (1)

per lidstaat (1)

per lidstaat (1)

per lidstaat (1)

per lidstaat (1)

VI.   

Rekeningen voor boekhoudkundige transacties overeenkomstig Titel 4

EU-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's

EU

Centrale administrateur

1

Nee

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

ESD-afschrijvingsrekening

EU

Centrale administrateur

1

Nee

Nee

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

ESD-nalevingsrekening

Lidstaat

centrale administrateur

1 voor elk van de 8 nalevingsjaren voor elke lidstaat

Nee

Nee

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

Nee


(1)  de nationale administrateur van de lidstaat mag beslissen of dit type eenheid op dit type rekening kan staan.

(2)  met uitzondering van eenheden die niet voor gebruik in aanmerking komen krachtens de artikelen 11 bis en 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG, artikel 58 van deze verordening en eventuele maatregelen die op grond van artikel 11 bis, lid 9, van Richtlijn 2003/87/EG zijn genomen.

(3)  PK-exploitanttegoedrekeningen die vóór de consolidatie als bedoeld in artikel 8, lid 4, in nationale PK-registers bestonden, kunnen dezelfde typen eenheden bevatten.


BIJLAGE II

Voorwaarden (artikel 11)

Betaling van vergoedingen

1.

De voorwaarden betreffende door het register in rekening gebrachte vergoedingen voor het creëren en bijhouden van rekeningen.

Wijziging van de basisvoorwaarden

2.

Aanpassing van de basisvoorwaarden om rekening te houden met wijzigingen in deze verordening of in de nationale wetgeving.

Geschillenbeslechting

3.

Bepalingen met betrekking tot geschillen tussen rekeninghouders en de keuze van gerechtelijke instantie voor de nationale administrateur.

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

4.

De beperking van de aansprakelijkheid van de nationale administrateur.

5.

De beperking van de aansprakelijkheid van de rekeninghouder.


BIJLAGE III

Te verstrekken informatie bij aanvragen voor het openen van een rekening (artikelen 13, 14 en 19)

1.

De in tabel III-I vermelde informatie.

Tabel III-I

Rekeninggegevens voor alle rekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Item nr.

Rekeninggegevens

Verplicht (V) of facultatief (F)?

Type

Kunnen deze gegevens worden bijgewerkt?

Is voor bijwerking de goedkeuring van de administrateur nodig?

Worden de gegevens op de openbare website van het EUTL weergegeven?

1

ID rekening (toegekend door het EU-register)

V

Vastgesteld

Nee

n.v.t.

Nee

2

Type rekening

V

Keuze

Nee

n.v.t.

Ja

3

Verbintenisperiode

V

Keuze

Nee

n.v.t.

Ja

4

ID van rekeninghouder (toegekend door het EU-register)

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

5

Naam rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

6

Rekeningidentificatiecode (gekozen door de rekeninghouder)

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

7

Adres rekeninghouder: land

V

Keuze

Ja

Ja

Ja

8

Adres rekeninghouder: regio of deelstaat

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

9

Adres rekeninghouder: plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

10

Adres rekeninghouder: postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

11

Adres rekeninghouder: regel 1

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

12

Adres rekeninghouder: regel 2

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

13

Registratienummer van het bedrijf van de rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

14

Telefoonnummer 1 van de rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

15

Telefoonnummer 2 van de rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

16

E-mailadres van de rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

17

Geboortedatum (voor natuurlijke personen)

V voor natuurlijke personen

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

18

Geboorteplaats (voor natuurlijke personen)

V voor natuurlijke personen

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

19

Geboorteland

F

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

20

Type identiteitsbewijs (voor natuurlijke personen)

V

Keuze

Ja

Ja

Nee

21

Nummer identiteitsbewijs (voor natuurlijke personen)

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

22

Vervaldatum identiteitsbewijs

F

Vrij

Ja

Ja

Nee

23

Btw-registratienummer met landcode

V indien toegewezen

Vrij

Ja

Ja

Nee

24

Datum opening rekening

V

Vastgesteld

Nee

n.v.t.

Ja

25

Datum afsluiting rekening

F

Vastgesteld

Ja

Ja

Ja

2.

De rekeningidentificatiecode moet uniek zijn in het registersysteem.


BIJLAGE IV

Informatie die moet worden verstrekt om rekeningen voor de levering van geveilde emissierechten, persoonstegoedrekeningen, handelsrekeningen of externhandelsplatformrekeningen te kunnen openen (artikelen 15, 18 en 20)

1.

De in tabel III-I van bijlage III vermelde informatie. (De rekening-ID en de alfanumerieke identificatiecode zijn uniek in het registersysteem.)

2.

Bewijs dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, een open bankrekening heeft in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

3.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de natuurlijke persoon die de opening van de rekening aanvraagt; een kopie van een van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een paspoort.

4.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de rekeninghouder (natuurlijke persoon); een kopie van een van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het krachtens punt 3 overgelegde identiteitsbewijs als daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

b)

enig ander door de overheid afgegeven identiteitsbewijs waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

c)

als het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsbewijzen verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de betrokken persoon wordt bevestigd;

d)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de persoon op wiens naam het document staat.

5.

De volgende documenten als de opening van een rekening wordt aangevraagd door een rechtspersoon:

a)

een kopie van de oprichtingsakten van de rechtspersoon en een kopie van een document waaruit blijkt dat de rechtspersoon is geregistreerd;

b)

bankrekeninggegevens;

c)

een bevestiging van inschrijving in het btw-register;

d)

informatie over de uiteindelijke gerechtigde van de rechtspersoon als gedefinieerd in Richtlijn 2005/60/EG, met inbegrip van het type eigendom of controle die deze uitoefent;

e)

de lijst van de directeuren;

f)

een kopie van het jaarverslag of van de meest recente gecontroleerde financiële overzichten, of als geen gecontroleerde financiële overzichten voorhanden zijn, een kopie van de door het belastingkantoor of de financiële directeur geviseerde financiële overzichten.

6.

Bewijsstukken ter staving van het vestigingsadres van de rekeninghouder (rechtspersoon), als dit niet duidelijk valt op te maken uit het overeenkomstig punt 5 overgelegde document.

7.

Een uittreksel uit het strafregister van de natuurlijke persoon die de opening van een rekening aanvraagt of, als het om een rechtspersoon gaat, van de directeuren daarvan.

8.

De kopieën van documenten die krachtens deze bijlage als bewijs worden overgelegd, moeten door een notaris of een andere soortgelijke, door de nationale administrateur aangewezen persoon voor eensluidend worden gewaarmerkt. Voor documenten die zijn afgegeven buiten de lidstaat die om een kopie verzoekt, moet de kopie worden gewettigd. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór het gebruik ervan zijn gewaarmerkt of gewettigd.

9.

De administrateur van de rekening kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de administrateur wordt vastgesteld.

10.

In plaats van om papieren documenten te verzoeken, kan de administrateur van de rekening met behulp van elektronische mechanismen de overeenkomstig deze bijlage over te leggen bewijsstukken controleren.


BIJLAGE V

Aanvullende informatie die moet worden verstrekt om een verificateursrekening te kunnen openen (artikel 21)

1.

Een document waaruit blijkt dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, als verificateur is geaccrediteerd overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2003/87/EG.


BIJLAGE VI

Informatie die moet worden verstrekt om een exploitanttegoedrekening te kunnen openen (artikel 16)

1.

De in tabel III-I van bijlage III vermelde informatie.

2.

Op grond van de overeenkomstig tabel III-I van bijlage III verstrekte gegevens wordt de exploitant van de installatie tot rekeninghouder aangewezen. De naam van de rekeninghouder moet identiek zijn aan de naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van de desbetreffende broeikasgasemissievergunning.

3.

De in tabel VI-I en VI-II van deze bijlage vermelde informatie.

Tabel VI-I

Rekeninggegevens voor exploitanttegoedrekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Item nr.

Rekeninggegevens

Verplicht (V) of facultatief (F)?

Type

Kunnen deze gegevens worden bijgewerkt?

Is voor bijwerking de goedkeuring van de administrateur nodig?

Worden de gegevens op de openbare website van het EUTL weergegeven?

1

ID installatie

V

Vastgesteld

Nee

Ja

2

ID vergunning

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

3

Datum inwerkingtreding vergunning

V

Vrij

Nee

Ja

4

Vervaldatum vergunning

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

5

Naam van de installatie

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

6

Activiteitstype installatie

V

Keuze

Ja

Ja

Ja

7

Adres installatie: land

V

Vastgesteld

Ja

Ja

Ja

8

Adres installatie: regio of deelstaat

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

9

Adres installatie: plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

10

Adres installatie: postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

11

Adres installatie: regel 1

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

12

Adres installatie: regel 2

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

13

Telefoon 1 installatie

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

14

Telefoon 2 installatie

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

15

E-mailadres installatie

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

16

Moederonderneming

F

Vrij

Ja

Nee

Ja

17

Dochteronderneming

F

Vrij

Ja

Nee

Ja

18

EPRTR-identificatienummer

V indien toegewezen

Vrij

Ja

Nee

Ja

19

Breedtegraad

F

Vrij

Ja

Nee

Ja

20

Lengtegraad

F

Vrij

Ja

Nee

Ja

Tabel VI-II

Gegevens van de contactpersoon van de installatie

 

A

B

C

D

E

F

Item nr.

Rekeninggegevens

Verplicht (V) of facultatief (F)?

Type

Kunnen deze gegevens worden bijgewerkt?

Is voor bijwerking de goedkeuring van de administrateur nodig?

Worden de gegevens op de openbare website van het EUTL weergegeven?

1

Verificateur

F

Keuze

Ja

Nee

Nee

 

Naam van de onderneming

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

 

Bedrijfsafdeling

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

2

Contactpersoon binnen lidstaat: voornaam

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

3

Contactpersoon binnen lidstaat: achternaam

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

4

Adres contactpersoon: land

F

Vastgesteld

Ja

Nee

Nee

5

Adres contactpersoon: regio of deelstaat

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

6

Adres contactpersoon: plaats

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

7

Adres contactpersoon: postcode

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

8

Adres contactpersoon: regel 1

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

9

Adres contactpersoon: regel 2

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

10

Telefoonnr. 1 contactpersoon

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

11

Telefoonnr. 2 contactpersoon

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

12

E-mailadres contactpersoon

F

Vrij

Ja

Nee

Nee


BIJLAGE VII

Informatie die moet worden verstrekt om een vliegtuigexploitanttegoedrekening te kunnen openen (artikel 17)

1.

De in tabel III-I van bijlage III en tabel VII-I van bijlage VII vermelde informatie.

2.

Op grond van de overeenkomstig tabel III-I verstrekte gegevens wordt de vliegtuigexploitant als rekeninghouder aangewezen. De voor de rekeninghouder geregistreerde naam moet identiek zijn aan de naam in het monitoringplan. Als de naam in het monitoringplan verouderd is, wordt de naam in het handelsregister of de naam waarvan Eurocontrol zich bedient, gebruikt.

Tabel VII-I

Rekeninggegevens voor vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Item nr.

Rekeninggegevens

Verplicht (V) of facultatief (F)?

Type

Kunnen deze gegevens worden bijgewerkt?

Is voor bijwerking de goedkeuring van de administrateur nodig?

Worden de gegevens op de openbare website van het EUTL weergegeven?

1

ID vliegtuigexploitant (toegekend door het EU-register)

V

Vrij

Nee

Ja

2

Unieke code op grond van Verordening (EG) nr. 748/2009 van de Commissie

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

3

Roepnaam (ICAO-aanduiding)

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

4

ID monitoringplan

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

5

Monitoringplan: eerste jaar van toepassing

V

Vrij

Nee

Ja

6

Monitoringplan: vervaljaar

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

3.

De roepnaam is de aanduiding van de ICAO (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie) in vak 7 van het vluchtplan of, bij ontbreken daarvan, de registratiemarkering van het vliegtuig.


BIJLAGE VIII

Aan de administrateur van de rekening te verstrekken informatie over gemachtigde vertegenwoordigers en toegevoegde gemachtigde vertegenwoordigers (artikel 24)

1.

De in tabel VIII-I van bijlage VIII vermelde informatie.

Tabel VIII-I

Gegevens van gemachtigde vertegenwoordigers

 

A

B

C

D

E

F

Item nr.

Rekeninggegevens

Verplicht (V) of facultatief (F)?

Type

Kunnen deze gegevens worden bijgewerkt?

Is voor bijwerking de goedkeuring van de administrateur nodig?

Worden de gegevens op de openbare website van het EUTL weergegeven?

1

ID persoon

V

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

2

Type vertegenwoordiger van een rekening

V

Keuze

Ja

Nee

Nee

3

Voornaam

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

4

Achternaam

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

5

Titel

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

6

Functie

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

 

Naam van de onderneming

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

 

Bedrijfsafdeling

F

Vrij

Ja

Nee

Nee

7

Land

V

Vastgesteld

Nee

n.v.t.

Nee

8

Regio of deelstaat

F

Vrij

Ja

Ja

Nee

9

Plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

10

Postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

11

Adres - regel 1

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

12

Adres - regel 2

F

Vrij

Ja

Ja

Nee

13

Telefoon 1

V

Vrij

Ja

Nee

Nee

14

Mobiele telefoon

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

15

E-mailadres

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

16

Geboortedatum

V

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

17

Geboorteplaats

V

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

18

Geboorteland

V

Vrij

Nee

n.v.t.

Nee

19

Type identiteitsbewijs

V

Keuze

Ja

Ja

Nee

20

Nummer van het identiteitsbewijs

V

Vrij

Ja

Ja

Nee

21

Vervaldatum van het identiteitsbewijs

F

Vrij

Ja

Ja

Nee

22

Voorkeurstaal

F

Keuze

Ja

Nee

Nee

23

Vertrouwelijkheidsniveau

F

Keuze

Ja

Nee

Nee

24

Rechten als toegevoegde vertegenwoordiger van de rekening

V

Meerkeuze

Ja

Ja

Nee

2.

Een ondertekende verklaring van de rekeninghouder waarin hij aangeeft dat hij een bepaalde persoon als gemachtigde vertegenwoordiger of toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger wil voordragen, waarin bevestigd wordt dat de gemachtigde vertegenwoordiger het recht heeft namens de rekeninghouder transacties te initiëren of dat de toegevoegde gemachtigde vertegenwoordiger het recht heeft namens de rekeninghouder transacties goed te keuren en waarin eventuele beperkingen aan die rechten worden aangegeven.

3.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de voorgedragen persoon; een kopie van een van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een paspoort.

4.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon; een kopie van een van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

c)

het krachtens punt 3 overgelegde identiteitsbewijs als daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

d)

enig ander door de overheid afgegeven identiteitsbewijs waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

e)

als het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsbewijzen verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de betrokken persoon wordt bevestigd;

f)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de persoon op wiens naam het document staat.

5.

Een uittreksel uit het strafregister van de voorgedragen persoon.

6.

De kopieën van documenten die krachtens deze bijlage als bewijs worden overgelegd, moeten door een notaris of een andere soortgelijke, door de nationale administrateur aangewezen persoon voor eensluidend worden gewaarmerkt. Voor documenten die zijn afgegeven buiten de lidstaat die om een kopie verzoekt, moet de kopie worden gewettigd. De kopieën mogen hoogstens drie maanden vóór het gebruik ervan zijn gewaarmerkt of gewettigd.

7.

De administrateur van de rekening kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de nationale administrateur wordt vastgesteld.

8.

In plaats van om papieren documenten te verzoeken, kan de administrateur van de rekening met behulp van elektronische mechanismen de overeenkomstig deze bijlage over te leggen bewijsstukken controleren.


BIJLAGE IX

Formaten voor het verstrekken van jaarlijkse emissiegegevens (artikel 35)

1.

De emissiegegevens voor exploitanten moeten de in tabel IX-I vermelde informatie bevatten, met inachtneming van het elektronische formaat voor het verstrekken van emissiegegevens zoals beschreven in de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties als bedoeld in artikel 105.

Tabel IX-I

Emissiegegevens voor exploitanten

1

ID installatie of vliegtuigexploitant:

 

2

Verslagjaar

 

Broeikasgasemissies

 

in ton

in ton CO2-eq.

3

CO2-emissies

 

 

4

N2O-emissies

 

 

5

PFK-emissies

 

 

6

Totale emissies

Formula


BIJLAGE X

Nationale toewijzingstabel voor de periode 2013-2020 (artikel 51)

Rij nr.

 

Hoeveelheid kosteloos toegewezen algemene emissierechten

 

Op grond van artikel 10 bis, lid 7, van Richtlijn 2003/87/EG

Op grond van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG (overdraagbaar)

Op grond van een andere bepaling van Richtlijn 2003/87/EG

Totaal

 

1

Landcode van de lidstaat

 

 

 

 

Handmatige invoer

2

 

ID installatie

 

 

 

 

Handmatige invoer

3

 

Toe te wijzen hoeveelheid:

 

 

 

 

 

4

 

 

in het jaar 2013

 

 

 

 

Handmatige invoer

5

 

 

in het jaar 2014

 

 

 

 

Handmatige invoer

6

 

 

in het jaar 2015

 

 

 

 

Handmatige invoer

7

 

 

in het jaar 2016

 

 

 

 

Handmatige invoer

8

 

 

in het jaar 2017

 

 

 

 

Handmatige invoer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

 

in het jaar 2018

 

 

 

 

Handmatige invoer

10

 

 

in het jaar 2019

 

 

 

 

Handmatige invoer

11

 

 

in het jaar 2020

 

 

 

 

Handmatige invoer

Rijen 2 tot en met 11 worden voor elke installatie herhaald.


BIJLAGE XI

Nationale luchtvaarttoewijzingstabel voor de periode 2013-2020 (artikel 54)

Rij nr.

 

Hoeveelheid kosteloos toegewezen luchtvaartemissierechten

 

Op grond van artikel 3 sexies van Richtlijn 2003/87/EG

Op grond van artikel 3 septies van Richtlijn 2003/87/EG

Totaal

 

1

Landcode van de lidstaat

 

 

 

Handmatige invoer

2

 

ID vliegtuigexploitant

 

 

 

Handmatige invoer

3

 

Toe te wijzen hoeveelheid

 

 

 

 

4

 

 

in het jaar 2013

 

 

 

Handmatige invoer

5

 

 

in het jaar 2014

 

 

 

Handmatige invoer

6

 

 

in het jaar 2015

 

 

 

Handmatige invoer

7

 

 

in het jaar 2016

 

 

 

Handmatige invoer

8

 

 

in het jaar 2017

 

 

 

Handmatige invoer

9

 

 

in het jaar 2018

 

 

 

Handmatige invoer

10

 

 

in het jaar 2019

 

 

 

Handmatige invoer

11

 

 

in het jaar 2020

 

 

 

Handmatige invoer

Rijen 2 tot en met 11 worden voor elke vliegtuigexploitant herhaald.


BIJLAGE XII

Nationale internationaalkredietrechttabel voor de periode 2008-2020 (artikel 59)

Rij nr.

 

Internationaalkredietrecht

 

Op grond van artikel 11 bis, lid 8, derde alinea, van Richtlijn 2003/87/EG

Op grond van een andere bepaling van artikel 11 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG

Totaal

 

1

Landcode van de lidstaat

 

 

 

Handmatige invoer

2

 

ID installatie

 

 

 

Handmatige invoer

3

 

Initieel internationaalkredietrecht

 

 

 

Handmatige invoer

4

 

ID vliegtuigexploitant

 

 

 

Handmatige invoer

5

 

Initieel internationaalkredietrecht

 

 

 

Handmatige invoer

Rijen 2 en 3 worden voor elke installatie herhaald.

Rijen 4 en 5 worden voor elke vliegtuigexploitant herhaald.


BIJLAGE XIII

Veilingtabel (artikel 63)

Rij nr.

Gegevens over het veilingplatform

 

 

1

Identificatiecode van het veilingplatform

 

 

2

Identiteit van de veilingtoezichthouder

 

 

3

Nummer van de rekening voor de levering van geveilde emissierechten

 

 

4

Gegevens over de afzonderlijke veilingen van [algemene emissierechten/luchtvaartemissierechten]

 

5

Tijdens de veiling te veilen hoeveelheid

Datum en tijdstip van levering aan de rekening voor de levering van geveilde emissierechten

Identiteit van de aan elke veiling verbonden veiler(s)

Handmatige invoer

6

 

 

 

Handmatige invoer

7

 

Handmatige invoer

8

 

Handmatige invoer

9

 

Handmatige invoer

10

 

Handmatige invoer

11

 

Handmatige invoer

12

 

Handmatige invoer

13

 

 

 

Handmatige invoer

14

 

Handmatige invoer

15

 

Handmatige invoer

16

 

Handmatige invoer

17

 

Handmatige invoer

18

 

Handmatige invoer

19

 

Handmatige invoer


BIJLAGE XIV

Rapportagevereisten van de centrale administrateur (artikel 109)

I.   INFORMATIE IN HET EU-REGISTER OVER DE EU-REGELING VOOR DE HANDEL IN EMISSIERECHTEN

Voor het publiek beschikbare informatie

1.

Het EUTL geeft voor elke rekening de volgende informatie op de openbare website van het EUTL weer:

a)

alle informatie die volgens tabel III-I van bijlage III, tabel VI-I van bijlage VI en tabel VII-I van bijlage VII op de openbare website van het EU-register moet worden weergegeven. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

b)

de emissierechten die krachtens de artikelen 43 en 44 aan individuele rekeninghouders zijn toegewezen. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

c)

de status van de rekening overeenkomstig artikel 10, lid 1. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

d)

het aantal emissierechten dat overeenkomstig artikel 67 is ingeleverd;

e)

vanaf 1 april van het jaar (X+1), het cijfer van de geverifieerde emissies van de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor het jaar X, alsook de correcties daarop;

f)

een symbool en een verklaring die aangeven of de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie of vliegtuigexploitant uiterlijk op 30 april een aantal emissierechten heeft ingeleverd dat minstens even groot is als al haar/zijn emissies in de afgelopen jaren. De symbolen en verklaringen worden weergegeven als vermeld in tabel XIV-I. Het symbool wordt op 1 mei bijgewerkt en blijft, behalve de toevoeging van een "*" in de in rij 5 van tabel XIV-I beschreven gevallen, onveranderd tot 1 mei van het daaropvolgende jaar.

Tabel XIV-I

Nalevingsverklaringen

Rij nr.

Nalevingsstatuscijfer volgens artikel 34

Zijn de geverifieerde emissies voor het volledige afgelopen jaar geregistreerd?

Symbool

Verklaring

weer te geven op de openbare website van het EUTL

1

0 of een positief getal

Ja

A

"Het aantal op 30 april ingeleverde emissierechten is groter dan of gelijk aan de geverifieerde emissies."

2

een negatief getal

Ja

B

"Het aantal op 30 april ingeleverde emissierechten is kleiner dan de geverifieerde emissies."

3

om het even welk getal

Nee

C

"Tot 30 april zijn voor het voorgaande jaar geen geverifieerde emissies ingevoerd."

4

om het even welk getal

Neen (omdat het proces van de inlevering van emissierechten en/of het proces van de bijwerking van geverifieerde emissies voor het register van de lidstaat is geschorst)

X

"De invoering van geverifieerde emissies en/of de inlevering van emissierechten was tot 30 april onmogelijk omdat het proces van de inlevering van emissierechten en/of het proces van de bijwerking van geverifieerde emissies voor het register van de lidstaat is geschorst."

5

om het even welk getal

Ja of neen (maar later bijgewerkt door de bevoegde autoriteit)

* [toegevoegd aan het oorspronkelijke symbool]

"De geverifieerde emissies zijn door de bevoegde autoriteit geraamd of gecorrigeerd."

2.

Het EUTL geeft de volgende algemene informatie op de openbare website van het EUTL weer en werkt ze om de 24 uur bij:

a)

de nationale toewijzingstabel van elke lidstaat, inclusief aanduidingen van wijzigingen die overeenkomstig artikel 52 in de tabel zijn aangebracht;

b)

de nationale luchtvaarttoewijzingstabel van elke lidstaat, inclusief aanduidingen van wijzigingen die overeenkomstig artikel 55 in de tabel zijn aangebracht;

c)

de internationaalkredietrechttabel van elke lidstaat;

d)

het totale aantal emissierechten, ERU's en CER's dat in het EU-register op alle gebruikersrekeningen op de dag voordien aanwezig was;

e)

een opsomming van de typen Kyoto-eenheden, andere dan CER's en ERU's, die overeenkomstig bijlage I kunnen worden aangehouden op gebruikersrekeningen in PK-registers die door een gegeven nationale administrateur worden beheerd;

f)

actuele informatie over het al dan niet voor gebruik in aanmerking komen van internationale kredieten krachtens de artikelen 11 bis en 11 ter van Richtlijn 2003/87/EG, artikel 58 van deze verordening en eventuele maatregelen die op grond van artikel 11 bis, lid 9, van Richtlijn 2003/87/EG zijn genomen;

g)

de vergoedingen die de nationale administrateurs overeenkomstig artikel 111 aanrekenen.

3.

Het EUTL zorgt ervoor dat de volgende informatie op 30 april van elk jaar op zijn openbare website wordt weergegeven:

a)

het totaal van de voor het voorgaande kalenderjaar ingevoerde geverifieerde emissies per lidstaat als percentage van het totaal van de geverifieerde emissies van het daaraan voorafgaande jaar;

b)

het aandeel van de overdrachtstransacties die op door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen zijn verricht, als aantals- en volumepercentage van alle overdrachtstransacties van emissierechten en Kyoto-eenheden in het voorgaande kalenderjaar;

c)

het aandeel van de overdrachtstransacties die op door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen zijn verricht, als aantals- en volumepercentage van alle overdrachtstransacties van emissierechten en Kyoto-eenheden die in het voorgaande kalenderjaar tussen door verschillende lidstaten geadministreerde rekeningen zijn verricht.

4.

Het EUTL zorgt ervoor dat de volgende informatie over elke op 30 april van een bepaald jaar afgeronde en in het EUTL geregistreerde transactie op 1 mei drie jaar daarna op de openbare website van het EUTL wordt weergegeven:

a)

naam van de rekeninghouder en rekeningidentificatiecode van de overdragende rekening;

b)

naam van de rekeninghouder en rekeningidentificatiecode van de verwervende rekening;

c)

het aantal emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de transactie betrekking had, zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten of de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden;

d)

de identificatiecode van de transactie;

e)

de datum en het tijdstip waarop de transactie is afgerond (Midden-Europese tijd);

f)

het type transactie.

Informatie beschikbaar voor rekeninghouders

5.

Het EU-register geeft op het gedeelte van de website van het EU-register dat uitsluitend voor de rekeninghouder toegankelijk is, de volgende informatie weer, en werkt deze informatie in real time bij:

a)

de lopende tegoeden aan emissierechten of Kyoto-eenheden, zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten of de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden;

b)

de lijst van voorgestelde transacties die door die rekeninghouder zijn geïnitieerd, met voor elke voorgestelde transactie de vermelding van:

i)

de elementen in punt 4 van deze bijlage;

ii)

de datum en het tijdstip waarop de transactie is voorgesteld (Midden-Europese tijd);

iii)

de huidige status van de voorgestelde transactie;

iv)

de eventuele responscodes die na de door het register en het EUTL verrichte controles zijn teruggezonden;

c)

de lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden die door die rekening zijn verworven als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 4;

d)

de lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden die uit die rekening zijn overgedragen als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 4 van deze bijlage.

Informatie beschikbaar voor nationale administrateurs

6.

Het EU-register geeft op het gedeelte van de website van het EU-register dat uitsluitend voor nationale administrateurs toegankelijk is, de volgende informatie weer: de rekeninghouders en gemachtigde vertegenwoordigers voor wie de toegang tot een rekening in het EU-register overeenkomstig artikel 34 door een nationale administrateur is geschorst.

II.   INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET BIJHOUDEN VAN TRANSACTIES UIT HOOFDE VAN BESCHIKKING NR. 406/2009/EG

Voor het publiek beschikbare informatie

7.

De centrale administrateur maakt voor elke rekening de volgende informatie publiek en werkt deze informatie in voorkomend geval binnen 24 uur bij:

a)

alle informatie die volgens tabel III-I van bijlage III op de openbare website van het EUTL moet worden weergegeven;

b)

de jaarlijkse emissieruimten zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking nr. 406/2009/EG en alle eventuele verdere aanpassingen op grond van artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG;

c)

de status van elke ESD-nalevingsrekening overeenkomstig artikel 10;

d)

het totale aantal overeenkomstig artikel 81 gebruikte ERU's, CER's, tCER's en lCER's;

e)

de relevante gegevens over broeikasgasemissies overeenkomstig artikel 77;

f)

het nalevingsstatuscijfer overeenkomstig artikel 79 voor elke ESD-nalevingsrekening, als volgt aangeduid:

i)

A staat voor naleving,

ii)

I staat voor niet-naleving;

g)

de hoeveelheid overeenkomstig artikel 80 ingevoerde broeikasgasemissies;

h)

de volgende informatie over elke afgeronde, door het EUTL geregistreerde transactie:

i)

naam en ID van de rekeninghouder van de overdragende rekening;

ii)

naam en ID van de rekeninghouder van de verwervende rekening;

iii)

de hoeveelheid AEA's of kredietrecht waarop de transactie betrekking heeft, zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de AEA;

iv)

de identificatiecode van de transactie;

v)

de datum en het tijdstip waarop de transactie is afgerond (Midden-Europese tijd);

vi)

het type transactie.

Informatie beschikbaar voor rekeninghouders

8.

Het EU-register geeft op het gedeelte van de website van het EU-register dat uitsluitend voor de rekeninghouder toegankelijk is, de volgende informatie weer, en werkt ze in real time bij:

a)

de lopende tegoeden aan AEA's, kredietrechten of Kyoto-eenheden, zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de AEA's of de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden;

b)

de lijst van voorgestelde transacties die door die rekeninghouder zijn geïnitieerd, met voor elke voorgestelde transactie de vermelding van:

i)

de elementen in punt 7, onder f), i), van deze bijlage;

ii)

de datum en het tijdstip waarop de transactie is voorgesteld (Midden-Europese tijd);

iii)

de huidige status van de voorgestelde transactie;

iv)

de eventuele responscodes die na de door het register en het EUTL verrichte controles zijn teruggezonden;

c)

de lijst van AEA's, Kyoto-eenheden en kredietrechten die door die rekening zijn verworven als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 7, onder f), i) van deze bijlage;

d)

de lijst van AEA's en kredietrechten die uit die rekening zijn overgedragen als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 7, onder f), i) van deze bijlage.


Top