EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0242

Verordening (EU) nr. 242/2010 van de Commissie van 19 maart 2010 tot opstelling van de Catalogus van voedermiddelen (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 77, 24.3.2010, p. 17–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/07/2011; opgeheven door 32011R0575

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/242/oj

24.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/17


VERORDENING (EU) Nr. 242/2010 VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2010

tot opstelling van de Catalogus van voedermiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (1), en met name op artikel 24, lid 2,

Na raadpleging van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 24 van Verordening (EG) nr. 767/2009 voorziet in de opstelling van een catalogus van voedermiddelen.

(2)

De eerste versie van die catalogus moet daarom worden opgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 767/2009 vermelde Catalogus van voedermiddelen wordt vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 229 van 1.9.2009, blz. 1.


BIJLAGE

CATALOGUS VAN VOEDERMIDDELEN

BEPALINGEN BETREFFENDE HET GLOSSARIUM

In het hierna volgende glossarium wordt verwezen naar de belangrijkste procedés die worden gebruikt voor de vervaardiging van de voedermiddelen die zijn vermeld in deze bijlage. Wanneer bij de namen van deze voedermiddelen een gebruikelijke naam of benaming uit dit glossarium voorkomt, moet het te gebruiken procedé in overeenstemming zijn met de gegeven definitie.

 

Procedé

Definitie

Gebruikelijke naam/Benaming

(1)

(2)

(3)

(4)

1

Concentreren (1)

Verhogen van het gehalte aan bepaalde stoffen door het onttrekken van water of andere bestanddelen

Concentraat

2

Ontdoppen (2)

Het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de buitenste lagen van graankorrels, zaden, vruchten, noten, enz.

Ontdopt, gedeeltelijk ontdopt

3

Drogen

Het onttrekken van water door middel van een kunstmatig of een natuurlijk procedé

Gedroogd (zon of kunstmatig)

4

Extraheren

Het onttrekken, met behulp van een organisch oplosmiddel, van vet of olie aan bepaalde grondstoffen, dan wel met behulp van een waterig oplosmiddel, van suiker of andere in water oplosbare componenten. Bij gebruik van een organisch oplosmiddel moet het daarbij verkregen product technisch vrij zijn van dat oplosmiddel

Schroot (voor oliehoudend materiaal), Melasse, pulp (voor suikerhoudend materiaal of materiaal met andere in water oplosbare componenten)

5

Extruderen

Het onder druk door gaatjes persen of duwen van stoffen. (Zie ook voorverstijfselen)

Geëxtrudeerd

6

Vlokken

Het walsen van vochtig materiaal dat een hittebehandeling heeft ondergaan

Vlokken

7

Malen

Fysische bewerking van graankorrels met het doel de grootte van de partikels te verminderen en de scheiding in afzonderlijke fracties te vergemakkelijken (hoofdzakelijk meel, zemelgrint en gries)

Meel, zemelgrint, nameel (3), gries

8

Verhitten

Algemene term voor een aantal hittebehandelingen die onder specifieke omstandigheden worden toegepast om effect uit te oefenen op de voederwaarde of op de structuur van het materiaal

Geroosterd, gekookt, hittebehandeld

9

Harden

Het omzetten van onverzadigde glyceriden in verzadigde glyceriden (harden van oliën en vetten)

Gehard, gedeeltelijk gehard

10

Hydrolyseren

Het splitsen in eenvoudigere chemische bestanddelen door een passende behandeling met water en eventueel enzymen of een zuur/base

Gehydrolyseerd

11

Persen (4)

Het onttrekken door mechanisch extraheren (met een schroef- of andere pers) en eventueel warmte, van vet/olie aan oliehoudende producten of sap uit vruchten of andere plantaardige producten

Schilfers (5) (bij oliehoudende producten) Pulp, draf (bij vruchten, enz.) Geperste bietenpulp (bij suikerbieten)

12

Pelletiseren

Het samenpersen met behulp van een matrijs

Pellet, gepelletiseerd

13

Voorverstijfselen

Het modificeren van zetmeel om het zwelvermogen in koud water aanzienlijk te verhogen

Voorverstijfseld (6), gezwollen

14

Raffineren

Het geheel of gedeeltelijk verwijderen van onzuiverheden uit suikers, oliën, vetten en andere natuurlijke producten door middel van een chemische of fysische behandeling

Geraffineerd, gedeeltelijk geraffineerd

15

Nat

Het langs mechanische weg scheiden van de afzonderlijke delen van de pit/korrel na inweken met water, waaraan mogelijk zwaveldioxide is toegevoegd ten behoeve van extractie van zetmeel

Kiem, gluten, zetmeel

16

Breken

Het langs mechanische weg transformeren van graankorrels of andere voedermiddelen teneinde de grootte ervan te verminderen

Gebroken, het breken

17

Ontsuikeren

Het geheel of gedeeltelijk onttrekken van mono- en disachariden aan melasse of andere suikerhoudende stoffen door middel van een chemisch of een fysisch procedé

Ontsuikerd, gedeeltelijk ontsuikerd

Niet-exclusieve lijst van de belangrijkste voedermiddelen

1.   GRANEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

1.01

Haver

Korrels van Avena sativa L. en andere gecultiveerde haversoorten

 

1.02

Havervlokken

Product verkregen door het stomen en het pletten van gepelde haver. Het kan een kleine hoeveelheid haverdoppen bevatten

Zetmeel

1.03

Havergries

Bijproduct dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde, gepelde haver tot havergrutten en meel. Het bestaat hoofdzakelijk uit haverzemelen en een geringe hoeveelheid endosperm

Ruwe celstof

1.04

Haverschillen en -zemelen

Bijproduct dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde haver tot havergrutten. Het bestaat hoofdzakelijk uit haverschillen en zemelen

Ruwe celstof

1.05

Gerst

Korrels van Hordeum vulgare L.

 

1.06

Gerstepelmeel

Bijproduct dat wordt verkregen bij de verwerking van geschoonde en gepelde gerst tot gort, grutten of bloem

Ruwe celstof

1.07

Gersteiwit

Gedroogd bijproduct van de bereiding van gerstzetmeel. Het bestaat hoofdzakelijk uit bij de afscheiding van het zetmeel verkregen eiwitbestanddelen

Ruw eiwit

Zetmeel

1.08

Rijst, gebroken

Bijproduct van de bereiding van gepolijste of geglansde rijst Oryza sativa L. Het bestaat in hoofdzaak uit kleine en/of gebroken korrels

Zetmeel

1.09

Rijstevoermeel (bruin)

Bijproduct verkregen bij de eerste slijping van gepelde rijst. Het bestaat in hoofdzaak uit deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem

Ruwe celstof

1.10

Rijstevoermeel (wit)

Bijproduct verkregen bij de slijping van gepelde rijst. Het bestaat in hoofdzaak uit deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem

Ruwe celstof

1.11

Calciumcarbonaat-houdend rijstevoermeel

Bijproduct verkregen bij de slijping van gepelde rijst. Het bestaat in hoofdzaak uit zilverhuidjes, deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem. Het bevat veranderlijke hoeveelheden calciumcarbonaat als gevolg van de slijping

Ruwe celstof

Calcium-carbonaat

1.12

Voermeel van voorgekookte rijst

Bijproduct verkregen bij het slijpen van gepelde voorgekookte rijst. Het bestaat in hoofdzaak uit zilverhuidjes, deeltjes van de aleuronlaag, het endosperm en de kiem. Het bevat veranderlijke hoeveelheden calciumcarbonaat als gevolg van de slijping

Ruwe celstof

Calcium carbonaat

1.13

Gemalen voederrijst

Product verkregen door het malen van voederrijst die bestaat uit hetzij groene onrijpe dan wel krijtachtige korrels die door zeven bij de bereiding van gepelde rijst zijn verkregen, hetzij normaal gevormde gepelde, gevlekte of gele rijstkorrels

Zetmeel

1.14

Rijstkiemschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit de kiemen van rijst, waaraan nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

1.15

Rijstkiemschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit de kiemen van rijst, waaraan nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten

Ruw eiwit

1.16

Rijstzetmeel

Technisch zuiver uit rijst verkregen zetmeel

Zetmeel

1.17

Gierst

Graankorrels van Panicum millaceum L.

 

1.18

Rogge

Graankorrels van Secale cereale L.

 

1.19

Roggevoerbloem (7)

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge. Het bestaat overwegend uit deeltjes van het endosperm en bevat ook fijne schildelen en een geringe hoeveelheid andere bestanddelen van de korrel

Zetmeel

1.20

Roggegries

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge. Het bestaat overwegend uit deeltjes van de schil, voor het overige uit bestanddelen van de korrel, die niet zo vergaand van endosperm ontdaan zijn als bij roggezemelgrint

Zetmeel

1.21

Roggezemelgrint

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde rogge. Het bestaat overwegend uit deeltjes van de schil en uit korreldeeltjes waaruit het endosperm grotendeels is verwijderd

Ruwe celstof

1.22

Sorghum

Graankorrels van Sorghum bicolor L. Moench s.l.

 

1.23

Tarwe

Graankorrels van Triticum aestivum (L.), Triticum durum Dosf. en van andere gecultiveerde tarwesoorten

 

1.24

Tarwevoerbloem (8)

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt. Het bestaat overwegend uit deeltjes van het endosperm en voorts uit fijne schildelen en enkele andere delen van de korrel

Zetmeel

1.25

Tarwegries

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt. Het bestaat overwegend uit deeltjes van de schil en voorts uit korreldeeltjes waaruit minder endosperm is verwijderd dan bij tarwezemelgrint

Ruwe celstof

1.26

Tarwezemelgrint (9)

Bijproduct van de bereiding van bloem uit geschoonde tarwekorrels of ontdopte spelt. Het bestaat overwegend uit deeltjes van de schil en uit korreldeeltjes waaruit het endosperm grotendeels is verwijderd

Ruwe celstof

1.27

Tarwekiemen

Bijproduct van de bereiding van bloem, dat overwegend bestaat uit al dan niet geplette tarwekiemen, waaraan eventueel nog delen van het endosperm en van de schil hechten

Ruw eiwit

Ruw vet

1.28

Tarwegluten

Gedroogd bijproduct van de bereiding van tarwezetmeel. Het bestaat overwegend uit glutenbestanddelen die verkregen worden bij het afscheiden van het zetmeel

Ruw eiwit

1.29

Tarweglutenvoer

Bijproduct van de bereiding van tarwezetmeel en tarwegluten. Het bestaat uit zemelen waarvan de kiem al dan niet gedeeltelijk verwijderd is, en gluten, waaraan zeer geringe hoeveelheden na het zeven overblijvende breukkorrels en zeer geringe hoeveelheden residuen van de zetmeelhydrolyse toegevoegd mogen zijn

Ruw eiwit

Zetmeel

1.30

Tarwezetmeel

Technisch zuiver, uit tarwe verkregen zetmeel

Zetmeel

1.31

Tarwezetmeel, voorverstijfseld

Tarwezetmeel dat door een hittebehandeling sterk voorverstijfseld is

Zetmeel

1.32

Spelt

Korrels van spelt Triticum spelta L., Triticum dicoccum Schrank, Triticum monococcum

 

1.33

Triticale

Graankorrels van de Triticum × Secale hybride

 

1.34

Maïs

Korrels van Zea mays L.

 

1.35

Maïsgries (10)

Bijproduct van de bereiding van bloem of griesmeel uit maïs. Het bestaat hoofdzakelijk uit delen van de schil en uit korreldeeltjes, waaruit minder endosperm is verwijderd dan bij maïszemelgrint

Ruwe celstof

1.36

Maïszemelgrint

Bijproduct van de bereiding van bloem of griesmeel uit maïs. Het bestaat hoofdzakelijk uit delen van de schil en uit een geringe hoeveelheid maïskiemdeeltjes en aanhechtende deeltjes van het endosperm

Ruwe celstof

1.37

Maïskiemschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit door droge of natte verwerking verkregen maïskiemen, en waaraan eventueel nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten

Ruw eiwit

Ruw vet

1.38

Maïskiemschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit door droge of natte verwerking verkregen maïskiemen, en waaraan eventueel nog delen van het endosperm en de zaadhuid hechten

Ruw eiwit

1.39

Maïsglutenvoer (11)

Bijproduct van de bereiding van maïszetmeel door middel van de natte methode. Het bestaat uit zemelen en gluten, waaraan na het zeven van de maïs overblijvende residuen, tot ten hoogste 15 gewichtsprocent, en/of residuen van het zwelwater van maïs dat is gebruikt bij de vervaardiging van alcohol of andere zetmeelderivaten, zijn toegevoegd. Het product mag bovendien residuen bevatten van de extractie van olie uit maïskiemen door middel van de natte methode.

Ruw eiwit

Zetmeel

Ruw vet, wanneer > 4,5 %

1.40

Maïsgluten

Gedroogd bijproduct van de bereiding van maïszetmeel. Het bestaat in hoofdzaak uit gluten verkregen bij het afscheiden van het zetmeel

Ruw eiwit

1.41

Maïszetmeel

Technisch zuiver, uit maïs verkregen zetmeel

Zetmeel

1.42

Maïszetmeel, voorverstijfseld (12)

Maïszetmeel dat door een hittebehandeling sterk is voorverstijfseld

Zetmeel

1.43

Moutkiemen

Bijproduct van de mouterij, dat voornamelijk bestaat uit de gedroogde kiemwortels van gekiemde granen

Ruw eiwit

1.44

Gedroogde bierbostel

Bijproduct van de brouwerij, verkregen door het drogen van de residuen van gemoute en ongemoute granen en andere zetmeelhoudende producten

Ruw eiwit

1.45

Gedroogde spoeling (13)

Bijproduct van de alcoholdistilleerderij, verkregen door het drogen van de vaste residuen van gegiste granen

Ruw eiwit

1.46

Donkere gedroogde spoeling (14)

Bijproduct van de distilleerderij, verkregen door drogen van de vaste residuen van gegiste granen, waaraan een deel van de spoelingsiroop of de geëvaporeerde draf is toegevoegd

Ruw eiwit


2.   OLIEHOUDENDE ZADEN, OLIEHOUDENDE VRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

2.01

Grondnotenschilfers van gedeeltelijk ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door persing uit de gedeeltelijk ontdopte vruchten van de grondnoot Arachis hypogaea L. en andere Arachis-soorten (maximumgehalte aan ruwe celstof: 16 % in de droge stof)

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.02

Grondnotenschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit de gedeeltelijk ontdopte vruchten van de grondnoot (maximumgehalte aan ruwe celstof: 16 % in de droge stof)

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.03

Grondnotenschilfers van ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door persing uit de ontdopte vruchten van de grondnoot

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.04

Grondnotenschroot van ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit de ontdopte vruchten van de grondnoot

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.05

Kool- en raapzaad (15)

Zaden van koolzaad Brassica napus L. ssp. oleifera (Metzg.) Sinsk., van Indische sarson Brassica napus L. Var. Glauca (Roxb.) O.E. Schulz en van raapzaad Brassica rapa L. ssp. oleifera (Metzg.) Sinsk. (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 94 %)

 

2.06

Kool- en raapzaadschilfers (15)

Bijproduct van de winning van olie door persing uit kool- en raapzaad (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 94 %)

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.07

Kool- en raapzaadschroot (15)

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit kool- en raapzaad (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 94 %)

Ruw eiwit

2.08

Kool- en raapzaadschillen

Bijproduct verkregen bij het schillen van kool- en raapzaad

Ruwe celstof

2.09

Saffloerzaadschroot, gedeeltelijk ontdopt

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit gedeeltelijk ontdopt saffloerzaad Carthamus tinctorius L.

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.10

Kokosschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit het gedroogde, door de zaadhuid bedekte endosperm van het zaad van de kokospalm Cocos nucifera L.

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.11

Kokosschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit het gedroogde door de zaadhuid bedekte endosperm van het zaad van de kokospalm

Ruw eiwit

2.12

Palmpitschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit de zoveel mogelijk van de steenschaal ontdane zaden van de volgende soorten oliepalm: Elaeis guineensis Jacq., Corozo oleifera (HBK) L. H. Bailey (Elaeis melanococca auct.)

Ruw eiwit

Ruwe celstof

Ruw vet

2.13

Palmpitschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit de zoveel mogelijk van de steenschaal ontdane zaden van de oliepalm

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.14

Sojabonen, getoast

Sojabonen (Glycine max. L. Merr.) die een passende hittebehandeling hebben ondergaan (ureaseactiviteit: maximaal 0,4 mg N/g × min.)

 

2.15

Sojaschroot, getoast

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit sojabonen die een adequate hittebehandeling hebben ondergaan (ureaseactiviteit: maximaal 0,4 mg N/g × min.)

Ruw eiwit

Ruwe celstof, wanneer > 8 %

2.16

Sojaschroot, geschild, getoast

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit geschilde sojabonen die een passende hittebehandeling hebben ondergaan (maximumgehalte van ruwe celstof: 8 % in de droge stof) (ureasewerkzaamheid: maximaal 0,5 mg N/g × min.)

Ruw eiwit

2.17

Soja-eiwitconcentraat

Product dat wordt verkregen uit geschilde sojabonen waaruit het vet is geëxtraheerd en dat verder is geëxtraheerd om het gehalte aan andere oplosbare bestanddelen dan eiwitten te verlagen

Ruw eiwit

2.18

Plantaardige olie (16)

Olie uit gewassen

Vochtgehalte, wanneer > 1 %

2.19

Soja(bonen)schillen

Bijproduct verkregen bij het schillen van de sojabonen

Ruwe celstof

2.20

Katoenzaad

Zaden van de katoenplant Gossypium spp. die van zaadpluis zijn ontdaan

Ruw eiwit

Ruwe celstof

Ruw vet

2.21

Katoenzaadschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit de van zaadpluis ontdane en gedeeltelijk ontdopte zaden van de katoenplant (maximumgehalte aan ruwe celstof: 22,5 % in de droge stof)

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.22

Katoenzaadschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit de van zaadpluis ontdane zaden van de katoenplant

Ruw eiwit

Ruwe celstof

Ruw vet

2.23

Nigerzaadschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit nigerzaad Guizotia abyssinica (L.f) Cass. (in HCl onoplosbare as: maximaal 3,4 %)

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.24

Zonnebloemzaad

Zaad van de zonnebloem Helianthus annuus L.

 

2.25

Zonnebloemzaadschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit zaad van zonnebloemen

Ruw eiwit

2.26

Zonnebloemzaadschroot van gedeeltelijk ontdopt zaad

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit gedeeltelijk ontdopt zaad van zonnebloemen (maximumgehalte aan ruwe celstof: 27,5 % in de droge stof)

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.27

Lijnzaad

Zaad van lijnzaad Linum usitatissimum L. (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 93 %)

 

2.28

Lijnzaadschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit lijnzaad (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 93 %)

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe celstof

2.29

Lijnzaadschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie uit lijnzaad (botanische zuiverheidsgraad: minimaal 93 %)

Ruw eiwit

2.30

Olijfschroot

Bijproduct van de winning van olie door extractie van uitgeperste olijven Olea europaea L., waaruit delen van de pit zoveel mogelijk zijn verwijderd

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.31

Sesamschilfers

Bijproduct van de winning van olie door persing uit sesamzaad Sesamum indicum L. (in HCl onoplosbare as: maximaal 5 %)

Ruw eiwit

Ruwe celstof

Ruw vet

2.32

Cacaoschroot van gedeeltelijk ontdopte bonen

Bijproduct van de winning van olie, verkregen door extractie uit gedroogde en geroosterde gedeeltelijk ontdopte cacaobonen Theobroma cacao L.

Ruw eiwit

Ruwe celstof

2.33

Cacaodoppen

Zaadhuiden van de gedroogde en geroosterde cacaobonen Theobroma cacao L.

Ruwe celstof


3.   ZADEN VAN PEULVRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

3.01

Kikkererwten

Zaden van Cicer arietinum L.

 

3.02

Guarschroot

Bijproduct verkregen na extractie van het bindmiddel uit de zaden van Cyanopsis tetragonoloba (L.) Taub.

Ruw eiwit

3.03

Linzenwikke

Zaden van Ervum ervilia L.

 

3.04

Zaailathyrus (17)

Zaden van Lathyrus sativus L. die een geschikte hittebehandeling hebben ondergaan

 

3.05

Linzen

Zaden van Lens culinaris a.o. Medik

 

3.06

Niet-bittere lupinen

Zaden van Lupinus spp. met een laag bitterstofgehalte

 

3.07

Bonen, getoast

Zaden van Phaseolus of Vigna spp. die een geschikte hittebehandeling hebben ondergaan om de giftige lectines te vernietigen

 

3.08

Erwten

Zaden van Pisum spp.

 

3.09

Erwtenslijpmeel

Bijproduct van de bereiding van erwtenbloem. Het bestaat overwegend uit deeltjes van de zaadlob en in mindere mate uit de schillen van erwten

Ruw eiwit

Ruwe celstof

3.10

Erwtenzemelen

Bijproduct van de bereiding van erwtenbloem. Het bestaat overwegend uit de schillen die afgescheiden worden bij het schillen en schonen van de erwten

Ruwe celstof

3.11

Paardenbonen

Zaden van Vicia faba L ssp. faba var. equina Pers. en var. minuta (Alef.) Mansf.

 

3.12

Vicia articulata

Zaden van Vicia monanthos Desf.

 

3.13

Wikken

Zaden van Vicia sativa L. var. sativa en andere variëteiten

 


4.   KNOLLEN EN WORTELS EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

4.01

(Suiker)bietenpulp

Bijproduct van de suikerbereiding, dat bestaat uit de na extractie overgebleven gedroogde delen van suikerbieten Beta vulgaris L. ssp. vulgaris var. altissima Doell. (maximumgehalte aan in HCl onoplosbare as: 4,5 % in de droge stof)

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,5 % van de droge stof. Totaal suikers (sacharose), wanneer > 10,5 %

4.02

(Suiker)bietenmelasse

Bijproduct, bestaande uit het stroopachtige residu dat wordt verkregen bij de bereiding of het raffineren van bietsuiker

Totaal suikers (sacharose)

Vochtgehalte, wanneer > 28 %

4.03

(Suiker)bietenpulp (gemelasseerd)

Bijproduct van de bereiding van suiker, bestaande uit gedroogde suikerbietenpulp, waaraan melasse is toegevoegd (maximumgehalte aan in HCl onoplosbare as: 4,5 % in de droge stof)

Totaal suikers (sacharose)

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,5 % van de droge stof

4.04

(Suiker)bietvinasse

Bijproduct verkregen na de fermentatie van bietmelasse bij de productie van alcohol, gist, citroenzuur of andere organische stoffen

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 35 %

4.05

(Biet)suiker (18)

Uit suikerbieten gewonnen suiker

Sacharose

4.06

Bataten (zoete aardappelen)

Knollen van Ipomoea batatas (L.) Poir ongeacht hun aanbiedingsvorm

Zetmeel

4.07

Maniok (19)

Wortelknollen van Manihot esculenta Crantz, ongeacht hun aanbiedingsvorm (maximumgehalte aan in HCl onoplosbare as: 4,5 % in de droge stof)

Zetmeel

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,5 % van de droge stof

4.08

Maniokzetmeel (20), voorverstijfseld

Uit maniokwortels verkregen zetmeel dat door een geschikte hittebehandeling vergaand is verstijfseld

Zetmeel

4.09

Aardappelvezels

Bijproduct van de bereiding van aardappelzetmeel (Solanum tuberosum L.)

 

4.10

Aardappelzetmeel

Technisch zuiver, uit aardappelen verkregen zetmeel

Zetmeel

4.11

Aardappeleiwit

Gedroogd bijproduct van de bereiding van aardappelzetmeel, dat hoofdzakelijk bestaat uit eiwitbestanddelen die verkregen worden bij het afscheiden van het zetmeel

Ruw eiwit

4.12

Aardappelvlokken

Product verkregen door het drogen op walsen van gewassen, al dan niet geschilde en gestoomde aardappelen

Zetmeel

Ruwe celstof

4.13

Ingedikt aardappelsap

Residu van de aardappelmeelbereiding waaraan de eiwitten en het water gedeeltelijk zijn onttrokken

Ruw eiwit

Ruwe as

4.14

Voorverstijfseld aardappelzetmeel („Quellmehl”)

Sterk voorverstijfseld aardappelzetmeelproduct

Zetmeel


5.   OVERIGE ZADEN EN VRUCHTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

5.01

Johannesbroodmeel

Product verkregen door het malen van gedroogde, van de zaden ontdane vruchten (peulen) van de Johannesbroodboom Ceratonia siliqua L.

Ruwe celstof

5.02

Citruspulp

Bijproduct dat overblijft na het persen van citrusvruchten Citrus ssp. bij de bereiding van citrussap

Ruwe celstof

5.03

Vruchtenpulp (21)

Bijproduct dat overblijft na het persen van pit- of steenvruchten bij de bereiding van vruchtensap

Ruwe celstof

5.04

Tomatenpulp

Bijproduct dat overblijft na het persen van tomaten Solanum lycopersicum Karst. bij de bereiding van tomatensap

Ruwe celstof

5.05

Druivenpittenschroot

Bijproduct verkregen bij het extraheren van de olie uit druivenpitten

Ruwe celstof, wanneer > 45 %

5.06

Druivenpulp

Na het extraheren van de alcohol snel gedroogde draf van druiven, die zoveel mogelijk van steeltjes en pitten ontdaan is

Ruwe celstof, wanneer > 25 %

5.07

Druivenpitten

Uit druivendraf geëxtraheerde, niet-ontoliede pitten

Ruw vet

Ruwe celstof, wanneer > 45 %


6.   VOEDERGEWASSEN EN RUWVOEDERGEWASSEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

6.01

Luzernemeel (22)

Product verkregen door het drogen en malen van jonge luzerne Medicago sativa L. en Medicago var. Martyn. Het mag echter maximaal 20 % jonge klaver of andere voedergewassen bevatten, die gelijktijdig met de luzerne gedroogd en gemalen zijn

Ruw eiwit

Ruwe celstof

In HCl onoplosbare as, indien > 3,5 % van de droge stof

6.02

Luzernepulp

Gedroogd bijproduct verkregen door het persen van sap uit luzerne

Ruw eiwit

6.03

Luzerne-eiwitconcentraat

Product verkregen door kunstmatig drogen van fracties van geperst luzernesap, dat is gecentrifugeerd en dat een hittebehandeling heeft ondergaan om de eiwitten neer te slaan

Caroteen

Ruw eiwit

6.04

Klavermeel (22)

Product verkregen door het drogen en malen van jonge klaver Trifolium spp. Het mag echter maximaal 20 % jonge luzerne of andere voedergewassen bevatten, die gelijktijdig met de klaver gedroogd en gemalen zijn

Ruw eiwit

Ruwe celstof

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,5 % van de droge stof

6.05

Grasmeel (22)  (23)

Product verkregen door het drogen en malen van jong weidegras

Ruw eiwit

Ruwe celstof

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,5 % van de droge stof

6.06

Stro (24)

Stro van granen

 

6.07

Behandeld stro (25)

Product verkregen door een passende behandeling van stro

Natrium, indien behandeld met NaOH


7.   OVERIGE PLANTEN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

7.01

(Suiker)rietmelasse

Bijproduct bestaande uit het stroopachtige residu van het bereiden of raffineren van suiker uit suikerriet Saccharum officinarum L.

Totaal suikers (sacharose)

Vochtgehalte, wanneer > 30 %

7.02

(Suiker)rietvinasse

Bijproduct verkregen na fermentatie van suikerrietmelasse bij de bereiding van alcohol, gist, citroenzuur of andere organische stoffen

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 35 %

7.03

(Riet)suiker (26)

Uit suikerriet gewonnen suiker

Sacharose

7.04

Zeewier, gedroogd

Product verkregen door het drogen en malen van zeewier, vooral bruinwieren. Het product kan zijn gewassen om het jodiumgehalte te verlagen

Ruwe as


8.   MELKPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

8.01

Mageremelkpoeder

Product verkregen door het onttrekken van vocht aan ontvette melk

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 5 %

8.02

Karnemelkpoeder

Product verkregen door het onttrekken van vocht aan de vloeistof die overblijft na het karnen van boter

Ruw eiwit

Ruw vet

Lactose

Vochtgehalte, wanneer > 6 %

8.03

Weipoeder

Product verkregen door het drogen van de vloeistof die overblijft na de bereiding van kaas, kwark of caseïne, of na een ander soortgelijk proces

Ruw eiwit

Lactose

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

Ruwe as

8.04

Weipoeder, melksuikerarm

Product verkregen door het drogen van wei waaraan een deel van de melksuiker is onttrokken

Ruw eiwit

Lactose

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

Ruwe as

8.05

Gedroogd melkeiwit (27)

Product verkregen door het drogen van uit wei of melk langs chemische of fysische weg afgescheiden eiwitverbindingen

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

8.06

Caseïnepoeder

Product verkregen uit magere melk of karnemelk door het drogen van caseïne, die door middel van zuren of stremsel is neergeslagen

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 10 %

8.07

Lactosepoeder

Door middel van zuiveren en drogen aan melk of wei onttrokken suiker

Lactose

Vochtgehalte, wanneer > 5 %


9.   PRODUCTEN VAN LANDDIEREN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

9.01

Diermeel (28)

Product verkregen door het verhitten, drogen en malen van warmbloedige landdieren of delen daarvan, al dan niet gedeeltelijk ontvet door middel van extractie of langs fysische weg. Het product moet nagenoeg vrij zijn van hoeven en hoorn, borstels, haren en veren, alsmede van maag- en darminhoud (minimumgehalte aan ruw eiwit: 50 % in de droge stof) (maximale totale fosforgehalte: 8 %)

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe as

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.02

Vleesbeendermeel (28)

Product verkregen door het verhitten, drogen en malen van warmbloedige landdieren of delen daarvan, al dan niet gedeeltelijk ontvet door middel van extractie of langs fysische weg. Het product moet nagenoeg vrij zijn van hoorn en hoeven, borstels, haren en veren, alsmede van maag- en darminhoud

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe as

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.03

Beendermeel

Product verkregen door het verhitten, drogen, en fijnmalen van — door middel van extractie of langs fysische weg — vergaand ontvette beenderen van warmbloedige landdieren. Het product moet nagenoeg vrij zijn van hoorn en hoeven, borstels, haren en veren, alsmede van maag- en darminhoud

Ruw eiwit

Ruwe as

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.04

Vetkanen

Product dat overblijft na de winning van talg, reuzel en andere, door middel van extractie of langs fysische weg verkregen vetten van dierlijke oorsprong

Ruw eiwit

Ruw vet

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.05

Pluimveemeel (28)

Product verkregen door het verhitten, drogen en malen van bijproducten van geslacht pluimvee. Het product moet nagenoeg vrij zijn van veren

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe as

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,3 %;

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.06

Verenmeel, gehydrolyseerd

Product verkregen door hydrolyseren, drogen en malen van veren van pluimvee

Ruw eiwit

In HCl onoplosbare as, wanneer > 3,4 %;

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.07

Bloedmeel

Product verkregen door het drogen van bloed van geslachte warmbloedige dieren. Het product moet nagenoeg vrij zijn van vreemde bestanddelen

Ruw eiwit

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

9.08

Dierlijk vet (29)

Product dat bestaat uit vet van warmbloedige landdieren

Vochtgehalte, wanneer > 1 %


10.   VIS EN ANDERE ZEEDIEREN EN DAARVAN AFGELEIDE PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

10.01

Vismeel (30)

Product verkregen door de bewerking van vis of delen van vis, waaraan een deel van de olie kan zijn onttrokken, maar waaraan het visperssap weer kan zijn toegevoegd

Ruw eiwit

Ruw vet

Ruwe as, wanneer > 20 %;

Vochtgehalte, wanneer > 8 %

10.02

Visperssap, ingedikt

Bij de vervaardiging van vismeel verkregen product dat door drogen of verzuren afgescheiden en gestabiliseerd is

Ruw eiwit

Ruw vet

Vochtgehalte, wanneer > 5 %

10.03

Visolie

Uit vis of delen van vis verkregen olie

Vochtgehalte, wanneer > 1 %

10.04

Visolie, geraffineerd, gehard

Uit vis of delen van vis verkregen olie die is geraffineerd en gehydrogeneerd

Joodgetal

Vochtgehalte, wanneer > 1 %


11.   MINERALEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

11.01

Koolzure voederkalk (calciumcarbonaat) (31)

Product verkregen door het malen van stoffen die calciumcarbonaat opleveren, bijvoorbeeld kalksteen, krijt, schelpen van mosselen of oesters, of door precipitatie uit een zuuroplossing

Calcium

In HCl onoplosbare as, wanneer > 5 %

11.02

Koolzure magnesiavoederkalk (calciummagnesiumcarbonaat)

Natuurlijk mengsel van calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat

Calcium

Magnesium

11.03

Koolzure algenkalk

In de natuur voorkomend, uit kalkalgen ontstaan product, gemalen of gekorreld

Calcium

In HCl onoplosbare as, wanneer > 5 %

11.04

Magnesiumoxide

Technisch zuiver magnesiumoxide (MgO)

Magnesium

11.05

Magnesiumsulfaat

Technisch zuiver magnesiumsulfaat (MgSO4·7H2O)

Magnesium

Zwavel

11.06

Dicalciumfosfaat (32)

Geprecipiteerd calciummonowaterstoffosfaat uit beenderen of anorganisch materiaal (CaHPO4·H2O)

Calcium

Totaal fosfor

11.07

Mono-dicalciumfosfaat

Langs chemische weg verkregen product dat is samengesteld uit gelijke delen dicalciumfosfaat en monocalciumfosfaat(CaHPO4 -Ca(H2PO4)2·H2O)

Totaal fosfor

Calcium

11.08

Natuurlijk voederfosfaat, gedefluoreerd

Product verkregen door het malen van in de natuur voorkomende fosfaten die zijn gezuiverd en adequaat gedefluoreerd

Totaal fosfor

Calcium

11.09

Beendermeel, ontlijmd

Ontvette, ontlijmde, gesteriliseerde, gemalen beenderen

Totaal fosfor

Calcium

11.10

Monocalciumfosfaat

Technisch zuiver calcium-bis(diwaterstoffosfaat) (Ca(H2PO4)2·xH2O)

Totaal fosfor

Calcium

11.11

Calciummagnesiumfosfaat

Technisch zuiver calciummagnesiumfosfaat

Calcium

Magnesium

Totaal fosfor

11.12

Monoammoniumfosfaat

Technisch zuiver monoammoniumfosfaat (NH4H2PO4)

Totaal stikstof

Totaal fosfor

11.13

Natriumchloride (31)

Technisch zuiver natriumchloride of product verkregen door het malen van natuurlijke natriumchloridebronnen, bijvoorbeeld steenzout en zeezout

Natrium

11.14

Magnesiumpropionaat

Technisch zuiver magnesiumpropionaat

Magnesium

11.15

Magnesiumfosfaat

Technisch zuiver dimagnesiumfosfaat (MgHPO4·xH2O)

Totaal fosfor

Magnesium

11.16

Natriumcalciummagnesiumfosfaat

Product dat bestaat uit natriumcalciummagnesiumfosfaat

Totaal fosfor

Magnesium

Calcium

Natrium

11.17

Mononatriumfosfaat

Technisch zuiver mononatriumfosfaat (NaH2PO4·H2O)

Totaal fosfor

Natrium

11.18

Natriumbicarbonaat

Technisch zuiver natriumbicarbonaat (NaHCO3)

Natrium


12.   DIVERSEN

Nummer

Benaming

Omschrijving

Verplichte vermeldingen

(1)

(2)

(3)

(4)

12.01

Bakkerij- en deegwarenproducten en bijproducten (33)

Product of bijproduct verkregen bij de bereiding van brood, met inbegrip van fijn bakkerswerk, biscuits en deegwaren

Zetmeel

Totaal suikers (sacharose)

12.02

Producten en bijproducten van de zoetwarenindustrie (33)

Product of bijproduct verkregen bij de bereiding van suikerwerk, inclusief chocolade

Totaal suikers (sacharose)

12.03

Producten en bijproducten van de banketbakkerij en consumptie-ijsbereiding (33)

Bij de vervaardiging van gebak, taarten of consumptie-ijs verkregen product of bijproduct

Zetmeel

Totaal suikers (sacharose)

Ruw vet

12.04

Vetzuren

Bijproduct verkregen bij het ontzuren, door middel van loog of door destillatie, van oliën en vetten van onbepaalde plantaardige of dierlijke oorsprong

Ruw vet

Vochtgehalte, wanneer > 1 %

12.05

Vetzuurzouten (34)

Product verkregen door vetzuren in zout om te zetten met calcium-, natrium- of kaliumhydroxide

Ruw vet

Ca (of Na of K, naargelang van het geval)


13.   PRODUCTEN EN BIJPRODUCTEN VAN FERMENTATIEPROCESSEN EN AMMONIUMZOUTEN

2

3

4

Naam van het product

Benaming van het werkzame bestanddeel of vermelding van het micro-organisme

Voedingssubstraat (eventuele specificaties)

1.1.1.1.

Eiwitachtig fermentproduct verkregen door Methylophilus methylotrophus op methanol te kweken

Methylophilus methylotrophus NCIB stam 10 515

Methanol

1.1.2.1.

Eiwitachtig fermentproduct verkregen door Methylococcus capsulatus (Bath), Alcaligenes acidovorans en Bacillus firmus op aardgas te kweken en waarvan de cellen zijn gedood

Methylococcus capsulatus (Bath) NCIMB stam 11132

Alcaligenes acidovorans NCIMB stam 12387

Bacillus brevis NCIMB stam 13288

Bacillus firmus NCIMB stam 13280

Aardgas: (ongeveer 91 % methaan, 5 % ethaan, 2 % propaan, 0,5 % isobutaan, 0,5 % n-butaan, 1 % andere bestanddelen), ammonium, minerale zouten

Alle gist — verkregen uit de in respectievelijk kolom 3 en kolom 4 vermelde micro-organismen en substraten — waarvan de cellen zijn gedood

Saccharomyces cerevisiae,

Saccharomyces carlsbergiensis

Kluyveromyces lactis,

Kluyveromyces fragilis

Candida guilliermondii

Melasse, destillatieresiduen, granen en zetmeelhoudende producten, vruchtensappen, wei, melkzuur en gehydrolyseerde plantaardige vezels

1.4.1.1.

Mycelium, nat bijproduct van de bereiding van penicilline, geënsileerd met Lactobacillus brevis, plantarum, sake, collenoides en Streptococcus lactis om de penicilline te inactiveren, en verhit

Stikstofverbinding Penicillium chrysogenum ATCC 48271

Verschillende koolhydraten en hydrolyseproducten ervan

2.2.1.

Ammoniumlactaat, bereid door fermentatie met Lactobacillus bulgaricus

CH3CHOHCOONH4

Wei

2.2.2.

Ammoniumacetaat in waterige oplossing

CH3COONH4

2.2.3.

Ammoniumsulfaat in waterige oplossing

(NH4)2SO4

2.3.1.

Geconcentreerde vloeibare bijproducten van de bereiding van L-glutaminezuur door fermentatie met Corynebacterium melassecola

Ammoniumzouten en andere stikstofverbindingen

Sacharose, melasse, zetmeelproducten en de hydrolyseproducten ervan

2.3.2.

Geconcentreerde vloeibare bijproducten van de bereiding van L-lysine monohydrochloride door fermentatie met Brevibacterium lactofermentum

Ammoniumzouten en andere stikstofverbindingen

Sacharose, melasse, zetmeelproducten en de hydrolyseproducten ervan


(1)  In het Duits mag „Konzentrieren” in voorkomend geval worden vervangen door „Eindicken”. De gebruikelijke benaming is dan „eingedickt”.

(2)  „Ontdoppen” mag in voorkomend geval worden vervangen door „schillen” of „pellen”. De gebruikelijke benaming is dan „geschild” of „gepeld”.

(3)  In het Frans mag de naam „issues” worden gebruikt.

(4)  In het Frans mag „Pressage” in voorkomend geval worden vervangen door „Extraction mécanique”.

(5)  Het woord „schilfers” mag in voorkomend geval worden vervangen door „koek”.

(6)  In het Duits mag de benaming „aufgeschlossen” en de naam „Quellwasser” (met betrekking tot stijfsel) worden gebruikt.

(7)  Producten met een zetmeelgehalte van meer dan 40 % mogen „rijk aan zetmeel” worden genoemd. In het Duits mag de benaming „Roggennachmehl” worden gebruikt.

(8)  Producten met een zetmeelgehalte van meer dan 40 % mogen „rijk aan zetmeel” worden genoemd. In het Duits mag de benaming „Weizennachmehl” worden gebruikt.

(9)  Wanneer dit ingrediënt fijner is gemalen, mag aan de naam het woord „fijn” worden toegevoegd of mag de naam door een overeenkomstige benaming worden vervangen.

(10)  Producten met en zetmeelgehalte van meer dan 40 % mogen „rijk aan zetmeel” worden genoemd. In het Duits mag de benaming „Maisnachmehl” worden gebruikt.

(11)  Deze benaming mag worden vervangen door „maïsglutenfeed”.

(12)  Deze benaming mag worden vervangen door „maïszetmeel, geëxtrudeerd”.

(13)  De graansoort mag bij de benaming worden vermeld.

(14)  Deze naam mag worden vervangen door „distillers dried grains and solubles”. De graansoort mag bij de benaming worden vermeld.

(15)  In voorkomend geval mag de benaming vergezeld gaan van de vermelding „met een laag glucosinolaatgehalte” (zoals gedefinieerd in de wetgeving van de Europese Unie).

(16)  Bij de benaming moet ook de plantensoort worden vermeld.

(17)  Deze benaming moet worden aangevuld met de aard van de hittebehandeling.

(18)  Deze benaming mag worden vervangen door „sacharose”.

(19)  Deze benaming mag worden vervangen door „tapioca”.

(20)  Deze benaming mag worden vervangen door „tapiocazetmeel”.

(21)  De vruchtensoort mag bij de benaming worden vermeld.

(22)  De term „meel” mag worden vervangen door „pellets”. Bij de benaming mag ook de droogmethode worden vermeld.

(23)  Het voedergewas mag bij de benaming worden vermeld.

(24)  De graansoort moet bij de benaming worden vermeld.

(25)  Deze benaming moet worden aangevuld met de aard van de toegepaste chemische behandeling.

(26)  Deze benaming mag worden vervangen door „sacharose”.

(27)  Deze benaming mag worden vervangen door „gedroogde melkalbumine”.

(28)  Producten met een vetgehalte van meer dan 13 % in de droge stof moeten „vetrijk” worden genoemd.

(29)  Daarnaast mag ook de soort dierlijk vet worden vermeld naargelang van de oorsprong of de wijze waarop het verkregen is (talg, reuzel, beendervet enz.).

(30)  Producten met een ruw eiwitgehalte van meer dan 75 % in de droge stof mogen „eiwitrijk” genoemd worden.

(31)  De aard van de herkomst mag bij of in plaats van de benaming worden vermeld.

(32)  De bereidingswijze mag in de benaming worden aangegeven.

(33)  De benaming mag gewijzigd of aangevuld worden met de vermelding van het levensmiddelenbereidingsprocedé waarmee het voedermiddel verkregen is.

(34)  In de benaming mag het betreffende zout worden aangegeven.


Top