EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R0753

Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten

OJ L 118, 4.5.2002, p. 1–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Estonian: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Latvian: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Lithuanian: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Hungarian Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Maltese: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Polish: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Slovak: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Slovene: Chapter 03 Volume 035 P. 455 - 508
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 043 P. 3 - 58
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 043 P. 3 - 58

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2009; opgeheven door 32009R0607

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/753/oj

32002R0753

Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten

Publicatieblad Nr. L 118 van 04/05/2002 blz. 0001 - 0054


Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie

van 29 april 2002

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2585/2001(2), en met name op de artikelen 53 en 80,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In hoofdstuk II van titel V en in de bijlagen VII en VIII van Verordening (EG) nr. 1493/1999 zijn de voorschriften betreffende de omschrijving, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van bepaalde producten waarop deze verordening van toepassing is, hierna "wijnbouwproducten" genoemd, en betreffende de bescherming van bepaalde aanduidingen en vermeldingen en van bepaalde termen vastgesteld. Het is noodzakelijk uitvoeringsbepalingen van deze voorschriften vast te stellen en de terzake geldende wetgeving in te trekken, namelijk Verordening (EEG) nr. 3201/90 van de Commissie van 16 oktober 1990 houdende uitvoeringsbepalingen voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn en druivenmost(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 885/2001(4), Verordening (EEG) nr. 3901/91 van de Commissie van 18 december 1991 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de aanduiding en de presentatie van speciale wijnen(5), Verordening (EG) nr. 554/95 van de Commissie van 13 maart 1995 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van mousserende wijn en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd(6), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1915/96(7), en Verordening (EG) nr. 881/98 van de Commissie van 24 april 1998 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bescherming van de voor bepaalde soorten v.q.p.r.d. gebruikte aanvullende traditionele aanduidingen(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1608/2000(9).

(2) Bepaalde voorschriften inzake de etikettering van levensmiddelen zijn vastgesteld bij Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud(10), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/676/EEG(11), Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren(12), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/11/EEG(13), en Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(14), gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie(15). Deze voorschriften gelden ook voor wijnbouwproducten, tenzij in deze richtlijnen uitdrukkelijk anders is bepaald.

(3) Bij deze verordening moet rekening worden gehouden met de ervaring die in het verleden met de toepassing van de bestaande wetgeving inzake wijnbouwproducten is opgedaan, alsmede met de bij bovenvermelde richtlijnen vastgestelde voorschriften. Deze voorschriften moeten met name zoveel mogelijk worden vereenvoudigd en worden verduidelijkt door de bepalingen betreffende verschillende groepen producten te harmoniseren, zonder afbreuk te doen aan de specificiteit van de producten.

(4) Deze verordening moet beantwoorden aan de doelstellingen van bescherming van de wettige consumentenbelangen en producentenbelangen, de soepele werking van de interne markt en de bevordering van de productie van kwaliteitsproducten, als bepaald in artikel 47, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999. Zij moet bovendien beantwoorden aan de eisen van artikel 77 van voornoemde verordening, opdat tevens op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 33 en 131 van het Verdrag vervatte doeleinden en wordt voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 300, lid 2, van het Verdrag gesloten internationale overeenkomsten.

(5) Het begrip "etikettering" moet worden gepreciseerd teneinde dit te beperken tot de aspecten van de aanbiedingsvorm van wijnbouwproducten die betrekking hebben op de aard, de kwaliteit of de oorsprong van de producten zelf.

(6) In het belang van de consumenten dienen bepaalde verplichte aanduidingen binnen hetzelfde gezichtsveld op de recipiënt te worden gegroepeerd en moeten de tolerantiegrenzen voor de aanduiding van het effectieve alcoholgehalte worden vastgesteld.

(7) De bestaande voorschriften inzake het gebruik van codes op de etikettering zijn nuttig en moeten dus worden gehandhaafd.

(8) Sommige wijnbouwproducten zijn niet noodzakelijk bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie. De lidstaten moeten dus worden gemachtigd deze producten van de toepassing van de etiketteringsvoorschriften vrij te stellen, op voorwaarde dat voldoende doeltreffende controleregelingen worden toegepast. Hetzelfde geldt voor bepaalde v.q.p.r.d. die op fles zijn gelagerd.

(9) Wijnbouwproducten die worden uitgevoerd moeten soms voldoen aan etiketteringsvoorschriften van derde landen of de consumenten van deze derde landen bepaalde nuttige informatie verstrekken. Het is derhalve van belang dat de lidstaten het gebruik van andere talen voor bepaalde aanduidingen op de etiketten kunnen toestaan.

(10) Bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 is de etikettering voor alle wijnbouwproducten geharmoniseerd op basis van het model dat reeds was vastgesteld voor mousserende wijn, door het gebruik van andere termen dan die waarin uitdrukkelijk bij de communautaire wetgeving is voorzien, toe te staan, mits zij juist zijn. De uitvoeringsbepalingen van die verordening moeten dus op dezelfde wijze worden geharmoniseerd op basis van het voor mousserende wijn vastgestelde model, waarbij erop moet worden toegezien dat elk gevaar voor verwarring tussen deze andere termen en die waarin bij de communautaire wetgeving is voorzien uitgesloten is en dat wordt bepaald dat deze termen slechts mogen worden gebruikt op voorwaarde dat de ondernemers in geval van twijfel de juistheid ervan kunnen aantonen.

(11) Terwille van de rechtszekerheid is het dienstig de bestaande definities van "bottelaar" en "bottelen" te behouden en een definitie van "importeur" in te voeren.

(12) Het gebruik van loodhoudende capsules om de sluiting van recipiënten waarin onder Verordening (EG) nr. 1493/1999 vallende producten worden bewaard, te bedekken, moet worden verboden, om elk gevaar voor verontreiniging, inzonderheid door toevallig contact met deze producten, enerzijds, en elk risico voor milieuvervuiling met loodhoudend afval van vorenvermelde capsules, anderzijds, te voorkomen.

(13) Het gebruik van bepaalde soorten flessen voor bepaalde producten is vanouds een gevestigd gebruik in de Gemeenschap en in derde landen. Deze flessen kunnen bij de consumenten associaties oproepen met bepaalde kenmerken of met een welbepaalde oorsprong, omdat zij reeds sedert lang worden gebruikt. Deze flessen moeten dus worden gereserveerd voor de betrokken wijnen.

(14) Met het oog op de traceerbaarheid en de controle op de wijnbouwproducten dient te worden bepaald dat sommige etiketteringsgegevens ook in de registers en in de begeleidende documenten moeten worden vermeld, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 884/2001 van de Commissie van 24 april 2001 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten en de in de wijnsector bij te houden registers(16).

(15) Verordening (EG) nr. 1493/1999 bepaalt dat voorwaarden moeten worden vastgesteld voor het gebruik van bepaalde termen. Voor bepaalde van deze termen moeten, in het belang van de soepele werking van de interne markt, communautaire voorschriften worden vastgesteld. Deze voorschriften moeten zoveel mogelijk gebaseerd zijn op bestaande bepalingen. Voor andere termen moet elke lidstaat voor de op zijn grondgebied geproduceerde wijnen met het Gemeenschapsrecht verenigbare voorschriften vaststellen, teneinde een beleid te kunnen voeren dat zo dicht mogelijk bij de producent staat. Deze voorschriften moeten niettemin volledig transparant zijn.

(16) Met name ten aanzien van de verplichte aanduiding van de naam of de firmanaam van de bottelaar of de verzender en de facultatieve aanduiding van de naam, het adres en de hoedanigheid van de persoon of personen die aan de afzet heeft of hebben deelgenomen, moet een aanduiding van de activiteit van die personen, zoals "wijnbouwer", "geoogst door", "handelaar", "gedistribueerd door", "importeur", "ingevoerd door", verplicht worden gesteld om de soepele werking van de interne markt te garanderen en om ervoor te zorgen dat de consument niet wordt misleid.

(17) Aanduidingen die verwijzen naar een biologische productiemethode van de druiven, zijn uitsluitend geregeld bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen(17), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 473/2002 van de Commissie(18), die het gebruik daarvan toestaat voor alle wijnbouwproducten. Die aanduidingen vallen dus niet onder de in de onderhavige verordening vervatte bepalingen ten aanzien van de aanduidingen betreffende de manier waarop het product is verkregen of bereid.

(18) Het gebruik van bepaalde aanduidingen (anders dan oorsprongsbenamingen) voor de omschrijving van kwalitatief hoogstaande wijnbouwproducten en de desbetreffende regelgeving zijn gevestigde praktijken in de Gemeenschap. Deze traditionele uitdrukkingen kunnen bij de consument de associatie oproepen met een productie- of rijpingsmethode of met een kwaliteit, een kleur of een type wijn, dan wel met een historische gebeurtenis in de geschiedenis van de wijn. Om een eerlijke mededinging te garanderen en te voorkomen dat de consumenten worden misleid, moet een gemeenschappelijk kader worden vastgesteld voor de registratie en de bescherming van dergelijke traditionele uitdrukkingen.

(19) Ter vereenvoudiging en omwille van de duidelijkheid moet worden getracht de etikettering van likeurwijn en parelwijn zoveel mogelijk te harmoniseren, met inachtneming van de verscheidenheid van de producten, op basis van de methode die bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 is vastgesteld voor stille wijn. De methode die moet worden toegepast voor de etikettering van andere wijnbouwproducten moet op dezelfde manier worden geharmoniseerd, hoewel de specificiteit van de producten en hun markten een grotere differentiatie noodzakelijk maakt, inzonderheid wat betreft de verplicht te vermelden gegevens.

(20) Ook de voorschriften inzake de etikettering van wijnbouwproducten van oorsprong uit derde landen die in de Gemeenschap in de handel zijn, moeten zoveel mogelijk worden geharmoniseerd volgens de voor de communautaire wijnbouwproducten vastgestelde methode, teneinde elke verwarring bij de consumenten en een oneerlijke concurrentie tussen de producenten te voorkomen. Daarbij dient echter rekening te worden gehouden met de verschillen in productieomstandigheden en wijnbouwtradities alsmede met de wetgeving van de betrokken derde landen.

(21) De bepalingen van deze verordening dienen te gelden onverminderd specifieke voorschriften die kunnen worden overeengekomen in het kader van met derde landen overeenkomstig de procedure van artikel 113 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

(22) In bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 zijn reeds specifieke en gedetailleerde voorschriften vastgesteld voor de etikettering van mousserende wijn. Het is echter noodzakelijk bepaalde aanvullende uitvoeringsbepalingen vast te stellen.

(23) De voorschriften die gelden voor parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd moeten zoveel mogelijk overeenstemmen met de voorschriften die bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 zijn vastgesteld voor mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, met inachtneming van het specifieke karakter van de producten.

(24) In artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is bepaald dat maatregelen worden vastgesteld ter vergemakkelijking van de overgang van de vroegere wijnbouwregeling naar de regeling die bij die verordening is vastgesteld. Om de marktdeelnemers niet te zwaar te belasten, moeten maatregelen worden vastgesteld om hen in staat te stellen de overeenkomstig de in deze sector geldende voorschriften geëtiketteerde producten verder af te zetten en tijdelijk nog etiketten te gebruiken die in overeenstemming met de geldende voorschriften zijn gedrukt.

(25) Bij artikel 81 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 wordt de bestaande wetgeving van de Raad in de wijnbouwsector, met inbegrip van die welke betrekking heeft op aspecten die door deze verordening worden bestreken, ingetrokken. Om een soepele overgang mogelijk te maken en de continuïteit van de geldende bepalingen tot de definitieve opstelling en de vaststelling van de uitvoeringsbepalingen te garanderen, is in Verordening (EG) nr. 1608/2000, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 699/2002(19), bepaald dat sommige van de bepalingen van de Raad die bij artikel 81 zijn ingetrokken, gedurende een korte overgangsperiode van kracht blijven. De bij deze verordening in de bestaande wetgeving aangebrachte wijzigingen vergen de vaststelling van een hele reeks uitvoeringsbepalingen door de lidstaten. Om in een redelijke termijn voor de vaststelling van deze maatregelen te voorzien en met het oog op de aanpassing van de marktdeelnemers aan deze nieuwe regels, dient te worden bepaald dat sommige van de in deze sector geldende bepalingen van de Raad die bij artikel 81 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 worden ingetrokken, van kracht blijven gedurende een korte bijkomende overgangsperiode. Verordening (EG) nr. 1608/2000 moet derhalve worden ingetrokken.

(26) De in deze verordening vervatte maatregelen dienen slechts van toepassing te zijn op de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten, onverminderd de bepalingen van die verordening die op andere producten van toepassing zijn, namelijk artikel 52, leden 2, 3 en 4, bijlage VII, deel C, en bijlage VIII, deel I, punt 3.

(27) Het Comité van beheer voor wijn heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 1

Doel

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van de voorschriften in hoofdstuk II van titel V en in de bijlagen VII en VIII van Verordening (EG) nr. 1493/1999 met betrekking tot de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten.

Artikel 2

Nadere bepalingen met betrekking tot de etikettering

Van de etikettering als gedefinieerd in het inleidende gedeelte van bijlage VII en in bijlage VIII, deel A, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 maken geen deel uit de vermeldingen, tekens en andere merktekens die

a) zijn voorgeschreven in bepalingen van de lidstaten in het kader van de toepassing van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad(20);

b) verwijzen naar de fabrikant of het volume van de recipiënt en die op onuitwisbare wijze rechtstreeks op de recipiënt zijn aangebracht;

c) worden gebruikt voor de controle op het bottelen; de lidstaten kunnen een systeem voor het vermelden van de botteldatum invoeren of erkennen voor op hun grondgebied gebottelde wijn en druivenmost;

d) worden gebruikt om het product te identificeren door middel van een cijfercode en/of een machinaal leesbaar symbool;

e) zijn voorgeschreven in de bepalingen van de lidstaten met betrekking tot de controle op kwantiteit of kwaliteit van producten die stelselmatig en officieel worden gekeurd;

f) betrekking hebben op de prijs van het betrokken product;

g) zijn voorgeschreven bij de fiscale bepalingen van de lidstaten;

h) niet onder a) tot en met g) zijn bedoeld, geen betrekking hebben op de kenmerken van het betrokken product en onder geen enkele bepaling van Verordening (EG) nr. 1493/1999 of van deze verordening vallen.

Artikel 3

Presentatie van de verplichte aanduidingen

1. De in bijlage VII, deel A, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde verplichte aanduidingen worden in hetzelfde gezichtsveld op de recipiënt gegroepeerd en vermeld in duidelijke, leesbare, onuitwisbare en voldoende grote letters en cijfers die goed uitkomen tegen de achtergrond waarop zij zijn gedrukt en die duidelijk te onderscheiden zijn van het geheel van andere schriftelijke aanduidingen en tekeningen.

Het is evenwel toegestaan de verplichte aanduidingen betreffende de importeur en het nummer van de partij te vermelden buiten het gezichtsveld waarin de andere verplichte aanduidingen zich bevinden.

2. Het in bijlage VII, deel A, punt 1, derde streepje, en in bijlage VIII, deel B, punt 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde effectief alcohol-volumegehalte moet worden vermeld per alcohol-volumepercent of halve alcohol-volumepercent. Onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentie-analysemethode gelden, mag het vermelde alcoholgehalte maximaal 0,5 % hoger of lager zijn dan het bij analyse vastgestelde gehalte. Voor v.q.p.r.d. die gedurende meer dan drie jaar in flessen wordt opgeslagen en voor mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en likeurwijn mag het vermelde alcoholgehalte, onverminderd de toleranties die voor de gebruikte referentie-analysemethode gelden, echter maximaal 0,8 % hoger of lager zijn dan het bij analyse vastgestelde gehalte. Het getal waarmee het effectief alcoholgehalte wordt aangegeven wordt gevolgd door het symbool "% vol" en kan worden voorafgegaan door de woorden "effectief alcoholgehalte" of "effectieve alcohol" of door de afkorting "alc".

Het effectief alcohol-volumegehalte wordt op de etikettering vermeld in letters die ten minste 5 mm hoog zijn, indien het nominale volume groter is dan 100 cl, ten minste 3 mm indien het nominale volume gelijk is aan of kleiner dan 100 cl en groter dan 20 cl, en ten minste 2 mm indien het nominale volume gelijk is aan of kleiner dan 20 cl.

Artikel 4

Gebruik van codes op de etikettering

1. De in bijlage VII, deel E, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde codes worden vastgesteld door de lidstaat op het grondgebied waarvan de bottelaar, de verzender of de importeur is gevestigd en de in bijlage VIII, deel D, punten 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde codes worden vastgesteld door de lidstaat op het grondgebied waarvan de bereider of de verkoper is gevestigd.

2. De verwijzing naar een lidstaat in een in lid 1 bedoelde code gebeurt door vermelding van de door de postdiensten toegepaste landencode vóór de andere elementen van de code.

Artikel 5

Afwijkingen

1. De lidstaten kunnen voor op hun grondgebied geproduceerde wijnen van de toepassing van de bepalingen inzake de etiketteringsverplichting bedoeld in bijlage VII, deel G, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 afwijken voor:

a) producten die worden vervoerd tussen twee of meer installaties van eenzelfde bedrijf die in dezelfde administratieve eenheid of in aangrenzende administratieve eenheden zijn gelegen; deze administratieve eenheden mogen niet groter zijn dan de regio's die overeenkomen met niveau III van de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS III), met uitzondering van de eilanden waarvoor de administratieve eenheid overeenkomt met niveau II van de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS II);

b) hoeveelheden druivenmost en wijn van ten hoogste 30 liter per partij, die niet voor verkoop zijn bestemd;

c) hoeveelheden druivenmost en wijn die bestemd zijn om te worden verbruikt door het gezin en de werknemers van de producent.

Bovendien kan de betrokken lidstaat afwijkingen toestaan die alleen gelden voor bepaalde v.q.p.r.d. als bedoeld in artikel 29, lid 1, onder b), tweede streepje, van deze verordening, die gedurende een lange periode vóór de verkoop op fles zijn gelagerd, op voorwaarde dat zij voor deze producten voorwaarden inzake controle en vervoer hebben vastgesteld.

2. In afwijking van het bepaalde in bijlage VII, deel D, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 kunnen de lidstaten toestaan dat de aanduidingen op de etikettering, en met name de verplichte aanduidingen, ook worden vermeld in andere talen dan de officiële talen van de Gemeenschap, wanneer de betrokken producten bestemd zijn voor uitvoer en wanneer de wetgeving van het betrokken derde land dit voorschrijft.

Artikel 6

Gemeenschappelijke bepalingen voor alle op de etikettering voorkomende aanduidingen

1. Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag de etikettering van de betrokken producten worden aangevuld met andere aanduidingen, op voorwaarde dat zij bij de personen waarvoor deze informatie bestemd is, geen aanleiding kunnen vormen tot verwarring, met name met betrekking tot de verplichte aanduidingen als bedoeld in deel A, punt 1, van voornoemde bijlage en de facultatieve aanduidingen als bedoeld in deel B, punt 1, van voornoemde bijlage.

2. Wat de in bijlage VII, deel B, punt 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten betreft, kunnen de in artikel 72, lid 1, van die verordening bedoelde instanties, met inachtneming van de door elke lidstaat vastgestelde algemene procedurevoorschriften, van de bottelaars, verzenders of importeurs eisen dat zij de juistheid van de voor de omschrijving gebruikte aanduidingen die betrekking hebben op de aard, de identiteit, de kwaliteit, de samenstelling, de oorsprong of de herkomst van het betrokken product of van de bij de bereiding ervan gebruikte producten bewijzen.

Wanneer deze eis wordt gesteld door de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de bottelaar, verzender of importeur is gevestigd, eist deze instantie dit bewijs rechtstreeks van de bottelaar, verzender of importeur.

Wanneer deze eis door de bevoegde instantie van een andere lidstaat wordt gesteld, verstrekt deze de bevoegde instantie van het land waarin de bottelaar, verzender of importeur is gevestigd, in het kader van hun rechtstreekse samenwerking, alle dienstige gegevens opdat laatstgenoemde instantie het betrokken bewijs kan eisen. De verzoekende instantie wordt achteraf van het resultaat van haar verzoek in kennis gesteld.

Indien de bevoegde instanties constateren dat het verlangde bewijs niet is verstrekt, worden de betrokken aanduidingen geacht niet in overeenstemming te zijn met Verordening (EG) nr. 1493/1999 of met deze verordening.

Artikel 7

Definitie van "bottelaar", "bottelen" en "importeur"

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder

a) "bottelaar": de natuurlijke persoon of de rechtspersoon of de groepering van dergelijke personen die de producten bottelt of voor zijn rekening laat bottelen;

b) "bottelen": het aftappen, voor handelsdoeleinden, van het betrokken product in recipiënten met een inhoud van 60 liter of minder;

c) "importeur": de in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen, die verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen van de niet-communautaire goederen in de zin van artikel 4, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(21).

Artikel 8

Verbod op het gebruik van een loodhoudende capsule of folie

De sluiting van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten mag niet zijn bekleed met een capsule of folie die lood bevat.

Artikel 9

Uitsluitend gebruik van bepaalde typen flessen

1. De voorwaarden voor het gebruik van bepaalde typen flessen zijn bepaald in bijlage I.

2. Om te kunnen worden opgenomen in bijlage I moet het type fles aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) het moet in bepaalde regio's of productiegebieden van de Gemeenschap sinds ten minste 25 jaar in gebruik zijn;

b) dit gebruik moet beantwoorden aan bepaalde kenmerken of een bepaalde oorsprong van de wijn;

c) het betrokken type fles mag op de markt van de Gemeenschap niet voor andere wijnen worden gebruikt.

3. De lidstaten doen de Commissie mededeling van:

a) de gegevens die een erkenning van het type fles rechtvaardigen;

b) de kenmerken van de typen flessen die aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoen en de wijnen waarvoor zij mogen worden gebruikt.

4. In afwijking van de leden 1, 2 en 3, mogen bepaalde in bijlage I vermelde typen flessen worden gebruikt voor de aanbieding van wijn van oorsprong uit derde landen, op voorwaarde dat:

a) deze landen bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek daartoe hebben ingediend en

b) is voldaan aan voorwaarden die gelijkwaardig worden geacht aan die van de leden 2 en 3.

In bijlage I zijn voor elk type fles de betrokken derde landen vermeld, alsook de regels inzake het gebruik ervan.

5. Aan bepaalde typen van vanouds in derde landen gebruikte flessen die niet in bijlage I zijn vermeld, kan voor afzet binnen de Gemeenschap de in dit artikel voor dit type fles bedoelde bescherming worden verleend, op voorwaarde dat dit gebeurt op grond van wederkerigheid.

Het bepaalde in de eerste alinea wordt uitgevoerd via overeenkomsten met de betrokken derde landen, die worden gesloten volgens de procedure van artikel 133 van het Verdrag.

Artikel 10

Registers, begeleidende documenten en andere documenten

1. Voor de in bijlage VII, deel A, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten, met uitzondering van parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, moet de omschrijving in de door de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 884/2001 bedoelde personen bijgehouden registers en in de registers, de begeleidende documenten en de andere documenten die bij de communautaire regelgeving zijn voorgeschreven en, wanneer geen begeleidend document wordt opgesteld, in de handelsdocumenten, naast de aanduidingen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 884/2001, de in bijlage VII, deel B, punten 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde facultatieve aanduidingen bevatten, voorzover zij op de etikettering zijn vermeld of wordt overwogen deze op de etikettering te vermelden.

2. Voor de in bijlage VIII, deel A, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten, alsmede voor parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, moet de omschrijving in de door de bereiders bijgehouden registers en in de registers, de begeleidende documenten en de andere documenten die bij de communautaire regelgeving zijn voorgeschreven en, wanneer geen begeleidend document wordt opgesteld, in de handelsdocumenten, naast de aanduidingen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 884/2001, de volgende gegevens bevatten:

- voor de in bijlage VIII, deel A, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten, de verkoopbenaming en de vermelding betreffende het type product als bedoeld in bijlage VIII, deel B, punt 1, onder a) en c), van die verordening, en voor parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, de verkoopbenaming als bedoeld in bijlage VII, deel A, punt 2, van die verordening,

- voor de in bijlage VIII, deel A, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten, de facultatieve aanduidingen als bedoeld in bijlage VIII, deel E, van die verordening, en voor parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, de facultatieve aanduidingen als bedoeld in bijlage VIII, deel B, punten 1 en 2, van die verordening, voorzover zij op de etikettering zijn vermeld of wordt overwogen deze op de etikettering te vermelden.

3. Voor de in titel II bedoelde producten moet de omschrijving in de door de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 884/2001 bedoelde personen bijgehouden registers, in de registers, de begeleidende documenten en de andere bij de communautaire bepalingen voorgeschreven documenten en, wanneer geen begeleidend document wordt opgesteld, op de handelsdocumenten, naast de in Verordening (EG) nr. 884/2001 bedoelde aanduidingen, de in artikel 13, lid 1, en artikel 14, leden 1 en 3, van deze verordening bedoelde facultatieve aanduidingen bevatten, voorzover zij op de etikettering zijn vermeld of wordt overwogen deze op de etikettering te vermelden.

4. De omschrijving in de registers die worden bijgehouden door andere personen dan de producenten of bereiders omvat ten minste de aanduidingen als bedoeld in lid 1, 2 of 3. De in lid 1, 2 of 3 bedoelde facultatieve aanduidingen kunnen in de registers worden vervangen door het nummer van het begeleidende document of van de andere bij communautaire bepalingen voorgeschreven documenten en de datum waarop zij zijn opgesteld.

5. De recipiënten voor de opslag van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde producten moeten worden geïdentificeerd en het nominale volume van deze recipiënten moet worden aangegeven.

Bovendien moeten deze recipiënten de door de lidstaten met het oog hierop vastgestelde aanduidingen bevatten, opdat de met de controle belaste instantie de inhoud ervan kan identificeren met behulp van de registers of de documenten die in de plaats daarvan treden.

Voor recipiënten met een volume van 600 liter of minder, die gevuld zijn met eenzelfde product en als éénzelfde partij zijn opgeslagen, mogen de aanduidingen op de recipiënten worden vervangen door aanduidingen op de hele partij, op voorwaarde dat deze partij duidelijk gescheiden is van de andere.

TITEL II

VOORSCHRIFTEN INZAKE DRUIVENMOST, GEDEELTELIJK GEGISTE DRUIVENMOST, GECONCENTREERDE DRUIVENMOST, JONGE NOG GISTENDE WIJN EN WIJN VERKREGEN UIT OVERRIJPE DRUIVEN

Artikel 11

Algemene bepalingen

1. Indien de in artikel 53, lid 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde producten en soortgelijke producten die in derde landen zijn bereid, hierna "producten van titel II" genoemd, worden geëtiketteerd, moeten de etiketten voldoen aan het bepaalde in de artikelen 12, 13 en 14.

2. Het bepaalde in artikel 3, lid 1, is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 12 bedoelde verplichte aanduidingen.

3. Het bepaalde in bijlage VII, deel E, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en in artikel 4 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de producten van titel II.

Artikel 12

Verplichte aanduidingen

1. Op de etiketten van de producten van titel II wordt de verkoopbenaming van het product vermeld, voor welke vermelding gebruik wordt gemaakt van:

a) de definitie in Verordening (EG) nr. 1493/1999 waarmee het betrokken product het nauwkeurigst wordt omschreven,

of

b) andere vermeldingen dan die welke in de communautaire bepalingen zijn gedefinieerd, voor het gebruik waarvan in de betrokken lidstaat of in het betrokken derde land voorschriften gelden, voorzover deze lidstaat of dat derde land deze vermeldingen meedeelt aan de Commissie, die met alle passende middelen zorgt voor de bekendmaking van deze maatregelen.

2. Op de etiketten van de producten van titel II wordt het nominale volume van het product vermeld.

3. Op de etiketten van de producten van titel II worden vermeld:

a) de naam of firmanaam van de bottelaar, de gemeente en de lidstaat waarin de bottelaar zijn hoofdzetel heeft, voor recipiënten met een nominaal volume van 60 liter of minder;

b) de naam of firmanaam van de verzender, de gemeente en de lidstaat waarin de verzender zijn hoofdzetel heeft, voor andere recipiënten;

c) de importeur of, wanneer het bottelen in de Gemeenschap heeft plaatsgevonden, de bottelaar, voor ingevoerde producten.

Wat de onder a), b) en c) bedoelde aanduidingen betreft is het bepaalde in artikel 15 van overeenkomstige toepassing op de in de Gemeenschap bereide producten en het bepaalde in artikel 34, lid 1, onder a), van overeenkomstige toepassing op in derde landen bereide producten.

4. Voor druivenmost en geconcentreerde druivenmost moet op het etiket de dichtheid worden vermeld.

Voor gedeeltelijk gegiste druivenmost en jonge nog gistende wijn moeten op het etiket het effectieve en het totale alcohol-volumegehalte of een van beide worden vermeld.

Wanneer het totale alcohol-volumegehalte wordt vermeld, met name voor gedeeltelijk gegiste druivenmost, mag het vermelde gehalte niet meer dan 0,5 % hoger of lager zijn dan het bij analyse bepaalde gehalte.

Het getal waarmee het totale alcohol-volumegehalte wordt aangegeven wordt gevolgd door het symbool "% vol" en voorafgegaan door de woorden "totaal alcohol-volumegehalte" of "totale hoeveelheid alcohol". Dit getal wordt op de etikettering vermeld in letters die ten minste even hoog zijn als die welke zijn voorgeschreven voor de aanduiding van het effectief alcohol-volumegehalte.

Voor wijn verkregen uit overrijpe druiven moet op het etiket het effectief alcohol-volumegehalte worden vermeld. Het effectief alcohol-volumegehalte wordt vermeld per alcohol-volumepercent of halve alcohol-volumepercent. Het vermelde alcoholgehalte mag maximaal 0,5 % hoger of lager zijn dat het bij analyse vastgestelde gehalte. Het getal waarmee het effectief alcoholgehalte wordt aangegeven wordt gevolgd door het symbool "% vol" en kan worden voorafgegaan door de woorden "effectief alcoholgehalte" of "effectieve alcohol" of door de afkorting "alc".

Het effectief alcohol-volumegehalte wordt op de etikettering vermeld in letters die ten minste 5 mm hoog zijn, indien het nominale volume groter is dan 100 cl, ten minste 3 mm indien het nominale volume gelijk is aan of kleiner dan 100 cl en groter dan 20 cl, en ten minste 2 mm indien het nominale volume gelijk is aan of kleiner dan 20 cl.

5. Bij verzending van in de Gemeenschap bereide producten van titel II naar een andere lidstaat of bij uitvoer moet op het etiket worden vermeld:

a) voor druivenmost die is verkregen uit druiven die op het grondgebied van eenzelfde lidstaat zijn geoogst en verwerkt: de naam van de betrokken lidstaat;

b) voor de in dit artikel bedoelde wijnen die zijn verkregen uit druiven die in eenzelfde lidstaat zijn geoogst en tot wijn verwerkt: de naam van de betrokken lidstaat.

6. Voor in derde landen bereide producten van titel II moet op het etiket de naam van het betrokken derde land worden vermeld.

7. Voor producten van titel II die zijn verkregen door versnijding van producten van oorsprong uit verschillende lidstaten, moet op het etiket de term "mengsel bereid met producten uit verschillende landen van de Europese Gemeenschap" worden vermeld.

Wanneer het druivenmost betreft die niet is bereid in de lidstaat waarin de gebruikte druiven zijn geoogst, moet op het etiket de term "most verkregen in ... uit in ... geoogste druiven" worden vermeld.

Wanneer het wijn betreft die niet is bereid in de lidstaat waarin de gebruikte druiven zijn geoogst, moet op het etiket de term "wijn verkregen in ... uit in ... geoogste druiven" worden vermeld.

8. Op de etiketten van de producten van titel II moet het nummer van de partij worden vermeld overeenkomstig Richtlijn 89/396/EEG.

Artikel 13

Facultatieve aanduidingen

1. De etikettering van de producten van titel II kan worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) de naam, het adres en de hoedanigheid van één of meer personen die aan de afzet van het product heeft of hebben deelgenomen. Het bepaalde in artikel 15 is van overeenkomstige toepassing op de betrokken producten;

b) het soort product, overeenkomstig de door de producerende lidstaat vastgestelde voorwaarden;

c) een bijzondere kleur, overeenkomstig de terzake door de producerende lidstaat vastgestelde bepalingen. Het bepaalde in artikel 17 is van overeenkomstige toepassing op de betrokken producten.

2. Voor de producten van titel II kan de etikettering worden aangevuld met andere facultatieve aanduidingen. Het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing op deze producten.

Artikel 14

Bepalingen betreffende de etikettering met een geografische aanduiding

1. Voor in de Gemeenschap bereide, voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost of uit overrijpe druiven verkregen wijn mag worden omschreven met een geografische aanduiding. In dat geval bestaat de in artikel 12, lid 1, bedoelde verkoopbenaming uit:

a) de vermelding "gedeeltelijk gegiste druivenmost" of, in voorkomend geval, de vermelding "wijn verkregen uit overrijpe druiven";

b) de naam van de geografische eenheid;

c) een bijzondere traditionele aanduiding. Wanneer in deze aanduiding reeds de verkoopbenaming van het product voorkomt, hoeft deze niet nogmaals te worden vermeld.

De lidstaten stellen de in de eerste alinea, onder c), bedoelde bijzondere traditionele aanduidingen vast voor op hun grondgebied verkregen gedeeltelijk gegiste druivenmost bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie of uit overrijpe druiven verkregen wijn.

Artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en artikel 28 van deze verordening, alsmede de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en die in deze verordening die betrekking hebben op de bescherming van de namen van tafelwijn met een geografische aanduiding zijn van overeenkomstige toepassing op voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost met een geografische aanduiding en op uit overrijpe druiven verkregen wijn met een geografische aanduiding.

2. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

3. De etikettering van in de Gemeenschap bereide, voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost met een geografische aanduiding en uit overrijpe druiven verkregen wijn met een geografische aanduiding worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) het oogstjaar. Het bepaalde in de artikelen 18 en 20 is van overeenkomstige toepassing;

b) de naam van één of meer druivenrassen. Het bepaalde in de artikelen 19 en 20 is van overeenkomstige toepassing;

c) een onderscheiding, een medaille of een concours. Het bepaalde in artikel 21 is van overeenkomstige toepassing;

d) aanduidingen betreffende het bereidingsprocédé of de werkwijze voor het verkrijgen van het product. Het bepaalde in artikel 22 is van overeenkomstige toepassing;

e) aanvullende traditionele aanduidingen. Artikel 23 en artikel 24 zijn van overeenkomstige toepassing;

f) de naam van een bedrijf. Het bepaalde in artikel 25 is van overeenkomstige toepassing;

g) een vermelding die aangeeft dat het bottelen is geschied op het wijnbouwbedrijf, door een groepering van wijnbouwbedrijven, of in een in het productiegebied gevestigd bedrijf; het bepaalde in artikel 26 is van overeenkomstige toepassing.

TITEL III

BEPALINGEN BETREFFENDE TAFELWIJN, TAFELWIJN MET EEN GEOGRAFISCHE AANDUIDING EN V.Q.P.R.D.

Artikel 15

Aanduidingen in verband met de naam, het adres en de hoedanigheid van één of meer personen die aan de afzet heeft of hebben deelgenomen

1. De in bijlage VII, deel A, punt 3, onder a), eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde verplichte aanduidingen en de in bijlage VII, deel B, punt 1, onder a), eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde facultatieve aanduidingen gaan vergezeld van aanduidingen waaruit de activiteit van de bottelaar of de verzender of de personen die aan het in de handel brengen hebben deelgenomen blijkt, zoals "wijnbouwers", "geoogst door", "handelaar", "gedistribueerd door", "importeur", "ingevoerd door" of van andere soortgelijke termen.

Inzonderheid de aanduiding van de bottelaar wordt aangevuld met de termen "bottelaar" of "gebotteld door".

Ingeval in loon wordt gebotteld, wordt de aanduiding van de bottelaar echter aangevuld met de woorden "gebotteld voor" of, indien ook de naam, het adres en de hoedanigheid van degene die voor rekening van een derde het product heeft gebotteld, worden vermeld, met de woorden "gebotteld voor ... door ...".

Indien het product wordt afgetapt in andere recipiënten dan flessen zijn de tweede en de derde alinea van toepassing. De termen "bottelaar" en "gebotteld" worden echter vervangen door, respectievelijk, "verpakker" en "verpakt".

Het gebruik van een van de in de tweede, derde en vierde alinea bedoelde aanduidingen is echter slechts verplicht als een van de in de artikelen 26 en 33 bedoelde vermeldingen worden gebruikt.

Het bepaalde in dit lid is van toepassing onverminderd het bepaalde in lid 2.

Wanneer het bottelen of de verzending plaatsvindt in een andere gemeente dan de gemeente van de bottelaar of verzender of dan een aangrenzende gemeente, gaan de in dit lid bedoelde aanduidingen vergezeld van een vermelding waarmee de gemeente wordt aangegeven waarin het bottelen of de verzending heeft plaatsgevonden en, indien zij in een andere lidstaat is uitgevoerd, de vermelding van deze lidstaat.

2. De in lid 1, eerste alinea, bedoelde aanduidingen mogen alleen woorden bevatten die verwijzen naar een landbouwbedrijf, als het betrokken product uitsluitend afkomstig is van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die deel uitmaken van het wijnbouwbedrijf of van het bedrijf van de persoon die met een van deze woorden wordt aangeduid en als de wijnbereiding heeft plaatsgevonden in dat bedrijf.

Voor de toepassing van de eerste alinea wordt geen rekening gehouden met de toevoeging van geconcentreerde druivenmost of van gerectificeerde geconcentreerde druivenmost om het natuurlijk alcoholgehalte van het betrokken product te verhogen.

De lidstaten stellen deze aanduidingen vast voor de op hun grondgebied geproduceerde wijnen en zij bepalen tevens het kader en de voorwaarden voor het gebruik ervan.

De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in de derde alinea hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

3. De in lid 1, eerste alinea, bedoelde facultatieve aanduidingen mogen slechts worden gebruikt op voorwaarde dat de betrokken persoon of personen ermee hebben ingestemd.

Indien de voorschriften van een lidstaat voorschrijven dat de naam, het adres en de hoedanigheid van de loonbottelaar moeten worden vermeld, is het bepaalde in de eerste alinea niet van toepassing voor deze vermelding.

4. De lidstaat van de bottelaar of verzender wordt op de etikettering vermeld in letters van hetzelfde type en dezelfde afmetingen als die waarmee de naam, het adres en de hoedanigheid of de firmanaam van de betrokken personen worden vermeld. De naam van de lidstaat wordt vermeld:

a) hetzij voluit na de vermelding van de gemeente of het deel van de gemeente;

b) hetzij door vermelding van de door de postdiensten voor dat land gebruikte afkorting, eventueel vergezeld van de postcode van de betrokken gemeente.

5. Voor tafelwijn wordt de gemeente waarin de in lid 1, eerste alinea, bedoelde persoon of personen hun hoofdzetel hebben op de etikettering vermeld in letters waarvan de afmetingen ten hoogste half zo groot zijn als die van de letters waarmee de aanduiding "tafelwijn" wordt vermeld.

Voor tafelwijn met een geografische aanduiding wordt de gemeente waarin de in lid 1, eerste alinea, bedoelde persoon of personen hun hoofdzetel hebben op de etikettering vermeld in letters waarvan de afmetingen ten hoogste half zo groot zijn als die van de letters waarmee de geografische aanduiding wordt vermeld.

Voor v.q.p.r.d. wordt de gemeente waarin de in lid 1, eerste alinea, bedoelde persoon of personen hun hoofdzetel hebben op de etikettering vermeld met letters waarvan de afmetingen ten hoogste half zo groot zijn als die van de letters waarmee het bepaalde gebied wordt vermeld.

Dit lid is niet van toepassing indien de gemeente wordt aangegeven met een code als bedoeld in bijlage VII, deel E, van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

Artikel 16

Vermelding van het soort product

1. Ter uitvoering van bijlage VII, deel B, punt 1, onder a), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mogen op de etikettering van tafelwijn, met een geografische aanduiding omschreven tafelwijn en v.q.p.r.d., met uitzondering van v.l.q.p.r.d. en v.p.q.p.r.d. waarop artikel 39, lid 1, onder b), van toepassing is, slechts de volgende termen worden vermeld:

a) de termen "sec", "trocken", "secco" of "asciuttto", "dry", "tør", "ξηρός", "seco", "kuiva", "droog" of "torrt" mogen slechts worden vermeld op voorwaarde dat de betrokken wijn een gehalte aan suikerresidu heeft van:

i) ten hoogste 4 gram per liter,

of

ii) ten hoogste 9 gram per liter wanneer het totale gehalte aan zuren, uitgedrukt in wijnsteenzuur per liter, niet meer dan 2 gram per liter lager is dan het gehalte aan suikerresidu;

b) de termen "demi-sec", "halbtrocken", "abboccato", "medium dry", "halvtør", "ημίξηρoς", "semiseco" of "meio seco", "adamado", "puolikuiva", "halfdroog" of "halvtorrt" mogen slechts worden vermeld op voorwaarde dat de betrokken wijn een gehalte aan suikerresidu heeft dat hoger is dan de in punt a) vermelde waarden, doch niet hoger dan:

i) 12 gram per liter

of

ii) 18 gram per liter, wanneer het totale gehalte aan zuren door de lidstaten is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in lid 2;

c) de termen "moelleux", "lieblich", "amabile", "medium", "medium sweet", "halvsød", "ημίγλυκος", "semidulce", of "meio doce", "puolimakea", "halfzoet" of "halvsött", mogen slechts worden vermeld op voorwaarde dat de betrokken wijn een gehalte aan suikerresidu heeft dat hoger is dan de onder b) vermelde waarde, doch niet hoger dan 45 gram per liter;

d) de termen "doux", "süss", "dolce", "sweet", "sød", "γλυκός", "dulce" of "doce", "makea", "zoet" of "sött", mogen slechts worden vermeld op voorwaarde dat de betrokken wijn een gehalte aan suikerresidu van ten minste 45 gram per liter heeft.

2. De lidstaten kunnen voor het gebruik:

a) van de in lid 1, onder a) en b), bedoelde termen voor bepaalde op hun grondgebied verkregen wijnen, als aanvullend analytisch criterium het minimale totaalgehalte aan zuren voorschrijven;

b) van de in lid 1, onder d), bedoelde termen voor bepaalde op hun grondgebied verkregen v.q.p.r.d., voorschrijven dat het minimumgehalte aan suikerresidu niet lager mag zijn dan 35 gram per liter.

3. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 2 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 17

Aanduidingen betreffende een kleur

Wanneer de lidstaten, ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder a), derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 voor op hun grondgebied geproduceerde wijn aanduidingen in verband met een bijzondere kleur van tafelwijn, met een geografische aanduiding omschreven tafelwijn en v.q.p.r.d. vaststellen, stellen zij tevens het kader en de voorwaarden voor het gebruik ervan vast en delen zij de Commissie de betrokken maatregelen mee. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

TITEL IV

BEPALINGEN BETREFFENDE TAFELWIJN MET EEN GEOGRAFISCHE AANDUIDING EN V.Q.P.R.D.

HOOFDSTUK I

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 18

Vermelding van het oogstjaar

Het oogstjaar als bedoeld in bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, mag op de etikettering van een tafelwijn met een geografische aanduiding of van een v.q.p.r.d., worden vermeld als - na aftrek van de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting zijn gebruikt - ten minste 85 % van de voor de bereiding van de betrokken wijn gebruikte druiven in het betrokken oogstjaar zijn geoogst.

Voor wijn die vanouds wordt verkregen uit in de winter geoogste druiven wordt in plaats van het oogstjaar het jaar van het begin van het lopende wijnoogstjaar aangeduid.

Artikel 19

Vermelding van druivenrassen

1. Op de etikettering van tafelwijn met een geografische aanduiding of van v.q.p.r.d. mag de naam van de voor de bereiding van de betrokken wijnen gebruikte druivenrassen of hun synoniem worden vermeld op voorwaarde dat:

a) de betrokken druivenrassen en, in voorkomend geval, hun synoniemen, zijn opgenomen in de door de lidstaten ter uitvoering van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 opgestelde indeling van wijnstokrassen;

b) door de lidstaten voor de betrokken wijnen in deze druivenrassen is voorzien overeenkomstig het bepaalde in bijlage VI, deel B, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en in artikel 28, tweede alinea, van deze verordening;

c) de naam van het druivenras of een synoniem ervan geen geografische aanduiding bevat die wordt gebruikt om een v.q.p.r.d., een tafelwijn of een ingevoerde wijn te omschrijven die voorkomt op de lijsten van de tussen de derde landen en de Gemeenschap gesloten overeenkomsten en, wanneer hij vergezeld gaat van een andere geografische term, op de etikettering voorkomt zonder deze geografische term;

d) indien de naam van slechts één enkel druivenras of van het synoniem ervan wordt vermeld, het betrokken product, na aftrek van de hoeveelheid eventueel voor verzoeting gebruikte producten, voor ten minste 85 % is verkregen uit druiven van het vermelde ras. Dit ras moet bepalend zijn voor het karakter van de betrokken wijn; wanneer het betrokken product, inclusief de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting is gebruikt, met uitzondering van gerectificeerde druivenmost, echter geheel is verkregen uit druiven van het vermelde ras, mag worden vermeld dat het product uitsluitend is verkregen uit het betrokken druivenras;

e) wanneer de naam van twee of drie druivenrassen of hun synoniemen wordt gebruikt, het betrokken product, na aftrek van de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting is gebruikt, voor 100 % is verkregen uit druiven van de vermelde rassen; in dat geval moeten de druivenrassen worden vermeld in dalende volgorde van hun aandeel in het geheel en in letters van gelijke grootte;

f) wanneer de naam van meer dan drie druivenrassen of hun synoniemen worden gebruikt, de namen van de druivenrassen of de synoniemen daarvan zijn aangegeven buiten het gezichtsveld waarin zich ook de in artikel 3, lid 1, bedoelde verplichte aanduidingen bevinden; zij moeten worden vermeld in letters die niet groter zijn dan 3 mm.

2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, onder c),

a) mag de naam van een druivenras die een geografische aanduiding bevat, of een van de synoniemen ervan, voorkomen op de etikettering van wijn met deze geografische aanduiding;

b) mogen de in bijlage II vermelde namen van druivenrassen en de synoniemen ervan worden gebruikt volgens de op de datum van inwerkingtreding van deze verordening geldende nationale en communautaire voorwaarden.

3. De lidstaten stellen de Commissie vóór 1 oktober 2002 in kennis van de in lid 2, onder b), bedoelde maatregelen. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 20

Precisering betreffende de 85 %-regel

Artikel 18 en artikel 19, lid 1, onder d), mogen slechts gelijktijdig worden toegepast, indien, na aftrek van de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting is gebruikt, ten minste 85 % van de door vermenging verkregen wijn waarop deze bepalingen betrekking hebben afkomstig is van het druivenras en het oogstjaar die in de omschrijving van deze wijn zijn gebruikt.

Artikel 21

Onderscheidingen, medailles

Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mogen op de etikettering van tafelwijn met een geografische aanduiding of v.q.p.r.d. onderscheidingen of medailles worden vermeld, op voorwaarde dat zij aan de betrokken partij wijn zijn toegekend in het kader van een door de lidstaten of door derde landen toegestaan concours, na een objectieve procedure die elke discriminatie uitsluit. De lidstaten en de derde landen delen de Commissie de lijst van de erkende concoursen mee. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze lijsten.

Artikel 22

Aanduidingen betreffende de wijze waarop het product is verkregen of bereid

1. Wanneer de lidstaten, ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), vierde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, voor de op hun grondgebied geproduceerde wijnen de aanduidingen betreffende de wijze waarop de tafelwijnen met een geografische aanduiding of v.q.p.r.d. zijn verkregen of bereid, vaststellen, stellen zij tevens het kader en de voorwaarden voor het gebruik ervan vast.

Deze aanduidingen omvatten niet de aanduidingen die verwijzen naar een biologische productiemethode van de druiven die zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 2092/91.

2. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 23

Aanvullende traditionele aanduidingen

Voor de toepassing van bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), vijfde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 wordt onder "aanvullende traditionele aanduiding" verstaan een term die traditioneel in de wijnproducerende lidstaten voor de aanduiding van de in deze titel bedoelde wijnen wordt gebruikt en met name verwijst naar een productie-, bereidings- of rijpingsmethode, of naar de kwaliteit, de kleur, de aard van een plaats of naar een historische gebeurtenis in verband met de geschiedenis van de betrokken wijn en die in de wetgeving van de wijnproducerende lidstaten is gedefinieerd met het oog op de omschrijving van de op hun grondgebied geproduceerde wijnen.

Artikel 24

Bescherming van de traditionele aanduidingen

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "traditionele aanduidingen" verstaan aanvullende traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 23, de in artikel 28 bedoelde termen en de bijzondere traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 14, lid 1, onder c), in artikel 29 en in artikel 38, lid 3.

2. De in bijlage III vermelde traditionele aanduidingen mogen slechts worden gebruikt voor de wijnen waarop zij betrekking hebben en worden beschermd tegen:

a) wederrechtelijk, imiterend of suggestief gebruik, ook al gaat de beschermde aanduiding vergezeld van een uitdrukking zoals "soort", "type", "wijze", "procédé", "imitatie", "merk" of andere soortgelijke aanduidingen;

b) het vermelden van enige andere misleidende, onjuiste of bedrieglijke aanduiding over de aard of de wezenlijke kenmerken van de wijn op de binnen- of buitenverpakking, in reclamemateriaal of in documenten die betrekking hebben op het betrokken product;

c) andere praktijken die het publiek kunnen misleiden, met name praktijken die de indruk wekken dat de wijn recht heeft op de beschermde traditionele aanduiding.

3. Voor de omschrijving van wijn mag op de etikettering geen handelsmerk worden gebruikt dat een naam bevat die aan de in bijlage III opgenomen traditionele aanduidingen is ontleend, indien de betrokken wijn geen recht heeft op een dergelijke traditionele aanduiding.

Het bepaalde in de eerste alinea geldt evenwel niet voor handelsmerken die in de Gemeenschap te goeder trouw wettig zijn geregistreerd, of in de Gemeenschap wettig mogen worden gebruikt wegens een gebruik te goeder trouw, vóór de datum van bekendmaking van deze verordening (of indien het een traditionele aanduiding betreft die in bijlage III is opgenomen na de inwerkingtreding van deze verordening, vóór de datum van deze opname) en die sinds de registratie of de verwerving van het recht daadwerkelijk en wettig te goeder trouw worden gebruikt. Deze alinea is alleen van toepassing op het grondgebied van de lidstaat waarin het betrokken handelsmerk is geregistreerd of waarin de rechten door dat gebruik zijn verworven.

Dit lid is van toepassing onverminderd het bepaalde in bijlage VII, deel F, en in bijlage VIII, deel H, van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

4. Indien een traditionele aanduiding die is vermeld in bijlage III ook behoort tot een van de categorieën aanduidingen als bedoeld in bijlage VII, deel A en deel B, punten 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, zijn de bepalingen van dit artikel van toepassing op deze traditionele aanduiding in plaats van de andere bepalingen van titel IV of titel V.

De bescherming van een traditionele aanduiding geldt slechts in de taal of de talen waarin zij in bijlage III is vermeld.

Elke traditionele aanduiding die is vermeld in bijlage III geldt voor één of meer wijnsoorten. Deze wijnsoorten zijn:

a) in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitslikeurwijn en likeurwijn met een geografische aanduiding. In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van likeurwijn;

b) in bepaalde gebieden voortgebrachte mousserende kwaliteitswijn (met inbegrip van aromatische v.m.q.p.r.d.). In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van mousserende wijn en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd;

c) in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitsparelwijn en parelwijn met een geografische aanduiding. In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd;

d) andere in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen dan die bedoeld onder a), b) en c) en tafelwijn die met een geografische aanduiding is omschreven. In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van andere wijn dan likeurwijn, mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd;

e) voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost met een geografische aanduiding. In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van gedeeltelijk gegiste druivenmost;

f) wijn verkregen uit overrijpe druiven met een geografische aanduiding. In dat geval geldt de bescherming van de traditionele aanduiding slechts voor de omschrijving van wijn verkregen uit overrijpe druiven.

5. Om in bijlage III, deel A, te kunnen worden opgenomen, moet een traditionele aanduiding aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) zij moet op zich specifiek zijn en in de wetgeving van de lidstaat nauwkeurig zijn omschreven;

b) zij moet voldoende onderscheidend zijn en/of binnen de communautaire markt een gevestigde faam genieten;

c) zij moet gedurende ten minste tien jaar traditioneel in de betrokken lidstaat zijn gebruikt;

d) zij moet betrekking hebben op één of, in voorkomend geval, meer communautaire wijnen of wijnsoorten.

6. Om te kunnen worden opgenomen in bijlage III, deel B, moeten de traditionele aanduidingen voldoen aan de in lid 5 bedoelde voorwaarden, betrekking hebben op een wijn met een geografische aanduiding en dienen om aan te geven dat deze wijn van oorsprong is uit de betrokken regio of plaats op het grondgebied van de Gemeenschap, indien een kwaliteit, reputatie of ander bepaald kenmerk van de wijn, uitgedrukt aan de hand van de betrokken traditionele aanduiding, wezenlijk valt toe te schrijven aan zijn geografische oorsprong.

7. De lidstaten doen de Commissie mededeling van:

a) de gegevens die de erkenning van de traditionele aanduidingen wettigen;

b) de door hun wetgeving erkende traditionele aanduidingen die aan de vorenvermelde voorwaarden voldoen, en de wijnen waarvoor zij mogen worden gebruikt;

c) in voorkomend geval, de namen van de traditionele aanduidingen die in het land van oorsprong niet langer zijn beschermd.

8. In afwijking van de leden 1 tot en met 7, mogen sommige in bijlage III, deel A, vermelde traditionele aanduidingen op de etikettering van wijn met een geografische aanduiding van oorsprong uit derde landen worden gebruikt in de taal van het derde land van oorsprong of in een andere taal, wanneer het gebruik van deze taal vanouds voor deze aanduidingen wordt gebruikt, op voorwaarde dat:

a) deze landen daartoe bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek hebben ingediend en de wetteksten betreffende deze aanduidingen hebben meegedeeld, en

b) is voldaan aan voorwaarden van de leden 5 en 9, en

c) de door de derde landen vastgestelde voorschriften niet van dien aard zijn dat zij de consument misleiden ten aanzien van de betrokken aanduiding.

Voor elke traditionele aanduiding worden de betrokken derde landen vermeld in bijlage III, deel A.

9. Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel D, punt 1, zesde alinea, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en lid 8 van dit artikel wordt het gebruik van een andere taal dan de officiële taal van een land voor een traditionele aanduiding geacht traditioneel te zijn indien het gebruik van deze taal bij de wetgeving van dat land is toegestaan en indien deze taal voor deze traditionele aanduiding sinds ten minste 25 jaar zonder onderbreking is gebruikt.

10. Dit artikel is van toepassing onverminderd de artikelen 28 en 29.

Artikel 25

Naam van het bedrijf

1. De naam van een bedrijf mag, ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), zesde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 slechts worden gebruikt als dit bedrijf heeft deelgenomen aan het in de handel brengen van de wijn, mits het bedrijf ermee instemt.

Wanneer het gaat om een wijnbouwbedrijf waar de wijn is verkregen mag de naam slechts worden gebruikt op voorwaarde dat de wijn uitsluitend afkomstig is van druiven die zijn geoogst in wijngaarden die deel uitmaken van dit wijnbouwbedrijf, en de wijnbereiding in dat bedrijf heeft plaatsgevonden.

De lidstaten stellen voor de op hun grondgebied geproduceerde wijn de voorwaarden voor het gebruik van deze namen vast.

2. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 26

Aanduidingen betreffende het bottelen

1. De lidstaten stellen, ter uitvoering van bijlage VII, deel B, punt 1, onder b), zevende streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, voor op hun grondgebied geproduceerde wijn de aanduidingen vast waarmee wordt aangegeven dat het bottelen van de tafelwijn met een geografische aanduiding of de v.q.p.r.d. is geschied:

a) op het wijnbouwbedrijf, of

b) door een groepering van wijnbouwbedrijven, of

c) in een bedrijf dat is gelegen in het productiegebied of, voor in bijlage VI, deel D, punt 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde v.q.p.r.d., in de onmiddellijke nabijheid daarvan.

De lidstaten stellen het kader en de voorwaarden voor het gebruik van deze aanduidingen vast.

2. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 27

Aanvullende bepalingen van de wijnproducerende lidstaten

De in deze titel vervatte bepalingen inzake bepaalde facultatieve aanduidingen gelden onverminderd de in bijlage VII, deel B, punt 4, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bepaalde mogelijkheid voor de lidstaten om voor op hun grondgebied verkregen wijn deze facultatieve aanduidingen verplicht te stellen, deze te verbieden of het gebruik ervan te beperken. Bij de beperking van het gebruik van de facultatieve aanduidingen kunnen de wijnproducerende lidstaten striktere voorwaarden stellen dan die welke in deze titel zijn bepaald.

HOOFDSTUK II

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR TAFELWIJN MET EEN GEOGRAFISCHE AANDUIDING

Artikel 28

Gebruik van geografische aanduidingen

Elke wijnproducerende lidstaat deelt de Commissie, overeenkomstig het bepaalde in bijlage VII, deel A, punt 2, onder b), derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, voor de tafelwijnen die zijn omschreven met de term:

- "Landwein" voor tafelwijn van oorsprong uit Duitsland, Oostenrijk en, voor Italië, uit de provincie Bolzano;

- "vin de pays" voor tafelwijn van oorsprong uit Frankrijk, Luxemburg en, voor Italië, uit de regio Val d'Aosta;

- "indicazione geografica tipica" voor tafelwijn van oorsprong uit Italië;

- "vino de la tierra" voor tafelwijn van oorsprong uit Spanje;

- "ονομασία κατά παράδοση" (appellation traditionnelle) of "τοπικός οίνος" (vin de pays) voor tafelwijn van oorsprong uit Griekenland;

- "vinho regional" voor tafelwijn van oorsprong uit Portugal;

- "regional wine" voor tafelwijn van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk; en

- "landwijn" voor tafelwijn van oorsprong uit Nederland,

de volgende gegevens mede:

a) de lijst van namen van kleinere geografische eenheden dan de lidstaat, als bedoeld in artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, die kunnen worden gebruikt, alsmede de bepalingen die van toepassing zijn op het gebruik van de vorenvermelde aanduidingen en namen;

b) de wijzigingen die achteraf in de onder a) bedoelde lijst en bepalingen zijn aangebracht.

De nationale bepalingen inzake het gebruik van de in de eerste alinea vermelde aanduidingen moeten voorschrijven dat deze aanduidingen worden gebruikt in combinatie met een geografische aanduiding van een kleiner geografisch gebied dan de betrokken lidstaat die alleen mag worden gebruikt voor tafelwijnen die voldoen aan bepaalde productievoorwaarden, met name wat betreft de gebruikte wijnstokrassen, het minimale natuurlijke alcohol-volumegehalte en een beoordeling of een vermelding van de organoleptische kenmerken.

Bij de in de tweede alinea bedoelde bepalingen inzake het gebruik kan evenwel worden toegestaan dat de aanduiding "ονομασία κατά παράδοση" (appellation traditionnelle) of "τοπικός οίνος" (vin de pays), wanneer zij wordt gebruikt ter aanvulling van de aanduiding "Ρετσίνα" ("Retsina") niet verplicht wordt gekoppeld aan een bepaalde geografische aanduiding.

De lidstaten kunnen voor op hun grondgebied geproduceerde wijnen strengere voorschriften voor het gebruik van deze aanduidingen vaststellen.

De Commissie draagt zorg voor de bekendmaking van de namen van de geografische eenheden die haar krachtens het bepaalde in de eerste alinea zijn meegedeeld, in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C.

HOOFDSTUK III

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR V.Q.P.R.D.

Artikel 29

Traditionele bijzondere aanduidingen

1. Onverminderd de bij de nationale wetgevingen toegestane aanvullende aanduidingen zijn, mits de communautaire en nationale bepalingen betreffende de betrokken wijnen in acht worden genomen, de in bijlage VII, deel A, punt 2, onder c), vierde inspringende streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde traditionele bijzondere aanduidingen de volgende:

a) voor België:

- "gecontroleerde oorsprongsbenaming"

- "appellation d'origine contrôlée";

b) voor Duitsland:

de volgende aanduidingen die worden gecombineerd met de aanduiding van de herkomst van de wijn:

- "Qualitätswein", "Qualitätswein garantierten Ursprungs";

- "Qualitätswein mit Prädikat", samen met een van de vermeldingen "Kabinett", "Spätlese", "Auslese", "Beerenauslese", "Trockenbeerenauslese" of "Eiswein";

c) voor Griekenland:

- "Ονομασία προελεύσεως ελεγχόμενη" ("ΟΠΕ") (appellation d'origine contrôlée);

- "Ονομασία προελεύσεως ανωτέρας ποιότητος" ("ΟΠΑΠ") (appellation d'origine de qualité supérieure);

Wanneer op de etikettering evenwel de naam van een bedrijf, een wijnstokras of een merk voorkomt, wordt de naam van het bepaalde gebied herhaald tussen de woorden "Ονομασία προελεύσεως" en "ελεγχόμενη" of tussen de woorden "Ονομασία προελεύσεως" en "ανωτέρας ποιότητος", waarbij alle woorden worden vermeld in letters van hetzelfde type, dezelfde afmetingen en dezelfde kleur;

- "Οίνος γλυκός φυσικός" (vin doux naturel);

- "Οίνος φυσικώς γλυκύς" (vin naturellement doux);

d) voor Spanje:

- "Denominación de origen", "Denominación de origen calificada", "D.O." en "D.O.Ca".

Deze aanduidingen moeten evenwel op het etiket onmiddellijk onder de naam van het bepaalde gebied worden vermeld.

- "vino generoso", "vino generoso de licor", "vino dulce natural";

e) voor Frankrijk:

- "appellation d'origine contrôlée", "appellation contrôlée";

Wanneer op de etikettering evenwel de naam van een bedrijf, een wijnstokras of een merk voorkomt, wordt de naam van het bepaalde gebied herhaald tussen de woorden "appellation" en "contrôlée", waarbij alle woorden worden vermeld in letters van hetzelfde type, dezelfde afmetingen en dezelfde kleur.

- "Appellation d'origine vin délimité de qualité supérieure", "vin doux naturel";

Deze aanduidingen mogen niet worden vermeld in afgekorte vorm, behalve indien zij vergezeld gaan van het logo dat door Frankrijk voor elk van deze productcategorieën is vastgesteld.

f) voor Italië:

- "Denominazione di origine controllata", "Denominazione di origine controllata e garantita", "vino dolce naturale"; "D.O.C", "D.O.C.G.";

De aanduiding "Kontrollierte Ursprungsbezeichnung" kan voorkomen op de etikettering van de in de provincie Bolzano geproduceerde DOC, en de aanduiding "Kontrollierte und garantierte Ursprungsbezeichnung" op de etikettering van in die provincie geproduceerde DOCG.

g) voor Luxemburg:

- "Marque nationale" aangevuld met de woorden "Appellation contrôlée", "Appellation d'origine controlée", samen met de naam van het bepaalde gebied "Moselle luxembourgeoise", "A.O.C.";

De term "marque nationale" kan op een aanvullend etiket worden vermeld.

- "vendange tardive", "vin de paille" en "vin de glace" samen met de naam van het bepaald gebied "Moselle luxembourgeoise - Appellation contrôlée".

h) voor Oostenrijk:

de volgende aanduidingen die worden gecombineerd met de aanduiding van de herkomst van wijn:

- "Qualitätswein mit staatlicher Prüfnummer";

- "Qualitätswein";

- "Kabinett" of "Kabinettwein";

- "Qualitätswein besonderer Reife und Leseart" of "Prädikatswein";

- "Spätlese" of "Spätlesewein";

- "Auslese" of "Auslesewein";

- "Beerenauslese" of "Beerenauslesewein";

- "Ausbruch" of "Ausbruchwein";

- "Trockenbeerenauslese" of "Trockenbeerenauslesewein";

- "Eiswein";

- "Strohwein";

- "Schilfwein";

- "Districtus Austria Controllatus" of "DAC".

i) voor Portugal:

- "Denominação de origem", "Denominação de origem controlada", "Indicação de proveniência regulamentada", "vinho generoso", "vinho dolce natural", "D.O.", "D.O.C." en "I.P.R.";

De aanduiding "região demarcada" mag worden gebruikt in combinatie met de aanduiding "denominação de origem controlada".

j) voor het Verenigd Koninkrijk:

- "English vineyard quality wine psr" en "Welsh vineyard quality wine psr".

2. De traditionele bijzondere aanduidingen als bedoeld in bijlage VIII, deel D, punt 2, onder c), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, die als verkoopbenamingen van een v.m.q.p.r.d. moeten worden gebruikt, zijn:

a) voor Duitsland:

- "Qualitätsschaumwein garantierten Ursprungs";

b) voor Griekenland:

- "Ονομασία προελεύσεως ελεγχόμενη" ("ΟΠΕ") (appellation d'origine contrôlée);

- "Ονομασία προελευσεως ανωτέρας ποιότητος" ("ΟΠΑΠ") (appellation d'origine de qualité supérieure);

Wanneer op de etikettering de naam van een bedrijf, een druivenras of een merk wordt vermeld, wordt de naam van het bepaald gebied herhaald tussen de woorden "oνομασία προελεύσεως" en "ελεγχόμενη" of tussen de woorden "oνομασία προελεύσεως" en "ανωτέρας ποιότητος", in letters van hetzelfde type, dezelfde afmetingen en dezelfde kleur.

c) voor Spanje:

- "Denominación de origen", "Denominación de origen calificada"; "D.O." en "D.O.Ca";

Deze aanduidingen moeten evenwel op het etiket onmiddellijk onder de naam van het bepaalde gebied worden vermeld.

d) voor Frankrijk:

- "appellation d'origine contrôlée";

- "appellation contrôlée".

Wanneer op de etikettering waarin "appellation côntrolée" is vermeld, de naam van een bedrijf, een wijnstokras of een merk voorkomt, wordt de naam van een bepaald gebied herhaald tussen de woorden "appellation" en "contrôlée", waarbij alle woorden worden vermeld in letters van hetzelfde type, dezelfde afmetingen en dezelfde kleur:

- "appellation d'origine vin délimité de qualité supérieure".

Deze aanduidingen mogen niet worden vermeld in afgekorte vorm, behalve indien zij vergezeld gaan van het logo dat door Frankrijk voor elk van deze productcategorieën is vastgesteld.

e) voor Italië:

- "Denominazione di origine controllata", "Denominazione di origine controllata e garantita", "D.OC." en "D.O.C.G.";

De aanduiding "Kontrollierte Ursprungsbezeichnung" kan voorkomen op de etikettering van de in de provincie Bolzano geproduceerde DOC, en de aanduiding "Kontrollierte und garantierte Ursprungsbezeichnung" op de etikettering van in die provincie geproduceerde DOCG.

f) voor Luxemburg:

- "Marque nationale", aangevuld met de woorden "appellation contrôlée" of "appellation d'origine controlée", samen met de naam van het bepaalde gebied "Moselle luxembourgeoise", en "A.O.";

De term "marque nationale" kan op een aanvullende etiket worden vermeld.

g) voor Portugal:

- "Denominação de origem", "Denominação de origem controlada" en "Indição de proveniência regulamentada", "DO", "DOC" en "IPR".

Artikel 30

Afwijking van de verplichting om de traditionele bijzondere aanduiding te vermelden

In afwijking van het bepaalde in bijlage VII, deel A, punt 2, onder c), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mogen wijnen die, overeenkomstig de communautaire en nationale bepalingen die erop van toepassing zijn, in aanmerking komen voor een van de namen van onderstaande bepaalde gebieden, in de handel worden gebracht met als enige aanduiding de naam van dat bepaalde gebied:

a) voor Griekenland:

- "Σάμος", "Samos";

b) voor Spanje:

- "Cava",

- "Jerez", "Xérès" of "Sherry",

- "Manzanilla";

c) voor Frankrijk:

- "Champagne";

d) voor Italië:

- "Asti",

- "Marsala",

- "Franciacorta";

e) voor Portugal:

- "Madeira" of "Madère",

- "Porto" of "Port".

Artikel 31

Kleinere geografische eenheid dan het bepaald gebied

1. Voor de omschrijving van een v.q.p.r.d. op de etikettering, overeenkomstig het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder c), eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, wordt onder een "kleinere geografische eenheid dan het bepaald gebied" verstaan de naam van:

a) een buurtschap of een eenheid die is samengesteld uit verschillende buurtschappen;

b) een gemeente of een deel van een gemeente;

c) een deelgebied of een deel van een deelgebied.

2. De wijnproducerende lidstaten kunnen aan v.q.p.r.d. de naam van een kleinere geografische eenheid dan het betrokken bepaald gebied toekennen op voorwaarde dat:

a) deze geografische eenheid goed is afgebakend;

b) alle druiven waaruit de betrokken wijnen zijn bereid, uitsluitend uit deze eenheid afkomstig zijn.

3. Indien een v.q.p.r.d. afkomstig is van producten die zijn verkregen uit druiven die zijn geoogst in verschillende geografische eenheden als bedoeld in lid 1 en die in eenzelfde bepaald gebied zijn gelegen, is alleen de naam van de grotere geografische eenheid waarbinnen alle betrokken wijnbouwoppervlakten zijn gelegen, als aanvullende aanduiding bij de naam van het bepaald gebied toegestaan.

De wijnproducerende lidstaten kunnen evenwel, onverminderd artikel 20, voor de omschrijving van een v.q.p.r.d. toestaan dat gebruik wordt gemaakt van:

a) de naam van een in lid 1 bedoelde geografische eenheid, wanneer de betrokken wijn is verzoet met een ander product dan gerectificeerde geconcentreerde most, dat in hetzelfde bepaald gebied is verkregen;

b) de naam van een in lid 1 bedoelde geografische eenheid, wanneer de betrokken wijn is verkregen uit een mengsel van druiven, druivenmost, jonge nog gistende wijn of, tot en met 31 augustus 2003, wijn van oorsprong uit de geografische eenheid waarvan de naam is voorgeschreven voor de omschrijving, met een product dat in hetzelfde bepaald gebied, maar buiten deze eenheid, is verkregen, op voorwaarde dat de betrokken v.q.p.r.d. voor ten minste 85 % is bereid uit druiven die in de geografische eenheid waarvan hij de naam draagt zijn geoogst, en op voorwaarde dat, wat de tot en met 31 augustus 2003 geldende afwijking betreft, vóór 1 september 1995 een bepaling in die zin in de regelgeving van de betrokken wijnproducerende lidstaat was opgenomen;

c) de naam van een geografische eenheid als bedoeld in lid 1, vergezeld van de naam van een gemeente of een deel van een gemeente of van een van de gemeenten op het grondgebied waarvan deze geografische eenheid zich uitstrekt, op voorwaarde dat:

i) een dergelijke bepaling vóór 1 september 1976 traditioneel werd gebruikt en erin was voorzien bij de bepalingen van de betrokken lidstaat,

en

ii) de naam van een gemeente of een deel van een gemeente of een van de namen van gemeenten die voorkomt op een nog vast te stellen lijst op representatieve wijze wordt gebruikt voor alle gemeenten op het grondgebied waarvan deze geografische eenheid zich uitstrekt.

De wijnproducerende lidstaten stellen de lijst op van de soorten geografische eenheden en van de namen van bepaalde gebieden waartoe deze geografische eenheden - die zijn bedoeld in de onder b) bedoelde afwijking die geldt tot en met 31 augustus 2003 - behoren. Deze lijst wordt meegedeeld aan de Commissie.

De wijnproducerende lidstaten stellen de lijst op van de onder c), punt ii), bedoelde gemeenten en delen deze mee aan de Commissie.

De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze lijsten.

4. De naam van een bepaald gebied en de naam van een in lid 1 bedoelde geografische eenheid mag niet worden gegeven aan

- een wijn die is verkregen door vermenging van een v.m.q.p.r.d. met een buiten het betrokken bepaald gebied verkregen product,

- een v.m.q.p.r.d. die is verzoet met een buiten het betrokken bepaald gebied verkregen product.

Het bepaalde in de eerste alinea is niet van toepassing op wijnen die voorkomen in de overeenkomstig bijlage VI, deel D, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 vast te stellen lijst.

Artikel 32

Grotere geografische eenheid dan het bepaald gebied

Wanneer de lidstaten, ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder c), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 voor de op hun grondgebied geproduceerde wijn de lijst van grotere geografische eenheden dan het bepaald gebied vaststellen, stellen zij tevens het kader en de voorwaarden voor het gebruik ervan vast, en delen zij de Commissie de maatregelen mee die zij hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

Artikel 33

Botteling in het bepaald gebied

1. De lidstaten stellen, ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 1, onder c), derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 voor op hun grondgebied geproduceerde wijn de aanduiding vast waarmee wordt aangegeven dat de wijn in het bepaald gebied is gebotteld. Zij stellen het kader en de voorwaarden voor het gebruik ervan vast.

2. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

3. De in lid 1 bedoelde aanduidingen mogen slechts worden vermeld op voorwaarde dat het bottelen heeft plaatsgevonden in het betrokken bepaald gebied of in de installaties in de onmiddellijke nabijheid van dit gebied in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1607/2000 van de Commissie(22).

TITEL V

BEPALINGEN VOOR INGEVOERDE PRODUCTEN

Artikel 34

Gemeenschappelijke bepalingen

1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel VII, deel B, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag de etikettering van wijn van oorsprong uit derde landen, met uitzondering van mousserende wijn en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, en van de producten van titel II die in een derde land zijn bereid, worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) de naam, het adres en de hoedanigheid van één of meer personen die aan het in de handel brengen hebben deelgenomen, voorzover de gebruiksvoorwaarden door het betrokken derde land zijn vastgesteld;

b) het soort product; het bepaalde in artikel 16 is van overeenkomstige toepassing;

c) een bijzondere kleur voorzover de gebruiksvoorwaarden door het betrokken derde land zijn vastgesteld.

Voor likeurwijn, parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en voor de producten van titel II die in een derde land zijn bereid, worden de in de eerste alinea, onder b), bedoelde aanduidingen gebruikt voorzover de gebruiksvoorwaarden door het betrokken derde land zijn vastgesteld.

2. Voor de in lid 1, eerste alinea, onder a), bedoelde aanduidingen en voor de aanduidingen betreffende de importeur of, wanneer het bottelen heeft plaatsgevonden in de Gemeenschap, de bottelaar, als bedoeld in bijlage VII, deel A, punt 3, onder b), is het bepaalde in artikel 15, lid 1, lid 2, eerste en tweede alinea, lid 3, eerste alinea, en lid 4, van overeenkomstige toepassing.

Wanneer het een product uit een derde land betreft zonder geografische aanduiding, wordt de gemeente waarin de in de eerste of de tweede alinea bedoelde persoon of personen hun hoofdzetel hebben op de etikettering vermeld in letters waarvan de afmetingen niet groter zijn dan de helft van die van de letters waarmee het woord "wijn" wordt vermeld, gevolgd door de naam van het derde land.

Wanneer het een product uit een derde land betreft dat is omschreven met een geografische aanduiding, wordt de gemeente waarin de in de eerste alinea bedoelde persoon of personen hun hoofdzetel hebben op de etikettering vermeld in letters waarvan de afmetingen niet groter zijn dan de helft van die van de letters waarmee de geografische aanduiding wordt vermeld.

De tweede en de derde alinea zijn niet van toepassing indien de gemeente of het deel van de gemeente wordt vermeld met behulp van een code als bedoeld in bijlage VII, deel E, van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

Artikel 35

Aanduiding van de naam van een derde land

De aanduiding van het land van oorsprong als bedoeld in bijlage VII, deel A, punt 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 wordt aangevuld met:

a) de aanduiding "mengsel van wijn uit verschillende landen van buiten de Europese Gemeenschap" of "mengsel van wijn uit ...", en de namen van de betrokken derde landen voor wijn die is verkregen door vermenging in een derde land van producten van oorsprong uit verschillende derde landen;

b) de aanduiding "wijn verkregen in ... uit in ... geoogste druiven", en de aanduiding van het betrokken derde land, voor wijn die in een derde land tot wijn is verwerkt uit druiven die in een ander derde land zijn geteeld.

Artikel 36

Ingevoerde wijn met een geografische aanduiding

1. Op de etikettering van uit een derde land dat lid is van de Wereldhandelsorganisatie ingevoerde wijn, met inbegrip van wijn die is bereid uit overrijpe druiven of gedeeltelijk gegiste druivenmost die is bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie, mag de naam van een geografische aanduiding als bedoeld in bijlage VII, deel A, punt 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 worden vermeld op voorwaarde dat deze dient om aan te geven dat de wijn van oorsprong is uit het grondgebied van een derde land, een regio of plaats in dat derde land, indien een kwaliteit, reputatie of ander bepaald kenmerk van het product wezenlijk valt toe te schrijven aan zijn geografische oorsprong.

Voor wijn waarvan uitzonderlijk wordt aangegeven dat hij van oorsprong is uit een derde land als geheel, mogen de in bijlage IV bij deze verordening vermelde namen worden aangebracht op de etikettering van die ingevoerde wijn.

2. Waneer het in lid 1 bedoelde product afkomstig is uit een derde land dat geen lid is van de Wereldhandelsorganisatie, moeten, naast de in voornoemd lid bedoelde voorwaarde, ook de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a) met de betrokken geografische aanduiding moet een duidelijk afgebakend wijnproductiegebied worden omschreven dat kleiner is dan het wijnbouwareaal van het betrokken derde land;

b) de druiven waaruit het product is verkregen moeten afkomstig zijn uit deze geografische eenheid;

c) de druiven die wijn opleveren die beantwoordt aan typische kwaliteitscriteria moeten in deze geografische eenheid zijn geoogst; en

d) de aanduiding moet op de binnenlandse markt van het betrokken derde land worden gebruikt voor de omschrijving van wijn en moet daartoe in de bepalingen van dat land zijn vastgelegd.

Het betrokken land deelt de betrokken wetgeving aan de Commissie mee. Wanneer de voorwaarden zijn vervuld, wordt de naam van het derde land opgenomen in de lijst in bijlage V bij deze verordening.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde geografische aanduidingen mogen niet leiden tot verwarring met een geografische aanduiding die wordt gebruikt voor de omschrijving van een v.q.p.r.d., een tafelwijn of een andere ingevoerde wijn, die voorkomt op de lijsten van de tussen derde landen en de Gemeenschap gesloten overeenkomsten.

Bepaalde, in de eerste alinea bedoelde geografische aanduidingen die gelijkluidend zijn met geografische aanduidingen die worden gebruikt voor de omschrijving van een v.q.p.r.d., een tafelwijn of een ingevoerde wijn, mogen evenwel onder praktische voorwaarden worden gebruikt, voorzover deze garanderen dat het onderscheid tussen deze aanduidingen duidelijk is, met inachtneming van de noodzaak een billijke behandeling van de betrokken producenten te waarborgen en de consumenten niet te misleiden.

Ook bepaalde aanduidingen van derde landen die dienen om aan te geven dat een wijn van oorsprong is uit een regio of plaats op het grondgebied van het betrokken derde land, indien een kwaliteit, reputatie of ander bepaald kenmerk van de wijn, uitgedrukt aan de hand van de betrokken aanduiding, wezenlijk valt toe te schrijven aan zijn geografische oorsprong, en die gelijkluidend zijn met de in bijlage III, deel B, vermelde traditionele aanduidingen, mogen onder praktische voorwaarden worden gebruikt, voorzover deze garanderen dat het onderscheid tussen deze aanduidingen duidelijk is, met inachtneming van de noodzaak een billijke behandeling van de betrokken producenten te waarborgen en de consumenten niet te misleiden.

Deze aanduidingen en deze voorwaarden zijn vermeld in bijlage VI.

4. De in de leden 1, 2 en 3 bedoelde traditionele aanduidingen en geografische aanduidingen mogen niet worden gebruikt indien zij, hoewel letterlijk juist wat betreft het grondgebied, de regio of de plaats waar de producten hun oorsprong hebben, ten onrechte tegenover het publiek doen voorkomen dat de producten van oorsprong zijn uit een ander gebied.

5. Uit de Verenigde Staten van Amerika ingevoerde wijn mag worden omschreven met de naam van de staat, eventueel aangevuld met de naam van de "county" of van het wijnbouwgebied, ook indien de betrokken wijn slechts voor 75 % is verkregen uit druiven die zijn geoogst in de betrokken staat of in de "county" waarvan hij de naam draagt, op voorwaarde dat deze wijn volledig is verkregen uit op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika geoogste druiven.

De eerste alinea is evenwel slechts van toepassing tot de inwerkingtreding van de overeenkomst die zal voortvloeien uit de onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika met het oog op de sluiting van een overeenkomst inzake de handel in wijn, die met name betrekking heeft op de oenologische procédés en op de bescherming van de geografische aanduidingen, en uiterlijk tot en met 31 december 2003.

Artikel 37

Andere aanduidingen die op de etikettering van ingevoerde wijnen met een geografische aanduiding mogen worden vermeld

1. Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel B, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag de etikettering van wijn van oorsprong uit een derde land (met uitzondering van mousserende wijn en mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, maar met inbegrip van wijn die is bereid uit overrijpe druiven) en voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost, die zijn bereid in een derde land en die overeenkomstig artikel 36 met de naam van een geografische aanduiding zijn aangeduid, worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) het oogstjaar. Deze aanduiding mag worden vermeld op voorwaarde dat het betrokken derde land een regeling voor het gebruik ervan heeft vastgesteld en dat, na aftrek van de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting zijn gebruikt, ten minste 85 % van de voor de bereiding van de betrokken wijn gebruikte druiven in het betrokken jaar zijn geoogst;

b) de naam van een of meer druivenrassen; de betrokken druivenrassen mogen worden vermeld op voorwaarde dat:

i) het betrokken derde land een regeling voor vermelding van de druivenrassen heeft vastgesteld;

ii) de namen en synoniemen van de druivenrassen voldoen aan het bepaalde in artikel 20, lid 3, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie(23), en

iii) de in artikel 19, lid 1, onder c), d), e) en f), van deze verordening bedoelde voorwaarden zijn vervuld; het bepaalde in artikel 19, lid 2, is van overeenkomstige toepassing.

c) een onderscheiding, een medaille of een concours; het bepaalde in artikel 21 is van overeenkomstige toepassing;

d) aanduidingen betreffende de wijze waarop het product is verkregen of bereid, voorzover het betrokken derde land een regeling voor het gebruik ervan heeft vastgesteld;

e) voor wijn uit derde landen en voor rechtstreekse menselijke consumptie bestemde gedeeltelijk gegiste druivenmost uit derde landen mogen andere aanvullende traditionele aanduidingen dan die welke zijn opgenomen in bijlage III worden vermeld overeenkomstig de wetgeving van het betrokken derde land, alsook aanvullende traditionele aanduidingen als vermeld in bijlage III, voorzover het betrokken derde land een regeling voor het gebruik ervan heeft vastgesteld en deze aanduidingen voldoen aan het bepaalde in de artikelen 23 en 24;

f) de naam van een bedrijf, voorzover het betrokken derde land een regeling voor het gebruik ervan heeft vastgesteld; het bepaalde in artikel 25, eerste alinea, is van overeenkomstige toepassing;

g) een vermelding waarmee wordt aangegeven, voorzover het betrokken derde land een regeling voor het gebruik van de vermelding heeft vastgesteld, dat het bottelen is geschied:

i) in het wijnbouwbedrijf, door een groepering van wijnbouwbedrijven of in een bedrijf dat is gelegen in het productiegebied, of

ii) in het productiegebied, op voorwaarde dat het bottelen heeft plaatsgevonden in het betrokken productiegebied of in bedrijven die in de onmiddellijke nabijheid van dit gebied zijn gelegen.

2. De in lid 1, onder a) en b), bedoelde vermeldingen mogen gelijktijdig worden toegepast als, na aftrek van de hoeveelheid producten die eventueel voor verzoeting is gebruikt, ten minste 85 % van de door vermenging verkregen producten waarop deze bepalingen betrekking hebben afkomstig is van het druivenras en het oogstjaar die in de omschrijving van dit product zijn gebruikt.

3. In afwijking van het bepaalde in lid 1, onder b), mag uit de Verenigde Staten van Amerika ingevoerde wijn worden omschreven met de naam van het druivenras, ook indien de betrokken wijn slechts voor 75 % is verkregen uit druiven van het ras waarvan hij de naam draagt, op voorwaarde dat dit ras bepalend is voor het karakter van de betrokken wijn.

Deze afwijking geldt echter slechts tot de inwerkingtreding van de overeenkomst die zal voortvloeien uit de onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika met het oog op de sluiting van een overeenkomst inzake de handel in wijn, die met name betrekking heeft op de oenologische procédés en op de bescherming van de geografische aanduidingen, en uiterlijk tot en met 31 december 2003.

TITEL VI

BEPALINGEN BETREFFENDE LIKEURWIJN, PARELWIJN EN PARELWIJN WAARAAN KOOLZUURGAS IS TOEGEVOEGD

Artikel 38

Verplichte aanduidingen

1. Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VII, deel A, punt 4, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 moeten op het etiket van likeurwijn, parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, naast de verplichte aanduidingen als bedoeld in deel A, punt 1, van die bijlage, de volgende gegevens worden vermeld:

a) de naam of firmanaam, alsmede de gemeente en de lidstaat van de bottelaar of, voor recipiënten met een nominaal volume van meer dan 60 liter, de verzender; voor parelwijnen mag in plaats van de naam van de bottelaar de naam van de bereider worden vermeld;

b) voor ingevoerde wijn, de importeur of, wanneer de wijn in de Gemeenschap is gebotteld, de bottelaar.

Ten aanzien van de in de eerste alinea bedoelde aanduidingen is artikel 15 van overeenkomstige toepassing op in de Gemeenschap geproduceerde producten, en het bepaalde in artikel 34, lid 1, onder a), van overeenkomstige toepassing op in derde landen geproduceerde producten.

2. De aanduiding "parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd", als bedoeld in bijlage VII, deel A, punt 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 1493/1999, mag op het etiket worden vermeld met de bij voornoemde bijlage voorgeschreven verplichte aanduidingen. Deze aanduiding wordt aangevuld, in letters van hetzelfde type en dezelfde afmetingen, met de term "verkregen door toevoeging van koolzuurgas", indien uit de voor deze aanduiding gebruikte taalversie niet blijkt dat het koolzuurgas is toegevoegd.

Deze aanduidingen moeten worden vermeld op dezelfde regel waarop de verkoopbenaming is vermeld, of op de regel juist daaronder.

3. Ter uitvoering van bijlage VII, deel A, punt 4, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag in de Gemeenschap geproduceerde likeurwijn en parelwijn worden omschreven met een geografische aanduiding. In dat geval wordt de verkoopbenaming gevormd door:

a) de aanduiding "likeurwijn" of de aanduiding "parelwijn";

b) de naam van de geografische eenheid;

c) een bijzondere traditionele aanduiding. Wanneer in deze aanduiding de verkoopbenaming van het product voorkomt, hoeft deze laatste niet nogmaals te worden vermeld.

De lidstaten stellen deze bijzondere traditionele aanduidingen vast voor de op hun grondgebied geproduceerde wijnen.

Artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en artikel 28 van deze verordening, alsmede de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en die van deze verordening die betrekking hebben op de bescherming van de benamingen van tafelwijn met een geografische aanduiding, zijn van overeenkomstige toepassing op likeurwijn met een geografische aanduiding en op parelwijn met een geografische aanduiding.

4. De lidstaten delen de Commissie de maatregelen mee die zij ter uitvoering van het bepaalde in lid 3 hebben vastgesteld. De Commissie zorgt met alle passende middelen voor de bekendmaking van deze maatregelen.

5. De bepalingen van dit artikel gelden niet voor v.l.q.p.r.d. en v.p.q.p.r.d. waarop titel III van toepassing is.

Artikel 39

Facultatieve aanduidingen

1. Ter uitvoering van bijlage VII, deel B, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag de etikettering van likeurwijn, parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, van oorsprong uit de Gemeenschap, worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) de naam, het adres en de hoedanigheid van één of meer personen die aan de afzet van het product heeft of hebben deelgenomen. Artikel 15 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing;

b) het soort product, overeenkomstig de door de producerende lidstaat vastgestelde voorwaarden;

c) een bijzondere kleur, overeenkomstig de terzake door de producerende lidstaat vastgestelde bepalingen. Artikel 17 is van overeenkomstige toepassing.

2. Ter uitvoering van bijlage VII, deel B, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag de etikettering van likeurwijn met een geografische aanduiding en van parelwijn met een geografische aanduiding, van oorsprong uit de Gemeenschap, worden aangevuld met de volgende aanduidingen:

a) het oogstjaar. De artikelen 18 en 20 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing;

b) de naam van één of meer druivenrassen. De artikelen 19 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing;

c) een onderscheiding, een medaille of een concours. Artikel 21 is van overeenkomstige toepassing;

d) aanduidingen betreffende het bereidingsprocédé of de werkwijze voor het verkrijgen van het product. Het bepaalde in artikel 22 is van overeenkomstige toepassing;

e) aanvullende traditionele aanduidingen. De artikelen 23 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing;

f) de naam van een bedrijf. Artikel 25 is van overeenkomstige toepassing;

g) een vermelding die aangeeft dat het bottelen is geschied op het wijnbouwbedrijf, door een groepering van wijnbouwbedrijven, of in een in het productiegebied gevestigd bedrijf. Artikel 26 is van overeenkomstige toepassing.

3. Lid 1, uitgezonderd het bepaalde onder b), en lid 2 gelden niet voor v.l.q.p.r.d. en v.p.q.p.r.d. waarop titel IV van toepassing is.

Artikel 40

Voorwaarden voor het gebruik van de aanduidingen "likeurwijn", "parelwijn" en "parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd" voor producten van herkomst uit derde landen

In afwijking van het bepaalde in bijlage VII, deel C, punt 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag op wijnen van herkomst uit derde landen de vermelding "likeurwijn", "parelwijn" of "parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd" worden vermeld, indien het betrokken product voldoet aan de voorwaarden die zijn bepaald in, respectievelijk, punt d), g) en h) van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2001 van de Commissie(24).

TITEL VII

BEPALINGEN BETREFFENDE MOUSSERENDE WIJN EN MOUSSERENDE WIJN WAARAAN KOOLZUURGAS IS TOEGEVOEGD

Artikel 41

Bepalingen betreffende mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd

De aanduiding "mousserende wijn met toegevoegd koolzuurgas" als bedoeld in bijlage VIII, deel D, punt 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1493/1999, wordt vermeld op het etiket waarop de in die bijlage voorgeschreven verplichte aanduidingen zijn vermeld. Deze aanduiding moet worden aangevuld, in letters van hetzelfde type en dezelfde afmetingen, met de term "verkregen door toevoeging van koolzuurgas", indien uit de voor deze aanduiding gebruikte taalversie niet blijkt dat het koolzuurgas is toegevoegd.

Deze aanduidingen moeten worden vermeld op dezelfde regel waarop de verkoopbenaming is vermeld, of op de regel juist daaronder.

Artikel 42

Definitie van "verkoper"

1. Als een in bijlage VIII, deel B, punt 2, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde verkoper wordt beschouwd elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet beantwoordt aan de definitie van bereider, en die onder zijn naam mousserende wijn of mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, in zijn bezit heeft met de bedoeling deze voor consumptie in het verkeer te brengen. Hetzelfde geldt voor de groeperingen van vorenbedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen.

2. Het bepaalde in artikel 15, lid 1, eerste alinea, is van overeenkomstige toepassing op de in bijlage VIII, deel B, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde aanduidingen.

Artikel 43

Aanduiding van een andere geografische eenheid dan het bepaald gebied

De overeenkomstig het bepaalde in bijlage VIII, deel E, punt 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 op de etikettering van een mousserende kwaliteitswijn van oorsprong uit de Gemeenschap te gebruiken namen van geografische eenheden die kleiner zijn dan een lidstaat, en die geen bepaald gebied aanduiden, zijn opgenomen in de lijst in bijlage VII bij deze verordening.

Artikel 44

Mousserende wijn van oorsprong uit een derde land

Mousserende wijnen van oorsprong uit een derde land, als bedoeld in bijlage VIII, deel E, punt 1, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, zijn opgenomen in de lijst in bijlage VIII bij de onderhavige verordening.

Artikel 45

Aanvullende bepalingen

1. De artikelen 23 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing op mousserende wijn.

2. Artikel 29, lid 2, artikel 30 en artikel 31, lid 4, zijn van toepassing op v.m.q.p.r.d.

Ter uitvoering van het bepaalde in bijlage VIII, deel E, punt 12, onder a), tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is artikel 22 van overeenkomstige toepassing op v.m.q.p.r.d.

3. De bepalingen van titel III en van titel IV, met uitzondering van de in de leden 1 en 2 genoemde, zijn niet van toepassing op v.m.q.p.r.d.

Artikel 46

"Pinot" druivenrassen

Bij v.m.q.p.r.d. of mousserende kwaliteitswijn mogen de namen van de druivenrassen "Pinot blanc", "Pinot noir" en "Pinot gris" en de gelijkwaardige benamingen in de andere talen van de Gemeenschap die ter aanvulling van de omschrijving van het product worden gebruikt, worden vervangen door het synoniem "Pinot".

TITEL VIII

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 47

Overgangsbepalingen

1. De in deze verordening bedoelde producten waarvan de omschrijving en de aanbiedingsvorm, op het ogenblik waarop zij in het verkeer werden gebracht, aan de terzake geldende bepalingen voldeden, maar waarvan de omschrijving en de aanbiedingsvorm als gevolg van de inwerkingtreding van deze verordening, niet langer aan die bepalingen voldoen, mogen, zolang de voorraad strekt, met het oog op de verkoop in voorraad worden gehouden, in het verkeer worden gebracht en worden uitgevoerd.

Etiketten en voorverpakkingen waarop aanduidingen zijn gedrukt die op het ogenblik dat zij in het verkeer werden gebracht aan de terzake geldende bepalingen voldeden, maar die als gevolg van het van toepassing worden van deze verordening niet langer aan die bepalingen voldoen, mogen tot uiterlijk 1 augustus 2003 worden gebruikt.

2. In afwijking van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 blijven alleen de volgende bepalingen van toepassing tot en met 31 december 2002:

a) artikel 15, leden 2 en 7, van Verordening (EEG) nr. 823/87 van de Raad(25);

b) Verordening (EEG) nr. 2392/89 van de Raad(26);

c) artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3895/91 van de Raad(27);

d) de artikelen 8, 9 en 11 van Verordening (EEG) nr. 2333/92 van de Raad(28);

e) artikel 72 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad(29).

Artikel 48

Intrekking

1. De Verordeningen (EEG) nr. 3201/90, (EEG) nr. 3901/91 en (EG) nr. 554/95 worden ingetrokken.

2. De Verordeningen (EG) nr. 881/98 en (EG) nr. 1608/2000 worden ingetrokken.

Artikel 49

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 19, lid 3, artikel 47, lid 2, en artikel 48, lid 2, welke van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 april 2002.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

(2) PB L 345 van 29.12.2001, blz. 10.

(3) PB L 309 van 8.11.1990, blz. 1.

(4) PB L 128 van 10.5.2001, blz. 54.

(5) PB L 368 van 31.12.1991, blz. 15.

(6) PB L 56 van 14.3.1995, blz. 3.

(7) PB L 252 van 4.10.1996, blz. 10.

(8) PB L 124 van 25.4.1998, blz. 22.

(9) PB L 185 van 25.7.2000, blz. 24.

(10) PB L 42 van 15.2.1975, blz. 1.

(11) PB L 398 van 30.12.1989, blz. 18.

(12) PB L 186 van 30.6.1989, blz. 21.

(13) PB L 65 van 11.3.1992, blz. 32.

(14) PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.

(15) PB L 310 van 28.11.2001, blz. 19.

(16) PB L 128 van 10.5.2001, blz. 32.

(17) PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1.

(18) PB L 75 van 16.3.2002, blz. 21.

(19) PB L 109 van 25.4.2002, blz. 20.

(20) PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.

(21) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(22) PB L 185 van 25.7.2000, blz. 17.

(23) PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1.

(24) PB L 128 van 10.5.2001, blz. 1.

(25) PB. L 84 van 27.3.1987, blz. 59.

(26) PB. L 232 van 9.8.1989, blz. 13.

(27) PB. L 368 van 31.12.1991, blz. 1

(28) PB. L 231 van 13.8.1992, blz. 9.

(29) PB. L 84 van 27.3.1987, blz. 1.

BIJLAGE I

Uitsluitend gebruik van bepaalde typen flessen als bedoeld in artikel 9, lid 1

1. Flûte d'Alsace (Rijnwijn- of Moezelfles)

a) Type: een glazen fles bestaande uit een recht, cilindrisch lichaam, met een langgerekte hals, waarvan de verhoudingen ongeveer als volgt zijn:

totale hoogte/diameter aan de basis = 5: 1;

hoogte van het cilindrisch gedeelte = totale hoogte / 3.

b) Flessen van dit type mogen uitsluitend worden gebruikt voor de volgende v.q.p.r.d. die zijn verkregen uit op Frans grondgebied geoogste druiven:

- "Alsace" of "vin d'Alsace"; "Alsace Grand Cru;"

- "Crépy";

- "Château-Grillet";

- "Côtes de Provence, rode en rosé";

- "Cassis";

- "Jurançon, Jurançon sec";

- "Béarn, Béarn-Belloc, rosé";

- "Tavel, rosé".

Voor dit type flessen geldt de gebruiksbeperking echter uitsluitend voor wijn uit druiven die op Frans grondgebied zijn geoogst.

2. Bocksbeutel of Cantil:

a) Type: een dikbuikige maar platte glazen fles waarvan de basis, maar ook de dwarsdoorsnede op het punt waar het fleslichaam het breedst is, ellipsvormig zijn.

De verhouding grote as/kleine as van de ellipsvormige dwarsdoorsnede is ongeveer 2: 1.

De verhouding hoogte van het gewelfd lichaam/cilindrische hals van de fles is gelijk aan ongeveer 2,5: 1.

b) Flessen van dit type mogen alleen worden gebruikt voor:

i) Duitse v.q.p.r.d:

- Franken;

- Baden:

- wijn van oorsprong uit het Taubertal en de Schuepfergrund;

- wijn van oorsprong uit delen van de gemeenten Neuweier, Steinbach, Umweg en Varnhalt van de gemeente Baden-Baden.

ii) Italiaanse v.q.p.r.d.:

- Santa Maddalena (St. Magdalener);

- Valle Isarco (Eisacktaler), bereid uit druiven van de rassen Sylvaner en Müller-Thurgau;

- Terlaner, bereid uit druiven van het ras Pinot bianco;

- Bozner Leiten;

- Alto Adige (Südtiroler), wijn bereid uit druiven van de rassen Riesling, Müller-Thurgau, Pinot nero, Moscato giallo, Sylvaner, Lagrein, Pinot blanco (Weissburgunder) en Moscato rosa (Rosenmuskateller);

- Greco di Bianco;

- Trentino, wijn verkregen uit druiven van het ras Moscato.

iii) Griekse wijnen:

- Agioritiko;

- Rombola Kephalonias;

- wijn van oorsprong uit het eiland Kephalonia;

- wijn van oorsprong uit het eiland Paros;

- wijn van oorsprong uit de Peloponnesos.

iv) Portugese wijnen:

- roséwijnen en alleen voor andere v.q.p.r.d.-wijnen en "vinho regional" waarvoor is aangetoond dat zij vóór hun indeling als v.q.p.r.d. en "vinho regional" reeds traditioneel werden aangeboden in flessen van het type "cantil".

3. Clavelin

a) Type: glazen fles met korte hals, met een inhoud van 0,62 liter, bestaande uit een cilindrisch lichaam met brede schouders bovenaan, waardoor de fles een gedrongen uitzicht heeft met ongeveer de volgende verhoudingen:

totale hoogte/diameter aan de basis = 2,75

hoogte van het cilindrisch gedeelte = totale hoogte / 2.

b) Flessen van dit type mogen alleen worden gebruikt voor:

Franse v.q.p.r.d.:

- Côte du Jura;

- Arbois;

- L'Etoile;

- Château Chalon.

BIJLAGE II

Namen van druivenrassen of synoniemen daarvan die een geografische aanduiding((Die namen van druivenrassen of de synoniemen daarvan stemmen geheel of gedeeltelijk overeen met, in vertaalde of geadjectiveerde vorm, voor de omschrijving van wijn gebruikte geografische aanduidingen.)) bevatten en die op grond van artikel 19, lid 2, op de etikettering van wijn mogen voorkomen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Lijst van de traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 24

DEEL A

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL B

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

Aanduidingen die bij wijze van uitzondering kunnen worden gebruikt om aan te geven dat een wijn van oorsprong is uit een derde land als geheel, als bedoeld in artikel 36, lid 1

[...]

BIJLAGE V

Lijst van de derde landen die geen lid zijn van de WHO, als bedoeld in artikel 36, lid 2

1. Algerije

2. Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

3. Rusland

4. San Marino

5. Oekraïne

6. Federatieve Republiek Joegoslavië

BIJLAGE VI

Lijst van gelijkluidende geografische aanduidingen en praktische voorwaarden voor het gebruik ervan, als bedoeld in artikel 36, lid 3

[...]

BIJLAGE VII

In artikel 43 bedoelde lijst van namen van geografische eenheden die op de etikettering van mousserende kwaliteitswijn van oorsprong uit de Gemeenschap mogen worden gebruikt

1. Voor Duitsland:

Rhein-Mosel:

a) Rhein,

b) Mosel;

Bayern:

a) Main,

b) Lindau,

c) Bayerische Donau.

2. Voor Oostenrijk:

Steiermark.

3. Voor het Verenigd Koninkrijk:

a) England,

b) Wales.

BIJLAGE VIII

In artikel 44 bedoelde lijst van mousserende wijnen van oorsprong uit derde landen, waarvoor is erkend dat de voorwaarden voor de bereiding gelijkwaardig zijn aan die voor de bereiding van mousserende kwaliteitswijn die is aangeduid met de naam van een geografische eenheid

1. Mousserende wijn van oorsprong uit Bulgarije, waarvan de omschrijving op de etikettering, overeenkomstig de Bulgaarse bepalingen, de vermelding ">ISO_5>ÒØáÞÚÞÚÐçÕáâÒáÝÞ ÒØÝÞ á ÓÕÞÓàÐäáÚØ ßàÞØ×åÞÔ" (wijn van hoge kwaliteit met een geografische herkomstbenaming) bevat.

2. Mousserende wijn van oorsprong uit Hongarije, wanneer de bevoegde officiële instantie op het document V.I.1 heeft genoteerd dat de betrokken mousserende wijn, wat de grondstoffen voor het verkrijgen ervan en de voorschriften in verband met de kwaliteit betreft, aan de Hongaarse bepalingen voldoet.

3. Mousserende wijn van oorsprong uit Zuid-Afrika, wanneer de bevoegde officiële instantie op het document V.I.1 heeft genoteerd dat de betrokken mousserende wijn is verkregen uit grondstoffen die, overeenkomstig de Zuid-Afrikaanse bepalingen, kunnen worden omschreven met de aanduiding "cultivar wine", "wine of origin", "vintage wine" of "superior wine".

4. Mousserende wijn van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, wanneer de bevoegde officiële instantie of een door de bevoegde officiële instantie erkende producent op het document V.I.1 heeft genoteerd dat de betrokken mousserende wijn is verkregen uit grondstoffen die, overeenkomstig de Amerikaanse bepalingen, kunnen worden omschreven met de aanduiding van een "appellation of origin", alsook met de naam van een druivenras, met uitsluiting van rassen van de soort Vitis labrusca, of een "vintage year".

5. Mousserende wijn van oorsprong uit het grondgebied van de voormalige Sovjetunie, wanneer de bevoegde officiële instantie op het document V.I.1 heeft genoteerd dat de betrokken mousserende wijn voldoet aan de interne bepalingen inzake de grondstoffen die voor het verkrijgen van de wijn mogen worden gebruikt en aan de voorwaarden inzake kwaliteit die gelden voor het eindproduct.

6. Mousserende wijn van oorsprong uit Roemenië, wanneer de bevoegde officiële instantie op het document V.I.1 heeft genoteerd dat de betrokken mousserende wijn voldoet aan de Roemeense bepalingen inzake de voor het verkrijgen ervan te gebruiken grondstoffen en aan de eisen inzake de kwaliteit die gelden voor het eindproduct.

Top